ADVERTENTIEBLAD. Oplage 10000 Ex. Dinsdag 29 April 1884. No. 248. FEUILLETON. I HAARLEMS DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Yoor Haarlem per maand40 Cents. Franco door geheel het Rijk p. maand 55 Afzonderlijke Hommers 5 VsrsBhijnt Dagelijks uitpnen Zon- en algemeens Feestdagen. Bureau: KLEINE HOUTSTRAAT No. 9. Drukkers-Uitgevers: BOMAHS Co., te Haarlem. AD VERTEN TIÉN: van 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cents. Groote letters naar Plaatsruimte, i Advertentiën worden aangenomen tot 's middag 12 uur. Hoofdagenten voor bet Baitonland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co, JOHn. F. JONES, Sner., Parijs, 31 bis, Faubourg M sntmnrtre. VERTREKUREN der SPOORTREINEN. WIN TERDIEN ST. De met een geteekende treinen alleen le en 2e klasse. Van Haarlem naar Amsterdam. 7.—. 8.32, S.55, 9.30,11.15, 11.39* 11.56, 1.8, 2.39* 3.53, 4.15. 4.44, 5.42, 6.40, 7.13, 7.44* 8.54,9.46,10.23, 10.59*. Van Haarlem naar Rotterdam. 7-53* 8.33,9.4,10.13.12.12* 12.46,1.53, 3.50, 4.16, 5.12, 5.43*, 8.1, 10.13. Van Amsterdam naar Haarlem. 6.15, 7.30*. 8.10, 8.30. 9.35. 9.50,11.5,11.50* 12.15, 1.5, 1.30, 3.26, 3.45, 4.30. 4.45, 5.20*, 7.30, 8.30,9.50,11.—. Van Rotterdam naar Haarlem. 6.40, 8.10,9.10.10.20* 11.5, 1.23*, 2.45, 3.35, 5.10, 6.27*, 7.20, 8.50, 9.50*. De vertrekuren zijn berekend Station Delftsche Poort. Van Haarlem naar den Helder. 6.51.10.7,1.37, tot Alkmaar, 5.2, 8.57. Van den Helder naar Haarlem. 6.10, 9.30, 1.30, 7.20 Van Haarlem naar Zandvoort. Station H. IJ. S. M. 7.55. 9.6, 10.15, 11.38, 1.33, 3.52, 4.59, 6.45, 8.3. Van Zandvoort naar Haarlem. 8.26,9.40,10.49, 12.42,2.12, 4.17, 6.15, 7.17, 9,15. ALGEMEEN «VERZICHT. Nu de kwestie eener Europeescke conferentie door de Britsche regeering i ter sprake is gebracht, zijn de Egyp- tische aangelegenheden natuurlijk een onderwerp van ernstige over weging hij alle kabinetten gewor den. De pers twist thans nog over I de vraag of de uitnoodigingen tot deel- I neming aan het congres, reeds ver zonden zijn. De Duitsche bladen be weren, dat hunne regeering er reeds eene ontvangen heeft, doch van andere zijde wordt dit onwaarschijn- I lijk geacht, daar nog niets is vast gesteld omtrent het eigenlijke doel der bijeenkomst. Hierover toch moet i men eerst tot overeenstemming ko- I men, daar de beraadslagingen tame lijk onvruchtbaar zouden zijn, wan neer zij zonder een vooraf vastgesteld plan werden aangevangen. In den beginne, toen het denkbeeld eener conferentie het eerst hij de Engel- sche regeering opkwam, meende men de geheele Egyptische kwestie aan het oordeel der mogendheden te onderwerpen; misschien wel met het doel van dezen onbeperkte vol macht te erlangen, ten einde aan de hoorden van den Nijl naar goed vinden te handelen. Mag men de Köln. Zeüung gelooven, dan zouden vooral Duitsehland en Rusland zich tegen dit voornemen zoo sterk heb ben gekant, dat Gladstone het wij zer oordeelde het op te geven en alleen de liquidatiewet tot onder werp der beraadslaging te maken. De redenen, die men voor den tegen stand van heide mogendheden opgaf, waren voornamelijk deze. dat de Egyptische kwestie zoo nauw met de 'beruchte Oostersche samenhangt, dat het onmogelijk schijnt de eene te hespreken zonder daarbij in de DJELLA DE GEMASKERDE PRINSES. BEN ROMAN UIT ENGELSCH INDIË VAN XA VIER DE MONTÈPIN. 67) Tweede Gedeelte. HET JAARFEEST VAN JAGARNATJTH. Geheel Benares was in feesttooi en de bevolking- bereidde zich voor om met ongehoorden luister het jaarfeest van Jagarnauth te vieren de gansche stad was vol leven en hedrijvig-heid. Wij verzoeken onze lezers zich te verplaatsen in het paleis van den g-oevemeur en wel in het kabinet van Lórd Singleton, op het oogen- blik dat de klok van het paleis -uist twaalf had geslagen. andere verward te geraken. Nu duch ten èn Bismarck èn de Russische minister van buitenlandsche zaken eene verwarde en onvruchtbare dis cussie, wanneer men Turkije gelegen heid gaf, al hare oude grieven we der op te rakelen en eene poging te wagen om verandering te brengen in de verschillende verdragen, wier bepalingen zij slechts door den nood gedrongen aangenomen heeft. Voor het oogenblik dringt bij het Engelsche volk de vraag: wat zal de regeering doen met betrekking tot Berber en Khartoem, en belang stelling in de aanstaande bijeenkomst der groote mogendheden, eenigszins op den achtergrond. Zal zij over eenkomstig het voorstel der Egyp tische regeering. hierin ondersteuud door generaal Wood, hare toestem ming geven tot eene expeditie in Soedan, of zal zij de zaken aldaar nog eenigen tijd aanzien. Ter ontzet van Berber zelf, dit erkent het grootste gedeelte der autoriteiten, is het hoogstwaarschijnlijk reeds te laat. Uit alle berichten, welke zoo wel de Fransche bladen als de En gelsche ontvangen, blijkt het ten duidelijkste, dat de toestand dezer vesting inderdaad hachelijk te noe men is, en de overgave weldra zal moeten plaats hebben. Voor de vei ligheid van generaal Gordon bestaat volgens de uitdrukkelijke1 verzeke ring van den minister Dilhé geen direct gevaar, daar Khartoem voor ruim 5 maanden van levensmiddelen is voorzien en de goeverneur over voldoende krijgsmacht beschikt ten einde eiken aanval van huiten glans rijk te kunnen afslaan. Bij het En gelsche leger bestaat een onover komelijke afkeer van eene gemengde expeditie, zoodat daaraan niet te denken valt. Wd men iets onderne men, dan zullen of alleen Egyptische In deze kamer die met een veel kleurig Chineesch behangsel pronkte waren geen andere meubelen dan een boekenkast, rijkelijk voorzien van prachtig ingebonden werken, een schrijfbureau, een portret van Engeland's koningin en een twaalf tal stoelen. De deur ging open en een per soon als een Hindoeschen dienst knecht gekleed, trad binnen met eenige papieren en bescheiden, welke hij op de schrijftafel nederlegde. De binnengekomene is voor ons geen onbekende. Het was dezelfde, die twee dagen geleden het gelaat met een dichten sluier bedekt, hij prinses Djella ver scheen, in gezelschap van fakir j Souniacy, Holcar en Akbar. In den nacht van den moord was hij op het «Kerkhof der Olifanten.» j Het was Djaal en hij bekleedde een voornamen rang onder de aan voerders van het «Heilig Verbond.j regementen tegen den vijand afge zonden moeten worden, of het Brit sche leger zal zich voor de derde maal marschvaardig moeten maken om de Soedaneezen een lesje toe te dienen. Ook op dit laatste evenwel is men weinig gesteld. Het Britsche garnizoen, dat Assioen bezet houdt, ondervindt reeds de hoogst nadeelig'e uitwerking van het ongezonde Afri- kaansche zomerklimaat, want dage lijks komen er gevallen voor van zonnesteek, dyssenterie en andere ziekten, die voor Europeanen daar van in den regel het noodzakelijk gevolg zijn. Toch zijn er, ondanks al deze bezwaren, in Eugeland nog verscheidene personen, die met na druk van de regeering eischen, dat er iets gedaan worde om in Soedan de zaken op een anderen voet te brengen. Men slaat eenvoudig geen geloof aan de geruststellende ver zekeringen omtrent de veiligheid van generaal Gordon, zoodat men, na den val van Berber, een gelijk lot voor Khartoem ducht. Het valt intusschen niet te betwijfelen, dat er iets ge daan zal worden. 't Is alleen thans maar de vraag of eene expeditie zoo dringend noo- dig is, dat men het Britsche leger aan al de gevaren eener zomercam- pagne in Soedan mag blootstellen. Met ongeduld ziet men de beslissing van het kabinet in deze te gemoet. Tengevolge van het regenseizoen zijn in Tonkin de bewegingen van het Fransche expeditie-corps voor- loopig gestaakt en bepaalt men er zich slechts toe, de bezette vestin gen te versterken en ze in staat van tegenweer te brengen. De bevolking, die op de komst der vreemdeling-en vluchtte, keert langzamerhand weder naar hare woonsteden terug, en begint zich onledig te houden met de bebou- I wing harer velden. Dit is al vast een goed teeken- De henden der Zwarte Vlaggen wijken dan ook meer en meer terug en naderen allengs de eigenlijke Chineesche grenzen, ter wijl een gedeelte hunner eene schuil plaats in Anam zoekt. Ook daar kunnen zij het den Franschen even wel nog lastig genoeg maken; want het overwicht der Europeanen in dit rijk is niet zoo groot, dat dit alleen in staat zou zijn om elke oproerige bewegingte onderdrukken. Intusschen doet de Chineesche Zijne tegenwoordigheid bij den goeverneur in deze vermomming zullen wij spoedig ophelderen. Terwijl hij de papieren op het bureau van Lord Singleton in orde schikte, prevelde hij binnensmonds met eene spottende, bittere uitdruk king: Zoek maar. zoek maar! het is toch tevergeefs! Indien de Hindoe zijn spoor wil verbergen, kan het oog- van den Europeaan het niet ontdekken. Vervloekte Engelschen, zoekt maar!gij zult niet vin den!.... John Malcolm zal niet gewroken worden. Op hetzelfde oogenblik werd er zachtjes aan de deur getikt. Djaal deed open en Kazil stond voor hem. Elkander hier aantreffende, kon den heiden eene beweging van ver wondering niet bedwingen. Djaal! riep Kaail uit, Djaal! gij hier! in dit paleis en in Ook omtrent de houding derregee- rings-beambten in de Oostenrijksche Pool-provincien, is men weinig op zijn gemak en daarom, zoo verzekert het Weener Tageblattis prins La- banoff, de Russische gezant, naar St. Peters burg ontboden, om zijne regeering in te lichten betreffende de voornemens van het Oostenrijk sche kabinet. De voornaamste personen, die in het begin van dit jaar door de Ma- dridsche politie in hechtenis ge nomen zijn, als verdacht van het regeering weinig or niets, waaruitdeelnemen aan republikeinsche woe- men zou kunnen opmaken, dat de bedreigingen door haar tegen Frank rijk geuit haar ernst geweest zijn. De lichting, die zou worden opge roepen, is nog altijd niet onder de wapens. Van den anderen kant evenwel maakt Frankrijk ook niet de minste aanstalten, om zich in het bezit te stellen van enkele hun ner plaatsen. Waarschijnlijk wacht de regeering de algeheele beëindi-,^Zij, die dan ook indertijd den draak ■ing af van de Tonkinsche expe ditie en komt zij daarna met haren eisch tot schadevergoeding voor den dag. Gelukkig heeft Frankrijk hierbij de algemeeme opinie in Europa voor zich, zoodat van dien kant geene tegenwerking te wachten is. De reis van den Oostenrijk- schen kroonprins naar Constanti- nopel en Bucharest schijnt men te St. Petersburg met wantrouwige blikken te beschouwen. Het heeft den schijn, als zoekt men daarach ter eenige politieke beweegredenen, Misschien wel verdenkt men de Oos- tenrijksch - Ilongaarsche regeering van het plan, dat deze met Turkije op goeden voet wil geraken, om den Russischen invloed op de Porte zooveel mogelijk tegen te gaan. deze kleeding! Ja, gaf de Hindoe ten ant woord, onzer aller meesteres prinses Djella heeft mij bij den goe verneur geplaatst. Onu begrijp ik het, ant woordde Kazil niet langer verwon derd. Maar gij, wat komt gij hier doen? hernam Djaal, wat voert u hierheen? Lord Singleton heeft mij doen ontbieden. De goeverneur heeft u doen ontbieden En waarom Dat weet ik nietmaar ik denk. Hier hield Kazil op. Welnu, voleindig, zeide Djaal. Ik denk,vervolgde de knaap, I dat het mij naar aanleiding van j den moord van Sir John Malcolm wil ondervragen. 0\ er den moord van Sir John I lingen, zijn thans weder op vrije voeten gesteld. Het onderzoek heeft ten duidelijkste aangetoond, dat er geen genoegzame termen aanwezig zijn om generaal Hidalgo, generaal Ferrei e. a. voor den krijgsraad te brengen, zoodat het thans meer dan ooit duidelijk is, dat de zaak, met zooveel ophef aangekondigd, eigen lijk zeer weinig om het lijf had. staken met de gewichtige ontdek kingen der justitie, bleken derhalve goed gezien te hebben. Van Cuba heet het, dat de re geering geruststellende verzekerin gen heeft ontvangen. In enkele ont moetingen, die de politie en de gen darmerie met de rebellen hadden, be hielden de eersten steeds de overhand. Toch viel het aantal dergenen, die men te bekampen had, niet mede; zoodat de Cubaaneche autoriteiten het noodig oordeelen, eene strenge waakzaamheid in acht te nemen. Andermaal bevatten sommige Fransche bladen beschouwingen omtrent eene mogelijk verplaatsing van den H. Stoel, naar eene der plaatsen in Zuidelijk Frankrijk. Van Malcolmherhaalde Djaal. Ja. En waarom zou hij dat doen Weet gij er dan iets van Niets meer dan Sir George zelf. maar in den nacht van den moord diende ik hem tot gids. Ik ben met hem op het «Kerkhof der Olifanten» geweest, en ik heb het eerst het lijk, onder het hooge gras verborgen, ontdekt, Wat gij mij daar zegt, hebt gij dat ook reeds aan anderen ver teld? vroeg Djaal. Neen. aan niemand, want nie mand heeft er mij naar gevraagd. Is dat waar? Ik zweer het umaar waarom vraagt gij dit? In plaats van te antwoorden, greep Djaal de linkerhand van Kazil, die onwillekeurig begon te sidderen en de mouw van diens kleed hoog op- stroopende, wee6 hij hem op een blauw teeken op zijn arm gatatoëerd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1884 | | pagina 1