BINNENLAND. teloos zijn om de bevrijding der' gevangenen door geweld te bereiken. Men moest derhalve beginnen den Sultan tot de overtuiging te brengen, dat hij tevergeefs rekende op on- j eenigheid tusschen de beide koloniale J mogendheden, doch men moest dit doen zonder onze nationale eer te kort te doen. of zelfs den schijn aan te nemen, van bevreesd te zijn voor eene Britsche interventie. Wat was nu natuurlijker, dan dat de beide mogendheden thans gezamenlijk op traden, de eene om te verklaren, dat de oproerige vorst tevergeefs op Britsche hulp rekende, de andere; om als feitelijk souverein gehoor- zaamheid te bevelen. Wanneer men de eischen leest, die zoowel de Lon- densche pers als sommige parlements-1 leden stelden, dan had men mogen verwachten, dat Engeland, overtuigd van hare meerderheid, eene expeditie zou hebben uitgezonden, wat natuur lijk een doodende slag voor ons pres tige geweest zou zijn. Met veel moeite gelukte het evenwel onzen diplomaten dit gevaar te voorkomen; en het resultaat der overeenkomst; was. dat men den Sultan zou bedrei gen met eene gezamenlijke straf oefening, terwijl men toch de vredes- voorwaarden aan Nederland aan den souverein overliet. Naar onze meening was hiermede alles verkregen, wat men onder de tegenwoordige om standigheden mocht verwachten. Wel zouden ook wij wenschen, dat een gemeenschappelijk optreden in deze zaak niet noodig geweest ware, doch nu dit eenmaal zoo-is, achten wij het eene dwaasheid de noodza kelijkheid te wederstreven. De oor zaken toch zijn geheel en al buiten de verantwoordelijkheid van het tegenwoordige kabinet, en waar de oppositie desniettegenstaande uit deze overeenkomst een wapen tegen dit ministerie smeedt, daar handelt zij op het zachtst genomen onbillijk. Wij zijn nu eenmaal niet bij machte een groot leger naar Atjeh te zenden, om den Sultan te noodzaken, datgene te doen, wat zijn plicht hem gebiedt, en nog veel minder kunnen wij ons vijandelijk tegenover Engeland plaatsen. Is eenmaal deze zaak in het reine, dan komt misschien de vraag ter sprake of in Atjeh niet een andere taktiek gevolgd dient te worden, die eene herhaling dezer gebeurtenis onmogelijk maakt. Eerst evenwel Tenom bedwongen. Het komt ons derhalve voor, dat de vrij scherpe veroordeeling van het Nisero- verdrag, zooals wij die hier en daar aantroffen, niet te rechtvaardigen is. Hoe lofwaardig het streven ook zij om onze waardigheid op te houden, men kan geen ijzer met handen breken, dat moeten de voorstanders van een geheel zelfstandig optreden zonder Engeland, niet uit het oog verlie zen. De volgende week komen wij hierop nog eens nader terug, en zul len de motieven der oppositie dan eens aan een ernstig onderzoek on derwerpen. J. S. M. ALGEMEEN OVERZICHT. In Londen ontving men gisteren per telegraaf van particuliere zijde uit Madagascar de tijding dat een s legermacht van 10000 Hova's den 3den Augustus Tamatave op de Franschen heroverd hebben. Kolonel Willoughby voerde de Hova's aan. Het Fransche garnizoen is naar de oorlogschepen gevlucht. hem te goed, om nog een woord te zeggen. In zulke oogenblikken was Jonas niet te naderen. Inmiddels had Mathilda haar een voudig toilet spoedig in orde ge bracht en verscheen bij Betje, die haar in de woonkamer van den heer van Aken bracht. 't Was als kind dat zij in dit ver trek geweest was. Alles stond op de oude plaats en blikte haar aan met de ernst van verledene dagen. Ga maar altijd rechtuit, daar is de deur van mijnheers slaapka mer, hij ligt daar binnen op de kanapé. Mathilda naderde de deur bevend en klopte zachtjes aan. Op het roe pen van Arnold trad zij verlegen binnen, en bleef, bij 't gevoel eener onwillekeurige vreeze. aan de deur staan. De oude heer, in een slaaprok gehuld, met een martervel bedekt, lag op de sofa; voor hem stond De Fransche regeering echter 1 spreekt het gerucht nopens de be-1 machtiging van Tamatave ten stel ligste tegen. Het is ongegrond enj gisteren door de Matin bij vergis-i sing als officieel vermeld. Ferry heeft, in antwoord op een vraag van den heer de Many no pens de dépêche in de Matin over de inneming van Tamatave en den moord der Fransclieii door de Hova's, ten stelligste het nieuws weersproken. Hij protesteerde op krachtige wijze tegen de bevestiging van 't bericht door dit blad. In een dépêche van Miot, verzon den 9 Augustus eergisteren ontvan gen. wordt gezegd dat de toestand der Franschen op Madagascar uit stekend is. (Algemeene toejuiching). Het incident is gesloten en de discussiën over de credieten voor Tonkin hervat. De Kamer heeft langdurig be raadslaagd over de credieten voor Tonkin. Passy en Perin drongen aan op scheidsrechterlijke uitspraak. Goblet verklaarde dat hij voor het crediet zou stemmen, maar een mo tie van vertrouwen zou verwerpen. Er is op verzoek van een lid der rechterzijde hoofdelijk gestemd. Het crediet is aangenomen met 219 tegen 44 stemmen. De Kamer heeft hoofdelijk ge stemd over eene orde van den dag, waarin vertrouwen in de regeering werd uitgesproken en waarmede de regeering zich tevreden had ver klaard. De rechterzijde en de uiterste linkerzijde onthielden zich. Daar nu het vereischte aantal stemmen niet aanwezig was, is de stemming van nul en geener waarde. Een nieuwe zitting werd daarop gehouden te 7 uur. Toen is de motie waarin vertrouwen in de regeering wordt uitgesproken aangenomen met 175 tegen 50 stemmen. 226 leden namen aan de stemming deel. Het was hoog tijd schrijft de correspondent der KÖlti. Zeit. dat het congres te Versailles een einde nam. De ontzettende hitte, die in de vergaderzaal heerschte, had anders nog een grooter aantal offers gevor derd. De senator, graaf Dohuet, is aan een beroerte overleden en een geheele schaar senatoren, afgevaar digden en vreemde journalisten zijn ziek geworden en konden de laatste zittingen niet meer bijwonen. De vreugde, toen de president de slui ting aankondigde, was dan ook bui tengewoon. De Fransche generaal die de troe pen commandeerde bij de overrom peling te Bac-Lé, generaal Millot, heeft een dagorder tot zijn troepen gericht, waarin hij allen hartelijken dank brengt voor hun houding bij het verraad. Hij wijst er op dat zij in een valstrik zijn gelokt en dat zij zich desniettemin, tien tegen één, uit de worsteling hebben weten te redden. «Gij weegt op tegen de sol daten der eerste Republiek», voegt de generaal er in proclamatie-stijl bij, «gij moogt niet verwonnen heb ben, gij hebt Frankrijk door uw moeduw standvastigheid gerust I gesteld. Eer zij u, soldaten. De Re- publiek betuigt u haar dank en zal het schitterend wapenfeit in hare jaarboeken opteekenen». Het aantal sterfgevallen aan cho- ilera bedroeg den 14en Augustus in de laatste 24 uur te Marseille 20, te Toulon 3. De Engelselie regeering heeft gisteren avond aan verschillende scheepsbouwmeesters bevel gegeven te beginnen met den bouw van boo ten, noodig voor de expeditie naar Gordon. Het benoodigd aantal booten be loopt 380 en zij moeten worden ge leverd binnen 27 dagen. Naar Daily Telegraph meent te weten, zou de Engelsche regeering voornemens zijn ter bescherming der visscherij in de Noordzee een kanonneerboot te Helgoland te sta- tionneeren. Zeker een eigenaardige wijze om aan de bezwaren der Duit- sche bladen tegemoet te komen. Duitschland is met zulk een station op zijn kusten natuurlijk weinig in genomen en reeds vraagt men of i Gladstone dan alles wil doen om het Duitschland onaangenaam te j maken. Kalnoky, de Oostenrijksche minis-1 ter van buitenlandsche zaken, is gisteren morgen te 6,5 in Berlijn j aangekomen en te 8,30 naar Varzin vertrokken. Het onderhoud van Bismarck en Kalnoky trekt zeer de aandacht van de Pruisische en de Oostenrijksche j pers. De groote meerderheid der bladen wijst op het vredelievend karakter 't welk de samenkomst j heeft. Vooral het Weener Fremden- blatt is op dit punt zeer stellig en weidt in den breede uit over de heilrijke gevolgen die de samen komst te Varzin voor den Europee- schen vrede kan hebben. De mededeelingen nopens de le zing, welke de zegsman der Ham burger Korrespondent ten beste heeft gegeven naar aanleiding van zijn onderhoud met den Pruisischen ge zant ie Rome, Von Schlözer, worden thans ook door de Norddeutsche Zei- tung besproken. Het ligt niet op den weg van staatsambtenaren, zegt het blad, in een polemiek te treden over verklaringen welke gedaan zijn in een particulier gesprek onder vier oogen. Dit echter kunnen wij ver klaren dat de mededeelingen van het blad over het onderhoud onnauw keurig zijn en de Pauselijke stoel daarvan de verzekering heeft ont vangen. Uit een nader gehouden onder zoek is gebleken dat de matrozen, die op de Engelsche stoomboot Eli sabeth groote pakken exemplaren van anarchistische bladen naar Duitschland overbrachten, gewone smokkelaars waren en in geen be trekking stonden tot de club der anarchisten of andere politieke saam gezworenen. Zij zijn dan ook in vrij heid gesteld. Het blijft echter een voorrecht voor de politie, dat zij nu althans weet langs welken weg de zoo gevreesde lectuur werd inge voerd. De Zwitsersche Bondsraad zal, naar gemeld wordt, de kwestie van het Verlossingsleger zelf. als van algemeen belang, ter hand nemen. Aan de regeering in het kanton Bern zijn inlichtingen gevraagd no pens de jongste ongeregeldheden. Eergisteren is de buitengewone zitting van den Rijksdag te Kopen hagen geopend. In het Folkething is de heer Berg, in het Landsthing de heer Liebe tot voorloopig presi- dent gekozen. Ook te Rowno in Rusland schij nen, volgens het Journal de St- Pétersbourgongeregeldheden te heb ben plaats gehad, en gewelddadig heden tegen de Joden. Bijzonderhe den worden niet gemeld. Alleen wordt medegedeeld dat de goever- neur van Volhynië in persoon naar de plaats is vertrokken. De te Kaapstad verschijnende Zuid-Afrikaan geeft eenige mede deelingen over de aankomst der Transvaalsche Deputatie in Zuid- Afrika. Zij is op verschillende plaat sen in Kaapland met de meeste be langstelling begroet. Te Paarl hield zij zich een tweetal dagen op, om den 17en Juli de reis naar Pretoria voort te zetten. Het genoemde blad noemt de mis- j lukkiug der Transvaalsche geldlee-j ning «een leelijke zaak». Het syn- dikaat met de 1,250,000 pd. st. gold j bij mannen die geheel op de hoogte j der zaak zijn, voor het beste wat de Deputatie in Europa had uitge richt, en blijkt dit in rook te ver dwijnen, dan is dit niet slechts een tegenval voor de Z.-A. Republiek, maar ook iets waar zeer licht door de tegenstanders van pres. Krüger's politiek kapitaal van gemaakt kan worden. Wij willen het beste hopen, voegt het blad er bij, maar zeker zouden wij hetzij een verandering of een verlamming der Transvaal sche regeering thans een zeer ernstig kwaad achten. Haarlem, 16 Augustus 1884. Heden middag, omstreeks kwart over twaalt, struikelde het paard, gespannen voor een sjees, waarin zich twee personen bevonden, bij het in vollen ren omslaan van den hoek der Kleine Houtstraat en den Ane- gang. De twee personen vielen er uit, doch kwamen er gelukkig slechts met eenig kleerscheuren af. Gisteren herdachten F. Cramer, opzichter-machinist alhier, en F. M. Koster, opzichter-machinist te Uit geest, hun 25-jarigen dienst bij de Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij. Aan blijken van belangstelling ont brak het hun niet; o. a. ontvingen zij uit handen van den ingenieur van het rollend materieel namens de Maatschappij een prachtig gou den remontoir-horloge met inschrift. Blijkens schrijven, bij het Uitvoe rend Comité ontvangen, heeft Z. M. als blijk van Zijn hooge belang stelling, den Minister van Water staat enz. opg-edragen, bij de opening der Landbouw-tentoonstelling, Z. M. bij die gelegenheid te vertegen woordigen. Prins en Prinses Albert van Pruisen met hun gezin, vertrokken gisteren van Scheveningen, na al daar een maand vertoefd te hebben en keerden naar Hannover terug. Bij hun vertrek uit 's Hage, wer den zij door een talrijken kring uit geleide gedaan. Onder de personen met wie Z. K. H. hartelijke handdrukken tot af scheid wisselde, merkte men op graaf Schimmelpenninck van Nijenhuijs, baron Bentinck, adjud. des Konings, baron Snouckaart, thesaurier van Z. M., baron Pourtales. tijdelijk zaak gelastigde van Duitschland, jhr.Hovy en anderen. Verder bevonden zich nog in den wachtsalon de voormalige adjudanten van wijlen den Prins van Oranje, de heeren Hojel en Beyerman, de burgemeester van Voorburg, de heer Lintz, administrateur van de nalaten schap van 's Prinsen moeder, de minister-resident graaf van Bylandt, generaal-majoor Taets van Ameron- gen, en de directeur van het Kon. Zool. Bot. Genootschapde heer van Ogten. De gemalin van Prins Albert droeg een prachtigen frisschen bloemrui ker. Vóór haar vertrek van Scheve ningen heeft zij den heer Hogervorst, bad-directeur aldaar, een fraaie, gou den doekspeld geschonken. Te Kasan in Rusland vloog Donderdagmorgen eene buskruitfa briek in de lucht, waarbij vijf aan grenzende gebouwen in brand ge raakten. Tien werklieden der fabriek kwamen bij de ramp om het leven. In Weenen werd jl. Woensdag de postbeambte Földi gearresteerd; er bestaan tegen hem ernstige ver moedens dat hij de kist met 30,000 florijnen, die uit een' sneltrein van Weenen naar Buda-Pest verdween heeft gestolen. De gebroeders Karei en Frans Röszler, die zich indertijd voor ge rechtsdienaren uitgaven en een mo lenaar te Teplitz voor een groot bedrag bestalen, zijn Woensdag te Leitmeritz respectievelijk tot 18 en 15 jaren tuchthuisstraf veroordeeld. Het voorloopig bestuur der Vereeniging voor de belangen van Nederlandsche inzenders op tentoon stellingen heeft de Nederlandsche industriëelen dringend uitgenoodigd tot bijwoning eener algemeene ver gadering, te houden op Dinsdag 19 Augustus a. s., te Utrecht, in het gebouw voor Kunsten en Weten schappen, des namiddags te 2 ure. Orde van den dagle. verdeeling van de bestuursfunctiën2e. ge- dachtenwisseling over de belangen der Vereeniging in het algemeen; 3e. de tentoonstelling te Antwerpen in 1885. Donderdag jl. heeft de school jeugd van West-Graftdijk, met eene der stoombooten van den heer C. Bosman te Alkmaar, een uitstapje gedaan naar Zaandam, waar een bezoek aan het huisje van Czaar Peter gebracht werd, en verder naar Haarlem en Zandvoort. Het feest slaagde iffalle opzichten uitnemend. Een der oud-strijders van 1830, de heer E. L. te Helder, is Donder dagmiddag een bezoek willende brengen aan het A^er-monument op de begraafplaats nabij Huisdui nen, op weg daarheen door een vrachtwagen overreden. Aan beide beenen zwaar gekneusd werd hij naar zijn woning overgebracht; zijn toestand is zorgelijk. j eene tafel, met boeken, geneesmid- delen en couranten. Toen zij bin- j nen kwam, wendde hij zich haastig om. en zag haar van 't hoofd tot de voeten aan met dat eigenaardige1 lachen van vergenoegdheid. Hij nam spoedig eene zittende houding aan. Och. bent u daar. lieve Ma thilda! dat is lief van u; ik heb u al lang verwacht. Maar, wat blijft ge toch aan de deur staan, kind! ik ben geen nabob, maar een arm oud man, die troost van u wil heb- I ben. Ga toch zitten, hier op dezen stoel, naast mij, zoodat ik u in die lieve oogen zien kan! Mijnheer van Aken! ik.... Och wat.... mijnheer van Aken! papa van Aken heet ik.... Maak toch geen omslag, en ga zitten. Mathilda gehoorzaamde onder hoog blozen. Van Aken greep hare hand en hield die vasteen weemoedige za- ligheid scheen hij te genieten. Hoor mij rustig aan, Mathilda! antwoord mij op mijne vragen als een eerlijk, braaf meisje, én wanneer ik sterf, kinddan zal mijne eerste bede bij Hem hier boven voor u zijn Mathilda voelde een zachte ril ling over hare leden gaan. Gij zijt in mijn huis groot ge worden. schat! met mijnen Eduard groot geworden, en ge hebt elkaar als broeder en zuster beschouwd. Uit kinderen worden menschen, en gij beiden zijt tot dien leeftijd ge komen, dat een jongeling en een jong meisje niet ongestraft met el kander mogen omgaan en vooral niet zoo'n lief meisje als gij, mijn hartje Heer van Aken, vergeef mij, ik Stil, heel stil. Wanneer twee jonge menschen dan het ongeluk overkomt, dat zij op elkaar verlie ven, zoo kunnen zij daar niets aan doen, mijn liefjeZeg eens, ben jelui niet op elkaar verliefd? Houd-je veel van Eduard? Eerlijk hoor! Mathilda was als met purper over trokken, haar hart sloeg zoo gewel dig. dat zij de hand op haar borst legde om het bonzen tegen te gaan. Hare lippen beefden en stamelden Ja! Zie je wel? Heeft Eduard je beloften gedaan, en wanneer? Heel oprecht hoor; ik ben in 't geheel niet boos. Hij heeft mij al als student zijn woord gegeven, en toen hij naar S.... ging, 's avonds van te voren, toen heeft hij het mij gezworen. Een lange pauze van spanning voor Mathilde volgde, terwijl Ar nold erg aangedaan scheen. Hij drukte hevig Mathilda's hand. Uw vader is daartegen? Ja. Een aantal nog in leven zijnde leden van het voormalig Vrijwillig Jagerkorps van de Studenten der Leidsche Hoogeschool vereenigden zich op den gedenkdag van den veld slag bij Leuven 4 Augustus 1831, te Leiden tot een vriendschappelijke samenkomst, bestaande uit meer dan 70jarige grijsaards, waarvan nog slechts enkelen in verschillende be trekkingen werkzaam, de meesten rustend zijn. Ook slechts weinige Leidenaars zijn overgebleven, die zich nog de studenten van 1830 herinneren, onder wie zij nog telden jden achtbaren wethouder De Freme- ry, den eerwaarden ds. Van Hamel, den beminnaar van oudheid- en let terkunde Witewaalden krassen oud-rechter Tollens. Zoo zijn er nog enkelen overge bleven van de schutters en vrijwil lige rustbewaarders, die het korps Ik weet dat hij op Eduard niet gesteld is. Heb-je geen hoop, dat hij nog eens van gedachten ver anderen zal. Ik weet het niet, mijnheer jvan Aken! Toen wij op dien dag j te zamen in Oberhof waren, en van Eduard afscheid namen, heeft mijn vader mij naderhand, op het kerkhof dat wij in 't terugkomen gingen bezoeken, beloofd, dat, als Eduard j zulk een braaf man werd als hij het wenschte, hij dan niet neen i zou zeggen. Arnold sprong op. Toen dacht hij na en glimlachte. Zoo, zoo! En gij hebt dus Eduard in Oberhof gezien? Vertel mij dat eens, mijne dochter Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1884 | | pagina 2