wil geven een onderzoek in te stellen
naar de herkomst van deze mede-
deeliug. Met betrekking tot de onder
handelingen tusscheu Frankrijk en
Engeland over de Egyptische confe
rentie, doen de meest tegenstrijdige
geruchten de ronde. De een verzekert,
dat zij goed vorderen, de ander be
weert, dat zij zijn afgebroken, doch
niemand schijnt het rechte te weten.
De nieuwe Parijsche gemeente
raad ligt al dadelijk weder, evenals
zijn voorganger, met den Prefect
overhoop. Nadat deze den wensch
had uitgesproken, dat de raad zich
uitsluitend met de belangen der stad
zou bezig houden werden in strijd
niet dit verzoek, of liever als protest
daartegen, een drietal motiën aange
nomen, waarin bij den president der
republiek werd aangedrongen op het
verleenen eener algemeene amnestie
voor alle politieke misdrijven en de
noodzakelijkheid werd betoogd van
het brengen eener nationale hulde
aan de helden der commune. Parijs
blijft toch steeds dezelfde, altijd de
woelzieke, rumoerige stad. Gelukkig
dat het woord: Parijs is Frankrijk,
minder dan ooit waarheid bevat.
Ook Spanje heeft thans haar dina-
miet-aanslag. De bewoners van Bar
celona werden voor enkele dagen
verschrikt door eene vreeselïjke ont
ploffing, die aan kwaadwilligheid
wordt toegeschreven.
Noch de misdadigers, noch hun
eigenlijk doel heeft men tot heden
kunnen ontdekken.
M\\E\LAM>
Haarlem, 9 Juni 1884.
Zaterdagmiddag had de feestelijke
opening plaats van de nieuwe bad
en zweminrichting van den heer
Sprenger, aan de Houtvaat alhier.
Tal van belangstellenden, waaronder
ook leden van den gemeenteraad,
waren er aanwezig. De muziek der
schutterij deed zich hooren, waarua
de eigenaar, de heer Sprenger. het
woord opvatte, en de hoop te kennen
gaf, dat zijn gewaagde onderneming
zou slagen en waarbij hij tevens
zijn dank voor den verleenden steun
betuigde.
De heer Macaré voerde daarna
het woord en drukte zijn warme
sympathie uit voor de ijverige po
gingen van den heer Sprenger. van
harte wenschende dat de onderne
ming slagen mocht en zoowel
meisjes als jong'ens van deze hoogst
.nuttige inrichting zouden gebruik
maken.
Daarna werd de inrichting, die,
vvat haren bouw betreft niets te
wenschen overlaat, met de grootste
belangstelling bezichtigd. Er zijn 24
kleedkamertjes en ruime bassins, 4
in getal, waarvan twee één meter
- en' de twee andere drie meter diep
zijn. De zwemschool van den heer
Sprenger aldus in alle opzichten aan
den eisch voldoende, wenschen wij
hem geluk met zijne onderneming,
en wij twijfelen dan ook niet of er
zal een ruim gebruik van worden
gemaakt.
Aan de diaconie der Ned. Herv.
gem. alhier, is door wijlen vrouwe
P. G. Ribbeek, geb. Biesterbos, ge
legateerd eeue som van f200.
Heden werd alhier aanbesteed
door den Luit.-kolonel eerstaanwe
zend ingenieur het doen van voor
zieningen van verschillenden aard
aan militaire gehouwen onder het
beheer der genie alhier, (raming
kleede officieren en eene menigte
dienaren en slaven omringden een
prachtigen palankijn, waarin een
grijsaard met een vorstelijk voor
komen was gezeten.
En wie was dat? vroeg
Djella met levendige nieuwsgierig
heid.
Ik heb gevraagd hoe hij heet.
En wat heeft men u geant
woord
Dat het de radjah van Hyde
rabad was, antwoordde men mij.
Wat? de radjah van Hydera
bad! herhaalde Djella, Doorgal
en de fakir in stomme verbazing' uit
één mond.
Ja, antwoordde de knaap.
En hij komt hierheen hij mij
in mijn paleis? riep de prinses
uit.
Ja, mevrouw, dat moet wel,
want een van de officieren heeft mij
gevraagd hoe ver zij nog van uw
paleis waren?"
f 3300). Laagste inschrijver J. S.
Yelthuizen, alhier voor f 3224.99.
Omtrent de ziekte van den Kroon
prins en de geneeskundige behande
ling, worden de volgende mededee-
lingen verstrekt:
De temperatuur van Z. K. H.,
reeds Zaterdagmorgen hooger, steeg
in den loop van den dag aanmer
kelijk. Na eene korte daling tegen
den nacht namen de geneesheeren
gisterenochtend weder eene belang
rijke verheffing waar, ten gevolge
van eene lolulaire pneumonie (kwab
achtige longziekte), die als nieuw
toevoegsel bij het ziekteproces zich
begint te ontwikkelen. De inge
wandsverschijnselen zijn voor het
oogenblik op den achtergrond ge
treden.
Een later telegram van gisteren
middag half vier meldt:
De geneesheeren hebben zoo even
wederom een langdurig consult ge
houden. De Prins is verbed. De
toestand van gisterenochtend blijft
dezelfde, en wordt door de genees
heeren ernstig geacht.
De keizerin van Oostenrijk
heeft zich te Zandvoort zóó vrij
kunnen bewegen, ongehinderd door
de bevolking en bezoekers van het
zeedorp die haar incognito hebben
geëerbiedigd, dat H. M. het plan
moet gevormd hebben over zes we
ken te Zandvoort terug te keeren.
Er is sprake van, dat enkele leden
van de koninklijke familie te Zweden
ook te Zandvoort de baden zullen
komen gebruiken.
Het vertrek der Transvaalsche
Deputatie naar Zuid-Afrika is thans
definitief vastgesteld.
Er zijn plaatsen genomen op het
stoomschip Spartan van de Union
Steo/M-Sliip-Companydat 19 dezer
van Southampton naar Natal ver
trekt.
De minister van financiën heeft
vastgesteld het plan der 316e Staats
loterij, welke zal bestaan uit 21,000
loten, 10,500 prijzen eu 2 premiën.
De collecte wordt op 9 Juli geopend
en op 19 Juli gesloten. De trekking
begint op 4 Augustus en eindigt
25 October a. s.
Men leest in de N. R. Ct. van
8 dezer:
Eindelijk zal dan toch onze Re-
geeriug ondervraagd worden naar
hetgeen er van harentwege in de
zaak der Nüero is gedaan en verder
gedaan zal worden.
Zonderling dat in eene zaak, die
zoo van nabij onze eer en onze be
langden raakt, noch de Kamer eerder
behoefte gevoeld heeft om inlichting
te vragen, noch de Regeering', om
rekenschap te geven van hare da
den. Trouwens, wat de Regeering
betreft, is het hier te lande of het
van zelf spreekt, dat hare daden
zooveel mogelijk verborgen moeten
blijven. Staatszaken, buitenlandsche
zaken vooral, zijn een heiligdom
waaruit de ouingewijden zorgvuldig
geweerd worden. Zoo het Neder-
landsche Goeveruement onderhande
lingen voert, een tracta sluit, of
wat ook op het gebied der buiten
landsche betrekkingen onderneemt,
moet men het uit het buitenland
hooren alsof deze ding'en ons,
Nederlanders, niet aangaan. Zoo
moesten wij nu weder uit Duitsche
bladeu kennis krijgen van de fraaie
conventie, door ons Goevernement
met Duitschland gesloten over den
letterkundigen eigendom. Dat is zoo
de vaste regel, waarover niemand
zich meer verwondert.
Djella keerde zich tot den fakir
en Doorgal.
Hoe is het mogelijk! De radjah
van Hyderabad, een stokouden man,
die nooit uitgaat, geen levende ziel
ontvangt en als een kluizenaar leeft
in zijn paleis in de bergen! Vindt
gij dat niet vreemd, Doorgal?
Ja. zeer zonderling.
Begrijpt gij het, fakir?
Neen, nog nietmaar het
zal zich ongetwijfeld, wel spoedig
ophelderen.
De prinses vervolgde:
Gij weet even goed als ik, dat
al onze pogingen om den radjah,
voor onze zaak te winnen, tot nog:
toe altijd schipbreuk hebben ge
leden.
Dat is waar.
Ik rekende ook niet meer op
hem en had er zelfs van afgezien
bij hem verdere pogingen aan te
wenden, en nu komt hij uit eigen
vrije beweging tot mij.
Het zal ons dan ook niet verwon
deren, zoo de Regeering, aan den
heiligen regel getrouw, zich ook
thans in diepe geheimzinnigheid
hult eu iu hare mededeelingen de
uiterste soberheid betracht. Men mag
evenwel vertrouwen, dat de Kamer
zich niet met eenige algemeenheden
zal laten tevreden stellen.
Er heerscht in het land over het
geval met de Nisero eene zeer be
grijpelijke ongerustheid. Op 2ich
zelve reeds netelig genoeg, is de
zaak niet weinig verergerd door de
handelingen der Britsche regeering,
zooals die uit de Parlementsstukken
bekend zijn geworden.
Wat er met den Radja van Tenom
moet worden gedaan, en hoe de ge
vangenen verlost kunnen worden,
daarover zullen zij, die ter plaatse
bekend, en in het algemeen met de
Indische oorlogszaken vertrouwd zijn
de regeering hebben in te lichten.
Hieromtrent behoeft men zich niet
bezorgd te makenonze bestuurders
in Indië zijn zoo gauw niet ten einde
raad, en op den troon van Buiten
zorg zetelt een man, bij wien groote
veerkracht zich paart aan schrander
beleid. Maar of tegenover Engeland
de waardigheid van Nederland met
den noodigen klem gehandhaafd is. I
en of op grond van hetgeen er door
ons goevernement gedaan is, de ver
dere leiding van zaken met volle
gerustheid aan dezelfde handen kan
worden toevertrouwd, daarover ver
langt de natie zekerheid. Alleen
overlegging van de stukken kan deze
zekerheid geven. En daarom ver
wachten wij, dat op die overlegging
zal worden aangedrongen. Zoo het
kan, volledige openbaarheid: en an
ders alleen voor de leden der Staten-
Generaal, opdat althans de vertegen
woordiging kunne oordeelen of de
eer en de belangen des lands vol
komen veilig zijn.
In het Rott. Nilwordt het
denkbeeld geopperd om, in de plaats
van de klassenbelastiug, een accijns
van f 100 per HL. op de jenever te
heffen, waarvan 60 pet. voor 't Rijk
en 40 voor de gemeenten. De accijns
bedraagt thans f 57 per HL. en
brengt ongeveer 22 millioen op; hij,
die het denkbeeld der verliooging
tot f 100 aangeeft, raamt de op
brengst dan op 33 millioen, waarvan
volgens zijn plan 20 millioen aan 't
Rijk en 13 millioen aan de gemeen
ten zou komen. In dat geval zou de
uitkeering van 4/5 der persoueele
belasting aan de gemeenten, onge
veer 9 millioen, kunnen vervallen,
evenals de pl. m. 4 millioen, die het
Rijk voor de onderwijskosten resti
tueert.
De 40 pet. in de opbrengt van
den jeneveraccijns moest dan aan
elke gemeente worden uitgekeerd
naar verhouding van haar bevolking.
De allicht te maken opmerking, dat
een accijns van f 100 per HL. te
hoog is, voorkomt de ontwerper van
dit plan door er op te wijzen dat
in Engeland wel f125 per HL. wordt
betaald.
Door Gedeputeerde Stateu van
Gelderland is een nieuw reglement
op de wegen enz. ontworpen, dat in
de aanstaande zomer-vergadering der
Provinciale Staten in behandeling
zal worden genomen. Daarin komen
tevens voor politiebepalingen op het
vervoer over tramwegen door mecha
nische beweegkrachten.
Het rijtuig van den pastoor van
Naaldwijk is Vrijdag, tengevolge
Wat zou de reden zijn?
vroeg Doorgal.
In alle geval moet de prinses
hem ontvangenmerkte de fakir
Souniacy levendig op. Het paleis
van prinses Djella moet voor den
radjah van Hyberadad openstaan.
Natuurlijk, antwoordde de
prinses, en ik zal hem ontvan
gen als een welkome gast.Dje-j
rid vervolgde zij tot den lakei, die:
Kazil had begeleid, zeg aan de
garde-Dfflcieren en aan de slaven,
dat zij een eerewacht vormen en
den radjah van Hyderabad met de
hem verschuldigde hulde inhalen en
wel door de hoofddeur van het pa
leis.
Op hetzelfde oogenblik vernam
men reeds in de verte het geschal
van luide fanfares.
- Hoort gij? riep Kazil uit,
daar zijn zijdaar zijn zij
Haast u, Djerid! hernam
de prinses, haast u
van het schrikken van het paard
voor een hoop puin te water geraakt.
De pastoor en de koetsier, die tijdig
uit het rijtuig sprongen, kwamen
met den schrik vrij. Het paard is
verdronken.
Uit een koffer van de prinses van
Saksen-Heiningen, die zich thans te
Amsterdam bevindt, zijn Vrijdag' bij
het vervoer per trein eenige lijfsie
raden met diamanten en paarlen
ontvreemd.
Vrijdag avond te ongeveer 7 uur
sloeg de bliksem in den verfmolen
De Hengst in het Westerzijder veld
te Zaandam, toebehoorende aan de
firma Storm, Van Bentem en Klui
ver, te Koog aan de Zaan. De brand
werd spoedig gebluscht, zoodat er
meer water- dan brandschade zal
zijn.
De hoofdcommissaris van politie
te 's Hage verzoekt, namens de moe
der, opsporing en opzending van
Maria Schuier, dienstbode, oud 20
jaren, gestalte klein en gezet, oogen
blauw; kleeding: zwarte mantel,
zwarte hoed met lichte bloemen,
zwarte moiré rok. Zij heeft 17 Mei
haren dienst te 'sHage verlaten en
houdt zieh waarschijnlijk te Amster
dam op.
Ten nadeele van eene dame in
het Voorhout te 's-Hage is uit een
koffer, per Iioll. spoor verzonden,
een bedrag van p. m. f 200 aan
bankpapier ontvreemd.
Om eene godsdienstige wijding te
geven aan den oOOsteu gedenkdag
van het sterven van Prins Willem
den Eerste, heeft de kerkeraad, der
Ned. Herv. gemeente te Delft be
sloten op den lOden Juli e. k., van
half tien tot half elf uur, in de Oude
Kerk, een dank- eu bidstond te
houden.
Zaterdagnamiddag is op den Heu
vel bij het Park onder Delftshaven
gevonden, het lijk van den heer C.
J. F. G., wonende aan de Olden-
barneveldstraat te Rotterdam, procu
ratiehouder bij de heeren F. en W.
aldaar.
Op het lijk is gevonden een zware
gouden vestketting. waaraan een dito
remontoir horloge en gouden ring
vinger met juweelen steen, porte-
monnaie waarin ongeveer f 30 en
zwart zijden parapluie.
Het lijk is naar het lijkenhuis op
de algemeene begraafplaats te Delfts
haven overgebracht.
Zaterdagavond omstreeks 10 ure
is zekere J. S. te Rotterdam, volgeus
zijn zegg'en door armoede daartoe
gedreven, in de Coolvest gespron
gen, doch zonder hekomen letsel
daaruit gered door J. T. en J. K.
die hem gekleed nasprongen.
Door G. van Dijk, te Rotterdam,
is op 24 Mei jl. aldaar in de brie
venbus aan het postkantoor een brief
bezorgd, verzegeld met lakzegel,
waarop de letters W en C, geadres
seerd aan de heeren Klaverweyden
Co., Spuistraat te Amsterdam,
welke niet aan dit adres is bezorgd.
De brief bevatteeene assignatie op
de Ned. Bank, door hare bijbank te
Rotterdam getrokken en f4800 groot,
benevens een talon van een oblig.
Russ. leening 1864, groot f1000
(No. 10885).
De lakei snelde heen, terwijl Ka
zil hem langzaam volgde.
De prinses keerde met Doorgal
en den fakir naar het paleis terug,
om zelf de toebereidselen voor de
ontvangst van haar hoogen gast te
leiden.
Onderweg zeide Djella tot haar
gasten
Hoe langer ik er over nadenk,
des te meer bevreemt en verontrust
mij het bezoek van den radjah.
Waarom? vroeg Doorgal.
Ja, dat weet ik zelf nietmaar
spoedig zullen wij alles wel verne
men. Die grijsaard beschikt over
millioenen onderdanen; zou hij ous
den oorlog komen verklaren en onze
plannen in den weg staan?
Heb daar geen vrees voor
riep de fakir uit. Dat is niet
mogelijk.
Waarom niet?
Om eene doodeenvoudige re
den.
Eene jeugdige vrouw te Dordrecht,
had Zaterdag twist met eenige buren.
Zij wond zich daarbij zoo op en
maakte zich zoo kwaad, dat zij
plotseling in eene beroerte stikte.
Een Zuid-Bevelandsch landbou
wer werd dezer dagen de dupe van
een geslepen commissionnair. Eerst-
gemelde deelde den ander, zoo spre
kende over koetjes en kalfjes, mede
dat kii tegenwoordig niet al te best
in zijn geld zat en daarom gaarne
eene tijdelijke geldleeniug zou aan
gaan.
Dit gezegde gaf deu commission
nair aanleiding te antwoorden dat
dit voor hem niets beteekende, want
dat hij genoeg geld ter leen kon
krijgen. Dit antwoord ontlokte den
landbouwer de openbaring van eeni-
gen twijfel, waarop de comm. zich
sterk maakte het benoodigde bedrijfs
kapitaal beschikbaar te stellen en
den landbouwer aanbood zijne tus-
schenkomst daartoe te verleenen.
Deze laatste slaat hieraan gehoor en
begeeft zich met zijn vriend naar
den gekozen g-eldsclneter. Daar aan
gekomen bericht de commissionnair
het doel zijner komst, docht ont
vangt ten antwoord dat er bezwaar
bestaat om aan zijn verlangen te
voldoen, daar hij geheel onbekend
is. Om dezen hinderpaal uit den weg
te ruimen stelt liij met, goedvinden
van den landbouwer dezen voor als
zijn solidairen borg. De geldschie
ter, hiermede tevreden, laat het ver-
eischte stuk teekenen en overhandigt
het gevraagde bedrag van f 400,
waarop beiden zich verwijderen. Na
eenige schreden gedaan te hebben,
neemt de commissionnair afscheid
van zijn borg. Deze verlangt hem
echter niet te verlaten voordat hij
het geleende geld heeft overgenomen
wat niettemin door den ander ge
weigerd wordt, omdat hij eerlijk eene
geldleening onder borgtocht van zijn
vriend heeft aang'egaan. Of de borg
al hoog sprong of laag, hij kou zijn
thuisreis aanvaarden zonder geld, en
kan zorg dragen dat de crediteur
het geleende in tijds zal terug* ont
vangen. (M. C.)
Zaterdag werd tusschen Helmond
en Aarlo-Rikstel een jongen door
de tram overreden. Naar men ver
moedt lag hij in het lange gras te
slapen, en was dientengevolge aan
het oog' van den machinist onttrok
ken. Ontwakende tengevolge van
het geraas der wielen, sprong hij op
en werd door den eersten personen
wagen gègrepen en zoodoende on
der de wielen getrokken. Geheel
vermorseld en als lijk werd hij er
onder uitgehaald.
Tot welke praktijken men tegen
woordig al niet zijn toevlucht neemt,
blijkt uit de volgende vermakelijke
historie. Dezer dagen ging te Zuid
broek een oud manneke bij verschil
lende ingezetenen rond en vroeg
onder angstig kermen om een wei
nig- jenever om daar zijn hevige
tandpijn door te stillen.
Door den heer Vraneken, lid van
den Gemeenteraad te Tilburg, is aan
den Raad voorgesteld, een over
dekte markt te bouwen voor den
verkoop van boter, vleesch, visch en
andere eetwaren, en daaraan een
stadswaag te verbinden. De voor
zitter verklaarde in de laatste zit
ting. dat dit plan reeds meermalen
Welke dan?
Omdat de radjah van Hyde
rabad geen onbezonnen jongeling
is, maar bekend staat als iemand
die de schranderheid en slimheid
van den vos aan de voorzichtigheid
van de slang paart.
Welnu, wat zou dat?
Dat zou niet te rijmen zijn
met zijn komst alhier. Indien hij als
vijand kwam, zou hij toch de on
voorzichtigheid, ja de dwaasheid
niet begaan zich aan onze handen
over te leveren.
Maar indien hij dan niet met
een vijandig oogmerk komt, zeide
Djella, dan moet hij wel onzen
bondgenoot willen worden en zal
hij mij dat wellicht komen voor
stellen.
Dat geloof ik eer, zeide de
fakir.
Ik ook, antwoordde Doorgal.
{Wordt vervolgd)