ILVIIi ME» I
Oplage 10000 Ex.
Vrijdag-'1 Decembergl883.
No. 129.
FEUILLETON.
HUUR DA
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per maand40 Cents.
Franco door geheel het Rijk n. maand 55
Afzonderlijke Nommers 5
Verschijnt Dagelijks uitgencmen Zon- en algemeene Feestdagen.
Bureau: KLEINE HOUTSTRAAT No. 9.
Drukkers-Uitgevers: BOMAHS k Co., te Haarlem.
ADVERTENTIËN:
van 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cents.
Groote letters naar Plaatsruimte.
Advertentiën worden aangenomen tot 's middag 12 uur.
Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Génerale de Publicitc Etrangèrc G. L. DAUBE Co, JOHx. F. JONES. Sacr., Parijs. 31bis. Faubourg Moiitmartre.
VERTREKUREN der SPOORTREINEN. WINTERDEENST. De met een
Van Haarlem naar
Amsterdam.
7.—. 8.32, 8.55, 9.30,11.15,
11.39* 11.50, 1.8. 2.39*
3.53, 4.15, 4.44, 5.42, 6.40,
7.13, 7.44* 8.54,9.46,10.23,
10.59*.
Van Haarlem naar
Rotterdam.
7-53* 8.33,9.4,10.13.12.12*,
12.46,1.53, 3.50, 4.16, 5.12,
5.43*, 8.1, 10.13.
Van Amsterdam naar
Haarlem.
6.15, 7.30* 8.10, 8.30. 9.35,
9.50,11.5,11.50*, 12.15, 1.5,
1.30, 3.26, 3.45, 4.30. 4.45,
5.20* 7-30,8.30,9.50,11.—.
Van Rotterdam naar
Haarlem.
6.40. 8.10, 9.10,10.20* 11.5,
1.23*, 2.45, 3.35, 5.10. 6.27*
7.20, 8.50, 9.50*.
De vertrekuren zijn berekend
Station Delftsclie Poort.
geteekende treinen alleen le en 2e klasse.
Van Haarlem naar
den Helder. Van Haarlem naar
Zandvoort.
Station H. IJ. S. M.
7.55, 10.15, 11.38, 1.33,
4.59, 8.3.
6.51,10.7,1.37, tot Alkmaar.
5.2, 8.57.
Van den Helder naar
Haarlem.
6.10, 9.30, 1.30, 7.20
Van Zandvoort naar
Haarlem.
8.26 10.49, 12.42, 4.17,
6.15, S,28.
Bericht aan onze lezers.
Ijif die zich nog in den
loop van dit jaar a,bon
neeren. ontvangen als
premie
ie. den boetenden Ml om an
lie Hoek des Vaders.
2e. Ven prachtigen in vier
kleuren gedrukten wand
kalender.
Een St.-Nicolaas Surprise.
Een door de fortuin niet onbe
dachte zij en een zeer bemiddelde
hij waren in de dagen der couleur
de rose.
De St. Niklaas-dag was in aan
tocht. Hijtuk om aan de surprise
voor haar een vorm te schenken, in
welke vóór deze geen surprise ge
goten werd, om daardoor zijne rijke
charme nog meer te verrassen,koos na
lang peizeneen fonograaf. Een
fonograaf, waarin hij tot driemaal
riep:Leonore, mijn heel leven
zal aan u g e w ij d z ij n l
De dag van het oude zalige ge
bruik kwam en bracht het nieuwer-
wetsche ding.
Leonore was ten hoogste verwon
derd, draaide als bij ingeving aan
den toestel en werd verrast door de
woorden: Leonore, mijn heel
leven zal aan u gewijd zijn!
En in verrukking liep zij naar
den hoek der kamer en dankte hem
op hartroerende wijze door den
telefoon.
De trouwdag kwam en na hem
de wittebroodsweken. Ook deze ver
vlogen en eer het een paar jaar
verder was, wijdde hij zijn leven
aan drank en spel!
Weer kwam St. Niklaas in 't
land.
O noodlot! moest, om haar nog
„GROEFWANG".
(Een roman uit de achtste eeuw.)
UIT HET HOOGDUITSCH VAN
ADOLF GLASER.
26)
Hoe gelukkiggevoeldeGroefwang
zich de volgende dagen in de on-
middelijke omgeving d er christelijke
broeders, die hem in hun huis had
den opgenomen. Nu eerst ondervond
hrj eens, welk een weldaad de
nieuwe leer was, want niet als een
verworpeling, deels mei verachting,
deels met medelijden werd hij be
handeld, en in dit land woonden
zijne weldoeners, niet alsof zij slechts
werden geduld, terwijl hun leven
aan voortdurend gevaar was bloot-
gestetd, maar zij stonden onder be
scherming van den hoogsten gebie-
meer te kwetsen, dien dag de ake
lige fonograaf haar onder de oogen
komen, om aan dien woorbreuk te
herinneren?! En zij barstte in tra
nen los.
Zoo vond hij haar naast het nu
stomme ding, dat hem zeker niets
te zeggen had. Op een hart, dat
naar spel en drank dorst, stompen
spoedig betere gevoelens af.
Zijn oogen, verdikt door kroeg-
damp en de verhitting van 't hoofd,
tengevolge van kroegdrank, zagen
hare tranen niet.
Meer om zijn handen wat te doen
te geven, geenszins om haar te kwet
sen, greep hij het ding en draaide!
Leonore mijn heel leven
zal aan u gewijd zijn! klonk
het plotseling spotachtig in de ooren
der arme vrouw.
Leonore sprong op, als door een
adder gebetenZij greep als waan
zinnig zijne hand en wilde die tegen
houden.
't Was echter onnoodig. Die hand
had eensklaps alle kracht begeven...
Als verlamd zat hij daar, de oogen
strak op den toestel gericht
Een jaar verliep. Een jaar in zijn
begin vol geween, toen vol beloften
en tot slot vol geluk't beeld van
Leonore had in zijn met verderf be
zwangerd hart de eereplaats her
overd!
Toen nu weer de aloude Sint over
de daken reed, moest de fonograaf
voor den dag gehaald worden.
Beiden wisten thans, dat de toe
stel nog één volzin in zich opge
sloten hield.
Leonore had 't hem verteld, hoe
zij op den gelukkigen dag zijner
surprise toen zij nog verloofd wa
ren gemeend had, dat hij slechts
eenmaal den gelukkigen volzin in
den toestel had geroepen. Tweemalen
der, hun koning, die de christelijke
leer had aangenomen. De jonge Sak-
ser nam aan de dagelijksche oefe
ningen der vrome mannen, die zich
monniken noemden en onder een
opperste stonden, die de waardig
heid van abt bekleedde, met ijver
en aandacht deel, en reeds na wei
nig dagen kon hij zich goed door
hen doen verstaanwant ofschoon
zij ook in vele uitdrukkingen en
vooral in de uitspraak van sommige
woorden van zijn landstaal afweken,
zoo werd hem toch steeds duidelij
ker, dat zij in den grond echter een
en dezelfde moedertaal spraken en
dat er van zijn kant slechts wat
goeden wil voor noodig was, om
zich spoedig zonder moeite voor hen
verstaanbaar te maken.
Bijna echter ware hem de moed
ontzonken, toen hij inzag wat er
hem al niet overbleef te leeren. Hij
had de boekerij van het klooster
waarin hij woonde, mogen zien en
was hij dus slechts en in welke
tegenstrijdige oogenblikkenden
fonograaf ontsnapt.
Den arm om den hals van hem%
trad zij-, nu met een blij gelaat, op
den fonograaf toe doch hij wa.«
haar vóór.
Hij draaide en zijne lieflijke woor
den Leonore, mijn heel leven
zal aan u gewijd zijn! die uit
den fonograaf 't gelukkige vrouwtje
tegengalmden, werden onmiddellijk
gevolgd door een krachtigVoor
taan! Dat zweer ik u, vrouw!
uit zijn volle borst
Gelukkige v eloofden, dat
dezen St. Nicolaas-avond bij 't ste
ken van 't rosekleurig biljet in uwe
surprise't vaste voornemen gemaakt
hebbe dat nimmer dat billet doux
't voorhoofdje van uwe uitverkorene
verduisteren zal!
Vreeselijker surprise voor een
ouw is niet denkbaar, dan liefe
lijke woorden op een St. Nicolaasdag
onder de oogen te krijgen, vroeger
gedacht en ter-neer-geschreven door
iemamdr van wien zij zich bedro
gen zag.
Niet altijd brengen degelijke ver
schrikkelijke surprise's zoo'n geluk
kige wending teweeg als de niet
afgedraaide volzin van Leouore's
echtgenoot
ALGEMEEN OVERZICHT.
De overeenkomst, gesloten tusschen
de mogendheden, om de Europeanen,
die in China wonen.tegen mogelijke
vervolging van de zijde der bevol
king in bescherming te nemen, is,
zooals thans uit de laatste berich
ten bekend wordt, het werk van den
Duitschen rijkskanselier; van hem
daar allerlei kostbare perkamenten
en schrifturen der kerkvaders lee
ren kennen, waardoor zijn zucht
naar kennis ten sterkste werd ge
prikkeld. Hij legde bij zichzelven
den eed af geen tijd of moeite te
ontzien om den inhoud van al die
geschreven stukkeu na tevorschen,
en toen hij met broeder Willibald,
die degene was. die hem het eerst
in het godshuis had gebracht, er
van sprak, zei de deze, dat hij vóór
alles de Romeinsche taal moest lee
ren, om de merkwaardige, geleerde
werken van oude schrijvers te lee
ren kennen en tevens de heilige
schriften der kerk te kunnen lezen.
Want, zeide hij, bij de
groote spraakverwarring, die er in
de wereld heerscht en omdat men
in de meeste noordelijke landen in
't geheel geen schrijftaal aantreft,
komt men in de noodzakelijkheid
de eene of andere gevestigde taal
voor alle algemeene verhandelin-
ging het voorstel uit en met gretig
heid werd het bij de Europeesche
kabinetten ontvangen en zonder bij
zondere wijzigingen goedgekeurd.
Het komt ons voor, dat dit verbond
door de omstandigheden eensgroo-
tere beteekenis krijgt, dan men op
pervlakkig zou vermoeden. Toen de
eerste moeielijkheden tusschen China
en Frankrijk rezen, gingen er aller
lei geruchten, als waren Duitsch-
land en Engeland hierin de partij
van China toegedaan. Zelfs ging
men zoover te beweren, dat men
de Fransche regeering verantwoor
delijk had gesteld voor het bloed, dat
waarschijnlijk vergoten zou worden
en voor de materieel e schade, welke
waarschijnlijk sommige vreemdelin
gen zouden lijden. De gesloten over
eenkomst loochent op de meest stel
lige wijze het bestaan van derge
lijke voornemens. Integendeel blijkt
er ten duidelijkste uit, dat omtrent
dit punt, bij de groote mogendheden
volmaakte overeenstemming bestaat.
Heeft de Chiueesche regeering er
zich mede gevleid dat dit punt mis
schien tot een ernstig conflict tus
schen de groote Westersche rijken
aanleiding kon geven, dan heeft hij
zich derhalve deerlijk verrekend. Er
bestaat wel eenigen grond voor, om
dit aan te nemen. Immers voor eeni
gen tijd verklaarde de markies Tseng
zonder blikken of blozen, dat zijne
regeering, in geval het tot een oor
log zou komen, niet voor het leven
en den eigendom der vreemdelingen
kon instaan. Het meest rationeele
besluit zou nu zeker wel geweest
zijn, dat de kabinetten van de voor
naamste groote mogendheden, tegen
eene dergelijke plichtsopvatting pro
test hadden aangeteekend en de
schijnbaar zoo machtlooze regeering
desnoods den steun van het westen
hadden aangeboden, wanneer zij zelve
gen in te voeren en zoo is dan de
Romeinsche of Latijnsche taal de
gene, die overal in voorziet en mis
verstand voorkomt. Aan den Rijn
en in geheel Frankenland was bo
vendien de Latijnsche taal niet ge
heel verdwenen en zoowel als de
reusachtige torens en sterke muren
nog steeds aan de geweldige heer
schappij der Romeinen herinnerden,
zoo deden vele uitdrukkingen en
taaieigens er steeds aan denken, dat
ook haar geestelijk leven niet spoor
loos was verdwenen. Voor Groef-
wang was dat als manna in de
woestijn en hij smeekte inwendig
God, dat Hij hem de kracht mocht
verleenen, zeer vele schatten des
geestes op te zamelen.
Hij wist nu reeds, dat het kloos
ter waarin hij zich bevond, te Fulda,
een plaats aan den rivier van ge
lijken naam, door Bonifacius, den
zelfden ohristenprediker van wiens
wreedaardige vermoording vrouwe
niet in staat was, de bevolking in
bedwang te houden.
Niets van dit alles geschiedde
evenwel. Men sprak weinig over de
zaak, doch de onderhandelingen, die
men over dit punt opende, gaven
duidelijk te kennen, dat men door
te zwijgen, nog niet in de noodzake
lijkheid van het kwaad geloofde. Zijt
gij onmachtig, welnu, dan zullen
wij ons zeiven trachten te helpen,
en wee u, zoo ge toelaat dat het
schuim uwer maatschappij zich aan
een onzer onderlioorigen vergrijpt,
zoo spreekt het verdrag tot de Chi-
neezen. en het kan niet betwijfeld
vordeD, dat deze daad van onder
ling overleg heilzaam gewerkt heeft,
op ieder die haar kon opmerken.
Misschien zijn de gevolgen nog veel
belangriiker dan men vermoedt. Nu
China tot de ontdekking komt, dat in
Europa eene vrij groote mate van
eenstemmigheid is op te merken,
zou het niet onmogelijk zijn, dat het
een toontje lager begon te zingen
en het kabinet van Peking thans
niet meer zoo afkeerig zal zijn van
het denkbeeld eener minnelijke schik
king; waarbij het natuurlijk een goed
deel der vermeende rechten zal moe
ten laten varen. Is deze onze mee
ning juist, dan heeft vorst Bismarck
weder eene goede daad verricht, die
zelfs tot het behoud van den vrede
zal kunnen bijbrengen. Zaterdag
wordt het debat over de Tonkin aan
gelegenheden geopend, en uit het
aantal sprekers, dat zich reeds heeft
laten inschrijven, mag men aanne
men, dat het er tamelijk levendig
zal toegaan.
Intusschen heeft de regeeringhet
blauwe Boek openbaar gemaakt, het
welk de gewisselde stukken bevat,
zoodat derhalve ieder afgevaardigde
de kwestie, hare geschiedenis en be
teekenis kan be6tudeeren, en niemand
Radegonde in den Krodenburg had
gesproken, gesticht geworden was.
Het graf van den martelaar bevond
zich voor het altaar van het kleine
kerkje en werd als een groot hei
ligdom beschouwd.
Dit alles vernam Groefwang en
hij gevoelde zich wel en tevreden,
maar helaas, zijne gemoedsrust zou
wreedaardig worden verstoord. Aan
zijne kleeding, hoe verscheurd en
vuil deze ook door den tocht met
de goochelaars was geworden, had
den de monniken dadelijk gezien,
dat hij een Sakser was en hoezeer
zij in den beginne ook verwonderd
waren in hem een aanhanger van
het christendom te herkennen, en
hoewel zij hem in de eerste dagen
verschoonden van vragen en mede-
deelingen, brachten zij toch van
tijd tot tijd het gesprek op zijn
vaderland en zijne stamgenooten.
Toen eerst moest hij vernemen,
dat zij hem voor een ontsnapten