Baron Van Nagell van Ampsen is j
ontslapen.
Op 26 Juni 1784- geboren, werd
hij in 1814 door Koning Willem I
tot Kamerheer benoemd en bleef
hij als zoodanig in werkelijken dienst
bij den Prins van Oranje en verge
zelde Z. K. H. naar St. Petersburg
bij gelegenheid van HDs. huwelijk
met Grootvorstin Anna Palowna.
Door de Staten van Gelderland in
1.822 gekozen tot lid van dè Tweede
Kamer der Staten-Generaal, bleef
hij onafgebroken in 's Lands Raad
zaal zetelen tot 1849.
De overledene behoorde tot. de
conservatieve partij en met kracht
verhief hij gedurende zijn parle
mentaire loopbaan zijn stem tot
verdediging van haar beginselen.
Baron Van Nagell was ridder
der orde van den Nederlandse hen
Leeuw eu Commandeur van die der
Eikenkroon. (D. tan 's-Hagel)
Uit het jnarlijksch vereng, betreffende
bet Nederlandsch G.istluiis voor Ooglijders
I.b Utrecht, uitgebracht door den directeur,
prof. F. Donders, blijkt, dat liet sitm-
tul ooglijders in 1 SS3 met. 200 toenam
en in (hit jaar 2500 bedroeg, terwijl het
aantal der verpleegden van 435 op 330
verminderde; van de 2300 ooglijders, die
iii het gistliuis werden behandeld, bracht
Utrecht «r 361. Gelderland 242. Noord-
Holland 230, Zuid-Holland 257, Noord-
lirahant 136. De vermeerdering, ten be
drage van 200. geldt vooral de provinciën
Gelderland en Noord-Holland: voor deze
laatste bedraagt ze niet. minder dan OS,
ineerendcels gevallen, en wel in den lio-
vigsten graad, van de grnnuleuse oogziekte,
die te Amsterdam op schrikbarende wijze
onder de Israelietisch» bevolking ver
spreid is.
Wat de verpleging betreft, staan stad
en provincie Utrecht bij sommige andere
provinciën verre achter. Terwijl uit beide,
gezaine.nt.ijk, het aantal verpleegden zich
bepaalt tot 37, zond Noord-Holland er 33,
Zuid-Holland 43, Gelderland 68, Noord-
Brabant niet minder dan 91, Overijsel 37,
altijd dus meer nog dan de prov. Utrecht,
de stad daaronder begrepen. Dat Utrecht
een zooveel grooter contingent levert aan
de polikliniek, andere provinciën aan de
stationnaire (d. i, met verpleging), vindt
zijn verklaring, wat de polikliniek betreft,
in, den betrekkelijk geringen afstand en,
wat de verpleging aangaat, in den aard
der gevallen, wier belangrijkheid in den
regel toeneemt, naarmate ze uit meer af
gelegen oorden afkomstig zijn.
Uit die cijfers blijkt dat het gasthuis
meer is dan eon locale instelling, dat ze,
in weerwil van de oprichtiug van soortge
lijke instellingen in andere provinciën, wat
ze was bij haar vestiging, een «Nedorlandsch
Gasthuis voor Ooglijders" gebleven is.
Voor de vermindering van het aantal
verpleegden, die bijna uitsluitend de pro
vincie Overijsel betreft, is geen grond te
vinden, en ze moge daarom wel als toe
vallig gelden.
Onder de operaties telden 43 als ex
tracties. IS puncties van cataract, bijna
100 iridectomien (d. i. uitsnijding van een
gedeelte der iris, tot vorming van kunst-
matigen oogappel of tót andere doeleinden),
34 peesklievingen tegen scheelzien, 13 ope-
ratien tegen binnenwaarts gekeerde oog
leden, 25 exstirpatie3 van oogbol bij ont
aarding of gevaarlijke verwonding enz.
In het Verslag van het vorige jaar
werden de plannen tot verbetering en
uitbreiding van het. Gasthuis kenbaar
gemaakt. Regenten en Bestuurders wcnsch-
fcen een nieuw gebouw te stichten, dat
aan alle cisehen voor ziekenverpleging
beter zou voldoen, tevens in de behoefte
zou voorzien voor een tweede klasse van
ijjders, een !>ehoefte, niet minder sterk
gevoeld, dnu die voor behoeftige». en, op
niet te grooten afstand van bet Zieken
huis gelegen, de waarde der instelling als
inrichting van onderwijs zou verhoogen.
De beschikbare middelen waren daartoe
echter geheel ontoereikend.
Tot het bereiken van het doel, werden
Prof. Snellen en Prof. Donders gemach-
leden met al zijne ontzetting ver
scheen haar in den geest, toen zij
het gelaat aanschouwde, dat haar
niet weer toelachen of boos aanzien
kon.
De generaal, welke dit aangrij
pend tooneel gadesloeg, zeide in zich
zelf, dat het beter geweest was, dat
vader en dochter elkander niet weer
hadden ontmoet. Het zouden geene
aangename woorden geweest zijn,
welke zij zouden wisselen.
Ik ben te laat gekomen!
snikte Frëia. O, Hilda, als ik
nog slechts een enkel maal met hem
had kunnen spreken. Ik dacht zoo
dikwijls aan hem en was dan altijd
zoozeer bezorgd, en nu ben ik te
laat gekomenVertel mij van hem,
zeg mij. of hij van mij gesproken
heeft, of hij mij wenschte te zien.
Hij was immers mijn vader!
De generaal wenkte de vrouwen
om hem te volgen en de pastoor
met den doode alleen te laten. Toen
tig<l zich alvast te wenden tot de Nederl.
Geneeskundigen, met liet. aanzoek: dat
ieder hunner, in den kring fijner patiënten,
zijn invloed in het belang der instelling
mocht, doen geldenen, onder medewer
king der overige geneoskuudige leden van
het. College van Regenten, de Heoren Prof.
Dover. Dr. Imnus en Prof. Dr. I.oncq. die
aan het tot de geneeskundigen gerichte
adres ook het gezag leenden van hunnen
nauiu, is ;mn genoemde machtiging gevolg
gegeven. Vele geneeskundigen nu gaven
aan dien wensch bereidwillig gehoor en
do overtuiging, dat de instelling op de
sympathie van het Nederlandsche volk
mag rekenen. Het grootste deel, en dit
lag in de bedoeling, werd geschonken
onder den vorm van bijdragen inééns, eu
deze zulten, ook met de voorloopige renten,
uitsluitend bestemd blijven voor do ver
betering en uitbreiding der instelling het
doel, waarmede zij werden toegekend.
Hoe er met; melk geknoeid
werd, daarvan geeft het Ar. v. d. D.
een staaltje.
Gisteren ochtend kon op de melk
markt te Amsterdam ieder voorbij
ganger waarnemen, hoe een jonge
Over-Ysche boer openlijk uit eene
halve-pints-maat een geelachtig
kleursel in zijne koopwaar goot en
het er met zijne vuile handen door
heen mengde.
Eeltige voorbijgangers, die bleven
staan om naar deze walgelijke knoeie
rij te kijken, en daarover tegen el
kander hunne opmerkingen maakten,
werden door den kinkel nog uitge
scholden.
Haarlemmermeer (aan het Ka
naal). In deze gemeente woont
volgens de Wageningscke Cl. de
vrouw van zekeren G., die thans
reeds gedurende twee jaren achter
slot en grendel zit wegens diefstal.
Ofschoon moeder van twee kin
deren, toonde zij wel wat al te vriend
schappelijk te zijn met een visscher,
zekeren J. B., van Woubrugge, die
voor een lieer uit Aalsmeer zijn
werk aldaar verrichtte.
Het gezelschap van vrouw G.
scheen den visscher zoo goed te be
vallen, dat hij vrouw en twee kin
deren te Woubrugge verliet en bij
haar ging wonen.
Daar zij nu eiken dag liep te
pronken met een nieuwe japon, gou
den hoofdnaalden, pantoffels enz.,
besloten de buren hieraan voorgoed
een einde te maken.
Zondagavond vereenigden zich
een vijftigtal dorpsbewoners, zoo
wel van het mannelijk als vrouwe
lijk geslacht, en deze verlangden
dat J. B. naar buiten zou komen.
Toen hij niet verscheen, klom rnen
op het dak en baande men zich zoo
een weg naar beneden.
Het minnende paar had zich ver
borgen op den zolder eener buur
vrouw en van daar vluchtte J. B.
gewapend met een knuppel, naar
buiten, liep op een draf door het
land totdat men hem eindelijk te
pakken kreeg. Hij moest zich eene
onderdompeling in eene moddersloot1
getroosten, kwam daar echter weer
uit en liep door tot de Nieuwe We
tering en Roelofarendsveen, waar
zich eeuige vroolijke veenders bij
den optocht aansloten. Natuurlijk
was onderweg- voor muziek gezorgd,
voortgebracht door middel van stof
fers en blikken, tangen en poken enz.
Eindelijk kwam hij aan zijne wo
ning te Woubrugge. Hij werd daar
bij zijne vrouw gebracht en genood
zaakt voor zijne gade een voetval
te doen. Het volk moest hij vergif
fenis vragen en tevens legde hij de
belofte af nimmer meer in de wo-
hij een uur later terugkwam hiel
den zij elkander in de armen en hij
legde bij zich zelf de gelofte af, dat
zij van nu af aan niet weer geschei
den zouden zijn. De dood had zijn
hart, week gemaakt: hij gevoelde
zich tot het verlaten kind zijner
zuster aangetrokken. Hij besloot
Hilda mede te nemen en haar niet
weer van zich te laten gaan.
XXVI.
De dood is een groot verzoener,
en generaal von Wieburg, die Gott
fried Sturm bij zijn leven veraf
schuwd had, liet hem nu in den dood
alle eer wedervaren. Hij bleef met
de beide meisjes in het sterfhuis en
zorgde voor de begrafenis.
Geheel zonder opzien ging de
kleine begrafenisstoet den groenen
heuvel voorbij naar het kleine kerk
hof. Weinigen wisten, dat de eeus
zoo populaire «volksvriend» naarzijne
laatste rustplaats gedragen werd;:
ning van vrouw G. te komen,
's Nachts om twee uren was alles
nog niet iii rust.
Meer dan twee uren had de man
moeten loopen; het tochtje zal hem
heugen
Beverwijk. In de Woensdag
avond gehouden Raadsvergadering
werd de gemeentebegrooting aan-i
geboden. Zij bedraagt in ontvangst
en uitgaaf de som van/39,396.47,
Het Dag. Bestuur stelt, bij den gun-
stigen stand der financiën, voor,
over te gaan tot vermindering der
opcenten op het personeel van 70
tot 65, eu verder wordt het uitzicht
geopend om door betere klassificatie
en percentage voor den hoofdelijken
omslag, de heffing daarvan tot een
bedrag van 90 pc. te doen plaats
hebben. Nn wordt 100 pc. gelieven.
Niettegenstaande dezeverlagingkun-
nen niet alleen de noodige publieke
werken worden uitgevoerd, maar zal
men vook tot verhooging van ver
schillende tracteinenten kunnen over
gaan. Naar aanleiding eener missive
van het Witte Kruis is besloten dat
het Dag. Bestuur bij deskundigen
inlichting vragen zal, omtrent de
mogelijkheid om hier eene duinwa
terleiding tot stand te brengen, aan
gezien het drinkwater op verschil
lende plaatsen in deze gemeente te
vvenschen overlaat. Is eene duinwa
terleiding onuitvoerbaar, dan zal
men opnieuw tot proeven inetNor-
tonpijpen overgaan. Omtrent het plan
tot inrichting van een deel van het
Raadhuis tot post- en telegraafkan
toor, en daarmede in verband staande
verplaatsingder jongensschool.staak-
ten de stemmen, zoodat deze zaak,
reeds zoo lang aan de orde, weder
moest worden verdaagd.
Zaandijk. De Zaanlandsche
Kamer van Koophandel en Fabrie
ken heeft een zeer gemotiveerd adres
gericht aan den minister van Water
staat, Handel eu Nijverheid, ten
einde te verzoeken, de groote be
langen van koophandel en scheep
vaart aan de Zaan en in Noordhol
land benoorden het IJ te willen be
schermen tegen de eischen van Am
sterdam, welke slechts op de onze
kere to'ekomst zijn gebaseerd, terwijl,
zegt de Kamer, onze belangen de
tegenwoordige feiten ten grondslag
hebben. Het is de brug over het
Noorzee-kanaal, die dit adres heeft
uitgelokt.
Hoorn. De Gemeenteraad
heeft in zijn Woensdag gehouden
vergadering besloten tot toelating
van den heer J. J. Aghina als lid
van den Gemeenteraad; tot het
aangaan eener geldleening groot
f 60,000 tegen een rente van 41/a
p('t. 's jaars, ter bestrijding dei-
uitgaven voor de gasfabriek.
Hilversum. Een Schilder
alhier, Dinsdagavond laat uit Bus-
sum van zijn werk huiswaarts kee-
rende, is op den openbaren weg
door twee hem onbekende personen
aangerand en, ondanks zijn kracht-
dadigen tegenstand, van zijn beurs
en horloge beroofd.
Leiden. In een vergadering
van belangstellenden is besloten de
onthulling van het monument voor
Leidens ontzet, bepaald op 26 Mei
1884, feestelijk te vieren.
's Gravenhage. Aangaande
den moordaanslag Woensdag alhier
gepleegd wordt het volgende gemeld:
Woensdagavond werd hier ter
stede een poging tot moord bedre
ven, welke, door. omstandigheden
van des daders wil onafhankelijk,
gelukkig haar uitwerking miste.
wiens voordrachten dikwijls zooveel
opgewondenheid en enthousiasme
hadden veroorzaakt. De golven der zee
zongen voor hem een grafgezang.
Gottfried Sturm liet niets na dan
zijnen naam. Nadat de begrafenis
afgeloopen was, zat de generaal met
dc beide nichten in de kleine voor
kamer. Wijl nu de noodige ceremo
niën voltrokken waren, wilde de
generaal zoo spoedig mogelijk naar
huis terugkeerenhet diende immers
nergens toe, hier langer te blijven.
Zeer gaarne had hij Hilda met zich
medegenomen. Bij de eerste samen
komst was hij zoozeer met Freia
ingenomen geweest, dat hij van Hilda
weinig notitie nam. Hij wist slechts
dat zij schoon eu kinderlijk naïef
was, meteen echter was hij een wei
nig geraakt, wijl hem de trouwe
aanhankelijkheid aan een mensch
als Sturm, wel wat onverstandig
voorkwam. Hij nam de zuster mee
en verbood haar zelfs het noemen
Omstreeks 11 uren werden de be
woners der eenzame Prinsegracht,
in het gedeelte dat van de Brou
wersgracht tot den Singel loopt,
plotseling uit hunne rust opgeschrikt
door twee op elkander volgende pi
stoolschoten. Zij werden gelost door
een gepens.onderofficier Pon, van het
O. I. leger, genaamd M. oud 46
jareu. Deze persoon had op de straat
post gevat tegenover de woning
van ziine zuster de wed. L., aan de
Prinsegracht 60«, ten wier huize
inwoont het nichtje van genoemden
M., die van een partijtje huiswaarts
zou keeren.
Blijkbaar wachtte M. het 25-jarige
meisje op, om zijn voorafberaamd
plan ten uitvoer te leggen en een
aanslag op haar leven te plegen.
Toen zij circa 11 uur vroolijken
opgeruimd per rijtuig thuis kwam
en de woning binnentrad, drong M.
met liaar de voorgang binnen, loste
twee schoten op haar gelaat, waar
van één het doel miste. De tweede
kogel ging rakelings langs het hoofd
der jeugdige vrouw, zoodat zii er
met een schampschot afkwam.
Daarop richtte de snoodaard on-
iniddelijk het moordwapen op zijn
gelaat en schoot zich in de keel,
zoodat hij gevaarlijk gewend neer
zeeg.
De politie was inmiddels toege
sneld, die oogenblikkelijk genees
kundige hulp inriep. De geneeshee-
ren dr. Le Rutte en Mastboom ver
leenden de eerste geneeskundige
hulp aan den bedrijver van den
aanslag, die naar het gasthuis werd
overgebracht en voor wiens leven,
volgens heden ontvangen berichten,
geen gevaar bestaat. M. is intus-
schen ter beschikking' van de justitie
gesteld. De wonde die hij zijn slacht
offer toebracht moet van geringe
beteekenis zijn.
Een familiequaestie moet de drijf
veer tot dit voorval zijn.
Rozenburg. De alhier gezon
ken stoomboot Ethelwin is, juist op j
het oogenblik dat alles gereed was
om haar door middel van dynamiet
te doen springen, aan een Engel tin
man verkocht, die alsnog trachten
wil haar te lichten.
Utrecht. Het bericht in eenige
bladen vermeld, dat het Domplein
te Utrecht in plantsoen zou worden
herschapen, is meer dan te betwij
felen, wanneer men nagaat dat op
de stedelijke begrooting voor het
Domplein staat uitgetrokken een
post voor herstelling of zoo moge
lijk vernieuwing van bestrating
dat van 's morgens 6 uur tot mid
dernacht, om het kwartier post-
k-arren van het postkantoor naar
het Rijnspoor over het Domplein
af- en aanrijden; eindelijk, dat de
Domkerk, de hervormde Hoofdkerk
is, en dat men de talrijke bezoe
kers, vooral des winters aldaar niet
door plantsoen zal willen laten
baggeren. Het eenige zou kunnen
zijn, dat graaf Jan van Nassau een
bloem- of grasperk om zijn stam-
becld zou krijgen. Wat het pro
gramma op den dag der inhuldi
ging' betreft, in eenige bladen voor
komende, ook daarvan is nog niets
bepaald va.stg'esteld. Eerst tegen
morgenavond is Utrechts burgerij
bijeengeroepen om de feestelijkheden
te bespreken, en hangt zulks nog
veel af van den duur van Z. M.
verblijf op dien dagwel verneemt
men ook nog. dat Z. M. ontvangst
wellicht in de Uni-zaal (Academie)
zal plaats hebben en dat gedurende
drie dagen, van den Zondag vóór
van den naam haars vaders; zijn
ergernis gold echter den vader, maar
niet het meisje. Nu de oude man
gestorven was, scheen het hein het
beste ook, haar als kind aan te
nemen.
Hij deed haar den voorslag, als
zijne dochter bij hem te leven en
hem niet weder te verlaten. Het
hart van het meisje was echter nog
al te zeer met smart vervuld. Zij
kon zoo op eens niet alles vergeten
en den man, die haar als kind aan
nemen wilde, volgen, den man, die
eens haar vader, voor wien zij in
den dood nog' evenveel liefde ge
voelde als bij zijn leven, zoo zwaar
had aangeklaagd en beleedigd. Op
den dag der begrafenis vroeg de
generaal aan Hilda, wat zij van plan
was te doen. Zij antwoordde, dat
zij het voornemen had opgevat om
in het huisje te blijven wonen en'
door privaatles geven in haar on
derhoud te voorzien. Zij kon voor!
den onthulliugs-dag tot des I)ins-m
dags daarna, de burgerij van Ut-F
recht de oranje-kokarde zal aan-£\
nemen. ee
Arnhem. Een kapitein derp
rijdende artillerie alhier, bemerkte,^
nu bij daarvan weder gebruik wildety
maken, dat zijn overjassen op on-dt
verklaarbare wijze uit zijn woningbe
waren verdwenen. Een onderzoek,m
door de politie ingesteld, leidde totPr
de ontdekking van den dief, die des'p
kapiteins oppasser bleek te zijn,ni
welke ze bij een opkooper had ver-g<
koeht. De oppasser zal nu voor een te
krijgsraad terechtstaan. n<
Duinkerken. Alhier is de-
equipage der daar thuis behoorende
Marie- Gabriellc gearresteerd, wegens
moord, op den gezagvoerder van dit
schip in de Antilies gepleegd. Vol-er
geus de circuleerende verhalen onder «se
de bevolking, zou Lebègue zoop
heette de kapitein een man van pv
een heftig karakter zijn geweest, en p
niet alleen zijn manschappen ruw ize
behandeld, doch hen zelfs geslagen ht
hebben. Hierover woedend gewor- g<
den, staken de matrozen de hoofden jd<
bij elkaar, ten einde te beraadslagen vt
over een. voorstel, om den kapitein hi
aan den grooten mast te binden, het zt
schip onder aanvoering van den oi
opperstuurman te stellen tot aan de k
naastbijgelegen haven, en daar Le- di
bègue aan de autoriteiten over te pi
leveren. Ongelukkig hadden echter G
ook hier de heethoofden de overhand, z(
en werd besloten, den kapitein te rv
vermoorden, met welken taak zich di
twee Gorsicauen belastten, die liem vi
met. revolverschoten doodden. Ver- Z
volgens werd het lijk in zee gewor- d
pen. Terwijl men de equipage d
geboeid door Duinkerken's straten o
voerde, werd men getroffen door het d
zien van een tienjarigen kajuitsjon- tt
geu, die, blootsvoets, met een bun- v
deltje in de hand, voortschreed en S
heete tranen schreide; terwijl hij
zijne moeder, een Duinkerksche, uit t(
de verte snikkend toeriep, dat hij
onschuldig was. Arme knaap! v
Groningen. Vanhier wordt o
liet volgende gemeldToen de vlam-' h
men in den nacht van Zondag op
Maandag jl. reeds hoog uitsloegen d
uit het brandende perceel van den
koekbakker Bolhuis, waren de beide
knechts nog slapende. Nauwelijks a
vernemen 4 studenten dit, of zij k
snellen door rook en damp naar e
boven en hebben de voldoening, be- t:
doelde personen, die bewusteloos te -
bed lagen, met veel moeite naar A
beneden te dragen en zoo aan een o
bijna wissen dood te ontrukken. Wat a
zouden de Utrechtsche studenten hier h
wel van zeggen?
Winschoten. Zekere B. op n
Hessenbril woonachtig, Zondaga
vond jl. met zijn vrouw te liuis
zijnde, hoorde ruim 10 uur een V
schot vallen in de nabijheid zijner' o
woning. Buiten komende bespeurde o
B. in het duistere niet anders dan b
kruitlucht. Eenigen tijd later kwam
eene dochter te huis, doch niet de "v
jongere zoon, ruim veertien jaren a
oud, die zijne zuster om 9 uur was b
gevolgd, om evenals zij, de kermis <1
te kunnen bezoeken; de eerste ver- b
klaarde haar broeder niet te hebben d
gezien; de vader over diens uit-
blijven ongerust, verliet opnieuw
zijne woning en er om heen loopende s
stiet hij tegen een op den grond b
liggend voorwerp, waarin de man "v
•liet lijk herkende vau zijn eenigen J' -e
zoon,met een gapende doodelijke -
wonde, toegebracht in de linker-
borst, in de richting van het hart, d
7
zich meer dan genoeg verdienen. De ij-
generaal zag het jonge, schoone
meisje vol verwondering aan, maar 1
tevens nam hij zich voor om geene c
moeite te sparen om haar van liaar 1
dwaas voornemen af te brengen.
Het bleek echter zeer moeilijk te
zijn, Hilda voor de plannen van r
den generaal gunstig te stemmen.
In een groot huis leven, schoone I
kleederen en juweelen dragen, alle J
weelde der wereld bezitten, dat alles j
had voor Hilda niet veel waarde.
Het aanbod aan den generaal kon J
haar niet in verzoeking brengen
slechts de groote liefde tot Freia
kon haar daartoe dwingen. De ge- j
neraal behandelde de geheele zaak
zeer openhartig. i
Wordt vervolgd.)