De redevoeringen te Utrecht. PA KMO R01R0R oMtimmm! cjtiec j VAN DEN THEEVAKMAN (Vervolg van vag. 3) gen. Het is thans reeds zoo,, althans de tijd is niet al te ter meer, dat degene in Duitschland, die van vroeger, volkomen wettelijk in orde, nog een goedingerichle woning heeft, dit bezit mettertijd zal aan voelen als een druk tegenover .die volksge- nooten. die inmiddels alles verloren heb ben. En dezen van hun kant zouden den- zeifde toestand aanvoelen als een onrecht. Wanneer de slachtoffers van de bombarde menten in Duitschland geen nationaal- socialisten zouden zijn, zouden de terreur- vliegers der Engelsohen en Amerikanen in middels het bolsjewisme in Duitschland «jterk hebben aangekweekt. Ik heb juist gesproken met den burgemeester van lochum, een zwaar geteisterde stad. Hij heeft mij bevestigd, dat zijn lieden alles op tich nemen, maar vcor alles hun geboorte land niet willen verlaten. Zij komen terug, gouwen zich verblijfplaatsen in de bergen, tij leven in de meest primitieve omstan digheden. Versagen kennen deze menschen niet. Al leen een vreeselijke verbittering. Deze men schen willen hun lot verdragen en wan neer men hun zegt, dat de oorlog nog jaren kan duren, dan antwoorden zij: „Dat geeft ook niets, slechts iets willen wij, vergelding wraak moeten wij beleven." Kameraden. De vergelding gaat echter legen Engeland en Amerika, tegen het Wes ten. Ik wijs U op nog een kenmerk van éeze geestelijke ontwikkeling waarvoor wij •taan. Het bolsjewisme in het Oosten is 'fjierlijk, wreed, maar het is een strijd tegen inannen. De Engelsehe en Amerikaansche vliegers vermoorden vrouwen en kinderen. Pat is het geboorteuur van een doodelij- ken, niet meer te overbruggen haat in het Puitsche volk. Ziet U, ik zou graag willen, dat men *ich dat eens voor oogen houdt in dn ^ringen, die zoo heelemaal zijn ingesteld een Engelsch-Amerikaansche over winning, opdat ook zij inzien dat vol- iomen objectieve omstandigheden bij ons 1 Europa deze volkerenmassa's stuwen «n het collectivisme. Want zoo goede Ssychologen dienden toch tenslotte die eden hier te zijn, dat ook zij weten, dat er onder het Duitsche volk en in heel $uropa, en wel steeds sterker naar mate Inen mlier naar het Oosten gaat, een Turig verlangen leeft naar een socialis me. Wanneer dit verlangen door het na tionaal socialisme als volksch socialisme niet vervuld wordt, doch deze menschen teleurgesteld worden, dan breekt deze te leurstelling als verbittering uit in het collectivisme. Wanneer wij ons in Mid den-Europa het nationaal-socialisme als ordenende gemeenschapsvorm wegden ken, heeft alleen het bolsjewisme, nooit Set kapitalisme van h?t Westen, kans op tmeces. Kameraden! Een vreeselijke storm gehokt ons thans tot in ons binnenste. »ls zeelieden zult u weten, dat een schip at in een zwaren storm van het anker ■Wordt losgeslagen, niet opnieuw aan het imker kan worden vastgelegd. Zoo is het Ie begrijpen toen de Führer zeide, dat ■een burgerlijke staat in Europa dezen •orlog zal overleven. Ofwel het volksche locialisme zal als groote taak van onzen Führer in Europa de volkeren eens tot fcen nieuwe en betere ordening brengen, Kwel een teugelloos bolsjewisme breekt wen ons los. Het volksche socialisme verschaft ons een revolutionair inzicht: volk is wat tet bloed heeft samengelascht, wat het loed als een hoogere door het lot be haalde eenheid heeft gevormd. Dat wij lillen tegenover dit bloed verplicht zijn fn wij allen derhalve niets zijn en ons Tolk alles is, dat is de grondslag, volgens Felke wij in machtsDolitiek opzicht en Tolgens welken wij in socialistisch op- ■icht onze gemeenschap ordenen. Ik zeg revolutionair. In mijn oogen is niet hij revolutionair, die ruiten ingooit, barri cades bouwt en menschen ophangt. Re volutionair is hij, die in zich den roep Van den tijd zoo sterk voelt, dat hij be leid is alles achter zich te laten, alles Wat hem dierbaar en aangenaam en Jiuttig was. Hij laat het achter zich, Wanneer hij van een nieuwe ordening in nerlijk zoo overtuigd is, dat hij volstrekt niet anders meer kan doen, dan den nieuwen weg naar een nieuwe toekomst M te slaan. Kameraden, dit inzicht van het volk- ■che socialisme is het, dat ons de maat schappelijke en economische problemen en de kwesties, die de ontwikkeling ge bracht heeft, laat overwinnen. In die op- rffósónXL fyceJ.C^/Wiaxj/^ d Ht-usfnoec/eA. vatting hebben wij den klassenstrijd overwonnen. Want in die opvatting die ons het volk als een organische gemeen schap en eenheid voorstelt, bestaat er geen klasse, die tegen een andere kan optreden, die egoïstisch alles naar zich toetrekt en de andere vernietigt. Neen, het is ons volkomen duidelijk, dat in onze sterk ontwikkelde beschaafde wereld niet ieder afzonderlijk drager kan zijn van alle functies een er volksgemeenschap. Maar die menschen afzonderlijk zijn dragers van heel bepaalde prestatiemoge lijkheden binnen de volksgemeenschap, zij zijn echter geen voorvechters en ver tegenwoordigers van zelfzuchtige, egoïs tische, alles vernietigende elementen en klassen. Wanneer dit ons duidelijk is, vinden wij de oplossing voor menige vraag, waarvoor wij komen te staan. Vooral de jongeren onder ons zullen zich de vraag stellen of het juist is, dat er een bezit van recht en een bezit van moederen bestaat, dat de een iets heeft en dat de ander niets heeft. Wanneer wij ons het volksche socialisme als den organischen gemeenschapsvorm van het volk voor oogen stellen, dan kunnen wij een aanspraak op een recht bevestigen. Maar aan elk recht is ook een plicht ■eenover de algemeenheid verbonden. Zoo verbindt zich voor ons 't begrip van het recht tevens met dat van den plicht en wij onderscheiden thans een hooger '■eeriri dat van de verantwoordeliikheid. Kameraden: Het gebouw, dat wij voor de volksgemeenschap willen optrekken is niet gereed, men heeft het ons niet laten afbou wen. Integendeél, men heeft dezen oorlog ontketend, opdat dit gebouw niet gebouwd zou worden, opdat,niet dit slechte voorbeeld, of liever gezegd, dit goede voorbeeld, voor de slechte zeden der anderen gevaarlijk zal Worden. Wij zijn het erover eens, dat er bij ons nog groote resten van kapitalistisch denken aan wezig zijn. En wij hebben ook groote pene traties van collectivistische methoden. Daar toe dwingt ons de oorlog. Maar wij zijn hard en fanatiek besloten het socialisme door te zetten. Socialisten moeten wij zijn! (bijval). Kameraden, deze geweldige unieke inspan ning in de wereldgeschiedenis draagt de ar beider, de boer, de soldaat. Eh nu zult u liet begrijpen, wanneer de Führer zegt: Ik zal uit dezen oorlog nog slechts als fanatieke)- nationaal-socialist terugkeeren! (bijval). Wij moeten dezen oorlog volhouden, want wij schepiien daarmede onze leefruimte. Wan neer ik leefruimte zeg, denkt u dan thans niet in de,eerste plaats aan economische din gen. Dat is slechts de grondslag van de leef ruimte. Voor een groot economisch gebied, dat de techniek tot stand brengt en voor de vervolmaking van de verkeersmiddelen val len geen slachtoffers. Het is iets anders. Het is de roep van een tijd, die zoo sterk is, die zoo rijk is aan groote le'efwaarden, en die het leven zoo waard maakt om geleefd te worden, dat menschen bereid zijn, in de eer ste plaats door de sociale ordening, doordat wij aan elk individu bewijzen, waarom het leven voor hem waard is om te leven en schoon is. In elk Germaansch volk leeft het verlan gen naar een zoodanige ordening, waarin de Germaansche mensch de leiding heeft, door dat hij zijn scheppende krachten op het ge bied van cte cultuur en van de wetenschap pen uit zijn Germaanschen aard tof ontplooi ing brengt en die hij met de krijgsmansdeug den uit zijn Germaansch hart kan verdedi gen. Daarom heeft ook elk Germaansch volk eens zijn rijk gehad. Maar de rijken zijn voor het grootste deel verdwenen. Zij be- teekenden tegelijk ook een verspilling van de kracht van het ras, omdat het denkbeeld waarom het ging. vervalscht werd, het denk beeld namelijk, dat het om niets anders gaat dan om de Germaansche ordening te stich ten voor Germaansche menschen, niet echter om het een of andere universalistische bo vennatuurlijke of het een of andere mate rieele, economische denkbeeld te verwezen lijken. V an dit gezichtspunt uit verstaan wij thans de daad van Karei de" Groote, die de germaansche stammen in het midden teza men gedreven heeft in een rijk en daarmede den grondslag gelegfl heeft voor de wording van het Duitsche volk. Deze daad is het uit gangspunt, dat thans tot een gebalde kracht van bijna 90 miilioen is geconcentreerd en dat deze den geweldigen beslissenden strijd kan voeren om de toekomstige geestelijke ontwikkeling van dit werelddeel en ten deele van de geheele wereld. Deze wording van het Duitsche volk is ook de redding van ons allen, want wanneer wij ons hier in het mid den van Europa vijf. zes of zeven kleine volksstaten zouden moeten voorstellen, dan zou de ontwikkeling van het Oosten en Westen al lang over ons zijn heengejaagd. Derhalve is het ook de wensch van de an deren, Duitschland weer te—verpletteren en te verdeelen. Ons denkbeeld is revolutionair, maar het is ook conservatief. Want alle geestelijke aan winsten van Europa, vooral van onze Noordsch gerichte volkeren, brengen wij bijeen. De Grieksche oudheid, de geloovige middeleeuwen het levenskrachtige humanisme al deze groote daden vatten wij thans tezamen in een culmineerend punt in het optreden voor ons, germaansche volken. Volgens dezelfde begin selen moeten wij Europa ordenen. Wellicht bestaat thans de wensch hierin reeds een dui delijker inzicht te krijgen. Maar men kan een zoodanige ordening niet aan de groene tafel maken, die wordt gevormd waar gestreden wordt en waar slachtoffers vallen. Wanneer uw vrijwilligers, kameraden, aan 't Oostelijke front strijden en sneuvelen, dan vormen zij daar Europa en onze toekomst (bijval). Thans echter zien wjj reeds duidelijk de be ginselen, volgens welke dit nieuwe Europa en fn dit Europa het nieuwe germaansche gc- meenschapsgebied moet worden gevormd. Het eerste beginsel is; voor elk Europeesch volk de vrijheid om volgens den eigen aard te kunnen leven. Het. tweede beginsel is de verplichting tot het gemeenschappelijke optreden van alle krachten voor de verdediging van het gemeen schappelijke gebieïi (bijval). Het eene is onder geschikt aan het andere. Deze wetten lijken wellicht eenvoudig, maar alleen eenvoudige wetten kunnen vorm geven. Vrijheid om naar den eigen aard te leven en gemeenschappelijk optreden voor de gemeenschappelijke leefruim te dat is 't parool, waarnaar het lot van Euro pa wordt bepaald en dat is het parool, waarop wij de nauwere germaansche lotsgemseenschap binnentreden. Dat is de vrijheid om naar den eigen aard, niet naar den wensch van elk individu te leven. Want het laatste zou een individualisme zijn, dat het volk verdeelt. Het bepalende is de aard, de door het bloed gebonden aard.Deze moet de vrijheid bepalen, waarnaar men streeft. Ik moet u iets heel openhartigs zeg gen. Wanneer wij, Duitschers, in eenigerlei gebied hier, b.v. in het Westen of in Scandi navië enz. het gevoel zouden hebben, dat deze volkeren daar besloten en in staat zouden zijn de vrijheid van hun gebied te bewaren, en te verhinderen, dat invasies uit het Westen suc ces zouden kunnen hebben, of dat de terreur- bommenwerpers van de Engelschen en de Amerikanen zonder krachtige afweer over het land vliegen, dan zouden wij gelukkig zijn, want dan zouden wij het lot van dit gebied rustig in handen van die menschen geven en wij zouden naar het Oosten trekken om het iot daar voor ons en onze toekomst in veilig heid te brengen. U moet voor oogen houden: wij koesteren in het geheel niet den wensch om over een door Duittechland beheerscht Europa te heerschen. Wij koesteren slechts den wensch, dat er werkelijk slechts een Euro peesch, een van zijn Europeesche zending be wust Europa ontstaat' en wel doordat wij onze groote taak in het Oosten vervullen, doordat wij dien stormloop altijd weer met ons zwaard en onze borst terugdringen. Daartoe zijn wij geroepen en hebben wij gekozen voor Europa! 'bijval). ■Waarom Nederland bezet werd Kameraden, slaat m(j toe nog $en heel con crete kwestie te bespreken, die niet zoo een voudig te bespreken is. Soms wordt tot ons en soms ook tot u de vraag gericht: waarom zfjn de Duitschers hier gekomen en hebben zfj ons land bezet? De toestand van heden geeft u hjet antwoord. Stelt u zich eens den toestand van heden voor, het oogenblik van den beslissen den strijd, waarbij de Engelschen en Amerika nen op een of andere wijze moeten stormloo- pen, daar de bolsjewisten anders aan den an deren kant doodbloeden. Den geringsten tegen stand en den besten weg voor hun aanval zou den de Engelschen en Amerikanen vinden over België en Nederland naar het hart van het Duitsche rijk. Kameraden, gelooft u, dat eenige Duitsche staatsman of een Duitsch generaal ook maar een rustig uur zou kunnen heieven, wanneer zjj in den huidigen militairen toestand Nederland zoo voor zich zouden zien als dit er uit zag in Mei 1940. Nederland met zijn regeering, die met het hart aan den anderen kant stond. Nederland met een leger, dat zijn taak in geen opzicht vervuld heeft en vervullen kon. Niet als een teeken, dat de Nederlander geen soldaat is, want de soldaat heeft aan den Grebbeberg goed gestreden en de Nederlandsche soldaat in het Oosten vecht voortreffelijk. Maar geen Duitsche staatsman, die zich bewust is van zijn verantwoordelijkheid, niet alleen jegens zijn volk, maar jegens Europa en de geheele wereld, en weet wat het zeggen wil, dat Duitschland moet blijven bestaan en sterk moet blijven, zou geen rustig uur kunnen heb ben wanneer dit vroegere systeem hier thans nog heerschte. Wellicht heeft men dat in Mei 1940 nog niet algemeen ingezien. De Führer heeft de ontwikkeling gezien, hij heeft ge weten, wat er in het Oosten opdoemde. Hij heeft geweten, dat het Amerikaansche continent met zijn aanspraak op wereldheer schappij zou aantreden om over ons los te breken en om ons te verpletteren en te ver nietigen. Op het oogenblik, waarop de Engel schen hier vliegvelden zouden bezetten en zouden gaan landen en tegenover een op zich zelf onmachtige organisatie van militairen tegenstand zouden staan, zou het te laat zijn. Nooit had de Führer het voor de toekomst kunnen verantwoorden, wanneer hij dit ge vaar over het hoofd had gezien, dat recht streeks voor Duitschland's hart was ontstaan, een gevaar, dat niet alleen door de ontoe reikendheid en onbetrouwbaarheid van de vroegere regeering aanwezig was, doch ook door de brutale vastberadenheid van de Engelschen en Amerikanen om op het gege ven oogenblik over alles, ook over Neder landsche lijken, heen te loopen. Bij de Azo- ren hebben zij het precies zoo gedaan. Zij hebben het overal zoo gedaan en zij zouden het overal zoo doen, wanneer zij niet het Duitsche zwaard voor hun neus zouden zien. Nog een kwestie, die u interesseert, en waarover men u aanspreekt wil ik behande ien: waarom mengen de Duitschers in Ne derland zich dan in alles? Waarom bemoeien zjj zich practisch met alle aangelegenheden waarom beperken zfj zich niet tot de mili taire bezettingsaangelegenheden? Kamera den, dat hangt samen met het feit, dat wjj ons in een totalen, in den totaalsten oorlog bevinden, dat het ons, die vier jaren wereld oorlog en nog meer beleefd hebben, volkomen duidcljjk is, dat er aan liet slot een oogenblik van spanning ontstaat, waarin absoluut geen grens meer mogelijk is tusschen wat belang rijk voor de oorlogvoering en militair is, en hetgeen particulier en civiel is. Dat weten wij ook uit onzen binnenland schen politieken strijd, vooral in de Oost mark, heel nauwkeurig. Er bestaat geen mo gelijkheid van organisatie van openbaar ka raker, die op een dergelijk oogenblik niet op de een of andere wijze door de tegenstan ders wordt uitgebuit voor bewegingen van verzet. De lieden, die aan het hoofd staan van dergelijke legale orga'nisaties zijn wellicht argeloos en meenen uit een, zij het ook ver keerd begrepen patriotisme, iets te kunnen dulden, dat in werkelijkheid reeds een voor bereiding is om ons in onzen beslissenden strijd bij den keel te grijpen. Ik bespreek dat voor u, Nederlandsche kameraden, want gij zijt degenen, die het leed. draagt, die wellicht het zwaarst gebukt gaat onder een zekere tweespalt, wanneer ge aan den eenen xMAAogaa* kant tot uzelf zegt: men moet toegeven, dat de Duitschers hun maatregelen nemen uit een zeker oogpunt van voorzichtigheid, maar aan den anderen kant dit aanvoelt als een voortdurende beperking en neerdrukking van' het Nederlandsche lever,. Wij hebben ook de mogelijkheid moeten geven om bepaalde orga nisaties op te richten waarin voldaan kan worden aan bepaalde behoeften van de ge meenschap Nemen we.b.v. de Winterhulp of den Volksdienst. Met deze organisaties moe ten werkelijk belangrijke sociale functies ver vuld worden, die om redenen van het alge meen belang in'andere vormen niet meer ge duld kunnen worden. Dit geschiedt echter niet opdat zij op de een of andere wijze door ons speciaal gevormd worden, doch uitslui tend. opdat zij geschieden in een vorm, waar^ in zij niet tegen ons kunnen worden gebruikt. Want dat zou ik u willen zeggen: de laatste zin. het doel en de rechtvaardiging voor ons om dat allemaal te doen. bestaat enkel en alleen hierin, dat wij voor elk ge val onze voorzorgsmaatregelen moeten nemen. Immers niet alle Nederlanders zijn na tionaal socialisten. Wanneer het over wegende deel nationaal socialist zóu zijii, wanneer het overwegende deel zich er reeds van bewust zou zijn, dat het natio naal socialist is of diende te zijn, dan zou den de zaken er anders voorstaan. Maar op één ding kom het niet aan, op de gelijk schakeling. Wanneer een overigens zeer goede ambtenaar tot mij komt, dat in zijn werkkring alles reeds precies zoo is als bij ons. dan klop ik hem op den schouder en zeg hem, dat hij het heel' braaf, maar niet verstandig gemeend heeft. Het is onze taak ervoor te zorgen, dat in dit land alles goed en voor ons overzich telijk verloopt, dat voorts nergens be wegingen van verzet ontstaan en dat wij adviezen uit de door de zoo oneindig leed verkregen ervaringen aan de Nederlanders willen mededeelen. Maar hetgeen dan ge beurt, moet van Nederlandschen geest en leven vervuld worden. Immers ook de Nederlanders zijn een moedig volk. dat zich niet laat buigen. De Nederlanders moeten uit eigen ervaring in volle vrijheid het na- tionaalsocialisme binnengroeien! (Bijval). Wij bevinden ons in een zwaren strijd. Ik wil zonder meer toegeven, dat het veel mooier zou zijn, wanneer wij nog in Sta lingrad stonden, in El Alamein en in Tunis. Dat wij daar niet meer zijn. vindt zijn oorzaak in de omstandigheid, dat wij onze fronten-moeten inrichten volgens ónze militaire krachten en mogelijkheden. Dat gelét speciaal thans -voor het Oostelijk front. Van de bolsjewisten kan erkend worden, dat zij over bepaalde resultaten kunnen spreken. In militair opzicht zijn ze allen anderen ver vooruit en wanneer het Duitsche zwaard de bolsjewisten niet tegenhoudt, dan bestaat er practisch geen militaire macht ter we reld meer, die hen zou kunnen tegenhou den. Maar waar het than- om gaat, is het volgende: wij moeten de historische taak, die wij altijd vervuld hebben, weer vervul len. Het is niet onze eerste taak dit of «dat gebied te winnen, maar de voornaamste historische taak is den vloed uit het Oos ten tegen te houden en het essentieele is, dat het Duitsche front in het Oosten stand houdt. Wij hebben immers door de succes sen in de jaren 1941 en 1942 het gebied ver overd, dat ons de mogelijkheid geeft om deze eerste en belangrijke taak te vervullen. Deze taak vervult ons front, vervullen onze soldaten en de vrijwilligers uit de germaan sche landen in hun gelederen. De vo<"<iselvooiTSienlAg. Kameraden: Wellicht zult u dan zeggen: ja, maar hoe staat het thans met de voed selvoorziening? In de eerste plaats zijn de gebieden, die wij in het Oosten bezitten, het geheele westelijke deel van de Oekraine, nog zeer groot en bij intensieve bewerking brengt het zeer veel op. Wij hebben dit jaar een goeden oogst gehad en het volgend jaar zal God ook nog iets laten groeien. Wanneer men dat bij elkaar legt, zijn de volgende twee oogstjaren aan dezen kant in ieder ge val gewaarborgd, dat wil zeggen onze te genstanders kunnen niet hopen, dat zij ons van hieruit gezien zullen dwingen om in het jaar 1944 of 1945, dat zouden derhalve twee volle jar.cn zijn, op de een of andere wijze toe te geven. Ik geloof, dat het een ver vloekt onaangenaam vooruitzicht voor onze tegenstanders is, wanneer zij tot zichzelf moeten zeggen, dat zij minstens nog twee jaar lang oorlog moeten voeren. Ons schrikt dat niet af, wij voeren dezen oorlog ook nog zeven, en zoo noodig, tien jaar omdat wij dezen oorlog zullen kunnen voéren als wij worden aangevallen. De conferentie te Moskou. Kameraden: een wereldoorlog is een we reldgericht en wanneer men in het vijfde jaar van een zoodanig gericht staat, begin nen de bekentenissen. Moskou is een groote Bekentenis. Vragen wij ons eens af wat onze tegenstanders in M<Jskou toch wilden be reiken. Wat Wilden de bolsjewieken? De primaire behoefte van de bolsjewieken is, dat Engeland en Amerika eens werkelijk met den oorlog beginnen en militaire acties (Vervolg op pag. 5)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsche Courant | 1943 | | pagina 6