Haarlemsche Courant In de Noordelijke IJszee 14 oorlogsbodems vernietigd Nieuwsblad voor Noord-Holland De militaire situatie in het Zuidoosten. Edens aftreden zeker. 289e Jaargang No. 81 Gureaux: Groote Houtstraat 91. Tel. Advert. 19724, Redactie 10909 Postgiro 134939 Haarlemsche Ct. Haarlem Btykantoor, Soendaplein ï7. Tel.» 1223(1 Hoofdredacteur: F. C. Berks Woensdag 5 April 1944 Verschijnt dagelijks,, behalve op Zon- en Feestdagen Drukkerjj: Z. B. Spaarne 12. Tel. U?tS Kantoor Umufden: Rembrandtlaan M, Ilmuildeii-Oost ültf.; &rAt. Bedrijven Dazniate, Zware gevechten onder ongunstige weersomstandigheden bij Tsjernowitz ten Noorden van den Dnjestr. Duitsch afweersucces ten Zuiden van Pieskau. Het Duitsche weermachtbericht luidt als volgt: Ten Westen van Beresofka zijn nieuwe aanvallen van de Sovjets mislukt In het gebied van Tsjernowitz ten Noorden van den Dnjestr zijn onze troepen onder moei lijke omstandigheden' van weersgesteld heid en wegen nog steeds in zware ge vechten gewikkeld. De stad Tarnopol werd in weerwil van nieuwe heftige aanvallen der bolsjewieken in bezit gehouden. Daarbij heeft zich het regiment grenadiers 949 onder bevel van kolonel Schönfeld bijzonder onderscheiden. In het gebied van Brody vieien de Sovjets op verscheidene plaatsen tevergeefs aan. Te genaanvallen van onze troepen sloegen vijan delijke strijdkrachten uiteen. Ten Noorden van Kowel ontstonden hevige plaatselijke ge vechten. Kapitein Bolm en kapitein Reiche, bataljonscommandanten in een regiment gre nadiers, hebben zich in het gevechtsgebied van Kowel door voorbeeldige dapperheid onderscheiden. Ten Zuiden van Pieskau zetten de Sovjets hun doorbraakpogingen voort, na nieuwe strijdkrachten te hebben aangevoerd. Onze troepen behaalden in harde gevechten weer een volledig afweersucces en vernietigden 24 vijandelijke pantserwagens. Daarmede ver loren de bolsjewieken in dezen sector de laatste drie dagen 172 pantserwagens. In Italië werden ten Noordwesten van Cas- sino sterke vijandelijke stoottroepafdeelingen afgeslagen. Er werden gevangenen gemaakt. Een formatie Amerikaansche bommenwer pers heeft in de ochtenduren van 3 April een terreuraanval ondernomen op Boedapest. Een andere vrij zwakke formatie viel Maandag nacht eveneens de Hongaarsche hoofdstad aan. Er ontstond schade in woonwijken. De bevolking leed verliezen. Door Duitsche en Hongaarsche luchtdoelartillerie alsmede door Duitsche en Hongaarsche jagers werden 17 vijandelijke vliegtuigen neergeschoten. In de Noordelijke IJszee vielen onze duikbooten de laatste dagen vijande lijke formaties oorlogsschepen aan en brachten 14 torpedojagers en korvetten tot zinken, waaronder verscheidene groote torpedojagers van de „Tribal"- klasse. In verband met deze gevechtshandelingen probeerden Maandag Britsche vliegtuigen, die van een vliegkampschip waren opgeste gen, een Noorsch steunpunt der marine aan te vallen. De aanval werd door de eigen afweer uiteengeslagen en kwam niet tot vol ledige ontplooiing. Hierbij werden door het slagschip „Tirpitz" vier, door een voorpost boot twee vijandelijke vliegtuigen neerge schoten. De bekende militaire spreker van den Duit- schen omroep, luit.-generaal Dittmar heeft een zeer opmerkelijk overzicht over den oor logstoestand in het Oosten gegeven. Generaal Dittmar zeide o.a. dat het optre den van den vijand na zijn eerste diepe pene traties onmiskenbaar in de eerste plaats ge dicteerd werd door een meedoogenloozen drang naar terreinwinst, natuurlijk in zooda nige richting, als hem in operatief opzicht het voordeeligst moest schijnen. Geconstateerd kan worden, dat deze be kroning hunner doorbraken den bolsjewisten tot nu toe ontzegd is gebleven. Ongetwijfeld waren de vooruitzichten om tot groote suc cessen te komen, vooral in het Zuiden tus- schen de kust van de Zwarte Zee en den Zuidelijken flank van het penetratiegebied voor de bolsjewisten bijzonder groot. Hier heeft de succesvolle tegenstand van den ver sperringsgrendel. die van den benedenloop van de Oekrainsche Boeg tot aan den Dnjestr en de Proeth loopt, evenzeer tot een voor- loopige ontspanning van den toestand bijge dragen als het besluit zich tijdig los te ma- kien van den benedenloop van de Boeg en door uitwijken naar het Westen den be dreigden flank te verkorten. Overigens duidt het succesvolle optreden voornamelijk van Roemeensche formaties aan den middenloop van de Proeth, vooral ten Noordoosten van Jassy, erop, dat thans ook strijdkrachten be schikbaar zijn om de vijandelijke stootwiggen die hier het verst naar het Westen zijn door gedrongen, te remmen. De uitgestrekte Noordelijke penetratieplek, die in feite het gebied tusschen de bronge- bieden van Boeg en Proeth en den Zuide lijken rand van de Pripjetmoerassen omvat, heeft zich in de afgeloopen weken uitgebreid tot het gebied van Oost-Galicië, zooals de in de weermachtberichten genoemde gevechts plaatsen rond Stalinslau en Tarnopol aan- toonen. Wanneer verder Brody en Kowel als brandpunten van de gevechten genoemd wor den, dan duidt dit erop, dat de bolsjewisten niet slechts naar het Westen langs den Noord rand der Karpathen doch ook in Noordwes telijke richting terrein trachten te winnen. Het is op het oogenblik nog in het geheel niet bekend waar de Duitsche leiding het vijandelijke groote offensief definitief denkt te remmen. Zeker schijnt dat de mogelijk heden voor een succesvolle afweer beter worden, hoe meer de scheidende en ver sperrende werking van den Karpathenmuur merkbaar wordt. Het feit dat ten Noorden van Tsjernowitz in een reeds belangrijk meer geaccidenteerd terrein nog sterke Duitsche strijdkrachten vechten, doet vermoeden, dat hier reeds bepaalde terreingesteldheden merk baar maken, die een sterker evenwicht der wederzijdsche gevechtskracht met zich heb ben gebracht. Men zal bijzondere aandacht moeten schenken aan de verdere ontwikke ling der gevechten in dezen sector. De hier strijdende Duitsche troepen plaatsen zich als een golfbreker voor de pas in het militaire gezichtsveld gekomen Boekowina en het Hon gaarsche Zevenburgen, dat men intusschen in militair opzicht veel bruikbaarder heeft kunnen maken. Wat de gebeurtenissen in het Zuidelijk deel van het Oostelijk front betreft, mag niet over het hoofd gezien worden, dat in het midden de gevechtszone vrijwel onveranderd is gebleven en dat ook de stellingen, die in het Noorden na de voltooide distancieerings- bewegingen werden betrokken, een belang rijke weerstandskracht hebben bewezen. Niemand kan over het hoofd zien, dat in het Zuiden van het Oostelijk front de strijd thans woedt aan de poorten van het Euro- peesche kerngebied. De totale strategische conceptie der Duitsche leiding heeft ook on der den druk van den toestand in het Oos ten geen beslissende wijziging behoeven te ondergaan. De fout van eind Augustus 1914, het overbrengen van twee korpsen van den beslissenden vleugel naar het Oosten, het geen tot het verliezen van den Marneslag op beslissende wijze bijdroeg, heeft zich niet herhaald. Lord Cranborne zijn opvolger. Naar de Britsche berichtendienst meldt, is het aftreden van Eden als minister van buitenlandsche zaken besloten. De be kendmaking wordt echter eenige dagen uitgesteld. Zijn opvolger is Lord Cran borne, thans minister van Dominions. Eden blijft lid van het kabinet en leider van het Lagerhuis. Bovendien zal hij de functie van plaatsvervangend minister voor de verdediging „minister of defence office" krijgen. Cranborne heeft, alvorens hij zijn benoeming aannam, het advies van Eden ge vraagd en diens volledige instemming gekre gen. Op deze wijze zal de ervaring van Eden op het gebied van buitenlandsche zaken zijn opvolger ter beschikking staan. Tot dusverre is niets bekend over verdere veranderingen in de samenstelling van het kabinet. De B-correspondent van het A.N.P. te Ber lijn meldt: Berichten uit Washington ver sterken den indruk dat Churchill zijn gun steling zal uitstooten om de parlementaire positie van zijn kabinet te verbeteren. In Britsche kringen neemt men aan dat Churchill bereid is dezen prijs te betalen, daar steeds meer gebleken is, dat niet de minister van buitenlandsche zaken, maar de premier de buitenlandsche politiek bepaald heeft. De voornaamste oorzaak van Edens aftreden zou zijn de zwakke positie van En geland in de Geallieerde coalitie. Deze in druk wordt bevestigd door berichten uit Washington. In de Wilhelmstrasse is men van meening, dat niet Eden de schuld is van het fiasco in Spanje, Ierland, Argentinië, Finland, Turkije den Balkan en Voor-Azië. maar Churchill zelf, die thans niet alleen bereid is Polen en de Baltische staten, maar ook den Balkan en Finland en op den duur het geheele Euro- peesche continent aan de bolsjewiki uit te leveren. Robert Anthony Eden is geboren in 1897, bezocht Eton en Oxford en kwam in 1923 als conservatief lid in het Lagerhuis. Van 1926 tot 1929 was hij secretaris voor parlementaire aangelegenneden van uen toenmaligen pre mier Sir Austin Chamberlain, vervolgens on derstaatssecretaris voor buitenlandsche za ken tot 1933, Grootzegelbewaarder, met spe ciale opdracht in het ministerie van buiten landsche zaken in de jaren 1934 en 1935 en daarop eenige maanden minister van buiten landsche zaken. Geschilpunten inzake de bui tenlandsche politiek met Neville Chamber lain, déden hem toen aftreden. In September 1939 echter keerde hij in het gereorganiseer de kabinet terug als minister voor de Domi nions, waarbij hij tevens zitting kreeg in het oorlogskabinet. Op 23 December 1940 volgde hij Lord Halifax als minister van buitenland sche zaken op, toen deze als ambassadeur naar Washington vertrok. Lord Cranborne werd toen onderstaatssecretaris van het mi nisterie. Evacuatie Middelt. Zeekust. Na de in Februari j.l. tot stand gekomen inundaties en evacuaties van uitgestrekte ge bieden langs de Fransche kust van het Ka naal, worden thans nieuwe maatregelen tot beveiliging van de Middellandsche Zeekust tegen een invasie ten uitvoer gelegd. Naar de Fransche staatssecretaris van het mini sterie van binnenlandsche zaken verklaarde, worden uit dit gebied 200.000 menschen ge- evacueerd. In een radiorede richtte Lemoine zich tot de Fransche bevolking en verzocht deze geëvacueerden op te nemen in midden- Frankrijk, Van de zwaartepunten aan het Oostelijk front. De zware ge vechten in het Zuiden van het Oostelijk front, waar de Sovjets zonder in het minst acht te slaan op verliezen steeds weer aan vallen, stellen aan de Duitsche soldaten en wapens de hoogste eischen. „Tijgers" nemen munitie en brandstof in voor een nieuwe actie. (PK Scheffler/Atl/H P. c KORT NIEUWS Een Ameri- kaansch transport vliegtuig is boven de Mi idellandsche Zee door Engel- sche jagers neer geschoten. De be manning werd ge dood. De Britsche ambassadeur te Washington heeft de Amerikaansche regeering zijn leedwezen betuigd. Tengevolge van den enormen regenval der laat ste dagen wordt Midden-Anatolië thans bezocht dooi" een ware over- stroomingsramp. Vijf negersol daten van het Amerikaansche leger zijn wegens aanranc ing van een Amerikaan sche Roode Kruis- zuster door de militaire recht bank ter dood veroordeeld. TOEKOMST EN REDDING D. Als het weer vrede is zal het Socia lisme zich weder aandienen. Sociaal noemt men alles wat op de maatschappelijke ver houdingen van de menschen onder elkander betrekking heeft en wie deze definitie aan vaardt begrijpt, dat zoodra de toestand bin nen en buiten de grenzen niet meer den in vloed ondervindt van de oorlogshandelingen nieuwe bezinning op deze verhoudingen noodzakelijk is. Deze bezinning zal gedragen worden door levens- en wereldbeschouwing en de vraag is nu maar, of ons volk het zal houden bij de oude inzichten, die verbetering der maat schappelijke verhoudingen alleen verwacht ten van een democratisch regeerstelsel dan wel of deze verbeteringen naar het gemeene inzicht afhankelijk zullen zijn van de aan vaarding van beginselen, die het democra tisch principe verwerpen. Het Socialisme zal zich weder aandienen. Het is maar de vraag of het een democratisch socialisme dan wei een volk.- ch socialisme zal zijn. Het socialisme heeft tot 1940 geen we zenlijke verbetering aan ons volk gebracht. Natuurlijk wel naar het uiterlijk. Wie de omstandigheden van den arbeider van 1840 vergelijkt met die van den „werknemer" van 1940 kan alle verder betoog ontberen. De vraag daargelaten, in hoeverre deze ver beteringen gevolg waren van den natuur lijken ontwikkelingsgang van het maat schappelijk leven kan overigens zonder voorbehoud worden toegegeven, dat het so cialisme in de laatste halve eeuw zeer, zeer veel ten goede heeft gewerkt. Maar in we zen bracht het niet de verbetering, die den werkenden mensch verzoende met zijn lots- bedeeling. De arbeid bleef wat hij altijd geweest is en wat hij meer dan ooit geweest is in het West Europa van na 1850: de koop waar. waarvan de prijs door vraag en aan bod werd bepaald. De werkende mensch der jongste generaties heeft zich nimmer kunnen ontworstelen aan de liberale doc trine, dat werkkracht een object is, dat de bezittende kan koopen en dat de bezitlooze kan verkoopen, een besinsel. waarop de gansche maatschappelijke structuur was opgetrokken en dat Marx tot uitgangspunt van zijn leer bezigde. Dit is de oude dwaling, waardoor de fun- damenteele verbetering uitbleef. Want het is niet wéér, dat arbeid koopwaar zou zijn. Arbeid is een recht van den mensch en een plicht van den mensch en een roeping van den mensch en alleen een levensbeschou wing die wortelt in het gedachtenleven van een woestijnvolk, welks ideaal ligt in 'n be staan van lediggang „langs grazige weiden en aan zeer stille wateren" kan den zegen van den arbeid ontkennen en hem aanmer ken als een beproeving. Het socialisme nu heeft een poging in het werk gesteld, de sociale vraagstukken op te lossen langs den weg dei parlementaire de mocratie. Wie zal ontkennen, dat deze poging gefaald heeft? Men zie naar ons eigen land, waar de middaghoogte van het democratisch parlementarisme samenviel met de dienste vernedering van den arbeid en van den werker. Men zie naar Amerika en Engeland, waar zelfs in oorlogstijd, als alles afhangt van de nationale prestaties, de sociale toestanden ten hemel schreien en uitgebreide stakingen veroorzaken. Het democratisch socialisme heeft ge faald. omdat het zijn onmacht heeft bewe zen. En zoo staan wij voor de vraag, of ons volk het straks zal wagen met een ander, een nieuw, een volksch Socialisme. Hier dient tweeërlei opmerking gemaakt De eerste is, dat een nieuw Socialisme nim mer de pretentie kan hebben, zich aan te dienen als een waarheid, waarvan voor dezen geen sterveling begrip had. Het zal hervormingswerk moeten zijn, waartoe wij ons straks geroepen weten. Het oude So cialisme ging vóór en vergeefs hebben een Talma en een Troelstra niet geleefd. Het nieuwe Socialisme volgt. En de tweede op merking is, dat de waag, die men dikwijls hoort, n.l. of de schuchtere pogingen onzer dagen nu het nieuwe Socialisme zijn. van kortzichtigheid getuigt. Wü leven in een bezet land en alle uiting van maat schappelijk leven is onderworpen aan het éénige doel van den bezetter: dezen oorlog te winnen. De nieuwe tijd en de nieuwe ge dachte zullen nu eenmaal geen kans krij gen voordat minder bewogen tijden nieuwe mogelijkheden scheppen. De nieuwe gedachte. Welke nieuwe ge dachte? Er is maar één antwoord: de diepe overtuiging, dat de arbeid den mensch adelt, om 't even welke arbeid en om 't even wel ken mensch. Het is deze eerbied, die den werker in zijn werk eert, die kracht en be radenheid zal schenken aan de menschheid van morgen, een eerbied, die berust op het besef, dat het Leven, dat ons voedt (en vat dit nu maar zoo rechtzinnig en zoo vrijzin nig op als ge wilt) ons allen den eisch stelt, naar de mate van ons vermogen bij te dra gen tot de welvaart van het groote geheel. Vandaar de voorwaarden, die het nieuwe Socialisme stelt: Arbeidsrecht voor iedereen arbeidsplicht voor iedereen, bestaansmoge lijkheid voor allen. Dan is de mensch niet langer een verlengstuk van een machine of een slaaf van een systeem, dan liggen zijn verlangens niet meer tusschen een cent meer en een uur minder en dan is geen ar beid langer een beproeving vervloekte drogreden van semietischen huize maar een bron van blijde voldoening. Wie zóó het nieuwe Socialisme ziet, wie aldus in iederen, ja, in iederen werker een lotsverbonden kameraad erkent, wie zoo in gemeenschapsbesef met zijn volksgenooten wenscht te arbeiden aan groei en bloei van zijn land en zijn volk, erkent de afstanden, die er in deze wereld wel altijd zullen blij ven, maar zoekt de bruggen, die de belan gen verbinden. Wie zóó het nieuwe Socia lisme ziet. er zijn er velen, die het nog niet zien, die het niet willen zien en het stemt wel eens mismoedig te ervaren, dat juist groepeeringen van werkers, die te vo ren uit kracht van hun arbeidseer belang rijke resultaten behaalden, zich thans ge melijk afwenden en van bijkomstigheden grieven maken en de hoofdzaken verwaar- loozen. Maar hier wendt de blik zich hoop vol tot een komende generatie, tot onze jeugd, die den roep van den nieuwen tijd zal verstaan en haar bijdrage zal leveren tot de vervulling van nieuwe, moge het zijn: betere tijden. Eens zal het vrede zijn en het kan zijn nut hebben, wanneer ons volk zich in weer wil van de dreiging onzer dagen bezint op hetgeen daarna te wachten staat. Mogen daarbij de leuzen van hen, die zich dragers van den nieuwen tijd achten, worden verstaan: Ons nationalisme Uw toekomst. Ons socialisme Uw redding. Bekendmaking Landwacht Nederland. Aangezien reeds is gebleken, dat onbevoeg den misbruik hebben gemaakt van politiebe- voegdheid, z.g. in verband met de Landwacht» wijs ik er nogmaals op, dat de Landwacht in dienst altijd kenbaar is aan den rooden arm band met het opschrift „Landwacht" en boven dien zich kan legitimeeren door het roode legitimatiebewijs van de Landwacht Nederland De burgerij is dus in geenerlei opzicht ver plicht gevolg te geven aan bevelen van per sonen, die zich als Landwachters uitgeven en die genoemde kenteekenen niet dragen of kun nen toonen. Integendeel, men wordt verzocht dergelijke voorvallen aanstonds bij de bevoeg de Landwachtinstanties te melden, zoodat daar tegen onmiddellijk kan worden opgetreden. Gewestelijk Kommandeur voor Zuid-Holland en Zeeland. Goethes geboortehuis vernield. Door den jongsten luchtaanval der Ame rikanen op Frankfort a. M. is het geboorte huis van Goethe geheel vernield. Op de his torische plaats ligt nog slechts wat puin en uitgebrand hout. Dit verlies en nog vele andere hebben het aangezicht van Frank fort ernstig verminkt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsche Courant | 1944 | | pagina 1