Ten ongeveer half twee ure ver- eenigde zich in de wachtkamer le kl. van het Holl. spoorwegstation te 's Hage, van welks dak de Trans vaal sche vierkleur naast de vader- landsche driekleur woei, de com missie tot ontvangst van de leden der deputatie met den burgemeester der residentie aan het hoofd. Tegen den tijd van aankomst van het drie manschap vulden zich de straten in de nabijheid van het stationsgebouw en op den weg dien de afgevaardig den zouden nemen, met eene talrijke menschenmassa. Aan het station be vond zich ook eene deputatie van de zangvereeuiging Excelsiorwelke gisteren avond den Transvalers een hulde-concert aanbood, en de mu ziek der schutterij stond op het per ron opgesteld om, zoodra de trein binnen was, een welkomstgroet aan te heffen. Omstreeks l3/* ure reed de trein het station binnen en trok allereerst voorbij de menigte, die binnen het station was toegelaten, en welke de reizigers met hoeden en handen toe wuifde. De muziek heette de heeren Ivruger, Smit en Du Toit welkom met het lied van de Transvaalsche vierkleur, muziek van J. S. de Vil- liers te Paarl. Dat oogenblik maakte indruk. Uit den trein gestegen, wa ren de leden der deputatie in een oogwenk omringd door de leden der commissie. Men zag hun door dames •it dezen welkomstkring bouquetten met de Transvaalkeuren aanbieden, en aardig was het te zien hoe het dochtertje van den heer Beelaerts van Blokland, die de autoriteiten der republiek herwaarts begeleidde, aan ieder der afgevaardigden een bloe- mentuiltje overhandigde. Het kind droeg bij deze gelegenheid een zijden sjerp met de kleuren der Z.-A. Re publiek. Men had slechts de gelaatstrek ken van de drie onderhandelaren met de groote Engelsche mogend heid te aanschouwen, om zich te overtuigen hoe goed hun deze har telijke ontvangst deed op den bodem van een land door zoovele punten van aanraking met het hunne ver bonden. Na de wederzijdsche complimen teering geleidde de burgemeester het drietal naar de wachtkamer, gevolgd door de commissie en omstanders. Hierop richtte de heer Patijn het woord tot de heeren, «hooggeachte leden van de deputatie der Zuid- Afrikaansche republiek» Hij wenschte hun van harte wel kom op Nederlandsehen bodem en wees hun op den kring van man nen uit alle standen en rangen gevormd, die hun bij aankomst in de eerste Nederlandsche gemeente, die zij bezoeken, een hartelijk wel kom toeroepen. Wij hebben aldus zeide de burgemeester ongeveer dit oogen blik met ongeduld verbeid, omdat wij in u zien zonen van denzelfden stam, waaruit wij gesproten zijn. Wij gevoelen, dat de van ouds bestaande band niet is verbroken, noch door den tijd, noch door den grooten afstand die ons scheidt. Wij zien in u de vertegenwoor digers van een volk dat, vertrou wend op God, zijn goed en bloed heeft geofferd voor zijn goed recht, een volk, dat klein in aantal, maar groot in heldenmoed, den strijd heeft gestreden voor zijne onafhankelijk heid, een strijd die ons schoon ver- En gij zoudt dus onmiddellijk de sleutel tot dat geheim, de op lossing van dat raadsel willen we ten? vroeg Sir John. Ja, mij dunkt, dat spreekt van zelf. Gij hebt gelijkIk kan mij uw ongeduld levendig voorstel len en ik beken zelfs dat het mij zelfs in u zou zijn tegengevallen, indien gi j er mii niet naar gevraagd hadt en ik u dienaangaande onver schillig had bevonden Gij ziet, vader, dat gij daar niet bevreesd voor behoeft te we zen! Ik haak er naar om alles te weten Spreek dus, als ik u bidden mag! spreek! Neen, George, gij zult nog wat geduld moeten oefeuen en wach ten, zeide Sir John. Wachten! riep George te leurgesteld uit. Ja, en geduld hebben, want heden kan ik u nog niets zeggen.... Waarom niet? Uit eigenliefde leden onwillekeurig in herinnering brengt. Hebben wij gedeeld in uw lijden, met u hebben wij tevens ge juicht toen de zege behaald werd. Weest welkom in ons midden. j Aanvaardt onze gelukwenschen voor hetgeen gij tot welzijn van uw land in Engeland hebt tot stand gebracht, en moge dat strekken tot een duur- zamen vrede en tot bevordering der ontwikkeling van het land, dat u en ons dierbaar is. Moge uw verblijf in ons midden beantwoorden aan de verwachtingen, die gij er van koestert, en den band bevestigen, tusschen Nederland en de Transvaal gelegd. Wees overtuigd dat geheel ons vaderland zich verheugt in uwe komst en vervuld is van de beste wenschen voor het geluk, de ontwikkeling en den bloei van Transvaal.» De aanwezigen gaven blijken van instemming met dit welkomstwoord. De heer Ivruger vroeg het woord en de bouquet in de hand houdende, drukt hij zich aldus uit: «Ik kan niet malaten, heeren, vrien den, ja ik zal zeggen, broeders, om onzen dank toe te brengen voor die welkom, die gij hier niet alleen in woorden toont, maar ook door de kinderen aan den dag legde. Niet alleen namens de deputatie, maar ook namens mijn volk, die ons als afgevaardigden heeft gezonden, danken wij voor die ontvangst. Wij zijn verblijd te zien, dat stam verwanten, die eenmaal in de Kaap kolonie door hunne vaders verlaten zijn en gestrijd en geworsteld heb ben eu het hoofd kunnen uitsteken, door hunne vaders worden gedenkt (Bravo's). Zoo is ons vaste vertrouwen en hopen wij, dat de band nauwer, steviger en sterker moge worden en dat wij samen zullen opgroeien om het eenmaal verlaten en destijds zwakke punt van Afrika uit te breiden. Op Kruger's woorden volgde eeu levendig hoera. Verschillende leden der Commissie werden alsnu door den burgemees ter aan het drietal voorgesteld tot wier omgeving ook behoorden de heeren Faure, redaoteur van het Kaapsche VolksbladEsselen, student te Eldiuburg, secretaris der deputatie en Eloff, privaat-secretaris van den president. De heer Bolten, directeur van de schutterij, vond hierop gelegenheid, den president Kruger een feestmarsch aan te bieden. Deze compositie werd door het korps uitgevoerd op het oogenblik, dat de deputatie in de voor haar gereed staande rijtuigen stapte, welke de heeren, vergezeld van den burgemeester naar het Hotel des Indes bracht, te midden van eene levendig toejuichende me nigte wier groeten de heeren aller- wege beantwoordden. Eene groote volksmenigte wachtte aan het Hotel des Indesinwendig keurig met frisch groen versierd, de Transvaalsche heeren op, die, in antwoord op de herhaalde hoera's die buiten weerklonken, op het voor balkon verschenen, en de menigte vriendelijk met hunne hoeden toe wuifden. Eene schoone ovatie werd gis teren avond in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen aan het Transvaalsche driemanschap ge- bracgt door de Ilaagsche zangver eeuiging Excelsior. DitEvenals een schrijver na een roman of een treurspel ver vaardigd te hebben, zijn werk niet aan het oordeel van het publiek wil onderwerpen, vóór aleer dat hij zelf over het geheel tevreden is, zoo wil ik mijn geheim niet meêdeelen alvorens alle onderdeelen goed ge ordend en in overeenstemming met het geheel gebracht te hebben. Hoe is het mogelijk! riep George uit, maakt uw zoon zelfs daarop geen uitzondering? Juist, hij niet; want mijn zoon zal de beoordeelaar van mijn werk zijn en zijn oordeel stel ik op zeer hoogen prijs Maar vader, gij weet toch dat dit niet anders dan goed kan zijn, wat al wat gij doet en gedaan hebt, kan immers niet anders dan goed, braaf en edel zijn! Op dit oogenblik volgt gij de inspraak van uw hart, maar kinder lijke liefde baat mij niet! Uw bij val moet goed overdacht en bere deneerd zijn en die kunt gij mij De zangers en zangeressen hieven «de Vierkleur van Transvaal» aan en toen de laatste tonen van dit lieflijk volkslied waren weggestor ven, trad dr. Beynen naar voren oin de Transvalers welkom te heeten m deze bijeenkomst. Met jeugdig vuur hield de waar dige grijsaard eene improvisatie waarin hij wees op de oorzaken van de belangstelling die de Depu tatie hier vond. Stamverwante natiën niet alleen waren Transvaal en Ne derland, maar beiden hadden den zelfden strijd gevoerd voor de onaf hankelijkheid, voor de vrijheid, die snaar die in de Nederlandsche har ten nog altoos weerklank vindt. Hij wees er op hoe beide natiën dezelfde vlag hadden, terwijl de Transvalers in de bange uren die zij doorleefd hadden de banen er van vermeerderd hadden met eene van groene kleur, de kleur der hope. Dankbaar voor hun komst hoopte hij dat de banden tusschen beide geestverwante volkeren innig zouden worden versterkt. De president Kruger stond nu van zijn zetel op. Hij wille spreken, maar de aandoening, gepaard aan eene zware verkoudheid, beletteu hem iets anders te zeggen danIk dank u voor de eer die gij ons bewijst, heeren en dames. Hij verzocht zijn rcede-afgevaardigde, ds. Du Toit, het woord te voeren en deze deed het in treffende en welsprekende taal: «Kent gij dien Staat, nog maar een kind in 's werelds Staten rij» luidt eene strophe in het Transvaalsch volks lied. Die vraag was hier niet noo- dig, Die Staat was bekend. Dat getuigden de vlaggen bij hun aan komst te Rotterdam en hier het wapen dat hier prijkt, de kleuren die de hun aangeboden programma's hadden, de ontvangst alom. Jeug digen en grijzen hadden hun wel kom geheeten. Dat deed hun goed, daarvoor dankten zij namens hun volk, en als zij in hun land waren teruggekeerd zou die hartelijkheid van het Nederl. volk bij hen naklin ken en de vriendschapsbanden doen versterken. Daverend werden die woorden toegejuicht en nadat het Transvaalsche lied en het Volkslied staande door het publiek waren aangehevenwuifde Kruger een weisprekenden groet aan de aan wezigen toe. De Transvaalsche deputatie heeft eene audiëntie bij den Koning aan gevraagd. De president der Tweede Kamer maakte haar gisteren zijne opwach ting. ALGEMEEN OVERZICHT. Een nieuwe misdadige aanslag van een der ontevredene partijen houdt thans in Engeland veler aan dacht in beslag. In het vroege mor genuur hoorden de beambten aan het Victoria-station met den nacht dienst belast, plotseling een gewel digen slag, die aan eene aardbeving deed denken. De wanden van het houten gebouw scheurden van een; het glazen dak viel met donderend geraas naar beneden, en weldra was de groote wachtkamer als in eene ruïne herschapen. Gelukkig was er niemand in de onmiddellijke nabij heid van de plaats, waar de ramp voorviel, zoodat men het verlies van niet dan na rijp beraad schenken, en om die reden stel ik het tijdstip waarop ik u deelgenoot van mijn geheim zal maken,nog eenigen tijd uit. Maar toen gij uw brief schreeft, dacht gij toch anders? Waarom zijt gij dan in dit opzicht van plan veranderd? Omdat ik na het verzenden van dien brief een groote schrede voorwaarts gedaan heb naar het eindpunt van mijn streven. Onver wachts en onverhoopt ben ik in de volvoering mijner plannen een nieuw tijdperk ingetreden. Het ge heim, dat ik zoek op te lossen en dat mij meer dan twintigmaal ont ging, juist op het oogenblik dat ik dacht het te ontdekken, zal mij nu niet meer ontsnappen en dan ben ik zeker van mijn doel te zullen bereiken!!! Eindelijk! Eindelijk zal het mij gelukken! Sir John uitte deze laatste woor den met eene van aandoening be vende stem en van vreugde schit terende oogen. menschenleveni niet te betreuren- heeft. Een begin van brand werd spoedig door de aansnellende brand weer gebluscht, zoodat de zaak nog betrekkelijk gelukkig afliep. Wie de aanleggers van dit snoode misdrijf zijn, is voor de Engelschen geen geheim. De Iersche revolutionnaire partij, die reeds bij verschillende gelegenheden met dergelijke aan slagen schrik en ontzetting onder hare erfvijanden de Britten traehtte te verspreiden, heeft hoogstwaar schijnlijk ook hierin de hand gehad, en ware door toevallige omstandig heden de uitbarsting met eenige uren vervroegd, wie weet hoe groot de ramp dan geweest zou ziju. Er be staat geen twijfel meer, of de ont ploffing is het werk van een dier helsche machines, waarvan de eer der uitvinding aan de industrie van den tegen woord igen tijd toekomt, en die in de hand van enkele kwaad willigen hoogst gevaarlijk voor de maatschappij kunnen worden. Wat de revolutionnaire partij met derge lijke misdaden beoogt is werkelijk een raadsel. Is het haar doel, daar door Engeland tot het verleenen van ruimere voorrechten aan Ierland te dwingen, of wel deze mogend heid te noodzaken de onafhanke lijkheid van Ierland te erkennen, dan is het middel al zeer slecht gekozen, en is het te voorzien dat het nimmer in zijn doel zal beant woorden. In den laatsten tijd is de toestand van dit eiland, dank zij de vrijzin nige politiek van den heer Gladstone, ontzettend veel verbeterd; doch het is te voorzien dat de Britsche natie, het woelender oproerige partij moede, weldra tot maatregelen van weer wraak hare toevlucht zal nemen en zoodoende al het goede ongedaan zal maken, wat in de laatste helft dezer eeuw iu Ierland is tot stand gebracht, 't Is te hopen dat de oogen van het volk eindelijk eens zullen opengaan voor het gevaarhet welk op dien weg dreigt. Het zou den misdadigers onmogelijk zijn, hunne brutaliteit zoo ver te drijven, indien zij niet de zekerheid hadden, dat een groot deel hunner landge- nooten hunne pogingen toejuichte en hun den noodigen steun ver schafte. Ging er van Ierland zelve eene krachtige beweging tegen deze daden van geweld uit, dan bestond er alle hoop dat ze weldra tot de geschiedenis zouden behooren, en dat zij, die het wel met het volk meenen, en rechtmatige grieven wil len herstellen, ongestoord aan de bereiking van hun doel kunnen ar beiden. In Egypte blijft de toestand al zoo bij het oude. Generaal Graham bereidt zich voor op een gevecht met de benden van Osman Digna, indien tenminste dit Bedouïnenhoofd den strijd tegen hem durft te aan vaarden. Na een moeielijken en ge vaarvollen tocht is hij thans met de hoofdmacht van zijn leger aange komen ter plaatse waar voor enkele weken het leger van Baker-pacha zoo deerlijk werd verslagen. Zon der slag of stoot heeft hij zich meester gemaakt van de verster kingen door genoemden generaal ter verdediging van Tokar opge worpen, daar de opstandelingen bij het naderen der Engelsche troepen de vlucht namen, zonder een enkel schot gelost te hebben. Ik zal de eer met u deelen, George, hernam hij, maar de laatste daad, de daad waar het op aankomt, moet ik alleen verrichten. Dus, indien er gevaar in het spel is, mag ik er niet bij wezen, zeide George, neen vader, dan bedank ik ook voor de eer. De oude man omhelsde zijn zoon. Wees gerust, beste jongen, antwoordde hij, indien ik even als Archimedes zal hebben uitge roepen Eurekaik heb ge vonden, dan zal het laatste woord nog niet gesproken zijn en ik be loof u, dan zult gij gevaren te trotseeren hebben, welke zelfs de ridders van de Ronde Tafel zouden doen verbleeken. Welnu dan, vader, des te beter Zijt gij nu tevreden? Ja, ik ben althans eenigszins getroost. En gij zult geduldig wach ten? Ja,omdat het niet anders In Engeland volgt men natuurlijk de bawe^ingen van Graham met de meeste belangstelling, overtuigd als men is, dat van het welslagen dezer onderneming zeer veel voor de toe komst zal af hangen. Gelukt het, den muzelmannen thans eens een gevoe lig lesje te geven, dan zal dit hunne driestheid aanmerkelijk verminderen, en het vertrouwen der dweepzieke volgelingen van den profeet op hunne onoverwinnelijkheid sterk doen af nemen. Algemeen verwacht men dan ook, dat eene enkele nederlaag voldoende zal zijn om vele Bedouï- nen-stammen het vaandel van den Mahdi te doen verlaten en hen te bewegen zich weder in de woestijn terug te trekken. De militaire autoriteiten in Soeakim hebben krachtige maatregelen genomen om de veiligheid der stad te verzekeren. Dag en nacht houdt men nauwlet tend toezicht op de bewegingen van den vijand en de vuurmonden der oorlogsschepen zijn voortdurend ge reed om de bezetting zoo noodigte ondersteunen. Is eenmaal de expe ditie tegen Osman Digna afgeloo- pen, dan zal naar alle waarschijn lijkheid generaal Graham de taak worden opgedragen, krachtig tegen den vijand voor Soeakim op te tre den en de omstreken der stad zoo mogelijk van zijne tegenwoordig heid te zuiveren. Naar Morning Post ons weet t# verzekeren, heeft men te Peters- burg uit Hongkong het bericht ont vangen, dat de Ohineezen, wel verre van aan eene ontruiming van Bac- Ninh te denken, zich integendeel gereed maken deze stad zoo goed mogelijk tegen de Franschen te ver dedigen. Krachtens datzelfde tele gram deelt het blad mede, dat zij door het leggen van torpedo's de vaart op de rivier hebben gestremd, ten einde alzoo de kanonneerbooten te beletten de stad te naderen en de bewegingen van het leger te ondersteunen. Geheel met dit bericht in strijd zijn de verzekeringen van de Paris. De regeering, zoo ver klaart dit blad, heeft van admiraal Courbet dépêches ontvangen, waar uit blijkt, dat de operatie met kracht worden voortgezet en weldra de eigenlijke belegering een aanvang zal nemen. Van het versperren der rivier kan geen sprake zijn, aangezien alleen Europeesche officieren de kunst verstaan, met torpedo's te manoe- vreeren, en in zoover men weet, geen hunner zich in het Chineesche leger voor Bac-Ninh bevindt. Uit Weenen wordt aan de Standard bericht, dat de Russiche regeering zich tegenover Engeland verbonden heeft, niet verder dan Merw door te dringen, en haar daar bij zelfs een onderpand heeft aan geboden. Zelfs verklaart zij, altijd volgens denzelfden berichtgever zich, bereid, de onderhandelingen over den spoorweg van Turkestan naar Indië te hervatten en al haren in vloed aan te wenden om het han delsverkeer tusschen Britsch- Indië en de Khanaten van Bokhara en Khiwa te vergemakkelijken. Van haren kant zou zij dan Engelands medewerking vragen om eenen wa terweg te maken van de Aralzee naar de Indische grens. Door de jongste redevoering van Jerome Bonaparte, die ten doel had den vrede tusschen de beide groepen der Bonapartische partij te herstel len is vooral de heer Paul de Cas- sagnac zeer ontstemd. Deze vurige kan en wel te verstaan indien het niet te lang duurt Ik verbind mij u niet te lang te doen wachtenIk vraag u slechts van heden af gerekend één I maand uitstel. En over een maand zult gij mij alies zeggen? Ja. Alles? Ik beloof het 11. Wat er ook van af heden moge gebeuren, onverschillig of de I verwachting, welke gij nu koestert vervuld worde, dan niet? Ja, in elk geval, wat er ook gebeure Welnu, vader, ik houd uaan uw woord! Het is goed;he- den over een maand precies, kom ik bij u en zeg: Hier ben ik! ik i luister Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1884 | | pagina 2