BINNENLAND. al de ellenden der Russische ge-| vangenissen leeren kennen, nog daar gelaten de schade, die zij in hunne zaken lijden, eene schade waarvoor natuurlijk nooit eenige vergoeding; wordt toegekend. Uit Petersburg wordt aan de Times geseind, dat de regeering voorne mens is eene oorlogshaven aan de Witte Zee te stichten, en daartoe het oog heeft laten vallen op de belangrijke handelstad Archangel. Binnenkort verwacht men, dat een aanvang zal worden gemaakt met de werken, die daartoe noodig zijn, als het aanleggen van dokken, scheepstimmerwerven enz. enz. Het is den heer John. Swerdrup eindelijk mogen gelukkeu zijn mi nisterie compleet te krijgen. Deze week vermeldden wij de benoeming van eenen minister van oorlog en thans is de Bankdirecteur Keidal tot tienden staatsraad aangesteld. De Itaiiaansch.e en Spaansche regeeringen zijn het nog altijd on eens omtrent de wijze waarop de laatste de eerste voldoening zal schenken, voor de beleedigende woor den, welke minister Pidal in de Cor tes tegenover Italië heeft geuit. Te Rome heeft men echter thans inge zien, dat de eisch tot ontslag van dezen minister te sterk was, omdat daarmede de geheele regeering zou moeten vallen. Thans heeft de Ita- liaansche regeering zich bereid ver klaard genoegen te nemen met eene officiëele herroeping der beleediging. Haarlem, 22 Juli 1884. Tal van kunstlievende leden, vol belangstelling en in aangename spanning, hadden zich gister-avond met de werkende leden der letter lievende vereeniging «J. J. Cremer», alhier, in een der zalen van het hotel «Van den Berg», eigenaar de heer Scholten, vereenigd, om getuige te zijn van de terugkomst van een twee tal leden, afgevaardigd om te Ton geren de onderscheidingen in ont vangst te nemen, die de vereeniging in den toon eel wedstrijd 1883/84 al daar waren te beurt gevallen.Weldra traden beiden binnen. Een hunner, de heer Raimond, droeg het vaan del der vereeniging, waaraan vier medailles, de laatste twee uit Ton geren medegebracht, en prijkende aan een blauw lint, de roem verkon digde, door de vereeniging «Cre mer» gedurende haar betrekkelijk kort bestaan, behaald. Onder de fan fares der muziek van de stedelijke schutterij, defileerden beide heeren met de werkende leden langs de verschillende aanwezigen, van alle zijden geluk gewenscht en onderling gelukwenschende.totdat aan het eene einde der zaal werd stand gehouden. Oogenblikkelijk hierna vatte de heer F. Allan, bekend door zijn ta lent als redenaar, het woord. In krachtige en goed gekozen bewoor dingen bracht hij hulde aan «Cre mer», die als letterlievende vereeni ging zich met Noord en Zuid-Neder- landsche zustertafels was gaan meten en zich op 't gebied der aldaar steeds zoo geliefde Nederlandsche taal roem had mogen verwerven en aldus van vijftigduizend Haarlemmers de eer op het gebied der Nederlandsche taal had opgehouden. Dapper was er ge streden en dat die strijd niet ver- geefsch was geweest, getuigde het gestelde van adel en beminnens waardigheid. Niet genoeg dat hij van de vormen des uiterlijken levens niets scheen te weten, daarbij on gezellig en wantrouwend, bezat hij nog de onaangename eigenschap van zeer grof en onuitstaanbaar sar- kastisch te zijn, en tegen iedereen, vooral tegen zijn buurman den pas sementwerker. eene vaisch lachende verachting te toonen. Bij velen had hij den naam van een woekeraar, die, op panden van waarde, geld tegen overmatige in tresten en op korten termijn leende hij onderdrukte en mishandelde de armen, die gedwongen waren hunne geringe have aau hem over te doen. Doch anderen spraken juist het tegenovergestelde, schilderden hem af als een wel duister en spotach tig, maar hoogstverstandig man, die in zijn leven veel uitgestaan had. Zooveel was echter zeker, dat het voor of tegen der menigte baas Jonas eer-metaal, dat aan het vaandel was gehecht. Het was, zoo ging spreker voortongeveer derdehalve eeuw geleden, toen ook in Haarlem, de vereeniging «Trouw moet blijken», toenmaals reeds bestaande, eeu wed strijd uitschreef op het gebied der rederijkerskunst, waaraan ook Zuid- Nederland deelnam. Thans had het omgekeerde plaats gehad. Nogmaals wenschte hij de vereeniging geluk met haar behaald succes. Moge het een aansporing zijn om meer lauweren te behalen, en met kracht en volharding op den ingeslagen weg te blijven voortgaan. Na deze rede, vatte de president der vereeniging. de heer van Gas teren, het woord. Diep getroffen door de warme en beteekenisvolle woorden van den vorigen spreker, zeide hij meer te] gevoelen, dan hij in woorden kon wedergeven. Bewoog de vereeniging zich allengs tot haar doel; steeds zou haar streven zijn om de volmaaktheid zooveel moge lijk nabij te komen en hierop durfde hij bouwen, overtuigd van den ernsti- gen, vasten wil, die de leden bezielde, die ook te Tongeren blijk hadden gegeven, wat zij konden en wat een drachtige samenwerking en kracht- dadigen steun bij eene vereeniging, die zich een zoo moeilijke taak, ver edeling der volkstaal,had ten doel ge steld, vermogen uit te werken. Daarna bedankte hij de talrijke aanwezigen voor hunne getoonde en gewaar deerde belangstelling. Toen werd door de commissie, die zich daartoe had gevormd, den wer kenden leden de eerewijn aangebo den. Vervolgens vatte de heer Luiten het woord, en schetste in korte trek ken de ontzachlijke moeite, waar mede de Vlamingen hadden te wor stelen om hun geliefde Vlaamsche taal voor de overheersching van het Fransche element te vrijwaren en hoe deze worstelstrijd ontstond. Na de losscheuring van Zuid-Nederland in 1830, werd de Nederlandsche taal verachtomdat zij door «Neder landers, die gehate dwingelanden» werd gesproken. Doch daarmede hadden de Vlamingen hun eigen vonnis geveld; het Fransche element begon geducht zijnen invloed te doen geldentoen kwam men tot inkeer neen, de oude Vlaamsche taal moest, niettegenstaande de antipathie tegen Noord-Nederland, blijven bestaante krachtig was zij ingeworteld om maar zoo op eenmaal te worden uit gerukt. Daarom was ieder streven om het Nederlandsch in de Vlaam sche gewesten te steunen, te ver edelen en te beschaven toe te jui chen. En dat de wedstrijd te Ton geren daaraan ook weder een fiinken stoot heeft gegeven, zal wel niemand betwijfelen. Deze rede werd warm toegejuicht. De heer Plaatzer v. d. Huil, eere voorzitter der vereenigingvatte daarop het woord en bracht hulde aan de kampvechters van Haarlem in het grijze Tongeren, wier strijd zoo gelukkig mocht uitvallen en be sloot zijne rede met een keurig, toe passelijk vers. De heer L. Jansenwerkend lid, wenschte dat de vereeniging zich de naam «J. J. Cremer» waardig zou mogen maken. Wil men toch dat deze slechts geen ijdele klank zou zijn, dan moest men trachten ook op het tooneel zoodanig te zijn als Cremer in zijne schoone novellen was. Getrouw aan de natuur, ge trouw de karakters der personen al heel onverschillig was, daar het op zijn bedrijf geen invloed uitoe fende. Zijne ondervinding aangaande de verschillende toestanden des le vens, vooral op het gebied van het menschelijke hart, zoowel als zijne algemeene ontwikkeling, waren niet van gewonen aard, en zijn maat schappelijk verkeer met menschen van verschillende standen scheen te bewijzen, dat hij 't wel degelijk verstond, met iedereen te recht te komen. Jonas had eene vrouw met een bleek, verdrietig gelaat, doch met groote, bijzonder zachte oogen en een voorkomen, dat op meer bescha ving en betere afkomst scheen aan spraak te mogen maken, dan men in haren staat vermoeden kon. Hun huwelijk was niet zeer gelukkig geweest; twee zoons stierven spoe dig na elkander, en toen, na lang gewacht te hebben, hun nog eene dochter geboren werd, was deze zoo wedergevende; ziedaar, wat de he-' laas te vroeg ontslapen Nederland-; sche novellist zich voorstelde en wat ook het streven der vereeniging I moest zijn. De aanwezigen lieten het na iede- ren toast niet aan bijval ontbreken en toonden op die wijze hunne vol komen instemming met het ge sprokene. De heer Raimond schetste nog de schitterende ontvangst in Tongeren, bij hun aankomst aldaar om de eere- teekenen in ontvangst te nemen uit welke mededeeling bleek, hoe veel moeite en onkosten zich men daar getroostte om aan dergelijke plechtigheden luister bij te zetten. Bij het station stonden ongeveer 160 muziekanten terwijl tal van vereenigingen met hunne banieren de verschillende vertegenwoordigers der Nederlandsche vereenigingen af wachtten en een keurige eerewacht te paard dezenjiaar het Sociëteitsge bouw «Concordia» bracht, waar de plechtige uitreiking der prijzen zou plaats hebben. Intusschen spoedde de avond ten einde; tal van toasten werden nog geslagen en gedurende al dien tijd heerschte de aangenaamste, vroo- lijkste stemming onder de talrijke aanwezigen, die tot ongeveer elf uur bijeenbleven en het kan niet worden betwijfeld, of deze avond zal een aangenamen en blijvenden indruk hebben gemaakt. Nog dienen wij te vermelden, dat de heer Miiller's ka pel, zich uitstekend van hare taak heeft gekweten. De stukken, die zij ten gehoore bracht, waren bepaald schoon uitgevoerd en haar komt dan ook een bijzonder woord van lof wel toe. De gemeente Haarlem, is bij Kon. besluit van 8 Juli jl. ontheven van de verplichting tot oprichting eener burger-dagschool totdat de cursus 1888/89 der burger-avond- school zal zijn afgeloopen. De vereeniging tot bevorde ring der volksgezondheid, hield Za terdagavond jl. alhier, onder het voorzitterschap van dr. S. Posthuma, eene algemeene vergadering, alwaar o. a. werd besloten, met het oog op de dreigende cholera, een adres aan het gemeentebestuur alhier te richten om de stadspompen te sluiten en door duinwater te doen vervangen. Verder werd besloten het jaarboekje te ver vangen door vliegende blaadjes, of om op andere meer doelmatige wijze dan het jaarboekje de bevolking op de hoogte te houden van de gezond heids-toestanden. De aftredende bestuursleden wer den herkozen. Gistermiddag waren twaalf van de ruim twintig opgeroepen bekroon den van de internationale tentoon stelling des vorigen jaars te Amster dam met de leden der sub-commis sie van genoemde tentoonstelling alhier bijeen gekomen. De heer A. L. Dyserinck, voorzitter, wenschte hun geluk met de bekrooningen, waarna door hem de medailles met bijbehoorende diploma's werden uit gereikt. In de afgeloopen week is bij het te 's-Gravenhage gehouden no- tariëel examen onder anderen geslaagd voor het 2e gedeelte den heer J. Ratelband te Haarlem. Het militair tarief is op den spoorweg HaarlemZandvoort voor het vervoer van land- en zeemacht in werking gesteld. Op Zondag den 13 Juli wer den de duiven van het Rott. Dui- kleiu en zwak, dat aan hare ge schiktheid om te leven getwijfeld; mocht worden. Zooals men wel denken kan, was het een naar onpleizierig gezin, dat van den uitdrager Schalmdoor iedereen, zelfs uit de buurt, verme den, behalve door den ouden jood Bleekman. In 't jaar 1820 begint onze ge schiedenis. Het was een treurig jaar voor de residentie en het heele land. De cholera asiatica, eene tot dusverre onbekende ziekte, was op 't vaste land doorgebroken en woedde in Noord-Duitschland, vooral te Berlijn even zoo hevig, als de pest vroeger in Londen1. Midden op de straat werden de gezondste menschen over vallen, zonken onder de hevigste 1 "t einde vau 't jaar 1832 vertoonde zich de cholera voor t eerst hier te lande, en wel le Schcveningcn. venbond te Berlijn te 5 uur vm. in vrijheid gesteld door de Vereeniging Berolina. Aan de vlucht werd deelgenomen door de Vereeniging de Snelvliegei' van Haarlem en de Reisduif van Rotterdam, 580 en 600 kilometer. De uitslag was dat het eerst op de plaats van bestemming aankwam de duif van den heer A. Ziegelaar van de Snelvlieqer te Haarlem. Het grootste deel der duiven ont breekt nog en zal waarschijnlijk te loor zijn gegaan, daar de duiven in het barre weer van den 13en des namiddags in de vlucht waren en tegen zulken sterken wind en regen niet bestand zijn. H. K. H. Prinses Frederik Ka- rel van Pruisen, verliet gisteren de residentie, na ongeveer een maand aldaar te hebben vertoefd, met den ochtendtrein van den Rijnspoorweg van 8 u. 20 min. H. K. H. Prinses Hendrik vergezelde met eene hof dame en Hds. kamerheer graaf Van Bylandt hare moeder op reis, en zal eerst over eenige weken te 's-Hage terugkeeren. Prins Albert van Pruisen deed beide vorstinnen tot aan den trein uitgeleide, waar zich mede de Duit- sche legatie bevond. De gezant van Duitschland aan ons hof, graaf Herbert von Bismarck- Schönhausen, heeft in afwachting van de blijvende aanvaarding zijner functiën, eergisteren middag 's-Hage verlaten, zich begevende naar Ber lijn. In Augustus wordt hij op zijn post terugverwacht. Naar het Dagblad verneemt, zal het Paleis op den hoek der Heulstraat te 's-Hage eerlang pu bliek worden verkocht. Voor het huis, door wijlen Z. K. H. Prins Alexander bewoond geweest, moet door een particulier reeds een aan bieding aan de Erven zijn gedaan. Een koninklijk besiuit is ver schenen, waarbij de beide Kamers der Staten-Generaal worden bijeen geroepen tegen Dinsdag 29 Juli, 's middags 3 uren, in vereenigde zitting, waarin door de ministers van justitie en van binnenlandsche zaken zal worden aangeboden een ontwerp van wet tot benoeming eener re gentes. Door den minister van binnenl. zaken is, onder dagteekening van 19 Juli, de volgende circulaire aan de commissarissen des Konings in de provinciën gericht: «Ter afwering der Aziatische cholera en ten einde hare verbrei ding tegen te gaan, indien zij zich hier te lande vertoonen mocht, komt het mij raadzaam voor, dat de aan dacht der gemeentebesturen geves tigd worde op de bepalingen der wet van 4 December 1872 {Staats blad no. 134) tot voorziening tegen besmettelijke ziekten. Het vervoer van lijders aan Aziatische cholera, bij art. 9 dier wet verboden, worde zoo krachtdadig mogelijk tegenge gaan en dat art. streng gehandhaafd. Vooral is het van belang, dat het vervoer van zulke lijders, indien het bij uitzondering moet worden toe gestaan, niet in openbare vervoer middelen plaats hebbe, en dat de gebezigde vervoermiddelen onmid dellijk na het gebruik worden ont smet. Door de heeren Hudig en Blok- liuijzen is thans voor debetrekkingen van de bemanning der Nisero onge veer f 7000 ontvangen. pijnen dood neder, en werden dan blauwzwart. De geneesheeren, wien de nieuwe epidemie nog geheel nieuw was, waren radeloosen dag en naclit rolden de lijkwagens hunnen buit naar de groeve. Het burger lijke verkeer stond nagenoeg geheel stil. Het bestuur, beangst geworden, sloot die huizen, waarin zieken wa ren, en teekenden tot waarschuwing een kruis op de deur, met het bij schrift: Cholera morbus. Ze meenden op die wijze, door afsluiting, den voortgang der ziekte te stuiten; doch te vergeefs, de el lende wou maar niet eindigen. In Koude - Steen daarentegenscheen men zich niet bijzonder om 't alge meene lot te bekommeren, en in de rust zijner ziel het beste behoedmid del tegen de epidemie te bezitten. De passementwerker Mink, die ge hoord hadspiritus is een goed mid del tegen het kwaad», liet niet na arak bij zich te dragen, zoodat hij «Treurig, diep treurig», zegt de Standaardde lijdensgeschiedenis besprekende der Transvaalsche lee ning. «dat de komst der deputatie hier te lande de aanleiding is ge weest om voor geheel de wereld in het licht te stellen welk een feest vierende, lichtzinnigewinderige, onverschillige natie wij geworden zijn. «Niet de Transvaalsche leening heeft fiasco gemaakt. «Maar de Nederlandsche natie.» Door het Hoofdbestuur van het Nederlandsche Bond voor alge meen stemrecht is de volgende brief verspreid: «Ingevolge besluit der Algemeene Vergadering het Nederlandsche Bond voor Algemeen Stemrecht, gehouden te Amsterdam, dato 25 Mei jl., neemt het Hoofdbestuur van voornoemd Bond de vrijheid Uwe Afdeelinguit te noodigen, om Zondag 7 Septem ber eene meeting te houden, tot verkrijging van Algemeen Stem recht; wij verzoeken Uwe Afdeeling zich in verbinding te willen stellen met de ten Uwent bestaande Ver eenigingen in omliggende Gemeen ten, teneinde voor gezamenlijke re kening de door ons bedoelde Ver gadering te doen plaats hebben en geven wij U bij deze kennis, dat Zondag daaropvolgende (den dag voor de opening der Kamers), door het Bond een groote meeting zal worden belegd te 's-Gravenhage, waarop alle Afdeelingen van het Bond uitbenoodigd worden, in zoo groot mogelijk aantal vertegenwoor digd te zijn. «Indien het zenden van een of meer afgevaardigden naar 's-Graven hage voor Uwe Afdeeling om finan- ciëele redenen te bezwarend mocht zijn, zoo vervoege men zich, alsook voor alle verdere inlichtingen, bij den Secretaris van het Hoofdbe stuur. Voor belangstellenden vermei den wij dat de trekking derTunis- loterij, die op 17 dezer moest plaats hebben, door het comité in overleg met den Bey van Tunis is uitge steld, omdat nog niet alle loten ge plaatst zijn, en men arbeidt voor een liefdewerk, (het stichten van een kerk, weeshuis en gasthuis te Tunis in Afrika) dat men gaarne volledig zou doen slagen en waarschijnlijk kan doen slagen, als men zich nog eenigen tijd uitstel en moeite getroos ten wil. lntusschen is thans bepaald, dat na 31 Juli a. s. een dag voor de trekking zal worden vastgesteld, en dan op dit besluit in geen geval meer zal worden teruggekomen. Er zijn dus nog Tunis-loten te krijgen. De Ingenieurs van de Holl. IJ zere n-Spoor wegmaatschappij heb ben, met betrekking tot het gasver bruik, de verontreiniging van de lucht en het ventileerend vermogen, met verschillende gasbranders proe ven genomen. Zoowel het albocar- bon-licht als Sugg's en Argand's branders werden door hen onder zocht; de regeneratief gasbranders van Siemens evenwel wonnen het, zoowel wat het gasverbruik als wat het ventileerend en de lucht rein- houdend vermogen betrof, tenge volge waarvan aan de ingenieurs Symons en Huijgen, vertegenwoor digers der firma te Dresden, de ver lichting van het nieuwe administra tiegebouw van deze Maatschappij te Amsterdam is opgedragen. De dader van den diefstal met braak, Vrijdagnacht gepleegd op de kantoren van de Dienstverrichting maatschappij en in eene timmer manskeet aau den N. Z. Voorburg- gedurende dien tijd aanhoudend in eene zachte dommeling was. Schalm bleef, zonder zulk een middel even onverschillig, duister en ironisch als altijd. De heer van Aken evenwel had het altijd veel te druk, en was veel te levenslustig en te voornaam, om, zoo lang ziju huis geen ongeluk trof, meer [dan eene matige deelne ming in het algemeen gejammer te betoonen. Het was immers genoeg, als zijn huisdokterde geneesheer Nagel, eiken dag aan kwam, om, bij oesters en malaga met hem over den stand der zaken wat te praten. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1884 | | pagina 2