De redevoeringen te Utrecht. „Dag der solidariteit", gevierd in Haarlem's Concertgebouw (Vervolg van pag. 4) ondernemen. Al het ariöere is den bolsje wieken onverschillig. ^Wanneer het hun mogelijk is met behulp van de Engelsdhe en Amerikaansche soldaten Duitschland en het nationaal-socialisme neer te slaan, kun nen zij den anderen beloven wat zij willen, de vrucht valt -toch vanzelf in hun schoot. Het tweede is, dat de bolsjewieken zich er voor geinteresseerd hebben om overal te kunnen meepraten, waar de anderen be raadslagen. Die onderscheidene gesprek ken, die onder vier oogen tusschen Chur chill en Roosevelt hebben plaats gehad, zijn hun niet aangenaam. Daar billen zij bij zijn. En wat willen de anderen? Dien gaat het er vooral om, dat de bolsjewieken doorvechten. Maar in hun eigen gelederen wordt het dringen steeds grooter. Ook hier in Nederland zijn er immers mensohen, die hun hoop stellen op de overwinning van de anderen. Maar ook over hen komt een zekere onrust. Waar zullen de bolsjewieken blijven staan, wanneer er eenmaal een op- marsch naar het Westen zou ontstaan. Voor dit dringen een afbakening te vinden, dat was het primaire dat voor den heer Roosevelt en den heer Churchill aanleiding was toe te stemmen in een zoo groote dee- moediging, die reeds daarin gelegen is, dat zij hun eers.te medewerkers nl. hun n)'r's- ters van buitenlandsche zaken naar Mos kou stuurden. Op zichzelf is dit reeds zeer opmerkelijk. Daarbij hadden zij nog een ander plan. In Italië is het wel niet heele- maal zoo al'geloopen als zij wilden. Integen deel, van onzen kant uit gezien, wordt Ita lië langzaam een activapost. in ieder geval actiever dan het vroeger schijnbaar actief was. Maar zij hebben er op gerekend, dat het wellicht mogelijk zou zijn nog den een of ander van onze bondgenooten uit onze gelederen weg te halen. Dat heeft echter tot voorwaarde, dat zij in een grootscheepsche en plechtige verklaring die niet alleen door Roosevelt en Churchill, maar ook door StalLn on derteekend is, zouden kunnen zeggen: Ge hebt uw zelfstandigheid behouden, ge wordt niet door de bolsjewieken op geslokt. Dat was het politieke doel en de bedoeling waarmede de heeren daarheen gegaan zijn. En nu kameraden, u weet welk resultaat daaruit is voortgevloeid. Waarschijnlijk afspraken over militaire ondernemingen. Dan hebben de bolsje wieken dus reeds wat zij hebben «willen, vooral zijn de bolsjewieken echter in de z.g. commissie voor Europa te Londen met een eigen man vertegenwoordigd waar door thans de bijzonderheid ontstaan is, dat over Europa een orgaan beslist, waar in in het geheel geen Europeanen zitten. In ieder geval zijn de bolsjewieken daarin vertegenwoordigd en de uitwerking die de deelneming van de bolsjewieken aan een zoodanig orgaan met zich mee brengt. zien wij reeds in Italië en in de Middellandsche Zee. lieden heb ik juist gelezen, dat «jen communist boaoemd is tot commissaris van Algiers en ook tot burgemeester van Napels werd een com munist benoemd. Uiteraard zijn de bols jewieken veel actiever: zij zien de En- gelschen en Amerikanen gladweg over het hoofd en zij zullen de volksmassa's daar meesleepen. Het is den bolsjewisten volkomen voldoende, dat zij daar de han den in het spel hebben. Maar juist de op lossing van de vraag, die voor de anderen belangrijk is, n.l. de afbakening der be- langengebieden hebben de anderen niet bereikt. Daarom is Moskou een volmaakte politieke nederlaag van de Engelschen en Amerikanen. Altijd wanneer men zich iets heeft voor genomen en het lukt niet, heeft men de behoefte dit te camoufleeren en in een nevel te hullen. Het is een teeken, dat hetgeen de Engelschen en Amerikanen te Moskou van zins waren niet zoo geloopen is als zij wilden. De nevel heet ..gruwelen der Duitsche soldaten" en „Onafhankelijk heid van poslenrijk". Kameraden. Ik heb mij afgevraagd wat wil men eigenlijk met deze gruwelbropaganda bereiken? Met deze gruwelpropaganda is door de Engel schen aangeduid, dat de 12.000 Poolsche officieren van Katyn z.g. door de Duit- schers zijn vermoord. Deze verklaring is zoo dwaas, dat Moskou daar niet aan mee doet, maar beweert: neen, geen Poolsche officieren, maar Italiaansche officieren zijn in Italië vermoord. Waarschijnlijk zul len dus de Engelschen en Amerikanen thans er naar moeten streven voldoende vermoorde Italiaansche officieren te leve ren. Maar wat is er op eens met dit Katyn aan de hand? Waarom komt dat plotseling in het debat? In Moskou was tenslotte niet alleen de mooie Engelsche minister van buitenlandsphe zaken aanwezig, doch daar waren bovendien nog lieden, aan wie men eenig verstand kan toekennen. Daar uit concludeer ik het volgende: 1. Deze moord der bolsjewisten te Katyn drukt de Engelschen zoo zwaar, dat zii hun lanclgenooten op de een of andere wijze willen voorspiegelen, dat het niet de bols jewieken zijn geweest maar die slechte Duitschers. En het tweede is: Deze gruwel propaganda heeft geen uitwerking, waar de Duitsclie soldaat zich bevindt want de be volking kent de Duifsche soldaat. Een be zetting is nooit aangenaam, zii is altüd zwaar en drukkend. Maar ik geloof, dat hefthans bepaald wereldhistorisch bewezen is, oat van alle bezettingen die van den Duitschen. soldaat de humaanste en de menschelijkste is. Dat kan men gerust zeg gen. Maar blijkbaar is het nu zoo, dat de oorlogsmoeheid in Engeland reeds zoo groot is, dat men weer de afgehakte kinderhand jes moet te voorschijn halen om daar weer eenige nieuwe geestdrift voor dezen oor log te wekken. Dit is dus het eerste nevel- punt. De tweede nevel is de z.g. onafhankelijk heid van Oostenrijk. Het is voor mij eenigs- zins moeilijk, met ondeskundigen te spreken over dit gebied en ik moet zoowel den heer Eden als ook den heer Molotof en den heer Hull in verhouding tot mij en tot mijn ka meraden ondeskundigen noemen. Want zij weten immers heelemaal niet, dat Oosten rijk en de Oostmark in wezen slechts uit het Duitsche volk én uit het Duitsche rijk zijn ontstaan en dat de missie van Oostenrijk slechts bestaat in de functie van Oostmark voor het Duitsche rijk. Dat dit Oostenrijk slechts in het korte tijdsbestek van 1866 tot 1938 geen bestanddeel van het Duitsche riik of den Duitschen bond vormde, dat weten zii natuurlijk ook niet. Ik neem het hun ook niet kwalijk. Ik neem alleen kwalijk, dat zij in deze aangelegenheid willen meespreken. Hoe zouden deze heeren dan ook weten, dat Oostenrijk reeds een belangrijk functiege deelte ja, zelfs het centrum en den drager der kroon van het Duitsche rijk geherbergd heeft in een tijd, toen aan gene zijde in Amerika de roodhuiden nog vreedzaam rondtrokken op hun prairiën.en nog geen idee bestond van de tegenwoordige Ameri kanen, toen in Moskou nog de beren en wolven rondliepen, maar toen er nog geen menschen waren en toen aan de overzijde in Engeland de grooten elkander wederkee- dig in de wreedste gevechten afslachtten en juist begonnen hun koningen te onthoofden, toen Duitschland reeds een geordend rijk was. dat voor de geheele wereld een orde en een kracht en een sterkte beteekende. Ken ding' zon ik willen zeggen: laai niemand aan een Duitsche eenheid ra- keu. De Duitsche eenheid is het resultaat van een honderd- voel honderd jarige «smartelijke geschiedenis. Milliocnen mensehen zijn er voor gevallen. Voor millioenen mensohen was het de laatste troost te sterven voor de Duitsche een heid. Die leveren wij niet uit. Wij vechten oils door iedere hel heen, ook al is het het bolsjewisme, maar Duitsch land blijft één. Kameraden, men spreekt er vaak over, dat het jaar 1943 een parallel zal vormen met het jaar 1918. Ik wil u geheel openhartig iets zeggen: Wanneer het Duitsche volk thans in de situatie geweest zou zijn van 1918, weet ik niet, hoe de zaak met Italië zou zijn afge- loopen. Vooral zou die militaire energie ont broken hebben om de zaak terstond een om mekeer te doen ondergaan. Wellicht zou ook een zekere innerlijke geschoktheid ontstaan zijn. Maar dat is nu juist het verschil, dat het tegenwoordige Duitsche volk niet meer het volk van 1918 is, omdat het sindsdien een ijzeren vastberaden leiding heeft gekre gen. Er zijn immers thans in het geheel geen bezjvaren, geen remmingen, geen weerstand voor de leiding en voor het Duitsche volk om dezen strijd tot het laatste te doorstaan, want het is volkomen onverschillig, wat na ons komt, wanneer wij er niet meer zijn. Het is alleen belangrijk, dat wij volhouden en dat wij overwinnen. Dat is het eenige, wat ons leidt. Maar wij hebben vo^r de geschiedenis van het Duitsche volk iets goed te maken, dat is November 1918 en wij zijn gelukkig dat een zelfde generatie dat nog goedmaken kan. Of schoon de toestand toch geenszins gemakke lijker is geworden, is toch de houding rustig, beheerschter en sterker geworden. Het wordt het Duitsche volk thans bewust, dat het juist ook een situatie van 1918 kan overwinnen en meester worden en dit innerlijke bewustzijn is het groote politieke keerpunt in dezen oorlog. November 1943 is het keerpunt waarop wij tot ons zelf zeggen: neen, ons kan nie mand er onder krijgen. Wat in 1918 bestond, was een situatie, die wij thans in 1943 mees ter kunnen worden. Ik ben slechts nieuwsgierig, wat onze te genstanders nu met 1944 zullen aanvangen. Zij moeten dan aan het jaar 1919 denken, maar daar zijn zoo heelemaal geen parallel len te vinden. Wij echter zullen hun thans dagelijks bewijzen en onzen landslieden dui delijk maken, welk een afschuwelijk verraad in 1919 heeft plaats gevonden, hoe het Duit sche volk goedgeloovig is ingegaan op de 14 punten van den heer Wilson en hoe een smadelijke vernetigingsvrede daaruit is voort gekomen. Dagelijks zullen wij hun zeggen, hoe deze communisten, joden en vrijmetse laars bij ons gewoed hebben en dan steeds zeggen: nu, Duitsch volk, wilt gij dit nog maals hebben? Of gij daar aan de overzij, gij Amerikanen en Engelschen, gelooft ge, dat wij jullie nogmaals geloof zullen schenken Voor ons is er maar één ding, dat is de be slissing van het gevaar. Wat gij daar in Mos kou doet, dat is ons onverschillig, dat inte resseert ons heelemaal niet. Ons heeft het veeleer geïnteresseerd, dat wij Kief hebben moeten opgeven, ofschoon dat ook nog niet gevaarlijk en beslissènd is, dat is voor ons echter interessanter, want dat is de militaire zijde van dit conflict. Wij zullen militair met de wapenen tegenover elkaar staan. Politiek zijn wij onaantastbaar, wij hebben het nat. socialisme in ons. Wij weten, wat het betee- kent, een volksgemeenschap te zijn. Wij we ten wat het beteekent tot het uiterste in te slaan voor deze volksgemeenschap. De overwinning zal zijn bij hen, wier wil harder is en de wil van hen, die weten gelijk te hebben, zal harder zijn en hij, die het goede wil, weet gelijk te hebben. En nu vragen wij ons eens af, willen wij het goede, of willen de anderen het goede? Ziet gij. daarin ligt de laatste beslissing voor de kracht van het volk, dat ieder individu op het beslissende oogen- blik, waarop de benardheid tot hem komt en in het vijfde oorlogsjaar mag ieder wel eens uren van twijfel hebben, anders zou hij immers een steen zijn tot zich zelf zegt: ia, wij willen het goede. Dan zal een ieder tot zichzelf zeggen: ja, onze strijd gaat- daar om. En ziet gij, kameraden, wij willen het goede. Wanneer wij overwinnen, zal er in heel Europa geen menseh zijn, die geen kans heeft op een betere toekomst. Dat is volkomen zeker. Wan neer wij al de krachten, die wij thans in den oorlog moeten steken, dan zullën gebruiken voor onzen socialen opbouw, dan zal dit Euro- „In 1923 liep Adolf Hitler in München voorop en velen volgden. Nu twintig jaar later loopt hij weer voorop en wij volgen hem", aldus besloot de heer Heinriehs uit Den Haag zijn rede, welke hij Zondagmorgen in het Con certgebouw te Haarlem uitsprak op de volksvergadering ter gelegenheid van den dag der solidariteit. Voor deze bijeenkomst bestond, groote belangstelling. De heer J. Knab, plaats vervangende Ortsgruppeleiter Haarlem van de NSDAP sprak een openingswoord, waarna onder orgelspel van „Ik had een wapenbroeder" de gevallenen aan de fron ten herdacht werden. Eerste spreker was de heer J. H. de Bruijn, namens de NSB, die eerst opmerkte, dat de maand November 1943 door een groot deel van het Nederlandsche volk beschouwd wordt als het oogenblik van de z.g. bevrij ding. In deze waanvoorstelling denken velen, dat de zatte burgerlijkheid en zatte tevredenheid van vóór Mei 1940 zal te- rugkeeren. Eigenlijk moet men met hen medelijden hebben', omdat zij dezen tijd niet willen begrijpen. Wij gelooven echter, zeide spr„ in een waarachtige bevrijding pa een goed geordend werelddeel worden. Dan zal in ieder volk een nieuwe bloei ontstaan, dan zal niet het lot van Europa door een jodencentrale in Moskou of in Washington be paald worden. Dan zal ieder Europeesch volk in de vrijheid van zijn eigen' aard beginnen zich te ontwikkelen en te bloeien en wij allen willen dan onze .handen ineenslaan voor den opbouw Van een nieuw fraaier huis. Wij wil len al onze krachten vereenigen opdat dit Europa een welgeordende en schoone levens ruimte met een waarachtig sociale orde voor zijn volkeren wordt. Dat kunnen wij met rustig hart, met zuiver geweten beloven, want dat zul len wij doorzetten, daarvoor staat de Führer borg, onze Führer, die als een fanatiek strijder voor de sociale gerechtigheid, als een fanatiek zoeker naar de waarheid is aangetreden, en als mensch precies gebleven is wat hij was, de eenvou dige man van het volk, die zich op geen enkele wijze van zijn volk verwijderd heeft, maar er midden in staat en die evenals vroeger als fanatiek strijder opkomt voor de waarheid en voor de vrijheid en sociale gerechtigheid. In dezen wil van hem om sluit hij heden niet alleen het Duitsche volk. in dezen wil van hem omsluit hij ook de Germaansche volkeren en ook jullie, mijn Nederlanders, ook al moet hij menig maal hard zijn. Wat hij wil, is niets anders dan de vrijheid en de bloei van het Neder landsche volk als den lot- en strijdgenoot van het Duitsche volk voor onze toekomst. Daarom, kameraden, kan er voor ons geen twijfel bestaan, wanneer wij de vraag stel len, hoe zal deze oorlog eindigen. Kamera den, wij weten hoe hij eindigen moet. Van uit onze volksehe gemeenschap, met de overwinning voor onze toekomst, uit naam tfan onzen Führer: Heil H i 11 e r. Een speelhol ontdekt. De Haarlemsche recherche heeft een de zer dagen een inval gedaan in een woning in de Reitzstraat, waar zij een twaalftal personen aantrof, die een hazardspel speel den. Tegen den bewoner van het perceel werd proces-verbaal opgemaakt wegens het gelegenheid geven tot hazardspel. De deelnemers aan het verboden spel werden eveneens geverbaliseerd. Naar bij het onderzoek uitkwam, had een der bezoekers van dit speelhuis binnen enkele dagen een bedrag van f 600,met spelen verloren. Stier te water. Zondagmiddag ruim twaalf uur had een stier vermoedelijk behoefte aan een frisch bad of hij heeft willen probeeren een hoogtesprong- en zwemrecord te verbeteren. Hi^liep vermoedelijk nogal onrustig naast zijn baas op de Raamvest, daarna sprong het dier over de afrastering langs den walkant en ging te water. Ongeveer dertig meter zwom de stier en had er toen ge noeg van, waarna hij dicht bij den kant kwam. Nu begonnen echter voor zijn baas de moeilijk heden. want het heeft eenigen tijd geduurd, al vorens het dier op het droge was. BAPTISTEN GEMEENTE. Deze week worden op Woensdag-, Don derdag- en Vrijdagavond in de kerkzaal der Baptiste Gemeente, Bakenessergracht 65, drie bijzondere kerkdiensten gehouden. Ds. J. de Jong van Den Haag zal onder het thema „Stadgenoot, waar staat gij?" spre ken, over „De wereld óf Gods "Konink rijk?", „Godsdienst óf Christus?'' en „Loon óf Genade?" Medewerking verleenen het kerkkoor en mevr. Hessen met solozang. AFSCHEID MEJUFFROUW M. NIEWEG. In verband met haar benoeming tot tweede voorgangster van de stichting Opper Veluwe van den Nederlandsehen Protestantenbond (met als standplaats Hattum) heeft mejuffrouw M. Nie- weg Zondagmorgen afscheid genomen als gods- dienstonderwijzeres van de Vereeniging van Vrij zinnig Hervormden te Haarlem. Na den dienst, ivelke geleid was door ds. G. Westmeyse, sprak dr. J. W. Berkenbach van den Sprenkel mejuf frouw Nieweg namens de vereeniging toe en dankte haar voor het vele goede, dat zij in de afgeloopen zes jaar heeft gedaan in het bijzoon der voor de jeugd. Spr. hoopte, dat het haar in den nieuwen werkkring goed zal gaan. Mejuf frouw Nieweg sprak een kort afscheidswoord, waarin zij dank bracht aan allen, die haar ge steund hebben in haar werk, dat niet zoo ge makkelijk was, omdat zij er mee begonnen was Toch was de werkkring prettig en alles is goed verloopen. Tenslotte zong de gemeente mejuf frouw Nieweg toe Gezang 293 verst 1 ,.U zegene God'.'. LEZING OVER DEBUSSY. De heer Pierre Verdonck zal Woensdag 10 No vember een lezing houden over Debussy, in de Muziekzaal van Brvikmann. van Europa en daarbij Nederland, welke alleen Adolf Hitler, de Führer kan bren gen. Op het oogenblik spiegelen velen zich in de berichten over het Oostfront «en zii verwachten, dat Duitschland via Zuid-Italië bereikt zal worden-. Wij hebben evenwel geloof in Adolf Hitler, tegen wien wij op zien, de man. die de gerechtigheid voor staat en die den oorlog niet eerier zal ein digen, alvorens gerechtigheid en waarheid hebben gezegevierd. Spr. bracht den dag van 9 November 1918 in herinnering. De Duit sche soldaat heeft toen niet verloren, want hij was paraat en behoefde niet te verlie zen. Als de soldaten in die dagen een Füh rer hadden gehad, zooals wij on dit oogen blik, dan was de oorlog van 1914'18 an ders afgeloopen. In 1918 stond het volk niet meer achter den soldaat, joodsche pro vocateurs waren bezig, woelingen ontston den en dan waren er regeerders met een democratischen inslag. Daarna volgde het „dictaat van Versailles", dat geteekend werd namens Duitschland, waardoor het volk verraden werd. Wat toen mogelijk was. zal nu niet meer kunnen geschieden. Duitschland heeft een Führer gekregen, die een dergelijk schandelijk verdrag nooit zal teekenen. Door het verdrag van Ver sailles was Duitschland rijp voor den on dergang. Doch als een volk in «den dieps ten nood is, dan is redding nabij. Die redding lag bij Adolf Hitler, die den strijd is be gonnen. Hij beloofde niets, men moest ge loof in hem "hebben. En het resultaat is, {lat hij Duitschland gered heeft en even zeker is het. dat hij Europa zal redden. Vervolgens besprak de heer De Bruijn de beteekenis van den 9en November 1923. Hitier en Ludendorff liepen voorop in de straten van München, doch zij moesten er varen, dat er verraad in het spel was. Op gesteld waren Duitsche soldaten, die op de groep schoten en zestien mannen van Hitier vonden den dood. Algemeen werd gedacht, dat het nu uit zou zijn, maar in den loop der jaren breidde de partij zich uit en in 1933 kwam Hitier aan de regee ring. Spr. herinnerde aan de woorden in de Feldherrnhalle in München „Und Ihr habt doch gesiegt". Die woorden nemen we nu over. Ook weidde spr. uit over de taak van de Nederlandsche nationaal socialisten. Op den landdag van 1935 in Den Haag werd medegedeeld, dat de NSB zich solidair ver klaarde met de bruinhemden van Hitier en de zwarthemden van Mussolini. Mussert schaarde zich dus achter Hitier en nooit heeft hij hem verlaten of verloochend. Aan den Germaanschen Führer heeft Mus sert op leven en dood trouw gezworen en de Nederlandsche nationaal socialisten zijn trouw aan hun Leider. Gemakkelijk is deze tijd inmiddels niet. De oorlog betee kent immers heropstanding of ondergang van het Germaansche ras. Hij is gericht tegen het kapitalisme van Engeland, tegen hét imperialisme '-van Amerika en tegen het bolsjewisme. De grootste revolutie voltrekt zich in Jiet leven der menschheid. Daaraan kunnen we ons niet onttrekken. Wij volgen daarom den Leider, die achter den Führer in ónverbreekbaren trouw gaat. aldus besloot de heer De Bruijn. DE OFFERS VAN 1918 EN 1923. De tweede spreker, de heer Heinriehs uit Den Haag, als vertegenwoordiger van de NSDAP bracht in herinnering, dat er vele slachtoffers gevallen zijn na 9- No vember 1918. Wat was er eigenlijk «weinig van Duitschland overgebleven en wat had het volk te beteekenen. De eer was afge nomen, doch dat nam nog niet weg. dat allen verslagen waren. Enkele jaren later, 9 November 1923. kwam dat tot uiting. Er had zich een beweging gevormd, die op dien dag in München naar voren trad. Dadelijk moesten er offers worden ge bracht. Zestien mannen vielen voor hun ideaal. Ondanks de tegenslag op dat oogen blik kwam er bezieling in het Duitsche volk, die zich hoe langer hoe meer ont wikkelde. Honderden werkten maanden «en jaren rustig door en allen volgden één man, die hen was voorgegaan en voor bleef gaan. Zij voelden, dat er gewerkt werd. om gerechtigheid te verkrijgen. Het geloof in Adolf Hitler is bekroond gewor den. In 1933, toen het Duitsche volk beu was, kwam er verandering in den toe stand. Het volk wist, dat alles verloren of alles gewonnen kon worden en het be reidde zich voor, alles te winnen. Spr. zette uiteen welke groote verschillen be staan tusschen de jaren 1918 en 1943. Wat wordt er b.v. gedaan aan den arbeid. Op het oogenblik werken millitjenen en de arbeidsprestaties zijn geweldig. Thans zijn er ook zorgen, zelfs zware en een ieder heeft er mee te maken. Toch geeft een Duitscher met eer zijn leven, want hij, weet, .dat als de eer verloren is, alles ver loren is. Voortgewerkt wordt aan het pro gramma, om vrijheid en gerechtigheid te verkrijgen, in vervulling te brengen. De Duitschers hebben een geloof in het na tionaal socialisme. Dat is hun kracht, waarmee Europa bevrijd zal worden. Spr. vervolgde, dat het noodlot van het volk en ook van Europa in de handen van de weermacht ligt. De soldaat zal er voor zorgen., dat het bolsjewisme niet over de volkeren komt, want anders zijn we ver loren. Het Duitsche volk vormt een een heid en die geeft kracht. De offers in 1923# in München gebracht, zullen niet tever- geefsch zijn, want daaraan denken we steeds. Ook in de toekomst, waarvan zoo veel verwacht wordt, zullen offers gebracht worden. Dan zal tevens geluk heerschen, ook voor het nageslacht. De soldaten we ten immers waarvoor zij strijden, n.l. voor het nationaal socialisme en voor Europa, waarin gerechtigheid heerscht. «3 Twintig jaar geleden marcheerden velen in München, met Hitier voorop. Nu 'loopt Hitier weer voorop en wij volgen hem, eindigde spr. zijn rede. Met den groet aan dei» Führer en net zingen van de volksliederen werd de MP i eenkomst gesloten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsche Courant | 1943 | | pagina 7