Vischhuid in gebruik bij de leerindustrie Interessante experimenten en de practische toepassing. ADVERTEERT IN DIT BLAD Voor damestassehen en knoopen! Gedurende de laatste jaren heeft men dik wijls tot zijn verbazing moeten vaststellen dat visch beduidend meer mogelijkheden heeft dan men reeds meende te kunnen ver moeden. Het is niet langer zoo, dat men bij het denken aan dit zooveel begeerd en reeds betrekkelijk lang ontbeerd voedingsmiddel uitsluitend aan de consumptiewaarde en liet nut van de afvallen voor voeding van be paalde dieren aandacht besteedt. Men weet nu overduidelijk, dat er herhaaldelijk proeven zijn genomen om van de visch zooveel moge lijk profijt te trekken, m.a.w. niets meer ver loren te doen gaan. Ongetwijfeld zijn er be hoorlijke resultaten bereikt, hoewel de oor logsomstandigheden volledige uitwerking der ideeën op groote schaal in sommige gevallen hebben verhinderd. Het is onjuist te veronderstellen, dat de experimenten eerst weinige jaren geleden zijn begonnen Waar is, dat zij toen doeltref fender en vérstrekkender werden aangepakt, doch het vervaardigen van leer uit visch- huiden, om een voorbeeld te noemen, toont niet uitsluitend nieuws onder de zon. Glo baal bezien is het de nood. of de wensch bij tijds maatregelen ter voorkoming daarvan te treffen, welke er toe geleid heeft in deze moderne eeuw (waarin de industrie het tot zoon geweldige capaciteit heeft gebracht, dat welbeschouwd niemand gebrek behoeft te lijden), naar vervangingsmiddelen te zoeken. In de tweede plaats zal worden nagegaan of deze van bliivenden aard kunnen zijn, het geen natuurlijk van eischen der economie afhangt, we denken aan kostprijs, aanvoer- mogelijkheden, bescherming der eigen indus trie, etc. Zoo was het een kwart eeuw ge leden en zoo is het ook nu Boekbinder had succes. Komen we terug op de bereiding van leer Straatnamen, Reinier Claeszens heldendaad. Wanneer men van IJmuiden gewag maakt denkt men aan de zee en daarom heeft het gemeentebestuur van Velsen er goed aan ge daan door een aantal straten te vernoemen naar personen, diee aan de zee hun bekend heid hebben te danken. We denken bijvoor beeld aan de Reinier Claeszenstraat te IJmui- den-Oost (28 Januari 1919), waarbij we on middellijk kunnen constateeren. dat velen van Claeszen slechts weinig weten. Toch is het de moeite waard van dezen man, die viceadmi raai van Holland was, een en ander te ver nemen, aangezien hij door zijn moed en stand vastigheid de belangstelling op zich heeft ge richt en alleszins duidelijk heeft getoond, welke waarde hij aan het begrip ..trouw" hechtte. Reinier Claeszen was een Amsterdammer, die het avontuur niet schuwde. Hij was pre sent toen in de maand Augustus van het jaar 1606 een smaldeel werd uitgezonden om op den Atlantischen Oceaan den strijd tegen Portugeesche vloten aan te binden Er waren een-en-twintig schepen beschikbaar, waarvan het opperbevel aan den luitenant-admiraal Willem den Zoete, Heer van Haultain, werd opgedragen. Reeds spoedig zou men onder vinden. da+ ook andere landen op hun post waren. Het smaldeel bevond zich bij Kaap St. Vin cent toen het door Spanjaarden werd opge merkt. De schepen werden aagnevallen door den Spaanschen vlootvoogd Don Luis de Fias- ciardo en geraakten in groot gevaar, aangezien de tegenstander van achttien groote galjoe nen en bovendien nog eenige vaartuigen van kleinere afmetingen gebruik kon maken De Hollanders stelden alles in het werk om hun vernietiging te ontgaan en dit gelukte ook grootendeels, maar de Spanjaarden slaagden er in drie schepen in het nauw te drijven en tenslotte geheel te omsingelen. De situatie was voor deze vaartuigen zoo benard, dat twijfel aan de verdere mogelijkheden niet overdreven zou zijn geweest, maar het bleek, dat de Hollanders er niet aan dachten elkaar in den steek te laten. Willem den Zoete en Reinier Claeszen keerden terug en het gelukte eerstgenoemde er voor te zorgen, dat de inge sloten booten aan het noodlot ontkwamen. Er moest echter een tol worden betaald, door Claeszen. Een overmacht bond den strijd tegen hem aan en wist hem dien 6en October van het jaar 1606 geheel in te sluiten Claeszen dacht niet aan eapituleeren en stimuleerde zijn mannen tot voortdurend verzet. Eén dag wisten de Hollanders stand te houden, nog één dag hielden zij vol, hoewel zij groote moeilijkheden ondervonden. Toen liep de strijd ten einde: het schip was zoo beschoten, dat het geen kans meer gaf. Bovendien waren de meeste opvarenden tijdens de verbitterde gevechten gevallen. Maar van overgave was bij Claeszen geen sprake Nu het onomstootelijk vaststond, dat langer strijden onmogelijk was, riep hij de zestig mannen, die nog in leven waren, bij elkaar. Hij legde hun de situatie uit en vroeg hun instemming met zijn bedoeling zelf het schip in de lucht te doen vliegen. Er was eensgezindheid Even werd er nog tijd ge nomen voor een vurig gebed. Toen stak Claeszen de lont in het kruit. Een geweldige ontploffing volgde Twee matrozen zijn behouden gebleven. Zij werden door de Spanjaarden aan boord gehaald. Het is aan hen te danken, dat de bijzonderheden over het gebeurde bewaard zijn. Het nieuws ging naar het vaderland, waar rouw was, maar ook trots, omdat de, mannen van het opgeblazen schip een voor beeld van heldenmoed hadden gegeven. De Staten-Generaal zoowel als de Admiraliteit van Amsterdam toonden hun bewondering door zich over de weduwen en de weezen der gevallenen te ontfermen. Berlijnsche boekbinder reeds in den vorigen wereldoorlog interessante proeven heeft ge nomen. Er zijn ons maar weinig bijzonder heden bekend en we kunnen dan ook slechts gissen naar de werkwijze, die hij heeft ge volgd. In ieder geval staat vast, dat hij voor zijn zaak leer noodig had en dit niet of on voldoende kon krijgen. Hoe hij op de ge dachte is gekomen visch te bezigen weten we eveneens niet, maar hij heeft bij het bin den van boeken vischhuid in plaats van leer gebruikt. Het feit, dat het werken met de nieuwe middelen een succes werd genoemd, toont aan, dat de man vèrgevorderd was. Toen de strijd was geëindigd en de aanvoer- mogelijkheden langzamerhand beter werden, werd de kunst van den Berlijner vergeten, hetgeen onze conclusie over het verband tus- schen de nieuwe middelen en een bijzonde ren toestand bevestigt. Eerst twintig jaar later werden de plannen opnieuw ter hand genomen. En hoe staat het er nu mede? Vele experimenten zijn er gedaan om nieuwe leersoorten te vinden. Er werd daar bij gebruik gemaakt van varkenshuiden (vooral die van buik en rug) en van runder magen. In beide gevallen bleven bevredigende resultaten niet uit en in verband met de groote vraag, liet de afzetgelegenheid niets te wenschen over. Toch wordt vischhuid de voornaamste nieuwe leersoort genoemd. Dit is onder meer te danken aan het vele, dat is gedaan om de mogelijkheden te beproeven. Een stimuleerend verschijnsel is, dat men niet op een bepaalde vischsoort is aange wezen, integendeel: vele blijken geschikt te zijn, vooral zeezalm, kabeljauw, baars en schelvisch, verder leng, katvisch en schol. Zooals men zal weten zijn in ons land ook experimenten met palinghuid genomen, in ieder geval heeft hiertoe het plan bestaan. Uit bovenstaande opsomming blijkt reeds dat 't mes aan meer dan één kant snijdt- De visch kan men immers voor consumptie blij ven bestemmen, hetgeen op den kostprijs van het nieuwe product als vanzelfsprekend van grooten invloed is en onaangenaamheden tengevolge van de materiaalpositie in oorlogs tijd beperkt. Er is de laatste jaren op dit gebied „en gros" gewerkt, in Duitschland eigenlijk sinds 1938, toen aan de Beneden- Wezer een speciaal bedrijf werd gesticht. Over andere landen ontbreken voldoende bij zonderheden om den ontwikkelingsgang al daar na te gaan. Men moet echter voor oogen houden, dat het werken op ruime schaal eerst in latere jaren mogelijk is geworden, aangezien het populair worden van de filets onontbeerlijk was. Sinds ruim tien jaar doef de gelegenheid zich dermate voor praeti=eb aan den slag te zü~ Kinderziekten. Men zal zich er niet over verwonderen, dat er talrijke moeilijkheden, zooals er ge woonlijk aan een begintijd zijn verbonden, zijn geweest. Het nieuwe leer was aanvanke lijk erg hard, bovendien gingen de schubben omhoog staan en verder had men onder meer last van de vischlucht, die uiteraard niet liefelijk was. Door een nieuwe looimethode kan men het leer echter zeer soepel maken, men zorgt er thans voor, dat de schubben tegen de huid gestrekt blijven en tevens is de ongewenschte geur weggenomen. Intus- schen is het nog zoo. dat vischleer minder geschikt is voor artikelen, bestemd voor dagelijksch gebruik dan wel voor luxe-arti kelen, zooals damestassehen en kleinere voor werpen. Steeds worden er echter nieuwe proeven genomen, zooals in Offenbach en in Weenen, waar de industrieën voor schoenen, hoeden, dassen, kleeding en knoopen zich er voor interesseeren en er geleidelijk meer ge bruik van zijn gaan maken. Wat zal er met het vischleer geschieden, wanneer de tijden rustiger zijn geworden? We weten het niet. Maar het is de moeite waard er op te blijven letten. Zal men eventueel later opnieuw, bij het lezen van berichten, dat de vischhuid zoo vele mogelijkheden biedt, „iets nieuws onder de zon" vermoeden? Men zal zich vergissen, want en met deze feiten zullen we onze beschouwing besluiten reeds in de middel eeuwen was het gebruik van vischhuid in plaats van leer bekend en ook tegenwoordig vervaardigen bewoners van de landstreken om de rivier Amoer op de grens van Sibe rië en Mandsjoerije mantels en sabelscheden van de huiden van groote visschen, zooals zalmen Niet in leegstaande huizen. Men verneemt den laatsten tijd minder dan bijvoorbeeld nog slechts kort geleden het ge val was van diefstallen uit huizen, waarvan de bewoner? zich door de bekende omstan digheden elders hebben moeten vestigen. Dit is verheugend, aangezien het wel van een zeer bedenkelijke mentaliteit blijk geeft, wanneer iemand er niet voor terugschrikt zich aan de in dergelijke huizen achtergela ten eigendommen te vergrijpen. Dat de eerlijkheid in vele gevallen te wen schen overlaat is dikwijls tot uiting gekomen. De politie heeft alles in het werk gesteld om het euvel zoo goed mogelijk te bestrijden en hieraan was het te danken, dat er een behoor lijk aantal plunderaars kon worden aange houden. Ook in het vervolg zullen degenen, die diefstallen uit ontruimde woningen plegen, zeer streng worden gestraft. Het is logisch, dat de strafmaat grooter is dan voor andere ver grijpen, aangezien de geëvacueerden toch reeds moeilijkheden te over hebben onder vonden. Velsens ievensmiddelenvoorzienlng Burgemeester over moeilijk- en mogelijkheden. Een abonné uit Santpoort zendt ons een beschouwing over de voedselvoorziening in Velsen en concludeert, dat deze gemeente in verschillend opzicht achterstaat bij naburige gemeenten, in het bijzonder bij steden als Haarlem en Amsterdam. Hij wijst op de be voorrechte positie, die de hoofdstad inneemt doch critiseert evenzeer het feit, dat plaatsen als Bloemendaal, Heemstede e.a. reeds spijs olie kregen, terwijl Velsen daarvan versto ken blijft. Ook het ei, dat elders de kinderen krijgen, blijft de jeugd van Velsen onthouden. (Intusschen is hiervoor een bon aangewezen). Wij hebben ons met deze klachten tot den Burgemeester van Velsen gewend, die de juistheid ervan beaamde. Inderdaad hebben naburige meenten sommige artikelen ont vangen. die Velsen nog niet heeft gekregen. Intusschen beteekent dat niet, dat Velsen er van verstoken zal blijven. Bij de bevoor rading van spijsolie heeft men den grooten gemeenten den voorrang gegeven, maar de beurt komt natuurlijk ook aan Velsen. Wij doen aldus de burgemeester genoeg ons best, doch bonnen honoreeren, die niet aan gewezen zijn, kunnen wij niet, ook niet al zouden wij hier wat voorraad van het een of ander artikel hebben. Wat wjj wel kunnen doen is zorgen, dat de burgerij inderdaad krijgt wat op de levens middelenkaart beschikbaar wordt gesteld en daaraan wordt dan ook alle aandacht besteed. Wij hebben hier de beschikking over een 10-tons auto gekregen, die vrijwel dagelijks nu hier dan daarheen onder politiegeleiöe trekt, om overal waar wij nog iets kunnen krijgen, de levensmiddelen af te halen. Dat doen wij nu al een paar maanden en op deze wijze hebben wij tot dusver iedere aangewezen bon kunnen honoreeren. Ook aardappelen hebben wij met deze anto gehaald, maar de kwantums die thans noodig zij n worden lang zamerhand te groot voor vervoer per as. Bovendien hebben wij met de aardappelen ook te denken aan de behoeften van de Cen trale keuken. Aldus wordt in Velsen van overheidswege gedaan, wat gedaan kan worden, niet alleen de laatste dagen, maar al weken en weken achtereen. De bevolking heeft daardoor ont vangen wat de voedselcommissaris ter be schikking stelde. En voor wat de artikelen betreft, die men elders reeds heeft gehad de beurt komt zeker ook aan Velsen Waaraan IJmuidens gedenkzuil herinner!. De technische leider van 't Kanaalwerk: Hoofdingenieur Dirks. Het kost moeite in IJmuiden een of ander monument aan te treffen, maar wie de plaats kent heeft ongetwijfeld wel eens de gedenk zuil op het Sluis-eiland bezichtigd, welke er ter eere van Justus Dirks, den hoofdingenieur, onder wiens leiding het Noordzeekanaal tot stand is gekomen, is opgesteld. Het was een verstandig besluit zijn gedachtenis levendig te houden, want het staat vast, dat hij zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt Wie was Justus Dirks? Hij werd 12 Januari 1825 in een eenvoudig milieute Bergen op Zoom geboren. Reeds op jeugdigen leeftijd bleek hij leergierig te zijn en vooral aanleg voor de wiskunde-studie te hebben. Zestien jaar was hij toen hij voor het admissie- examen als cadet van de militaire academie te Breda slaagde. De jonge Dirks werd voor den Waterstaat aangewezen en na vier jaar tot adspirant-ingenieur bij den hoofdingenieur in Zeeland benoemd. Een fraaie loopbaan begon. Promoties volgden spoedig en Dirks leerde verschillende standplaatsen kennen, waarbij hij met oeververdedigings- en ka naalwerkzaamheden in aanraking kwam. Aan helder inzicht noch aan ijver had hij gebrek, zoodat hij een goeden naam in waterstaat kringen verwierf. Intusschen gaven de plannen inzake het graven van het Noordzeekanaal menigvuldig stof tot spreken. Toen minister Thorbecke een commissie onder voorzitterschap van F W Conrad benoemde, die haar oordeel over de aan de hoofden van IJmuiden te geven vorm moest uitspreken, wees deze Dirks als lid aan. Ook hierbij vestigde de harde werker de aandacht op zich en het was dan ook goed gezien, dat hij in latere jaren door de maat schappij. die het aanleggen van het kanaal op zich had genomen, tot hoofdingenieur werd benoemd. In verband met het groote belang werd Dirks door den waterstaat onbepaald verlof gegeven, zoodat hij zich 1 April 1865 te Amsterdam vestigde. Thans had hij eerst recht een geweldige taak, die zijn volle per soon opeischte! TEGENSLAGEN Inderdaad heeft Dirks geen moeite te groot geacht om aan zijn opdracht te voldoen. Zor gen bleven hem niet bespaard, want er deden zich belangrijke tegenslagen voor, die tot on aangenaamheden leidden. Het aanleggen van de pieren te IJmuiden had heel wat voeten in de aarde en vooral het afdammen van het IJ bij Schellingwoude voldeed niet aan de verwachtingen; door den slappen ondergrond stond men voor talrijke moeilijkheden, waar door het werk veel meer geld en tijd kostte dan gedacht was. Laatstbedoelde tegenvallers leidden er zelfs toe, dat de hoofdingenieur zijn ontslag indiende, aangezien de directie van de kanaalmaatschappij hem als zondebok be schouwde. met welk standpunt Dirks zich niet kon vereenigen. De directeuren kwamen op hun meening terug, zoodat Dirks in functie bleef. In hetzelfde jaar werd hij tot hoofdingenieur bij den waterstaat benoemd, waarbij zijn onbepaald verlof echter werd gehandhaafd. Dirks bleef in dienst der maatschappij tot deze in liquidatie ging wegens de overdracht van het Noord zeekanaal aan het rijk op 1 Januari 1883. Bijna twintig jaar lang had hij dus zijn bes te krachten aan het giganti sche werk gegeven. We kunnen er aan herinne ren, dat de regeering hem in Februari 1873 tot lid van een commissie onder voorzitter schap van jhr. G. F. van Tets had benoemd, die een onder zoek had in te stellen naar het peil, hetwelk het Noordzeeka naal wegens de eischen van de scheepvaart, de afwatering en van de waterverversching van de hoofdstad behoorde te heb ben. Talrijke eervolle taken heeft Dirks nog op zich ge nomen, zooals een onderzoek naar het inpolderen van een moerassige streek in Spanje (1876), het lidmaatschap van het bestuur voor het congres, dat zich met het aanleggen van het Suezkanaal bezig hield (1879), waarna hij met De Les- seps Panama bezocht en het ontwerpen van een droogdok voor Chili, waartoe hij naar dit land reisde. Ook is hij lid van de Tweede Kamer ge weest Dirks, die zooveel groo te en over het algemeen uit stekende ideeën had, overleed 25 December 1886 te Amster dam. PREDIKBEURTEN 24, 25 en 26 December. IJMUIDEN. Oud-Katholieke Kerk (De Goede Herderkerk), Velserduinweg: Zondag 9 u. H. Dienst; Maandag 8.30 u. H. Dienst; Dinsdag geen dienst. BEVERWIJK. Gereformeer de Kerk. C. H. Moensplein: Zondag 9.30 en 3 u. ds. M. Feitsma; Maandag 9.30 en 3 u. ds. M. Feitsma; Dinsdag geen dienst. Oud-Katholieke Kerk (gebouw Vi-ijz. Herv.), Park laan: Zondag en Maandag geen n. T-ï Dienst. SANTPOORT. Oud-Kath. Kerk (Ned. Herv. Kerk) Burg. Enschedélaan: Zondag en Dins dag: geen dienst; Maandag 3 u. H. Dienst. HOND ZONDER EIGENAAR. In de week van Vrijdag 15 tot en met Donderdag 21 De cember kwamen er bij de poli tie geen aangiften van in de gemeente V eisen gevonden voorwerpen binnen. Wel werd er een hond (een Groenendaler reu) aangetroffen, waarvan de eigenaar onbekend is. Over dit dier zijn op de gebruikelijke uren aan het hoofdbureau van politie, Tiberiusplein te IJmui- den-Oost, inlichtingen te ver krijgen. Het aantal gevangenen. Het door de Duitschers bij hun offensief gemaakte aantal gevangenen is thans tot 25.000 gestegen. Dit cijfer wordt, zoo is te Berlijn verklaard, belang rijk overtroffen door het aantal dooden en gewonden. Van het Westelijk front. Uit het gebied van Aken wordt gemeld, dat aldaar alle aanvallen zijn geëindigd. Aan het front van de Saar moest het 3e Amerikaansche leger een deel zijner vooruitgescho ven posities opgeven. Ook bij Dillingen werden de Geallieer den uit hun steunpunten ver dreven. Aan het geheele front is een versterkte Duitsche actie merkbaar. Het Westelijk front, aldus wordt verder uit Berlijn ge meld, levert het merkwaardig beeld, dat de Geallieerden hun reserves van diverse punten wegtrekken, om in de Noorde lijke flank van het Duitsche front te stooten. Op verschil lende plaatsen, o.a. bij Malmé- dy werd reeds een deel dezer reserves vernietigd. Overal zijn de door de Duitschers ge stelde doelen bereikt, hier en daar zelfs voorbijgestreefd. HEEMSTEEDSCHE BOOMKAPPERS ACTIEF. De boomkappers maken in Heemstede nog steeds van de duisternis gebruik om zich op clandestiene wijze een hoeveel heid brandhout toe te eigenen Zoo werden er onder anderen op het Haemstedeplein en aan den Kadijk boomen buitge maakt. D. R. MANSHOLT - arts Santpoort-Station Voorloopig alleen spreekuur Maandags, Woensdags en Vrijdags van 12 uur. (FILIAAL DER N.V. VAN W. J. INNEMEE EN ZONEN, DEN HAAG) EERSTE HAARLSEMSCHE BEGRAFENIS. ONDERNEMING VOORHEEN R. SMINK KINDERHUIS VEST 29-33 HAARLEM Vraagt inlichtingen over: INSCHRIJVING IN HET ARCHIEF

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsche Courant | 1944 | | pagina 2