POPULAIR ME» EI Oplage 10000 Ex. Maandag 17 Maart 1884. N<>. 212. FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per maand40 Cents. Franco door geheel liet Rijk n. maand 55 Afzonderlijke Hommers 5 Verschijnt Degelijks uitgenomen Zon- en algemeens Feestdagen. Bureau: KLEINE HOUTSTRAAT No. 9. Drukkers-Uitgevers: BOMAÏÏS Co., te Haarlem. ADVERTENTIËN: van 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cents. Groote letters naar Plaatsruimte. Advertentiën worden aangenomen tot 's middag 12 uur. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Pablicité Etrang&re G. L. DAIJBE Co, JOHn. F. JONES, Sucr., Parijs. 31bis, Faubourg Montmartre. VERTREKUREN der SPOORTREINEN. "WTNTERDIENST. Van Haarlem naar Amsterdam. 7.—. 8.32, 8.55, 9.30,11.15, 11.39*, 11.56, 1.8, 2.39*, 3.53, 4.15. 4.44, 5.42, 6.40, 7.13, 7.44* 8.54,9.46,10.23, 10.59*. Van Haarlem naar Rotterdam. 7.53* 8.33,9.4,10.13.12.12*, 12.46,1.53, 3.50, 4.16, 5.12, 5.43*. 8.1, 10.13. Van Amsterdam naar Haarlem. 6.15, 7.30*, 8.10, 8.30. 9.35, 9.50,11.5,11.50*, 12.15, 1.5. 1.30, 3.26, 3.45, 4.30. 4.45, 5.20*, 7.30, 8.30, 9.50,11.—. Van Rotterdam naar Haarlem. 6.40, 8.10, 9.10,10.20*, 11.5, 1.23*, 2.45, 3.35, 5.10, 6.27* 7.20, 8.50, 9.50*. De vertrekuren zijn berekend Station Delftsche Poort. De met een geteekende treinen alleen le en 2e klasse. Van Haarlem naar den Helder. 6.51,10.7,1.37, tot Alkmaar, 5.2, 8.57. Van den Helder naar Haarlem. 6.10, 9.30, 1.30, 7.20 Van Haarlem naar Zandvoort. Station H. IJ. S. M. 7.55, 10.15, 11.38, 1.33, 4.59, S.3. Van Zandvoort naar Haarlem. S.26 10.49, 12.4-2, 4.17, 6.15, 8,28. RECHTVAARDIGHEID. In onzen tijd, waarin liet woelen der ontevredene partijen in bijna alle landen van Europa, zoozeer de aandacht der staats lieden vraagt, en zelfs in ons vaderland bet sociaal-democratische element liet lioofd sterker dan ooit opsteekt, is het niet van belang ontbloot, eens na te gaan in hoe verre de heerschende toestanden daarop van invloed kunnen zijn. 't Is toch alge meen bekend, dat de voornaamste woord voerders der zoogenaamde werkliedenpartij met oplettendheid gadeslaan alles, wat er om hen heen gebeurt en uit het verkeerde hetwelk zij opmerken munt zoeken te slaan voor hunne beweging. En men behoeft waarlijk geen aanhanger te zijn van de beginselen, meer luide verkondigd dan juist omschreven, om ook in ons overig goede Nederland misbruiken aan te treffen en fouten te ontdekken, die de groote meer derheid van het volk tegen de borst stuiten. Het licht natuurlijk niet op onzen weg alles wat verbetering behoeft in het hij zon der te omschrijven. Onze ruimte zou dit trouwens niet gedoogen. Wij willen zoo hier en daar een greep doen uit de massa, en zullen trachten, daarbij zooveel mogelijk die zaken aan te stippen, welke binuen het bereik van ieders bevatting liggen. Nemen wij dan in de eerste plaats onze belastingen. Geen onzer zal het ontkennen, dat het de plicht van ieder staatsburger is, om in verhouding van zijne verdiensten bij te dragen in de kosten, welke een geregeld bestuur des lands vordert. Waar toch zou het heen, wanneer ieder zich dien last van de schouders wilde schuiven? Geen enkel groot werk, dat ten bate van het algemeen strekt, kwam dan tot stand. De veiligheid onzer maatschappij moest aan ieder in het bijzonder worden toevertrouwd, terwijl na- DJELLA DE GEMASKERDE PRINSES. £EN ROMAN DIT ENGELSCH INDIË VAN XA VIER DE MONTÊPIN. 31) Eerste Gedeelte DE ONTWAAKTE SLAPER. Is hij nog jong? Jong, neen niet bepaald hij zal vijftig jaar zijn, maar hij ziet er nog zeer goed uit en besteedt zooveel zorg aan zijn toilet, dat men hem nauwelijks veertig zou geven. Is hij gehuwd of niet? Hij is weduwnaar. Toen hij nu vijftien jaren geleden uit Engeland kwam, leefde zijn vrouw nog, maar zij was zwak en kon niet tegen het aangrijpende Indische klimaat, zoo dat zij aan pene slepende ziekte be- tuurlijk in dit geval ieder slechts voor zich zei ven zou zorgen, zonder zich om zijnen huurman te hekommeren. Een toestand van algeheele verwarring zou hiervan nood zakelijk het gevolg zijn; daar, wat de een noodig oordeelde, volgens een ander best gemist kon worden en omgekeerd. Boven dien zouden er zijn, die alles op anderen zouden laten aankomen, en er zich eenvoudig toe zouden bepalen te deelen in de vruch ten van den oogst, dien anderen hadden gewonnen. Dat zou onbillijk zijn en daar om is het noodig, dat er bepalingen wor den gemaakt, die het aandeel vaststellen, hetwelk ieder burger moet bijdragen in de kosten, die een geregeld bestuur van land en gemeente veroorzaakt, 't Behoeft natuur lijk geen betoog, dat daarbij zooveel mo gelijk rekening dient gehouden te worden, met de inkomsten, waarover elk kan be schikken in verband met. de noodzakelijke uitgaven, die hij tot onderhond van zich en zijn gezin moet doen. Zien wij eens, hoe het daarmede gesteld is bij ons belas tingstelsel. De inkomsten van onzen staat kunnen wij gevoegelijk in twee groepen verdoelen en welde directe en de indirecte belas tingen. Onder de eersten staat die op het personeel bovenaan. Hij die een groot huis bewoont, er dienstboden op nahoudt, paard en rijtuig tot 'zijne beschikking heeft, be taalt voor dat alles een betrekkelijk aan zienlijk bedrag, terwijl de handwerksman, die zich al deze weelde moet ontzeggen, er schappelijk afkomt. Oogeuschijnlijk is derhalve deze belasting zeer billijk. Gaan wij hare werking evenwel meer nauwkeu rig na, dan bemerken wij aanstonds, dat er toch nog wel eenige aanmerkingen te maken zijn. Hoe velen zijn er niet, die of door hunnen stand in de maatschappij of door andere oorzakeu, die wij niet nader zullen omschrijven, grooter moeten woi zweek. Lord. Sing-leton heeft lang over haar verlies getreurd, maar de tijd heelt alles en ofschoon ik niet geloof, dat hij haar vergeten heeft, is hij nu toch schijnbaar getroost. Leeft Lord Singleton op een grooten voet? Javorstelijk en hij ver teert ruimschoots de rente van zijn aanzienlijk vermogen behalve nog het groote inkomen aan zijn betrek king verbonden. Ziet hij veel menschen? Bijna alle weken geeft hij aan de hoofdambtenaren der Indische Compagnie een prachtig diner, waar voor dikwerf uit alle oorden der wereld heerlijkheden en lekkernijen worden aangebrachteens in de maand geeft hij eene receptie, die doorgaans druk bezocht wordt en alle jaren omstreeks dezen tijd een feest, waarvan geheel Indië gewaagt en waarop gij u zonder twijfel hij zonder goed zult vermaken en dat dan zij eigenlijk kunnen, terwijl anderen daarentegen, bij meerdere inkomsten, be trekkelijk veel eenvoudiger kunnen leven. Toeh wordt met deze omstandigheid geen rekening gehouden. De wet vraagt niet, hoe groot is uw inkomen maar wel hoeveel deuren, vensters en schoorsteenen zijn er in uw huis, hoeveel dieustboden houdt ge er op na, en naar het antwoord, dat men op deze vragen geeft, wordt het bedrag bepaald. De rijke jonge heer, die op kamers woont, komt er dus voor een koopje af, terwijl een ander, die een groot gezin moet onderhouden ook voor den eerste betalen moet. Billijk is dit niet. Een andere belasting is die op de be bouwde en onbebouwde eigendommen. Ook daarmede is alles niet in den haak. Ge steld, gij zijt eigenaar van eenige huizen, en ge betaalt daarvoor natuurlijk een aardig sommetje aan grondlasten, of liever, gij betaalt dat niet, maar uwe huurders. Im mers, zeer juist weet ge te berekenen wat uwe eigendommen ,u kostenvan het geld dat gij hebt uitgegeven wilt ge natuurlijk eene behoorlijke rente trekken, dat is bil lijk, doch daarbij vergeet ge uwe eigene kosten niet. Met het bedrag, dat gij aan belastingen moet betalen, verhoogt ge on- ;etwijfeld de rente, die gij van uw kapitaal wilt trekken, en de som die ge daaruit krijgt zal de huurprijs zijn, dien ge van uwe bewoners eischt. Wie is het derhalve, die de grondlasten betaalt? De wet wil natuurlijk, dat ge een zeker bedrag van het geld, dat ge trekt, aan de schatkist afstaat; doch ge schuift dien last van uwe schou ders af, en brengt hem over op die uwer huurders. Het doel wordt dus ook hier niet bereikt. Gaan wij thans eens na, hoe het in dit opzicht met de indirecte belastingen gesteld is. Enkelen onzer voornaamste levensbe hoeften zooals zout, zeep, vleesch, suiker, voor u voorzeker zeer interessant zal zijn. Ik zou niet weten waarom, antwoordde George, daar ik nie mand van die g'asten ken, en zich. geheel omringd te zien alleen van gansch onbekende gezichten is naar mijn wijze van zien niet zoo hijzonder benijdenswaardig. Gij zoudt gelijk hebben, indien het gewone gasten waren, maar op dit feest vindt gij alle mogelijke Indische vorsten en regenten, de afstammelingen der vroeger ge- heerscht hebbende g-eslachten, ver tegenwoordigd. Ge zult er aantreffen de Tamer- liden, die voorgeven van de goden af te stammen en tal van andere Radjahs met de onmogelijkste na men, en wier prachtige rijke natio nale kleederdrachten zelfs een Eu- ropeesch millionair hun zou benijden en die verzekeren dat hun geslacht van af de schepping der wereld heeft enz. worden met een tamelijk hoog recht belast. Elke huismoeder stort, wanneer zij bij den kruidenier hare inkoopen doet, een zeker bedrag in 's lands schatkist. Hij die het meest van deze artikelen gebruikt, be taalt natuurlijk ook het meest. Nu is het niet waar, dat juist hij, het ook het beste missen kan. Een groot huisgezin zal onge twijfeld de beste klant zijn van den kruide nier, en daardoor insgelijks van de schatkist. Gesteld, er zijn twee personen, die beiden hetzelfde inkomen hebbendoch de een heeft een vijftal kinderen tot zijn last, terwijl de tweede slechts met zijne vrouw alleen is. Nu behoeven wij het waarlijk niemand oor te rekenen, dat het wekelijksch ver bruik van den eerste, zeker het dubbel zal bedragen, van dat, hetwelk de tweede heeft aan te wijzen. De schatkist profiteert der halve van No. 1 meer dan van No. 2, en niemand zal zoo dwaas zijn te beweren, dat hij, die het meeste betaalt, het ook het beste kan missen. De waarheid van het omgekeerde springt juist zoozeer iu het oog, dat wij ons van een nader bewijs kunnen onthouden. Met de invoerrechten, die de regeering op enkele artikelen van dagelijksch gebruik heeft, is het niet beter gesteld, daar ook zij komen ten koste van de verbruikers, en derhalve in vele gevallen het meest druk ken op hen, die ze het minst kunnen be talen. Het zoude ons te ver voeren, wanneer wij alle belastingen één voor één aan eene critiek wilden onderwerpen. Het boven staande zal voorzeker voldoende zijn, om de uitspraak te wettigen, dat er op dit punt in onze wetgeving nog heel wat te verbeteren valt, alvorens zij geheel en al in overeenstemming met de rechtvaardig heid is. Dat de aandacht onzer regeering en der volksvertegenwoordiging echter ook op dit punt gevestigd blijft, bewijzen o. a. het voorstel van de heeren van Delden c. s. "bestaan, en wil men hen gelooven, zells vóór dien tijd. "Vóór de schepping der we reld? vroeg George, - maar hoe leggen zij dat dan aan? Ik heb u immers gezegd, antwoorddé -Sir John, dat al deze patricische familien een aardsch ont staan minachten, dat zij beweren van de goden af te stammen Dit verklaart u hoe en waarom hun voorouders reeds heerschten en re geerden toen onze ondermaansche wereld nog een deel van den alge- meenen chaos uitmaakte. Gij hebt gelijk, vader, her nam George lachende, ik begin nu ook te gelooven dat het feest van Lord Singleton uitermate interessant zal zijn en ik mij daar uitstekend zal vermaken. XVII. NOG EENE UITNOODIG1NG. Den laatsten brief, voorzien van de beeltenis van eene gedrochtelijke alsmede dat van den tegenwoordigoii minis ter van financiën, betreffende de invoering eener klassen-belasting. Wij hebben op dit oogenblik niet te onderzoeken welke ge breken beiden wetsontwerpen aankleven; daartoe zou ons trouwens de noodige ruimte ontbreken. Misschien komt nog eens de tijd, dat eene algemeene inkomstenbelasting als eenige of, ten minste, voornaamste bron van ont vangst voor den staat en de gemeente mogelijk wordt. Daartoe is het evenwel noodig, dat ieder staatsburger doordron gen zij van de overtuiging, dal ieder in het bijzonder verplicht is. naar zijne krach ten mede te werken tot instandhouding van het geheel. Op dit oogenblik is dit helaas niet het geval. Menigeen toch ziet er volstrekt geen bezwaar in, de belastingen te ontduiken, hoewel hij overigens tot geen prijs zijnen medemenschen ook maar een enkelen cent te kort zou willen doen. Te vaak vergeet men, dat, wat de een de landkas ontsteelt, (kunnen wij eene derge lijke ontduiking anders betitelen?) door den ander moet worden aangevuld; zoodat ten slotte toch het nadeel komt aan hen», die meer nauwgezet van geweten op dit punt is. Eene inkomstenbelasting eischt in de eerste plaats algemeene eerlijkheid; want het zou onzinnig zijn van de regeering te eischen, dat deze zich volkomen op de hoogte stelle, omtrent den staat van ieders vermo gen. Wij kunnen ons in geen geval verschui len achter het voorwendsel, dat wij onze inkomsten geheel noodig hebben ter voor- zieuing in onze dagelijksche behoeften. Voor het algemeen welzijn moet ieder zich eenige opofferingen getroosten. Zelfs de werkman mag zich geenszins van dien plicht ont slagen rekenen, al zijn zijne verdiensten ook nog zoo gering. Alleen heeft hij het recht te eischen, dat de verdeeling der las- Indische g-odheid in het roode lak afgedrukt, hield Sir John nog onge opend in de hand. Aandachtig bekeek hij het zegel. Waarlijk, dat is vreemd! mompelde hij. Wat vader? vroeg George. Bezie eens goed dit cachet, zeide Sir John zijn zoon den brief toereikende, wat maakt gij daar uit op? Niets dan een leelijk monster achtig afgodsbeeld. Dat is het wapen der Tamer- liden. Het geslacht der vroegere heer- schers over Indië, waarvan wij zoo even nog spraken? Ja. Houdt gij hij toeval briefwis seling met een dier godenzonen? Neen, ik begrijp dan ook niet van wien dien brief kan zijn. Maak hem dan spoedig open en gij weet het. De grijsaard ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1884 | | pagina 1