Bl\\E\LA\D. Haarlem, 26 Sept. 1883. Naar wij vernemen, verbetert de toestand van den minister van Staat, mr. Modderman, in die mate, dat liij nog vóór den winter de terug reis naar Nederland zal kunnen aan vaarden. De verzameling van kunsten oudheid van den heer H. Wigcrs- ma Tz. te Leeuwarden is bij vreem deling en landgenoot te recht ver maard. Met belangstelling zal daar om zeker worden vernomen, dat al de door dien heer verzamelde schat ten van kunstnijverheid eerstdaags (3 Oct. en volgende dagen) geveild zullen worden, en wel te Amster dam, onder directie van Frederik Muller Co. bij welke firaa een dikke catalogus het licht zag. Men beginne met dezen catalogus, die een zeer interessante lectuur aan biedt, voor 25 c. te bestellen, en tal van beminnaars van onze vroe gere kunstnijverheid in het drijven van zilver, het snijden in hout, het bewerken van de leemaarde tot fraai aardewerk, het ciseleeren van glas en het damasseeren van wa penen, zullen zich opgewekt ge voelen om van de kijkdagen te profiteeren en een verzameling te gaan bezichtigen, waarvan de leden van het Bestuur van het Friesch Genootschap van Geschied-, Oud heid- en Taalkunde te Leeuwarden (mr. J. Dirks, voorzitter) op de eerste pagina van den catalogus unaniem getuigen, «dat de collectie van den heer Wigersma de bezichtiging overwaard is.» De Ned. Handelmaatschappij verzoekt ons mede te deelen, dat, naar aanleiding der openbaar ge maakte briefwisseling tusschen haar en de Vereeniging voor Suriname, een groot aantal jongelieden zich tot haar heeft gewend, met ver zoek een-aanbevelingsbrief voor hare agenten in Suriname te ontvangen. Daar het zelfs niet mogelijk is, aan alle ontvangen aanvragen te voldoen, kunnen verdere in geen geval in aanmerking komen. De Ned. Handelmaatschapp zal thans eenige jongelieden van aanbeve lingsbrieven voorzien, en hoopt dat deze eerste proefneming spoedig aanleiding moge geven, de gelegen heid daartoe opnieuw open te stel len. Alg. Hdbl. De fancy-fair van jl. Zaterdag heeft, naar wij vernemen, ongeveer ƒ28,000 opgebracht, met inbegrip der entreegelden. De leden van de Société des Ingénieurs Civils te Parijs, die de afgeloopen week ons land kwamen bezoeken, en aan wien bij die gele genheid door de directie der Maat schappij tot exploitatie van Staats spoorwegen een diner werd aange boden, hebben alstoen een bedrag van 550 francs ter beschikking ge steld, ten behoeve van de ongeluk- kigen door de ramp in Indië. Amsterdam. In de Quel- lijnstraat alhier is Maandagochtend een man, die ouder gewoonte den vorigen avond thuis was gekomen met een roes aan, dood op bed ge vonden. Rotterdam. In de Dinsdi^ middag gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel werd medegedeeld, dat de minister van waterstaat zich tot het bureau der XIX. De tijd kwam eindelijk, waarin Erwin von Loneck voor de erken ning van zijn eigen geheim stond en waarin hij zich zelf moest be kennen, dat, wanneer de echtverbin tenissen in den hemel worden ge sloten, Hilda en niemand anders voor hem bestemd was, want zij was het eenige meisje op de wereld, dat hij waarlijk innig kon beminnen. Hij wist, dat deze liefde zijn verderf was, dat hij met de rijke, schitterend schoone Freia was verloofd, en toch behoorde zijn geheele hart aan Hilda. Dat zij arm en onbekend en de dochter van eenen man was, die over 't algemeen met den nek werd aangezien, dat deed bij hem niets af. Indien hij vrij was geweest, zou hij haar in zijne armen gedrukt en gesmeekt hebben zijne vrouw te wor den. Nu echter, nu hij het met zich zelf eens was hoe zeer hij haar be- Kamer had gewend met de vraag, of het bericht in de dagbladen, dat de uitvoerhandel naar Frankrijk zooveel verminderd is tengevolge van het ontbreken van een handels- tractaat met Frankrijk, juist is te achten. Het bureau der Kamer had van officieele zijde te Havre ver nomen dat bedoeld bericht volko men juist was en dit den Minister medegedeeld. Ook eeue firma te dezer stede, Balguérie en Zn., heeft zich, deelde de Voorzitter mede, met een adres tot de Regeering gewend, om over de schade, door het ont breken van een handelstractaat met Frankrijk, te klagen. Op het verzoek van den minister van koloniën, om het gevoelen der Kamer te vernemen omtrent het geen voor Curasao te doen is, met het oog op het Panamakanaal, be sloot de Kamer er op te wijzen, dat vooral voor de stoomvaart moet gezorgd worden, daar de zeilvaart door genoemd kanaal zeker niet be vorderd zal worden. Ook acht de Kamer het gewenscht, dat de re geering eene missie uitzende, om in Zuid-Amerika te onderzoeken, welke uitbreiding ons consulaatwe zen aldaar vereischt. De Kamer besloot zich te bekla gen over de bestaande kaart van den waterweg naar zee, waarop zelfs wrakken worden vermeld, die al lang geleden opgeruimd zijn. Op deze wijze, meende men, wordt on- noodig de goede naam van een vaarwater aangerand. Oud-Beierland. Deze ge meente boet wel zwaar voor haar diepgewortelden, doch ongegronden afkeer van het pokken-inenten. Reeds vele weken waart er de pokziekte vreeselijk rond, dag aan dag komen er nieuwe ziektegevallen bij, en schier eiken dag vallen een of meer slacht offers van hun blind gehoorzamen aan de ingevingen der anti-vaccine mannen. De vorige week kwamen er in dit plaatsje 20 ziektegevallen bij, 4 met doodelijken afloop. Het totaal der aangetasten bedraagt reeds 260, dat der overledenen 64. (B. A'.) Renkuin. Naar men verneemt zal het paleis van Z. M. den Koning op het landgoed Oranje-NassaiCs- Oorddoor aanbouw aanmerkelijk worden vergroot en verfraaid. Alhier zijn Zaterdag in de Herv. kerk niet minder dan 67 ruiten door het inwerpen met steenen ver brijzeld. Aan de nasporingen der politie is het gelukt, de daders te ontdekken. Het zijn twee knapen, leerlingen der christelijke schooi. Zij hebben reeds bekend: Breda. Alhier had Maandag voorm. een vreeselijk ongeluk plaats. Eene jonge dame uit Oosterhout, mej. A., op het punt naar Indië te vertrekken, sprong, nabij het station alhier, van de nog bijna in volle vaart zijnde stoomtram en was oogen- blikkelijk een deerlijk verminkt lijk. Groningen. De sedert 14 Sept. ten nadeele van K. Oudman, te Bedum, ontvreemde kleine blik ken trommel bevatte verschillende geldswaarden, als: obligatiën Rus land, aandeelen Groote Russische Spoorweg-Maatschappij, bankbiljet ten van 200, 40 en 25. muntbiljetten van 10, gouden tienguldenstukken, zilvergeld en onderscheiden hypotheek-akten, be nevens nog andere obligatiën. De officier van justitie verzoekt opspo ring en bericht. Veiiloo. De huzaar die Zon- minde, wilde hij haar nog slechts eenmaal zien en dan voor goed vaar wel zeggen. Deze vreemde omstandigheden brachten hem zelf in verwondering. Het meisje, dat hem meer beminde dan haar eigen leven, was zeer schoon en bracht haren aanstaanden echt genoot groote rijkdommen aan, en toch klopte zijn hart niet warm voor haar. Zij beminde hem hartstochtelijk en wijl haar geluk hem ter harte ging en haar van hem verklaarde, dat haar leven in gevaar was en wijl zijn hart vrij was, daarom en gageerde hij zich met haar. En nu, nu hij gebonden was verscheen er een meisje, dat zijn geheele hart in beslag nam en slechts voor hem geschapen scheen te zijn. De eene beminde hij met geheel zijn hart en de andere moest hij huwen. Wat was het meest rechtschapene? Zou hij zijne belofte houden, weg gaan dagnacht alhier is doodgeschoten was de milicien T. uit Maastricht, die den 27sten dezer met groot ver lof naar huis zou gaan. Deze wilde zijn kameraad, die door de rnaré- eliausées, welke tot handhaving der orde in dienst waren, ontzetten, en werd daardoor met laatstgenoemden handgemeen. Hij wierp hen meer malen tegen den grond, trachtte de karabijn af te nemen en wilde deze volstrekt niet loslaten, ook toen niet het bedreigde schot zou gelost wor den. Hij hield een der maréchausées cast, waarop de andere inaréchausée het schot lostte en den huzaar on middellijk deed vallen. De jongeling J. die daar achter stond, bekwam een schampschot aan den voorarm. In dien nacht is op meer plaatsen door huzaren gevochten. GEMENGD NIEUWS. Op een vergadering in Fries land moest een stemming plaats hebben. Twee personen wilden on zijdig blijven, en om zulks goed duidelijk te maken, leverden zij elk een stembriefje in waarop stond: v. Blanco.» Onder den naam van Société internationale des electricians» is te Parijs een nieuwe, wetenschappelijke instelling in het leven geroepen, welker zetel is gevestigd aan het departement voor de posterijen en telegrafie en waar ieder toegang heeft, die belang stelt in de weten schap der electriciteit. Het genoot schap, dat in geenerlei handels- of nijverheids-onderneming betrokken mag zijn, heeft voornamelijk ten doel: 1. bijeen te brengen, in het belang der studie, alle inlichtingen en stukken betrekkelijk de electri citeit; te bevorderen de uitbreiding* en de ontwikkeling van de electri citeit, door bijeenkomsten, vergade ringen, periodieke uitgaven, giften in instrumenten of in geld, enz. Een blad van Kassei verhaalt den volgenden onheilspeilenden droom. Een mijnwerker te Mönche- berg verhaalde vóór eenige dagen aan zijn makkers, dat hij in een droom een lijk had gezien, liggende in een schacht, waar niet meer ge werkt wordt. Toen nu een poosje later de werklieden de bewuste schacht voorbijgingen, was een hun ner zoo nieuwsgierig om te onder zoeken, of er werkelijk een lijk lag. Bij de beweging om eenige planken te verschuiven, verloor hij zijn evenwicht en viel naar beneden. Een zijner kameraden wilde hem helpen, doch werd door mijngas bedwelmd. Eerst na geruimen tijd kon men beiden te voorschijn halen, doch slechts als lijken. De droom had dus nog slechts de halve waar heid voorspeld. Duitschland is tot voor eenige maanden tamelijk verschoond geble ven van de druifluis, de Phylloxera vastatrixwelke vooral in Frankrijk sedert jaren in de wijnbouwende districten voortdurend grooter ver woestingen aanricht. Dezer dagen is echter in de nabijheid van Wies- baden, op den Ehlinger wijnberg, een nieuw middelpunt van besmet ting gevonden. Onverwijld zijn, volgens de gege ven voorschriften, de noodigc midde len aangewend, om de verdere uit breiding van het kwaad tegen te gaan. Tot heden zijn, voorzooverre bekend, acht dergelijke middelpunten van besmetting waargenomen en over een vrij aanmerkelijke uitgestrekt- en nooit meer Hilda's schoon gelaat aanschouwen? Zou liii de eenige liefde zijns levens opgeven en een meisje huwen, dat hij niet beminde, waaraan hij echter door eene ge lofte gebonden was? Wat was het beste? Was het dan wel goed, zon der liefde te huwen, of was het mis schien beter elke andere verbintenis te verbreken en dan de oprechte beminde te huwen? Erwin von Loneck was radeloos. Welk besluit hij ook mocht nemen, altijd hield hij redenen tot zelfver wijt over. Hij had meer tijd moe ten nemen om over de zaak na te denken, en na zijne verloving moest hij tegenover Hilda voorzichtiger geweest zijn. Nu wist hij, dat hij Hilda sedert de eerste ontwaking had bemind en dat het eene fout was, haar voor de tweede maal te zien. Toen dag en nacht haar schoon gelaat hem voor den geest st toen had hij het moeten weten heid lands zijn de wijnstokken ver brand en is het terrein ontsmet. De ijverige pogingen in 't werk gesteld om te ontdekken, vanwaar de besmet ting was overgebracht, zijn tot heden vruchteloos geweest. Een internationale gauwdief is door de Berlijnsche politie gearres teerd. De Magdeb. Zlgverhaalt «Een jong man was hier den llden dezer met een ouden heer op het Lehrter-station uit Holland aange nomen en beiden begaven zich naar de Urbanstrasse, waar zij logeerden bij eenen bloedverwant van den ouden heer. Door buitensporige uit gaven in koffiehuizen en restaurants trok de jonge man reeds in de eerste dagen de aandacht van de politie, en ten slotte werd hij naar het bureau meegenomen en daar ondervraagd. Hij weigerde echter alle inlichtingen omtrent zijne afkomst, het doel van zijne reis en den oorsprong van het bij hem gevonden g'eld, bestaande in een Belgische banknoot van 1000 francs, 9 stuks Servische spoorweg- actiën en Hollandsch zilvergeld. In zijn koffer vond men een inbrekers werktuig, in een Pruisische c©urant gewikkeld. Gevraagd wat hij daar mede deed, antwoordde hij kalm: «lk reis van land tot land en steel overal, waar ik wat vind.» De oude heer, die in zijn gezel schap werd aangetroffen, zegt, dat hij den ander in een dorp bij Rot terdam leerde kennen en door be- driegelijke voorspiegelingen verlokt, hem naar Berlijn gevolgd is. De naam, onder welken de oude heer den man kent is valsch en men weet nog altijd niet met wien men eigen lijk te doen heeft. Hij is 25 jaar oud, draagt een blonden knevel, heeft een verticaal litteeken op 't voorhoofd en spreekt Fransch, Hollandsch, ge broken Russisch en zeer weinig Duitsch. Yan den onlangs kort na zijn terugkomst van Madagascar over leden schout-bij-nacht Pierre ver haalt Figaro de volgende karakte ristieke bijzonderheid. Het was vóór den oorlog van 1870, toen Pierre noch eenvoudig luitenant-ter-zee was, en hij zich op een morgen vrij onverwachts tot kommandant van een schip zag bevorderd. Op den dag dat hij het kommando over nam deed hij de epuipage op het aantreden en richtte tot Janmaat de volgende, even lakonieke als krachtige, speech: «Officieren, on derofficieren en matrozen! Daar ik eerst daar straks het kommando op dit schip heb overgenomen, kunt gij mij nog niet kennen. Mijn naam is «Pierreen ik ben nog harder dan mijn naam! Inrukken!» Bij een brand te Zalk hebben twee varkens een onbeheerd vaatje peper muntjes leeggegeten. Zij moesten hun snoeplust met den dood bekoopen. De brand, eergistermiddag ont staan in het kon. arsenaal te Wool wich, heeft betrekkelijk weinig na deel gedaan, ofschoon de stad Wool wich gebombardeerd is geworden. De brand ontstond in een afgezon derd gebouw, de bewaarplaats van al de raketten, de oorlogsvuurpijlen, die vooral in gevechten met Aziaten en Afrikanen gebruikt worden. Een man en een jongen waren bezig de raketten, die uit Indië en de Kaap waren teruggezonden, na te kijken en ze opnieuw te verven, Nu ook werd het hem duidelijk dat schoonheid, rijkdom, titels en maat schappelijke positie geene waarde voor hem hadden zonder Hilda. Hij was diep ongelukkig. Waarom kan ik het meisje niet liefhebben, dat ik huwen moet, riep hij in vertwijfeling uit. En waarom mag ik die niet huwen, welke ik bemin? En als hij aan het lange leven dacht, dat nog voor hem lag, dan zag hij geluk noch tevredenheid in 't verschiet. De wereld kon hem immers zonder Hilda geene geluk zaligheid aanbieden. Gaarne was hij met Hilda's ge voelens bekend geweest, namelijk of zij hem beminde en dan weder deed hij zich zelf verwijten daarover. Ja, hij wist het wel, dat zij hem lief hadhij had het dien avond in hare oogen gelezen, toen een nieuw, nog onbekend leven zijne borst door gloeide. toen een der vuurpijlen ontploftte, de loods in brand stak en den man en den knaap doodde. De eerste raket, die uit de loods omhoog steeg en met een boog regelrecht op de dichtbevolkte straten van Plumstead Hills aanhield, was er een van 24 pond. Hij kwam neer bij de voordeur van den predikant van Plumstead, den heer Mac Allester, en barstte uiteen, zonder iemand te wonden. De ontploffingen en het sissend- knetterend geluid der vuurpijlen, als ze door de lucht snorden, waar schuwden overal de bewoners en voorbijgangers, die met veel tegen woordigheid van geest, zich achter de .huizen verschuilden, zich dicht tegen de muur dringende. Eenige der raketten ontploften op daken en in tuinen op twee mijlen afstand van het arsenaal. Een raket viel in een kinderbewaarschool in Plum stead. Banken werden stukgeslagen doch geen kind gewond. Een tweede vernielde een kruidenierswinkel, een derde viel in den manufacturenwin kel van J. K. Paine, welke vol klan ten was, maar toch ontkwam ieder zonder wonden. Twee vrouwen, die op den straat weg buiten Woolwich liepen, wer den gedood door een 24-ponder, welke vijf mijlen (anderhalf uur gaans) van het arsenaal neerkwam. ^Deze raketten hebben zulke kracht dat enkele gaten sloegen in de mu ren van het arsenaal. De groótsta moed werd door de werklieden bij het redden getoond. Met emmers water poogden ze den brand te blus- schen van den loods, toen de uit barstingen begonnen, hopende den man en den jongen nog te redden Gedurende een paar uur hadden twintig ontploffingen per minuut plaats. (Hbl.) lef Gerrit opis tentoonstellii. Van onzen Amsterdamschcn correspondent. In het midden van deze galerij waren op verschillende tafeltjes, uit stallingen van snuisterijen, die alzoo tot het hedendaagsche toilet, zoowel van de dames als van«de heeren be- hooren. Armbanden, doekspelden oorbellen, manchetknoopen in massa, en van allerlei stoffen vervaardigd. Vele van deze artikelen zagen er niet onaardig uit, en de verkoop sters, die wij-nagenoeg bij elke in zending aantroffen, maakten naar het ons voorkwam, goede zaken. Als je dat alles zoo eens nagaat, zei neef, wil ik het wel gelooven, dat de Amsterdamsche winkeliers over het algemeen klagen over slapte in de zaken. Zij, die de tentoonstelling bezoeken, kunnen hier alles vinden, wat ze maar begeeren, en de mees ten willen gaarne iets medenemen. Het geld echter, dat hier ontvan gen wordt, kan men elders niet be steden, zoodat de tentoonstelling aan onzen winkeliers geduchte con currentie bezorgd heeft. Voor de goedkoopte behoeft ge hier echter niet te gaan, merkte ik op, want men geeft hier zijne waren niet voor een appel of een ei weg. Zie maar eens die armbanden, die zijn dunkt mij, met een rijksdaalder goed be taald. Tusschen al die meubelen in, stonden zoo hier en daar ook nog andere inzendingen verspreid. Zoo zagen wij struisvederen, die, met hunne schelle kleuren, ons niet bij zonder aantrokken, terwijl wij elders eene étalage van klokjes en pendu- O, indien ik toch vrij was dacht hij zuchtend. Het kwam hem zeer onmannelijk voor, maar hij kon het niet veranderen; bittere zuch ten stegen uit zijne borst op. Hij wist, dat hij tot eene beslissing moest komen, hij mocht niet langer met vuur spelen en moest weten wat hij zoude beginnen. Na het diner sloeg de graaf voor een uur naar zijne kamer met schil derijen te gaanhij had daar zulke fraaie stukken hangen. Ook bevon den zich er vele portretten zijner voorvaderen. Marmeren beelden en kostbare vazen met bloemen waren overal aangebracht. De gravin had zich in een' gemakkelijken armstoel neergezet en beschouwde van daar de heerlijke voortbrengselen van kunst rondom haar. Vooral namen twee der gasten hare opmerkzaam heid in beslag. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1883 | | pagina 2