BINNENLAND.
geenszins haar toppunt bereikt heeft,
kan men wel opmaken uit de ver
schillende tijdingen, die telkens van
nieuwe oproertjes spreken.
Haarlem, 30 Nov. '83.
De leden van de «Tatesclub» hier
ter stede hebben hunne pogingen
om gelden in te zamelen voor de
nagelaten weduwe en hare kinderen
van den zoo ongelukkig omgeko
men werkman der gemeente-reini
ging met uitstekendeu uitslag be
kroond gezien en zijn daarvoor den
inilden weldoeners dankbaar. Het
ingezamelde bedrag beloopt/241,46,
waaronder ƒ21,56 van de werklieden
der gemeentereiniging zeiven.
(H. Ct.)
Gisterenavond gaf de mannen-
zangvereeniging «Crescendo», onder
leiding- van haar uitstekenden en
talentvollen directeur, de heer An-
driessen, eene uitvoering in de Socië
teit Vereeniging» alhier.
De nummers waren bij -uitstek
goed gekozen het krachtig-e, ener
gieke geluid der goed geoefende
zangers voerde dezelve dermate uit,
dat het niet anders kan of èn musici
èn oningewijden moeten zeer vol
daan zijn geweest.
De koren, afgewisseld door de
heerlijke sopraan van Mejuffrouw
Heijer uit den Haag en het uitste
kende spel van onzen geachten
stadgenoot, de heer Schlegel, vol
deden uitstekend. In het Wie lijt
giji goed begrepen door de zangers
en den geachten directeur, was het
wilde stormgewoel en de verdere
toestanden, die in dit lied voorkomen,
alsmede in de Uitwijkelingenbij uit
stek goed nagebootst. Vinetahet
milodieuse Vinetadeed een ieder
aan, die gevoelig is voor verhe
ven zang, terwijl liet slotstuk ons
een schoon beeld der zee en hare
woeste elementen onder de oogen
bracht. Dit van Crescendo-, ook
een woord van lof komt den
beiden virtuosen op 't gebied van
zang en piano toe. Mejuffrouw Heijer,
heeft ons met een nieuw talent doen
kennis makenhaar lieflijk geluid,
vrij sterk ontwikkeld, bracht eenige
schoone arietta's ten gehoore en wij
hopen in Mejuffr. Heijer iemand te
zien, die wij hier niet voor de laatste
maal mogen hebben gehoord. Het
heerlijk pianospel van den heer
Schlegel, zijn rustige houding en
techniek alles te zamen, geeft ons
de verzekering dat wij weder een
pianist van den eersten rang moch
ten hooren.
Alles te zamen genomen is de
uitvoering van gisteravond ten zeer
ste naar wensch geslaagd, eene op
merking moet nog van «Crescendo»
worden gemaakt nl. hoe een zoo
betrekkelijk klein aantal zangers
zulk een krachtig geluid kunnen
voortbrengenwel zeker een bewijs
van hunne goede harmonische en
technische ontwikkeling en de onder
linge, krachtige samenwerking der
leden.
Hiermede wenschen wijCrescendo
voorspoed in hun verder streven en
hopen ook den volgenden keer weder
zulk een avond vol kunstgenot als
deze te mogen smaken.
Nadat door de directie der
Holl. IJz. Spoorw.-maats. dezen
zomer aan haar uitgebreid personeel
gelegenheid was gegeven met hunne
vrouwen de tentoonstelling te Am-
Wij doen groote tochten,
begon zij nu weder, en weten
meer van de menschen en hunne
gevoelens en gedachten, dan gij an
deren, die altijd slechts met uwsge-
lijken omgaat. Onder de mijnen ga
ik voor zeer verstandig door, want
het is mij inderdaad dikwijls ge
luk!;, zonder dat ik mijzelve er re
kenschap van geven kon, de juiste
snaar te treffen, en zoo zoude ik,
indien ik u niet eerst in Heinrode
en vervolgens op den Bloeksberg
aangetroffen had, het vermoeden
uitspreken, dat gij een chris
ten waartwant zulke menschen
dragen meest allen denzelfden trek
in 't gelaat, die mij bij u ook opviel,
en dat bij de christenen die dwaze
meening beteekent, dat alles wat
het leven aan genoegens biedt, ver
achtelijk en het geheele leven nie
tig is, in vergelijking met dat, wat
hun na den dood staat te wachten.
Toen zij dit gezegd had, barstte
sterdam kosteloos te bezoeken, zijn
thans ruime gratificatiën vérstrekt
aan ambtenaren en bedienden voor
de goede zorgen en drukke diensten
verleend bij gelegenheid van die
tentoonstelling.
Hoofd- en gewone1 conducteurs
ontvingen allen een gratificatie vol
gens hunnen rang van f25, f20 of
f 15voor de mindere beambten is
dat geld gestort in de rijkspost
spaarbank; de boekjes worden op
een nader te bepalen tijdstip uit
gereikt.
Met de Haarl-.Zandvoort spoor
weg Mij., zijn in de maand Oct. 1883
vervoerd: 9535 passagiers, waarvan
de opbrengst was 2154.55
van goederen - 631.83
van diversen - 148.84
Totaal ƒ2935.22
Zijnde per dag en per kilometer
ƒ11.14.
Amsterdam. Alhier is opge
richt eene vereeniging-, die zichten
doel stélt om, tegen betaling van
eene jaarlijksche contributie ten be
drage van fl. jongelieden van de
beide Israëlietische gemeenten uit te
huwelijken. De vereeniging draag-t
den naam van: Genootschap ten
voordeele van ongehuwde Amster-
damsche Israëlieten.
Bestuursleden zijn de heeren G.
Van Dien, J. L. Quiros en B. L.
De Gorter. (A. C.)
Gisterochtend was de zeevisch-
markt alhier zoo goed voorzien van
schelvisch, dat de prachtigste vis-
sclien voor 16 cent per stuk ver
kocht werden.
Eenige kerkgangers vonden
eergisteravond in het portaal van
de R. K. kerk, op de Keizersg-racht
bij de Westermarkt alhier, een nogal
goed gekleed kind van het manne
lijk geslacht, naarg-issing een maand
of drie oud. Door de zorg-en der
politie is de zuigelingin het beste-
delingenhuis opgenomen.
Deutichem. Naar men met
leedwezen verneemt, zal de heer
H. F. W. De Bruin, burgemeester;
dezer geneente, zijne betrekking
nederleg-gen wegens zijne benoeming
tot commissaris van politie te Amers
foort.
Vllssingen. EeneRotterdam-
sche, jonge dame, die op het punt
was met haren minnaar naar En
geland over te steken, werd Woens
dag avond nog juist vóór het ver
trek der mailboot Prins Hendrik
op verzoek der familie, door de po
litie aan boord van dien bodem
aangehouden. Ondanks alle tegen
streven zag het meisje zich genood
zaakt haren broeder, (die haar reeds
aan de Harwickboot te Rotterdam
te vergeefs had gezocht, en daarom
naar hier doorgestoomd was) naar
een hotel alhier te volgen, [terwijl
de verliefde galant de reis naar
Engeland aanvaardde. NR. Ct)
Zutfen. De op vermoeden ge
vatte v. V. heeft voor den officier
van justitie alhier bekend de moor
denaar te zijn van den man, wiens
lijk Maandagmorgen in de Noorder
haven te Zutfen gevonden werd.
Het onderzoek duurt nog voort, om
verschillende omstandigheden, die
door de bekentenis van den misda
diger nog niet volledig zijn bekend
geworden, op te helderen.
Aanleiding tot het ontdekken van
het lijk in de haven is het spelen
geweest van eenige knapen, die, een
hoed en een parapluie aan den kant
vindende, beide voorwerpen in het
zij in een schaterend lachen uit.
Ziet ge, zeide zij, dat
is het, wat mij van af het eerste
oogenblik tot u aantrok. Mijne na
tuur is geheel het tegenovergestelde
van de uwe. Voor mij is er niets
dan de vrijheid en het oogenblik.
Die mij tot iets wil dwingen, zou
ik haten, maar die mij bevalt, dien
schenk ik zonder bedenken mijn
gunst. Wat bekommer ik mij om
wetten of%eden! Vrij als een vo
gel in de lucht trek ik door de
wereld en jaag slechts het genot
na, want ellende en verdriet kome*
vanzelf.
Maar ik zie, zeide zij plot
seling, dat mijne woorden u
slecht nog treuriger maken. Gij
schijnt onherstelbaar te zijn. Zijt
gij met uwe familie hier? Waarom
loopt gij zoo alleen rond?
Omdat ik niemand heb, die
mij begrijpt en met wien ik sa
men kan zijn, gaf Groefwang
water werpende, den drijvenden
hoed nakeken. Iets verder van den
rand vond men een gedeelte van
een das, waardoor het vermoeden,
dat aan dezen moord eene worste
ling was voorafgegaan, bevestigd
werd.
Assen. Voor een talrijk ge
mengd publiek, waaronder velen
van de anti-revolutionnaire partij,
trad de heer F. Domela Nieuwen-
huis van 's-Hage eergisterenavond
op in de zaal der Werklieden-ver-
eeniging.
Zijne redevoering, tot verheerlij
king van het socialisme, werd dooi
den heer Lohman, officier van ju
stitie alhier, breedvoerig en zakelijk
weerlegd. Met tal van citaten, ont
leend aan de eig-en werken der
socialistische leiders en schrijvers,
wees de heer Lohman op het ver
derfelijke van het stelsel der socia
listen en op het practisch onuit
voerbare daarvan. Hij eindigde met
eene ernstige waarschuwing, vooral
aan de kleinen van geest, om zich
door het gehoorde niet op het dwaal
spoor te laten breng-en. (JV. R. Ct.)
Hoogwoud. Deze week ver
spreidde zich alhier het gerucht, dat
de heer C. Donker, notaris te Benne-
broek, een brandbrief had ontvan
gen, waarin hem, onder bedreiging
van moord, aangeraden werd op een
bepaalden avoncl een pakje met 1200
gulden neer te leggen aan het hek
zijner woning. Dat gerucht is ge
bleken waarheid te zijn. Werkelijk
verscheen op genoemden avond een
jongeling uit de gemeente Abbekerk
op de plaats, om het pakje af te
halen. Natuurlijk waren de noodige
politie-maatregelen genomen en werd
de jongeling gegrepen. Door de jus
titie in verhoor genomen, vertelde
hij, dat hij op zijn weg van Wag-
num naar Abbekerk twee mannen
was tegengekomen, die hem verzocht
hadden, dat pakje te halen en het
naar eene nabij gelegen herberg te
brengen, waar zij het van hem in
ontvangst zouden nemen. Bij onder
zoek is gebleken, dat dien avond in
genoemde herberg de beide bewuste
personen niet geweest zijn, waarom
dan ook de politie besloot den jon
geling den volgenden dag gevanke- j
lijk naar Alkmaar over te brengen.
Zware vermoedens zijn tegen hem
gerezen, na vergelijking van het
schrift van den brandbrief met dat,
hetwelk zich in zijns ouders huis
bevond.
Ook in Maart had de heer Don
ker een brandbrief ontvangen, waar
van het schrift overeenkomt met dat
van den laatsten brief.,
Wittewierum. Ruim een
jaar geleden is de kleine boerderij
van de wed. F. De Boer, in de
Meeden, onder deze gemeente afge
brand. Het toen herbouwde perceel,
onlangs overgegaan op haar zoon,
werd nu reeds weer door de vlam
men verteerd; beide malen vol
doende verzekerd. Zoo de verhalen
omtrent het ontstaan en den voort
gang van dezen laatsten brand over
eenkomstig de waarheid zijn, dan
kan het niet uitblijven, of de justitie
zal bouwstoffen verzamelen, die on
aangename gevolgen kunnen te
weeg brengen. (P. G. C.)
Ten Boer. Dezer dagen zijn
twee personen ten gevolge van dron
kenschap in deze gemeente bezwe
ken. Een molenmaker te Garmel-
wolde, verslaafd aan den sterken
drank, is bij de flesch, in de kroeg
zittende, gestorven, en te Ten Post
geraakte een krachtvol man, als
op doffen toon ten antwoord.
Hoe jammer dat gij geen be
hagen in mij vindt, antwoordde
zij, dan waren we beiden uit
de nood. Maar wanneer gij alleen
staat in de wereld, zoo hebt gij
toch een heer dien gij dient, want
voor een vrije of een edelman kan
ik u niet houden.
Ik ben vrij, antwoordde
hij bitter, vrij als de vogel in
de lucht, die onder geene bescher
ming staat en die een ieder met
zijne pijlen mag treffen, vrij g*elijk
het wilde dier in het woud, dat in
holen zijn toevlucht zoeken moet.
Maar neen, de vogel in de lucht,
en het wilde dier in 't woud hebben
tenminste hunne medgezellen, die
in hun lot deelen, maar ik ben ge
heel door de wereld verlaten.
Zoo blijf dan bij ons, zeide
zij medelijdend, sluit u bij ons
aan en ga de wereld ook op andere
plaatsen eens bezichtigen. Morgen
dienaar van Bacchus, te water en
verdronk.
Engrelsclie Kroniek.
Onder bovenstaande titel bevat
het Alg. Hbl. het volgende:
iHet noodgeschrei van Londen s
armen.»
Bovenstaanden titel draagt een
pas in Londen verschenen boekje,
dat der lezing overwaardig is. Hoe
wel aanvankelijk uitgegeven tot be
vorderingvan een evangelisatie-plan,
door een secte der Nonconformisten
ontworpen, zijn de feiten, welke het
vermeldt, van dien aard, dat het
ten sterkste dient aanbevolen in de
algemeene belangstelling. De schrij
ver begint, met de steeds klimmende
deelneming in het lot van de paria's
der maatschappij te begroeten als
een der, meest verblijdende teekensn
onzes tijds, maar hij wijst tevens
met nadruk op het beschamende en
nog altijd niet genoeg erkende feit,
dat in het hartje onzer groote ste
den, onder een dunne oppervlakte
van zedelijkheid en beschaving een
poel van zedelijken jammer, van
hartverscheurende ellende en vol
slagen godsdienstloosheid gaapt, en
dat nog niets is beproefd tot aan
wending van de eenig afdoende
middelen, om dezen jammerpoel te
zuiveren of te niet te doen.
Overtuigd van de dringende nood
zakelijkheid tot het doen eener wel
beraamde poging der verschillende
christelijke sekten onderling, heeft
de London Congregational Union
besloten, om in eenige der armste
en meest in nood verkeerende wijken
der wereldstad doelmatig ingerichte
zendingsposten te vestigen, als zoo
vele punten van uitgang voor het
werk der evangelisatie. Getrouw
aan dit doel werd door haar een
nauwkeurig onderzoek ingesteld, en
enkele der op die wijze verkregen
resultaten vindt men medegedeeld
in de brochure, getiteld «Het nood
geschrei van Londen's armen». Wij
laten hier eenig'e der meest treffende
bijzonderheden volgen.
De kraaiennesten van Londen.
Wie de dusgenaamde kraaiennes
ten (rookeries) van Londen niet met
eigen oogen heeft aanschouwd, kan
zich moeielijk een voorstelling vor
men van de wijze waarop duizenden
en tienduizenden uit de armste klas
sen daar zijn opeengehoopt. Om zich.
tot deze krotten een weg te banen,
heeft men te treden door sommige
stegen vol stinkende en giftige dam
pen, opstijgende uit walgelijke hoo-
pen van drek en vuil, dat zich bij
vochtig weder vermengt met den
modder; doorgangen, waar het zon
licht nimmer doordringt, waar nooit
de atmosfeer door een luchtig windje
wordt ververscht. Men heeft trappen
te bestijgen, wier vermolmde treden
met iederen stap dreigen te bezwij
ken onder het gewicht van den be
zoeker, ja wier beklimming vanwege
de reeds verbrokkelde en gespleten
gedeelten in vele gevallen werkelijk
levensgevaarlijk is. Wanneer gij na
zulk een bestijgen uw weg hebt ge
vonden langs de donkere, van onge
dierte wemelende gangen en porta
len wanneer gij vervolgens de
kracht bezit om den ondragelijken
stank, die u overal tegenwalmt, te
harden, zoo staat u de toegang open
tot die vunzige verblijven, waarin
duizenden van menschelijke wezens
te zamen zijn en leven.
En zoo u ten slotte de lust is
gebleven om te onderzoeken, of
trekken wij van hier weg over II-
senburg, waar een gedeelte onzer
lieden met den wagen, die hier niet
omhoog kon, is achtergebleven. Sla
toe en ik zal onzen hoofdman zeg
gen, dat gij met ons trekt.
Daarbij stak zij hem de hand
toe. Door een snel besluit gedreven,
greep hij die en zeide:
Welaan! Wanneer gij mij met
u nemen wilt, sluit ik mij aan. Mij
is het hetzelfde, waarheen uw weg
leidt, want alleen lean ik de wereld
toch niet intrekken, en
Hij wilde zeggen God is overal
bh mij, maar hij hield deze
woorden in en zweeg.
De waarzegster stond op, en daar
zij de hand van den jongen man
nog steeds in de hare had, trok zij
hem mede overeind.
Kom heden avond in onze le
gerplaats, - zeide zij, dan zal
alles in orde zijn en gij kunt met
den aanvoerder spreken.
wellicht op de vliering door een
gebroken ruit wat frissche lucht
komt spelen, zult gij bevinden dat
zelfs de daar binnentrekkende tocht
walgingwekkend riekt, omdat hij
reeds buiten het venster bezwangerd
wordt met de rotgassen der lijken
van katten en vogels, zoo niet van
nog afschuwelijker vuiligheden.
Ginds valt u oog* op een gat in den
muur, dat de huisheer heeft doen
dichtmaken. Zeker, hij heeft in dit
gebrek voorzien: een paar stukken
van een oude blikken doos zijn over
de open plaats heen gespijkerd
en hiervoor is de huur der kamer
opgeslagen met drie stuivers in de
week! Thans hebt gij ze gezien, de
meest opbrengende perceelen in Lon
den. Yan een daalder tot ruim drie
gulden wordt betaald voor een van
deze ellendige verblijven! Huizen
die door deskundigen onbewoonbaar
zijn verklaard, werden ware goud
mijnen voor de huisjesmelkers, die
rijk worden van het geld der ramp
zalige bewoners.
Opeenhooping.
Elke kamer in deze morsige en
vuile verblijven herbergt een, of
soms twee huisgezinnen. In een [en
denzelfden kelder vond men een
vader, een moeder, drie kinderen
en vier jonge varkens. In een andere
kamer lag* een aan de kinderpokken
lijdende man, wiens vrouw pas ver
rezen was uit haar achtste kraam
bed, terwijl de kinderen halfnaakt
en ongereinigd rondliepen. Elders
leefden zeven personen in een kel
derwoning, waar terzelfder tijd een
kinderlijkje op den grond lag uit
gestrekt. Een enkel vertrek bevatte
een huisgezin, bestaande uit vader,
moeder en zes kinderen, waarvan
er twee waren aangetast door het
roodvonk, terwijl daar dichtbij negen
broeders en zusters in één kamer
huisden, de oudste den leeftijd tel
lende van. nog geen dertien jaar.
Weer een.ander vertrek werd be
woond door een vrouw, die eiken
avond haar kinderen de straat in
zond om haar kamer te verhuren
voor onzedelijke doeleinden en wel
tot laat in den nacht, wanneer de
arme kleinen bibberend kwamen
binnengeslopen, zoo 't hun althans
niet gelukt was ergens anders een
plekje te vinden om te slapen.
In vele gevallen wordt de onbe
woonbaarheid der vertrekken nog
verergerd door de voor de gezon-
heid schadelijke bedrijven die erin
worden uitgeoefend. Hier komt u
bij 't binnentreden een benauwde
lucht te gemoet, veroorzaakt door
den afval van konijnen-, ratten- en
honden vellen, die bereid worden voor
den bontwerker; ginds is het de
stank van lijm en g*edroogd wor
dende lucifersdoosjes die u de lon
gen benauwt, terwijl elders een
partij groenten die men den vorigen
dag niet heeft kunnen verkoopen
en die des nachts zijn duf gewor
den, de reukzenuwen alleronaan
genaamst aandoet. Wie is er dan,
die den eersten steen zal werpen op
de jonge dochters, welke een on
tuchtig leven verkiezen boven zulk
een ellendig bestaan? Wie zal het
oordeel uitspreken over de arme
tobbers die in den drank hun heil
zoeken en hun troost?
(Slot volgt.)
GEMENGD NIEUWS.
Eenige koeherders vielen Za
terdagavond op den Southern Paci-
Toen omvatte zij, gelijk vroeger,
zijn hoofd met beide handen, drukte
hare lippen vast op de zijne en
was in een ommezien achter het
naburige kreupelhout verdwenen.
Groefwang ging naar de men
schen terug, die hem hadden me
degenomen, en zeide hun in den
loop van den dag, dat zij niet ver
wonderd moesten zijn, als hij eens
niet tot hun terugkeerde, daar hij
het leven, hier op deze hoogte,
moede was en zich dacht te ver
wijderen. Het scheen hun tamelijk
onverschillig, want alleen de vrou
wen hadden zich eenigzins voor hem
ingenomen, terwijl zijne droefgeestige
stemming de mannen in het ge
noegen tan het feest scheen te sto
ren.
Wordt vervolgd)