Haarlemsche Courant „Het Duitsche woord naast het Duitsche zwaard Nieuwsblad voor Noord-Holland Kennemer Editie Rijksminister dr. Seyss-Inquart geïnstalleerd als president der Deutschen Akademie. Heldhaftige Duitsche afweer in het Oosten. 380e Jaargang No. 35 x jBui*«aux: Groote Houtstraat *3. T*l. Advert. 10724, Redactie ikm Postgiro 134958 Haarlemsche Cfc, Haarlem Bfykfrntoor, Soendaplein 37, Tel. 12230 Hoofdredacteur: F. C. Berks Vrijdag 11 Februari 1844 Verschijitf ctageiyKs, behalve op Zon- en Feestdagen Drukkerij: Z. B. Spaarne 12. Tel. I27li Kantoor IJmuiden: Rembrandtlaan S5, IJmuiden-Oost Uitg.: Graf. Bedrijven Damiate, Haarlem K 1287 Rijksminister dr. Göbbeis heeft den nieuwen president der Deutsche Aka demie, Rijksminister dr. Seyss Inquart, geïnstalleerd. Ruim een jaar geleden had de Akademie haar president ver loren door den dood van den Beier- schen minister-president Ludvvig Sie- bert. In een toespraak zeide dr. Göbbeis, dat deze oorlog niet alleen op militair gebied wordt uitgevochten. Het is daarom noodza kelijk, dat in dit elementaire machtsconflict ook de krachten gemobiliseerd worden, die het geestelijk leven vormen en verdedigen. Zoo kan de Deutsche Akademie geen taak hebben, die schooner en meer in overeenstemming met den tijd is dan de verbreiding, de cultiveering en de 'bescherming der Duitsche moedertaal. Welk een belangrijke factor in den oor log de taal kan zijn, toonde de minister aan aan de hand van het voorbeeld der vrij heidsoorlogen. Er is geen generaal, die zich zoo groote verdienste voor het afschudden van het Napoleontische juk heeft verwor ven als Johann Gottlieb Fichte met zijn „Reden an die deutsche Nation". Ook in dezen oorlog verkeert het Duitsche Volk in de noodzakelijkheid mannen voort te brengen, die met dezelfde macht der taal niet alleen tot het eigen volk maar tot de geheele wereld kunnen spreken. Dr. Göbbeis overhandigde daarna den nieuwen president, Rijksminister dr. Seyss Inquart, de door den Fiihrer onderteekende oorkonde, terwijl hij hem de Duitsche taal en de met haar verband houdende geeste lijke en cultureele goederen bijzonder aan beval en hem een vruchtbare en gezegende werkzaamheid toewenschte bij de leiding van een der kostbaarste en aanzienlijkste organisaties van het Duitsche geestelijke en politieke leven. Rede Dr. Seyss Inquart. In zijn intreerede heeft Rijksminister dr. Seyss Inquart er allereerst aan herinnerd, dat de stichting van de deutsche Akademie in 1925 geschiedde in een tijd, die niet alleen aan alle internationale stroomingen in Duitschland breede ruimte liet, maar ook sterke particularistische verschijnselen duldde, doch voor een nationale zending weinig begrip had en volksche gezindheid vaak bespotte, zoo al niet vervolgde. Des ondanks gelukte het in 1926 de Duitsche cursussen voor buitenlanders ten uitvoer te leggen. Het verloop van den oorlog heeft de sfeer van actie der Akademie belangrijk uitgebreid in overeenstemming met een in Noord-, Zuid- en West-Europa toenemende bereidheid om de Duitsche taal te leeren. Met qe door den Führer in November 1941 voltrokken verleening van de rechten en plichten van een publiekrechtelijk lichaam verwierf de Duitsche Akademie de erken ning van den staat. Rijksminister dr. Seyss Inquart beschreef de werkzaamheid der beide klassen „For- schung und Wissenschaft" en „Kultur- austausch" en gaf een beeld van de uitgave van litteraire, taalkundige en cultuurweten- schappelijke werken en van den arbeid ter bevordering van het Duitsch als cultuurtaal in het buitenland alsmede van den overigen cultureelen arbeid. Bij de vermelding van den thans ruim De succesrijkste „Tijger"-bemanning. 88 Sovjet-pantsers werden door deze man nen tot nu toe vernietigd. SS-Unter- sturmführer Wittmann als commandant van een „Tijger"-pantserwagen en SS- Rottenführer Woll als richtschutter dra gen het Ridderkruis, terwijl de drie overige leden der dappere bemanning met het IJzeren Kruis 1ste klasse werden onderscheiden. Met witte ringen op den loop van het kanon zijn de 88 vernielde Sovjet-pantsers aangeduid. (SS PK Büschel O/H P. c) tien jaar bestaanden voordrachtendienst der deutsche Akademie in het buitenland ver klaarde de president, dat het voor 1944 ter hand genomen program in het Europeesche buitenland het viervoudige omvat van het geen in 1940 gegeven werd. In zijn verdere uiteenzettingen zeide Rijksminister dr. Seyss Inquart o.a.: „Ook de deutsche Akademie staat in het gebeuren van dezen tijd en in de beslissing van den tweeden wereldoorlog. Tegenwoordig is de verliezer de vernie tigde. Dat geldt ook voor de Duitsche Aka demie als een cultuur-politieke instelling. Dat wij tegenwoordig juist in onze cultu reele waarden getroffen worden, maakt deze worsteling ook voor de deutsche Aka demie tot haar eigen zaak. Door ons gemeenschapsleven te ordenen volgens de beginselen van volksche verant woordelijkheid leiden wij Europa naar het uitgangspunt en het doel van zijn wezen. Daarmede vinden wij tegelijkertijd den grondslag van onze Europeesche gemeen schap: Aan ieder Europeesch volk is de vrijheid gegeven naar zijn eigen aard te leven en aan ieder is de taak gesteld zijn krachten voor het gemeenschappelijke wel zijn en de gemeenschappelijke veiligheid te gebruiken. Wij strijden voor het leven van het Duitsche volk, voor de vrijheid van den Duitschen en Europeeschen mensch. Wij weten, dat duizend jaren der geschiedenis der menschheid hun zin zouden verliezen en de belangrijkste prestaties van den men- schelijken geest verdaan zouden zijn, wan neer met ons het avondland zou uitdooven. Daarom weten wij, dat wij zullen overwin nen. Wij treden in één gelid, bij het Duit sche zwaard ook het Duitsche woord, opdat de hoogste goederen der mensch heid behouden zullen worden voor de eeuwige toekomst van ons volk". Zware gevechten om Aprilia in Zuid-Italië. Het Duitsche weermachtbericht luidt als volgt: Aan het Oostelijk front mislukten ook Woensdag ten Westen van Nikopol, ten Zuiden van Kriwoi Rog, in het gebied ten Westen van Tsjerkassy, ten Oosten van Sjasjkof, ten Zuiden van de Berezina, in het gevechtsgebied van Witebsk, ten Noor den van Newel en in het gebied tusschen Ilmenmeer en het Peipusmeer sterke vijandelijke aanvallen en hernieuwde door braakpogingen der bolsjewisten in zware gevechten door den heldhaftigen tegen stand van onze troepen. Het aantal der in het gebied van Sjasjkof op 8 Februari stukgeschoten vijandelijke pantser wagens en stukken stormgeschut is van 58 tot 113 gestegen. Bij levendige plaatselijke gevechtsactiviteit in het gebied Polonnoje-Loezk sloeg 'n cava- lerieformatie in een snellen aanval verschei dene vijandelijke compagnieën uiteen. Tusschen het Ilmenmeer en het Peipusmeer voerden onze formaties in enkele sectoren ter verkorting van het front overeenkomstig het bevel distancieeringsbewegingen uit. Bij de zware afweergevechten ten Zuiden van Lenin grad heeft zich een onder bevel van luit.- generaal Luczny staande divisie luchtafweer van de luchtmacht bijzonder onderscheiden. Zij schoot in de periode van 14 Januari tot 7 Februari 105 vijandelijke vliegtuigen neer en vernietigde in drie weken tijd 111 Sovjet pantserwagens. In het gebied rondom Aprilia duurden de zware gevechten den geheelen dag voort. Het veroverde terrein werd van Britsche haarden van verzet gezuiverd. Een vijandelijke pantser aanval op Aprilia werd door eigen artillerie vuur uiteengeslagen. Hierbij werden 17 pantser wagens vernietigd. Onze luchtmacht viel Woensdagnacht kwar tierruimten der vijandelijke troepen bij Anzio met succes aan. Aan het Zuidelijke front zetten Amerikaan- sche formaties ten Noordwesten van Cassino, gesteund door zeer krachtig artillerievuur, in den loop van den dag hun doorbraakpogingen voort. Zij werden in verbitterde gevechten voor de Duitsche stellingen afgeslagen. Aan het overige front verliep de dag met uitzon dering van plaatselijke gevechtsactiviteit kalm. Enkele vijandelijke vliegtuigen wierpen op 9 Februari en Woensdagnacht bommen neer op plaatsen in West-Duitschland. In de periode van 1 tot 10 Februari werden 23 vijandelijke vliegtuigen, voor het meeren- deel viermotorige bommenwerpers, door vloot- strijdkrachten luchtdoelartillerie aan boord van koopvaardijschepen «n luchtdoelartillerie van de marine neergeschoten. Duitsche duikbooten brachten in het Noor delijke deel van den Atlantischen Oceaan en in den Indischen Oceaan negen schepen met een inhoud van 62.000 brt. tot zinken, een ander schip werd getorpedeerd. KORT NIEUWS. In een synagoge te Fiume heeft men een geheimen zender ontdekt. Alle aanwezige joden zijn gearresteerd. PARIJS 1944. II. De vreemdelingen industrie, om dat rare woord te gebruiken, ligt in Parijs dood. Het zou wat sterk zijn, te zeggen, dat er geen vreemdelingen meer in Parijs zijn, maar wat er van vreemide nationaliteit huist is er uit zuiver' zakelijke noodzaak en niet, om van de eene kerk naar "het andere mu seum te dwalen, Parijs van de derde ver dieping van den Eifeltoren te bekijken of door de TUUerieën te wandelen. Niettemin mankeert het aan bezoek op de bekende plaatsen allerminst. Toen ik Zondagmorgen mijn pelgrimage naar het graf van Napoleon maakte was het er druk, niet alleen van Duitsche soldaten, die in groote groepen er te vinden waren, maar vele burgers waren eveneens verschenen en de belangstelling van den Parijzenaar voor de beroemde plaatsen van zijn stad bleek niet tot de laatste rustplaats van den groo- ten Oorsicaan beperkt. Wat het graf van Napoleon betreft, in de Dome des Invalides, waar het stoffelijk overschot rust, staat ook de sarcofaag van zijn zoon, „Napoleon II Roi de Rome", zooal-s een plaat op de kist vermeldt. Ge weet het, in December 1940 heeft Hitier het stoffelijk overschot van Napoleons zoon, den hertog van Reichstadi, uit Weenen naar Frankrijk laten overbrengen, een daad, die in Frankrijk in breeden kring op prijs is gesteld. In de onmiddellijke omgeving vindt men thans ook het graf van maarschalk Foch met een fraaie sculpuur: acht meer dan levensgroote bronzen beelden van poi- iues, die een baar met het lichaam van den dood-en veldheer torsen. Niet ver van de Invalides rijst nog altijd de Eifeltoren ten hemel, maar met zijn roem is het gedaan. Niet langer wappert de tri colore aan „den langsten vlaggestok van Frankrijk", zooals Eifel zijn schepping eens kenschetste en ik heb me laten vertellen, dat men niet hooger dan tot de eerste ver dieping kan komen. Wat intusschen nog al tijd een hoogte van 90 Meter is. Een bijzondere bekoring heeft de Notre Dame verloren, te weten de gebrandschilder de ramen, die om voor de hand liggende redenen zijn weggehaald en door bleek blauw glas zijn vervangen. Daarentegen zijn de befaamde schatten van de Notre Dame grootendeels nog te zien in de vitrine. De groote stukken met hun weelde van diaman ten zijn opgeborgen en de kleine vertrekjes, die eveneens zoo vele kunstschatten bevat ten, zijn niet voor het publiek toegankelijk. Zoo is het ook met het Louvre-museum ge steld. Menige zaal is tijdelijk afgesloten en het spreekt vanzelf, dat de kostbaarste be zittingen als de Venus van Milo en diverse schilderijen in verzekerde bewaring zijn ge steld, zoodat een bezoek aan dit museum nog wel altijd de moeite loont, doch men moet het zonder de wereldberoemde attracties stellen. Ook in de kleinere musea heeft men maatregelen van voorzorg getroffen, bijvoor beeld in het Musée Rodin, waar menig werk van den meester nog maar in afgietsel te bewonderen valt. Reeds sprak ik u over het theaterbezoek. Dat is al niet anders dan bij ons. De tooneel- gezelschappen spelen voor uitverkochte zalen en ook de bioscopen, waarin Vautrin de held van den dag is, maken uitstekende zaken. Doch de aantrekkingspunten voor den vreem deling uit het Parijs uit den ouden tijd be leven minder gunstige tijden. Moulin Rouge is gesloten, in het Cirque Médrano ontbre ken de Fratellini, de beroemde clowns op het appèl en Bal Tabarin en dei-gelijke gelegen heden ontvangen op de avonden, waarop ze niet gesloten zijn, maar matig bezoek. Be paald teleurstellend is de voorstelling in Folies Bergeres. De Fransche geest, die ver ontschuldiging mocht zijn voor een pikant tafereel is afgezakt tot een vrij skabreus ge doe, ten tooneeie gevoerd door een bezetting van minimalen omvang en met een reper toire, de Parijsche revue onwaardig. De da gen van een Chevalier, Randal, Mistinguette en andere wereldberoemde revuesterren schijnt troosteloos ver achter ons te liggen. Beter gehalte vertoonde een voorstelling in het Lido, die af en toe herinneringen aan den ouden tijd wekte. Van de décors wordt nog steeds veel werk gemaakt, doch veel illusie gaat weer verloren, zoodra je in de pauze in de half verlichte foyer komt, waar geen orkest zich meer laat hooren. Voor den vreemdeling is de ware gezellig heid des avonds dan ook feitelijk het best te vinden in de intieme eetgelegenheden, waar van er nog steeds een aantrekkelijk aantal in Montmartre en Montparnasse te vinden zijn. Men eet daar bijzonder smakelijk, voor zoo ver dat noodig is tegen afgifte van bonnen, doch ook zonder dat is nog heel wat lekkers te krijgen. Het moge niet goedkoop zijn, de fancy prijzen, die hier te lande worden gevraagd, zijn er vrijwel onbekend. Laat me, om U een beeld te geven van omvang en kosten van zoo'n etentje het menu opsommen van wat ons ergens op Montmartre werd voorgezet: Oes ters, soep, visch met dikgekookte vermicelli ter vervanging van aardappelen, champignons met pikante saus, een stukje zeer smakelijke geitenkaas en een schaaltje confituren. Voor dit dinertje betaalt men 170 francs, in Hol- landsch geld ongeveer 6.50. Wie daar een flesch uitstekenden wijn van 120 francs bij neemt, is den heelen avond geborgen in een gezellige omgeving van brave menschen en zal zich niet beklagen, dat hij daarvoor een revue voorstelling van 150 francs per plaats plus wat daarbij komt, heeft laten schieten, nog minder, dat hij het diner in een chique restaurant ver zuimd heeft, waar men hem het drievoudige berekent. Uit het bovenstaande ziet ge, dat de franc de vier Hollandsche centen nog niet ten volle haalt, maar dat is bedriegelijk, want vooral den vreemdeling, die om zoo te zeggen Het Rembrandthuis te Amsterdam. Ook voor het behoud van deze Nederlandsche cultuurwaarden strijden onze Vrijwilli gers. (G.L./H. P. c) betalen moet voor iederen stoel waarop hij een oogenblik wil gaan zitten, vliegen de francjes uit den zak. Het behoeft nauwelijks gezegd, dat ook hier bijna alles in papier betaald wordt en de franc en tweefrancstukken alleen den dienst van kleine pasmunt vervullen. Reeds voor vijf franc, dus nog geen twintig cent krijgt men een papiertje, met het gevolg, dat je in Frankrijk met nog heel wat meer papier op zak loopt dan hier te lande. Nu. goed, een feit is, dat het vertoef in Parijs momenteel allesbehalve goedkoop is en dat alles wat nu niet dadelijk van overheidswege geprijsd is, tieel wat duurder uitkomt dan te voren. Voor een in gips uitgevoerd monstertje van de Notre Dame, waarvan ik er herhaalde lijk gekocht had voor drie francs, toen die nog met een Hollandsch dubbeltje overeen kwam, moest ik nu 25 francs, dus zoowat een gulden betalen. Wat iedereen misschien nog niet weet, is, dat de francstukken die momenteel in een soort aluminium zijn uitgevoerd het beken de „Liberté, Egalité, Fraternité", niet meer vertoonen. In de plaats daarvan kwamen de woorden: „Travail, Familie, Patrie", Arbeid- Gezin-Vaderland, blijkbaar uit dezelfde over weging als waarmede het devies der Fransche revolutie overal van gevels en dergelijke plaat sen is verwijderd. Maar hier betreden we het terrein van de Fransche politiek, waarover ik u in een vol gend artikeltje iets hoop te vertellen. Amerikaansche nederlaag in liet luchtruim. Ten minste 46 vliegtuigen neergeschoten. De Amerikaansche formaties bommen werpers, die gisterochtend een aanval hebben gedaan op Noord-West-Duitsch gebied, hebben door de snel en krachtig optredende Duitsche luchtdefensie weer een gevoelige nederlaag geleden Ofschoon to_t op dit oogenblik de berichten van eenige formaties jagers en torpedovlie gers, benevens van de eenheden afweerge schut nog niet zijn ontvangen, doen de tot dusver verrichte tellingen van vijandelijke vliegtuigen, die vernield zijn, duidelijk den omvang zien van de Duitsche afweerover- winning. Tot dusver werden 46 neergeschoten Amerikaansche machines geteld, in hoofd zaak viermotorige bommenwerpers. Een stij ging van dit aantal kan aangenomen worden. De formaties Duitsche jagers en torpedo vliegtuigen, die zich reeds in het grensgebied van Duitschland op de vijandelijke, binnen vliegende formaties wierpen waarbij zij de sterke jagersbescherming meedoogenloos op zijde dreven, joegen de Amerikaansche forma ties uiteen en brachten haar reeds bij de nade ring zware verliezen bij. Zij dwongen talrijke bommenwerpers in nood hun bommenlast uit te werpen en voortijdig naar het Westen terug te keeren, zoodat nog slechts een deel der strijdkrachten in het gebied van Brunswijk kwamen en daar terreuracties konden onder nemen. Polens lot en het echtpaar Korneitsloek In diplomatieke kringen te Washington acht men het niet onwaarschijnlijk dat de toekomst van Polen volgens het Sovjet-Russische plan door een enkelen man en diens vrouw, n.I. door Korneitsjoek en Wanda Wassilefska, be paald zal worden. Moskou wil in Polen een marionetten- regeering onder leiding van Wassilefska op richten, waardoor Korneitsjoek in zijn kwa liteit van minister van buitenlandsche zaken van de Sovjet-republiek Oekraine is staat gesteld wordt met zijn vrouw te onderhan delen over een oplossing van het Sovjet- Poolsche grensconflict. „HIER W.A.". „De W.A. Frontzorgactie 1943-1944" is de titel van de rede van Banleider J. J. van der Hout, hoofd van de afdeeling vorming en voorlichting van het stafkwartier der W.A., welke rede op Zaterdagavond van 18.4518.55 uur zal worden uitgezonden over den zender Hilversum I.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsche Courant | 1944 | | pagina 1