I Oplage 10000 Ex. Maandag 10 Maart 1884. No. 200. FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per maand40 Cents. Franco door geheel het Rijk n. maand 55 Afzonderlijke Nommers 5 Verschijnt Dagelijks uitgenomen Zon- en algemeene Feestdagen. Bureau: KLEINE HOUTSTRAAT No. 9. Drukkeruitgevers: BOM AU 3 k Co., te Haarlem. ADYERTENTIËN: van 15 regels 25 Cent: iedere regel meer 5 cents. Groote letters naar Plaatsruimte. Advertentiën worden aangenomen tot 's middag 12 uur. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangp.re G. L. DAUBE Co. JOHx. F. JONES, Sucr., Parijs, 31bis, Eaubouig Montmart.re. Van Haarlem naar Amsterdam. 7.—. 8.32, 8.55, 9.30,11.15, 11.39*, 11.56, 1.8, 2.39*, 3.53, 4.15, 4.44, 5.42, 6.40, 7-13, 7.44* 8.54,9.46,10.23, 10.59*. VERTREKUREN der SPOORTREINEN. W1NTERDIENST. De met een geteekende treinen alleen le en 2e klasse. Van Haarlem naar Rotterdam. 7-53*, 8.33,9.4,10.13.12.12*, 12.46,1.53, 3.50, 4.16, 5.12, 5.43*, 8.1, 10.13. Van Amsterdam naar Haarlem. 6.15, 7.30*. 8.10, 8.30, 9.35, 9.50,11.5,11.50*, 12.15, 1.5, 1.30, 3.26, 3.45, 4.30. 4.45, 5.20*, 7-30,8.30,9.50,11.—. Van Rotterdam naar Haarlem. 6.40, 8.10, 9.10,10.20* 11.5, 1.23*, 2.45, 3.35, 5.10, 6.27* 7.20, 8.50, 9.50*. De vertrekuren zijn berekend Station Delftsche Poort- Van Haarlem naar den Helder. 6.51,10.7,1.37, tot Alkmaar, 5.2, 8.57. Van den Helder naar Haarlem. 6.10, 9.30, 1.30, 7.20 Van Haarlem naar Zandvoort. Station H. IJ. S. M. 7.65, 10.15, 11.38, 1.33, 4.69, S.3. Van Zandvoort »aar Haarlem. 8 26 10.49, 12.42, 4.17, 6.15, 8,28. Herhaaldelijk wordt tot ons het verzoek gericht, om in ons Blad de officiëeleEffecten- lijst van den dag op te nemen; echter zijn we telkens gestuit op enkele bezwaren en weldat daar voor te veel plaatsruimte van de Courant zou worden gevergd en deze nog bovendien aan een groot aantal onzer lezers te laat zou worden be zorgd. Om echter aan het verzoek van belanghebbenden te voldoen, zijn de Uitgevers voornemens, om bij ge noegzame deelneming de Effecten- lijst afzonderlijk te verstrekken. Aan geabonneerden op de Courant, per maand 10 Cts. Aan niet-geabonn. p.m. 25 Cts. Abonnementen worden aange nomen, aan het Bureau: Kleine Houtstraat No. 9. DE UITGEVERS. ONZE SOLDATEN. Wie onzer heeft in zijne jeugd niet ge dweept met den stand, die hij, ouderge- worden, niet zelden allerminst als zijn levens doel gekozen zou hebben. Wanneer het geroffel der trom door de straten weer klonk, of de schetterende trompet onze voeten als van zei ven in beweging bracht, dan was er stellig geen knaap, die niet met zekere jalöuzie de verdedigers des vader lands naoogde en het verlangen in zich voelde opkomen eenmaal, den ransel op <lea rug, het geweer op schouder en- de patroontasch aan de heup, eene heusche militaire wandeling mede te maken. O, kin derlijke onnoozelheidAls ooit eene illusie onzer jongensjaren plotseling is verdwe nen, dan is het wel onze voorliefde voor het militaire tenue. Nauwelijks heeft de knaap, jongeling geworden, meer van nabij DJELLA DE GEMASKERDE PRINSES. EEN ROMAN UIT ENGELSCH INDIË VAN XA VIER DE MONTÉPIN. 25) Eerste Gedeelte DE ONTWAAKTE SLAPER. Mary slaakte een diepen zucht en openden de oogen en daar haar flauwte zelfs te kort had geduurd om al was het slechts voor een oogenblik haar de herinnering van wat er was voorgevallen te doen verliezen, reikte zij de hand aan diegenen, die haar bijstonden en zeide half verlegen met een allerliefst blosje en een beminnelijk lachje: Ik ben heel kinderachtig- ge weest! O! tracht maar niet het kennis gemaakt met de genoegens en de bezwaren aan het soldatenleven verbonden, of van zijne ingenomenheid met het mili- tairisme bleef weinig over. Het klatergoud, dat den soldatenrok tooit, heeft voor hem geen waarde meer, daar het in zijn oog slechts dienen kan om het onaangename te bedekken, dat het leven in de kazerne aan kleeft. Hoe weinigen toch zijn er, die er zich toe opgewekt gevoelen, langer dan de wet het hun voorschrijft, de wapens te dragen. In den regel wordt door onze miliciens de dag, waarop het groot verlof ingaat, met vreugde begroet; daar deze hun de vrijheid hergeeft, die zij zoo lang heb ben moeten ontberen. Men zou zich vergis sen, wanneer men meende, dat alleen het verlangen naar het ouderlijk huis, de zin voor het familieleven, van die vreugde de oorzaak was. Zelfs zij, die beulen moeten ontberen, en in de maatschappij terugge keerd daar geïsoleerd staan, haken naar het uur waarop de deur der kazerne zich achter hunnen rug sluit. De oorzaak van dit verschijnsel ligt elders. Wanneer wij onze militairen gadeslaan, als zij zich aan hunne uitspanningen kun nen wijden, dan zien wij helaas, dat enkele, hunner, den stand dien zij bekleeden niet tot eer verstrekken. Ruw en dolzinnig vieren dezen dan hunne lusten den teugel, geven overlast aan rustige burgers en zijn een voorwerp van verachting voor elk wel denkend mensch, die getuige is van hunne uitspattingen. Geen week gaat er voorbij, waarin niet de dagbladen ons de berichten geven van vechtpartijen, waarin de soldaten de hoofdrol speelden, en in den regel is het de drankduivel, die hen den treurigen moed geeft, met de wapenen, hun verstrekt om den buitenlandschen vijand te keeren, zich te verzetten tegen de bewakers 'der openbare orde, of tegen de burgers, die aén nog nimmer eenig leed deden, 't Is te ontkennen 1Ik heb mij erg dwaas aangesteld!! Reken het mij maar niet al te erg aan ik weet niet hoe het komt en wat mij heden avond scheelt. Wel honderdmaal heb ik het geluid van den nachtuil vernomen, zonder dat het mij de minste vrees aanjoeg; ik lette het dan zelfs niet op. Waarom was ik dan nu zoo bevreesd? Ik weet het niet, ik begrijp het niet. De vermoeienis der reis en de vreugde van het wederzien hebben wellicht mijne zenuwen zoo in den war en mij zoo uitermate gevoelig gemaakt. Ja, mijn kind, dat geloof ik ook, zeide Sir John levendig, zeker, dat zal het zijn. Des te beter, antwoordde Mary, dan zal ik morgen wel weer geheel heter zijn. Sir Malcolm voelde haar den pols. Heb ik koorts? vroeg zij glimlachend. Een weinigmaar na wat waar, het is slechts eene kleine minder heid, die zich zoozeer verlaagt, dat zij een voorwerp van verachting wordt voor de getuigen harer bachanaliën; doch die kleine minderheid is reeds voldoende om bij het volk den eerbied voor het militaire leven den doodsteek te geven. Dan, niet alleen buiten de kazerne doen dergelijke lieden afbreuk aan de achting ook dezen stand verschuldigd, ook daar binnen is hunne heillooze invloed merkbaar. Vraagt het den jongeling eens, die zoo even het ouderlijke huis voor de gemeen schappelijke woning van de soldaten heeft verwisseld, wat hij wel gevoelt, wanneer voor de eerste maal de ruwe dubbelzinnige scherts, waarvan deze wezens zoo bijzon der het geheim kennen, hem in de ooren klinkt. Het dierbaarste, wat hij heeft, wordt dor bespotting prijs gegeven. Zijne schuch tere vragen worden met een taal beant woord, waarvan hij tot heden het bestaan zelfs niet vermoedde, en hoewel hij zich langzamerhand daaraan begint te gewen nen, het kan niet uitblijven, of een gevoel van walging houdt ten slotte de overhand. In het eerst poogt hij zich misschien te onttrekken aan het gevaar, dat zijn kiesch gevoel dreigt, doch in den regel bekoopt hij die poging duur. Talrijk zijn de ver halen, waarin de plagerijen breed worden uitgemeten, die daarvan het gevolg zijn. De vervolgers rusten nimmer, en ten slotte leert ook hij zich schikken in de nood zakelijkheid, doch ten koste van zijnen eer bied voor den stand, dien hij thans be kleedt. Hij hoort het lijdelijk aan, wat men hem zegt, tracht den vrede te bewaren, door den schijn aan te nemen, als schept ook hij behagen, in de dubbelzinnigheden, die worden gedebiteerd; ja, eeaie enkele maal zal hij zich laten verleiden mede te doen met hen, die hij innerlijk veracht, 't Is verkeerd, maar och! eenjongmensch geslapen te hebben, zal het wel be ter wordendaarom moet gij maar spoedig naar bed gaan Heva en ik zullen u boven bren gen. Geef mij een arm en den anderen aan uwe zuster, beste, meid. Man' was reeds op de heen en riep hartelijk lachend uit Neen, ik kan wel alleen loo- pen en zonder hulp naar boven ko men ik ben sterker dan gij denkt. En het woord bij de daad voe gende, schreed zij snel ofschoon nog eenigszins wankelende door de ka mer; nabij de deur gekomen, keerde zij zich om en zeide alvorens de kamer te verlaten Duidt het mij niet al te kwa lijk dat ik van avond zoo onuit staanbaar ben geweestAls God het geeft dan ben ik morgen weder de oude Mary. Zij omhelsde Sh- John, gaf George en Edward de hand en liep den trap van 19 jaren ontbreekt niet zelden de kracht en de zedelijke moed, om zich te blijven verzetten tegen het kwade, zelfs ten koste zijner rust. Toch mag men veilig aannemen, dat den eerbied voor het militaire leven in dit ge moed een onherstelbaren slag is toegebracht. Docli er is nog meer. Wij allen zijn zeker wel eens getuigen geweest van de oefenin gen, waarmede men de rekruten inwijdt in de geheimen van den wapenhandel. Dik werf voorzeker hebben wij daarbij gelegen heid gehad het geduld te bewonderen, waarmede de instructeurs hunne vaak moeic- lijke taak trachten te vervullen, de welwil lendheid te roemen, die. zij daarbij tegen over hunne leerlingen aan den dag leggen. Niet altijd evenwel is dit zoo. Meermalen geven ook de hoog geplaatsten de duide lijkste bewijzen, dat zij niet. voor hunne taak berekend zijn, dat hun de zelfbcheer- sching ontbreekt, om ook dan nog kalm te blijven, wanneer hunne aanwijzigingen niet worden begrepen, en hunne bevelen dientengevolge slecht worden opgevolgd. Met ruwe scheldwoorden trachten enkelen dan aan te vullen, wat hun onderwijs aan duidelijkheid ontbreekt. Of zij daardoor beter worden begrepen Wij betwijfelen het ten sterkste. Ziet hen slechts aan, die daar op het drilveld het voorwerp zijn der grove beleedigingen. Hoe grooter de woede wordt van den onhandigen onderwijzer, hoe min der zijn onderwijs doel treft. Wezenloos als het ware, staart de ongelukkige zijnen meerdere aan, doch in zijn hart veracht hij hem met al de kracht, waarover zijne ziel beschikt. 't Behoeft voorzeker geen betoog, dat ook zulke meerderen gevaarlijk zijn voor den goeden geest in ons leger. Wellicht is hun doel goed; doch de middelen, die zij aan wenden om het te bereiken, kunnen nim mer de goedkeuring van weldenkende lie- op zonder zich bijna aan de leuning vast te houden. Nog eenigen tijd bleven Sir John en zijn beide zoons hijeen en onder hielden zich over het zonderlinge voorval, hetwelk zoo plotseling het aangename samenzijn van dien avond afgebroken had. George stond het eerst op. Hij verlangde er naar alleen te zijn en zich ongedwongen aan zijn over peinzingen te kunnen overgeven. Op zijn kamer gekomen, grendelde hij de deur af en de vensters wijd openslaande, zette hij zich op de leuning van het balkon neder. De frissche nachtlucht deed hem goed en zijn gedachten nu den vrijen loop gunnende, versterkten zijn over denkingen hem in zijn opgevat voor nemen om voor altijd met zijn Oos- tersche bachante te breken. Nadat Saugor voor de tweede maal het gekras van den nachtuil had nagebootst en de echo dat her den wegdragen. Een wenk van kooger hand zou hier misschien heilzaam werken. 't Licht voor de hand, dat ieder, die het wel met het vaderland meent, naar de middelen moet streven, om in den toestand, dien wij hier in weinige woorden schotsten, verbetering te brengen. Weluu, die mid delen zijn niet verre te zoeken. Straks zullen weder talrijke jongelieden het ouderlijke huis verlaten, om het vaderland gedurende korteren of laiigeren tijd te dienen. Wanneer alle goed gezinden, wicu de eer en het welzijn van ons leger nauw aan het harte ligt, de handen in eeu slaan, dan is het niet moeielijk den vorkeerden invloed die van enkelen uitgaat, op te heften. Tegen eene vereeniging van personen, die het goede willen, vermag het kwade wei nig. Sluit u derhalve aan bij hen, die even als gij de ruwheid verachten, ceneu af schuw hebben van alles, wat met de be schaving in strijd is. Stoort u niet aan de bespotting waarmede men u zal zoeken te treffen; zij, die dat doen, hebben in hun hart eerbied voor uwe standvastigheid, want hun geweteu zegt het hun maar al te dui delijk, dat gij beter zijt dan zij. Van lie verlede zullen zij u met rust laten. En gij meerderen! die gesteld zijt te waken over degenen, die aan uwe hoede worden toevertrouwd, gebruikt al den in vloed, welken de militaire reglementen u ruimschoots verschaffen, ten goede. Laat uw voorbeeld den jeugdigen soldaten ten allen tijde een spiegel zijn, waarnaar zij zich kunnen richten. Dat welwillendheid tegenover uwe minderen uwe houding be- pale. Duizenden moeders zullen u dankbaar zijn voor datgene, wat gij haren zonen hebt welgedaan. Houdt hen, die het goede willen, zooveel dit in uw vermogen is, de hand boven het hoofd, dan zal niet alleen de soldaat in het ouderlijk huis terugge keerd uwe weldaden in zegenend aanden- haaldelijk had weerkaatst, twijfelde hij niet langer of George moest het sein vernomen hebben en hield zich verzekerd hem nu spoedig te zullen zien opdagen. Maar hoe groot was niet zijn ver-, bazing toen ook dit tweede signaal evenmin als het eerste eenig gevolg had en George maar steeds niet verscheen. Een oogenblik kwam het denk beeld bij hem op dat de bewoners van den Bengalow dien avond wel licht afwezig waren en om zich hiervan te overtuigen, liet hij de paarden aan den hoede van den neger over en den hollen wel in slaande, bereikte hij spoedig de dichte heg, welke den tuin afsloot. Door een opening in het groen kon hij waarnemen dat bijna alle vensters verlicht waren en dat ver scheidene personen, wier schaduw zich op de Chir.eesche stores aftee- kende, in een der vertrekken der rez-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1884 | | pagina 1