werd onder militair geleide, naar
zijn korps teruggebracht.
Een juffrouw te Amsterdam ge
voelde dezer dagen pijn in de vingers
der rechterhand, en van dag tot dag
werd de pijn heviger. De vingers
zwollen op en weldra werd ook de
arm dikker. Bij onderzoek is geble
ken, dat de opzwelling een gevolg
was van arsenicum-vergiftiging, die
zij weet aan het gebruik van roode
wol.
De openbare speeltuinen te Am
sterdam zijn op 30 September voor
dit seizoen geslotenin 153 speel
dagen zijn het volgende getal school
kinderen toegelatenSpeeltuin No. 1,
Weteringschans, 100.059; speeltuin
No. 2, Marnixplein, 80.465.
"Wie thans het «Aquarium» te
Amsterdam bezoekt, zal in het bas
sin van de zeepaardjes, die zich nog
in blakenden welstand bevinden
daarenboven nog ongeveer negentig
andere vischjes waarnemen, die de
levendigheid in dat bassin ten. zeerste
verhoogen. Sierlijk gekleurde lip-
vischjes, nu eens onder het fzand
half verscholen, dan weer rond
zwemmende om met groote nieuws
gierigheid alle voorwerpen in hun
bassin te bekijken, kleine zilver
kleurige karpers, schep geteekende
schriftbaarsjes, zeegrondels en slijm-
vissehjes mat groote rugvinnen en
dikke koppen, al deze zoo merk
waardige zeebewoners kunnen ons
een klein denkbeeld geven van den
rijkdom aan vischvormen in de Mid-
dellandsche zee.
Door de groote belangstelling en
uitstekende zorgen van den heer J.
Bruins, gezagvoerder van het stoom
schip Stellais het namelijk mogen
gelukkengenoemde vischjes uit
verschillende streken van de Mid-
dellandsche Zee in voortreffelijken
toestand naar het Aquarium over te
brengen. {EU.)
Aan C. Yisser, gezagvoerder en
aan J. Koper en A. Koper, varens
lieden van de reddingsboot te Zand-
voort, zijn door den president der
Fransche Republiek brevetten met
daarbij bekoorende zilveren medailles
toegekend, ter erkenning van de
hulp, door hen verleend bij gelegen
heid der op 22 Januari 11. plaats
gehad hebbende schipbreuk van den
Franschen driemaster Indépendance.
Door onderscheidene armbesturen
te Leiden werd gisteren aan hare
bedeelden eene feestgave uitgereikt,
bestaande uit wittebrood en haring.
Morgen ochtend zal dit voorbeeld
worden gevolgd door de Yereeniging
Uit liefde.
De 14de algemeene vergadering
van het Ned. Tooneelverbond zal
den 18en October, 's voormiddags te
11 ure, in het Gebouw voor Kun
sten en Wetenschappen te 's-Hage
worden gehouden.
Bij een der laatst gehouden wed
rennen op Clingendaal bij 's-Hage
deed een vreemdeling zich voorstel
len o. a. aan een ingezetene van
Haarlem. Hij deed zich zoo gunstig
voor, dat laatstgenoemde niet het
minste bezwaar maakte, zijn nieuwen
bekende in den loop van den dag
voor gemaakte verteringen eenig
geld te leenen. Na eenige dagen
vervoegde zich de vreemdeling met
groote vrijmoedigheid ten huize van
van het vreemde tooneel, dat hij in
het verschiet zag. Zij die de twee
mannen tot dusverre voor een spook
hadden aangezien, zij die de graaf
Njargaretha had genoemd, zij die
Ckillouët als mevrouw de gravin
had aangesproken, was inderdaad
Margaretha, gravin de Vezay. De
jonge vrouw, in een lang ochtend
kleed gehuld, overschaduwde door
hare ijselijke bleekheid de matte
kleur van het gewaad dat zij droeg.
Haar lang, blond haar hing achte
loos over haar schouders en om
lijstte in zware vlechten het gelaat.
De jonge vrouw kwam gedurig na
der. Men zou haar hebben kunnen
houden voor een lijk, in doodsge
waad, dat voortliep. Zij scheen haar
echtgenoot niet opgemerkt, ja zelfs
niet gehoord te hebben. Zij naderde
langzaam, regelmatig, in zeker op
zicht automatisch de geopende graf
tombe en werd door een onweer-
taanbare aantrekkingskracht voort
den bedoelden ingezetene te Haarlem
sprak over de genoegelijke uren,
welke zij samen hadden doorgebracht
en wist nog eene aanmerkelijke som
door middel van een wissel, in han
den te krijgen. Kort daarop bleek
het, dat de wissel valsch en de op
lichter onnaspeurlijk verdwenen was.
Opnieuw is bij den gemeenteraad
te 'sHage een verzoekschrift inge
komen van den kerkeraad der Nederd.
Herv. gemeente, aandringende op
afschaffing der «volkomen overbodig
en in meer dan één opzicht schade
lijke kermis.» De kerkeraad beroept
zich op het voorbeeld van de hoofd
stad, en heeft nu reeds zijn adres
ingezonden voor het volgend jaar.
Door den heer J. H. Müller
is een nieuw voorstel aan den raad
ingediend tot aankoop van al de nog
beschikbare terreinen aan de Paleis-
en Oranjestraten aldaar: de nieuwe
straten tegenover het koninklijk pa
leis. De aanvrager wil zich verbinden
prijsvragen uit te schrijven, om
iedere villa in een verschillenden
stijl te bouwen.
Naar men verneemt, is de toestand
van den man, wien Woensdagmor
gen te Zuijlen op zulk eene nood
lottige wijze beide handen werden
verbrijzeld, en die thans in het Zie
kenhuis te Utrecht verpleegd wordt,
naar omstandigheden gunstig.
Een wachtmeester en vier stuk
rijders te paard, van 't le regement
veldartillerie te Utrecht, zijn eergis-
terenmiddag onverwijld vertrokken
naar Yinkeveen, tot handhaving der
orde, die verstoord is, door ontevre
denheid over het afschaffen der
kermis.
Bij G. D. te Yoorthuizen (gem.
Barneveld) is, terwijl de man zich
op het land bevond en de deuren
van zijne woniDg gesloten waren,
ingebroken en zijn uit het kabinet
ontvreemd eenige voorwerpen, waar
onder een zilveren horloge-ketting
en eenige kleedingstukken. Een bakje
met circa f 40 bleef onaangeroerd.
De dader is tot heden niet ontdekt.
Aan het station Esschen nabij
Rozendaal viel eergisteren een zware
pakkist op het hoofd van een ar
beider, aan dat station werkzaam.
De man bleef op de plaats dood.
Op uitnoodiging van generaal
Smit zullen binnenkort weder vijf
weesjongens, allen timmerlieden, en
eenige weesmeisjes uit de Weesin
richting te Neerbosch naar Transvaal
vertrekken.
Dinsdag, middag verbrandde te
Lichtenvoorde, door tot nu toe on
bekende oorzaak, een huis dat door
drie gezinnen werd bewoond. Dit is
in dezelfde buurt reeds de derde
brand binnen een tijdsverloop van
ruim 14 dagen.
Naar men verneemt, zal het bou
wen van een badhotel op de duinen
in de nabijheid der gemeente Vlis-
singen aan geen der inschrijvers ge
gund worden.
Ingrijpende veranderingen, in het
plan van het badhotel voorgesteld,
zullen de opmaking van een nieuw
bestek noodig maken, waaruit eene
nieuwe aanbesteding, vermoedelijk
onderhands, het onvermijdelijke ge
volg zal zijn.
gedreven.
De graaf stond tusschen haar en
dit graf. Een van beiden moest ge
schieden, öf de Vezay moest van
zijn plaats wijken öf de jonge vrouw
moest van richting veranderen. De
echtgenoot liet den doortocht aan
Margaretha vrij, die het graf be
reikte. Zij steunde met beide handen
op het deksel van den sarkofaag,
en voorovergebogen zag zij in het
rond.
Een lijk lag naast den looden
kist uitgestrekt en ongestoord kon
men het bebloede gezicht aanschou
wen. Mevrouw de Vezay erkende
het, richtte zich onmiddellijk op.
terwijl zij de rechterhand aan haren
boezem bracht en het hoofd achter
over liet vallen. Zij slaakte een hart-
verscheurenden kreet, op akelige wijs
door de echo der onderaardsche gan
gen herhaald. Zij duizelde tweemaal
in het rond en viel toen zielloos bij
de graftombe neder.
Voor eemigen tijd verkochten Wi-
brand Bos en kinderen hunne boe
renplaats, toen ter tijd bewoond
door den landbouwer Elema te
Garsthuizen, aan den landbouwer
M. Nanninga, mede aldaar woon
achtig, voor eene betrekkelijk aan
zienlijke som, benevens de verplioh-
ting bij dien koop het losse goed
als mest enz. over te nemen voor
eene som van 1500 galden. M. Nan
ninga aanvaardde de plaats niet
direct, maar kwam die voor en na
bezoeken. Hij meent, dat er van de
losse goederen nu en dan iets ver
dwijnt en gaat Zondag W. Bos in
zeer opgewonden toestand een bezoek
brengen, bepaald voor beiden on
aangenaam. Yan woorden kwam het
echter tot daden. Nanninga, die bo
vendien een gespierd man en ietwat
ruw is, grijpt Bos aan, werpt hem
op den grond en trapt hem herhaal
delijk op de borst. Nanninga gaat
daarop naar huis en bekommert zich
verder niet om Bos. Zondag en
Maandag gaan voorbij. Toen Nan
ninga echter des Dinsdags bij den
bakker te Garsthuizen komt om
brooden te halen voor zijn gezin en
vee, vraagt de bakker hem of hij
wel weet dat Bos overleden is. Nan
ninga besterft het bijna van schrik,
wordt wit als een doode. laat de
brooden bij den bakker staan, ijlt
naar huis enhangt zich op.
(N. G. Ct.)
Maandag avond arriveerde te Ste-
dum een reiswagen bespannen met
een paard, en vond eene standplaats
bij het koffiehuis van den heer Hop-
ma. Na hier den nacht doorgebracht
te hebben, begonnen de bewoners,
twee mannen, twee vrouwen en eene
menigte kinderen, hun handwerk,
dat schijnt te bestaan om bij nering
doende menschen zekere soort dub
beltjes, guldens en rijksdaalders in
te wisselen. Bij den spekslager J.
Z. kreeg eene der vrouwen het zoo
ver, dat zij uit eenige guldens en
rijksdaalders mocht uitzoeken, maar
onder dat uitzoeken verdwenen een
paar van de laatste, 't welk eerst
na het vertrek bespeurd werd. Da
delijk werd hiervan aangifte gedaan,
en toen de veldwachter de aange
wezen vrouw naar den burgemees
ter wilde brengen, kwam groot ver
zet van de zijde der wagenbewoners,
zoodat, met behulp van eenige om
standers, de vrouw, eene rechte
furie, bij den burgemeester werd
gebracht. Daar het bewijs ontbrak,
werd zij weder op vrije voeten ge
steld, en kort daarna vertrok de
bende in de richting van Bedum.
De vrouw van den wisselwachter
Br. bij den Centraalspoorw. te Kam
pen, wilde onder het rangeeren den
weg oversteken, geraakte tusschen
2 wagons bekneld, werd inwendig
vreeselijk gekneusd en stierf wei-
nigè oogenblikken later. De onge
lukkige was moeder van 6 kinderen.
Een ernstige brand brak Woens
dagnacht onder Borger uit. Eene
aanzienlijke som gelds, het vee en
eenig goedwerk zijn door de vlam
men verteerd. De justitie heeft een
onderzoek gelast.
Een schipper heeft te Grorrtngen
uit het water opgevischt een zak,
waarin zich een groote steen en een
half vergaan kinderlijke bevonden.
De politie doet onderzoek.
Wee mij! stamelde wan
hopig de Vezay. O wee! zij is
dood! Was dan één slachtoffer niet
voldoende
En aan een aanval van ijlende
koorts ten prooi, die als een na
tuurlijk gevolg kon beschouwd wor
den van de gebeurtenissen, die el
kander in zoo kort een tijdsverloop
zonder tusschenpoos hadden opge
volgd. Hij bukte, nam zijn vrouw
in de armen en snelde den onder-
aardschen gang door; terwijl hij
Margaretha meevoerde als een vurig
begeerde prooi of als een slachtoffer,
dat men aan den dood wil ontruk
ken. Nauwelijks was de graaf ver
dwenen of C'aillouët verliet zijn
schuilplaats, die nu geen dienst meer
kon doen.
Alles gaat naar wensch,
prevelde hij met een gelaatsuitdruk
king vol van grijnzend leedvermaak.
God is rechtvaardig, want Hij
wreekt mij.
8EMENQD NIEUWS.
De handel in levertraan bloeit in
Marseille zeer en de coneurrentie in
het artikel is er bijzonder groot.
Dit feit heeft aanleiding gegeven
dat een fabrikant de volgende adver
tentie in de wereld heeft gezonden
«De kabeljauw behoort tot de klei
nere zee-visachen en daarom wordt
er onophoudelijk door vijanden, als
walvisschen en haaien, jacht opge
maakt. Het dier leeft dus voordu
rend in angst en vrees en het is
een uitgemaakt feit dat vrees bij alle
levende schepselen geelzucht en le
verkwalen teweegbrengt.
Hieruit volgt dat alle kabeljauwen
die in open zee gevangen worden,
zieke levers hebben.
De visch die ik voor het fabri-
ceeren van mijn artikel gebruik,
wordt echter in veilige haven be
waard waarin de zeemonsters niet
kunnen doordringen en zij leeft er
rustig en in vrede.
De levers van al mijne kabeljau
wen zijn in volmaakt gezonden toe
stand en dat is de oorzaak waarom
de levertraan die ik aan de markt
breng, de puikste is die men maar
ergens vinden kan.»
Twee geëmployeerden van het
Noord-Amerikaansche Departement
van Marine zijn in verzekerde be
waring genomen, omdat aij 800 zee
kaarten hadden gestolen, die als
scheurpapier 2.42 dollars (f 6.05)
opbrachten.
Bluf boven bluf. «Is dat
nu dat mooie land, waar ze zooveel
van vertellen?» vraagt een Noord-
brabantsche landverhuizer, korten
tijd na zijn aankomst in Amerika,
aan den agent, bij de bezichtiging
van een armzalig «tuk weiland, dat
de andere hem te koop aanbiedt,
«dan moet je bij ons in Holland
komen, als je daar 's avonds een
beest het land indrijft, kan je het
's morgens haast niet terugvinden,
zoo hoog staat het gras.»
«Wat dat betreft», zegt de agent,
«kan je gerust wezen, als je dat
hier probeert, vindt je het mor
gens in 't geheel niet terug.»
In Weenen verliet Zaterdag
een 21-jarig jongmensch, Rudolph
Reich, de ouderlijke woning op den
gewonen tijd dat hij gewend was
zich naar zijn kantoor te begeven
en bracht een bezoek aan in de
buurt wonende bloedverwanten waar
van hij, na eenigen tijd met hen ge
praat te hebben, op zóó hartelijke
en plechtige wijze afscheid nam dat
dit zeer in het oog viel.
Toen men hem hierover onder
hield, deelde hij eindelijk mede, dat
hij zijne bloedverwanten voor de
laatste maal in het leven had gezien,
aangezien hij in een Amerikaansch
duel den zwarten kogel had getrok
ken en nu als man van eer verplicht
was om zich het leven te benemen.
Men trachtte hem van dit vreeselijke
plan terug te brengen en zelfs om
hem te verhinderen om de woning
te verlaten, maar Reich wist te ont
komen en snelde heen.
De bloedverwanten wendden vruch-
telooze pogingen aan om hem in te
halen en deelden aan de ouders van
den jongen man de treurige zaak
mede. waarna onmiddellijk aangifte
bij de politie werd gedaanhoe vlij
tig men ook zocht, het gelukte niet
om den jongeling op te sporen.
Zondag ontvingen de wanhopige
ouders een schrijven van hun zoon
dat uit Baden gedateerd en waar
van de inhoud in zeer verwarde
Weder nam hij zijn karabijn en
zijn dievenlantaarn ter hand. Zonder
zich de moeite te getroosten het
graf te sluiten, ging hij weder naar
de gangdeur, waardoor hij en de
Yezay de grafkelders waren bin
nengetreden. Zorgvuldig sloot hij
deze deur en evenzeer die aan het
andere einde, dicht bij het park, was.
Hij nam de sleutels van deze twee
deuren uit den bos en stak ze in den
zak van zijn jachtbuis en begaf zich
vervolgens naar den geheimen trap,
die naar de bibliotheek leidde. Deze
trouwe dienaar wilde alles opnemen
wat er binnen het kasteel voorviel
en zich ter beschikking van de
Vezay stellen, indien zijne diensten
mochten noodig zijn. De twee ver
trekken. die wij tot nu toe in de
gelegenheid waren te beschrijven,
de bibliotheek en de slaapkamer van
de Vezay, waren, zooals ons bekend
is, in een grootschen en strengen
stijl gebouwd. Het bijzonder ver
taal geschreven was, en onmiddellijk
reisde men naar die plaats.
Bij aankomst bleek het dat d«
jonge man naar Reichenau was ver
trokken en Zondagavond ontvingen
de ouders de telegrafische mededee-
ling dat hun zoon door een revol
verschot een einde aan zijn leven
had gemaakt.
Men weet niet wat tot dit Amerik.
duel aanleiding heeft gegeven, maar
vermoedt dat eene dame de oorzaak
der treurige gebeurtenis is.
Naar men zegt, is de tegenpartij
van Reich een tot den gegoeden
stand behoorend jongmensch.
In Amerika is een nieuwe tak
van verzekering in 't leven getreden,
nl. eene maatschappij waarbij allen,
die personen van vertrouwen in hun
dienst moeten hebben, zich kunnen
verzekeren tegen de nadeelen, die
het gevolg zijn, wanneer die perso
nen dat vertrouwen schenden en zich
aan oneerlijkheden schuldig maken.
In onzen tijd zeker geen overbodige
zaak, maar wel een treurig ver
schijnsel, dat zulk eene onderneming
levensvatbaarheid schijnt te hebben.
Theodor Weiss, uit Dresden, te
gelijk met Zwitsers te Zurich tot
gevangenisstraf veroordeeld wegens
deelneming aan anarchistische woe
lingen, heeft hij het verhoor ver
klaard, dat hij van de Duitsche
politie maandelijks 100 k 120 mark
heeft ontvangen voor spionnendienst.
Poolsche smokkelaars hebben zich
onlangs op eene eigenaardige wijze
op een spion, den Pool Schwiginski
gewroken.
De man had herhaaldelijk benden
smokkelaars aan de Russen in han
den gespeeld en werd, toen hij in
de vorige week in de nabijheid van
Suchowolla de sporen van smokke
laars volgde, door twee onbekende
mannen aangegrepen.
Zij stopten hem eene prop in den
mond, brachten hem naar het dich-
ste gedeelte van het bosch en sta
ken toen eene stang op zoodanige
wijze door de mouwen van zijn jas,
dat hij slechts langzaam met'uitge
strekte armen uit zijne boschgevan
genis kon komen.
De ongelukkige werd eerst den
vierden dag, in geheel hopeloozen
toestand en nagenoeg stervende, door
een boschwachter gevonden; deze
bracht hem naar een nabijgelegen
dorp, waar hij thans zwaar ziek ligt.
De daders zijn onbekend gebleven.
Een vreeselijk avontuur.
Eenige Fransche familiën hadden
zich neergezet bij een stadje in
Amerika, dat nu en dan door zwer
vende Indianen bedreigd werd.
Vroolijk zaten zij op een avond
in de maand Juni bij elkander, vóór
het woonhuis der familie Louis
Dubois.
Eensklaps kwam een knecht aan-
loopen met den uitroep:
De Indianen! De Indianen!
Plotselinge verwarring. Mevrouw
Dubois en haar beide kinderen wa
ren toch achter het huis in 't park,
dat aan een groot bosch grensde.
Men doorzocht 't huis, 't park, een
gedeelte van 't bosch, zenuwachtig,
gejaagd met een angstig voorgevoel.
Smartelijk klonken de kreten van
Dubois den vrienden in de ooren
Lucie! Lucie! Antoine! Paul!
Men floot, men schreeuwde, men
schoot. Alles te vergeefsgeen ant
woord.
De droeve werkelijkheid was al
te duidelijk te gissenmevrouw
Dubois en de kinderen waren ver
dwenen, ontvoerd!
De Indianen hebben haar ge
trek van gravin Margaretha, waar
wij onze lezers nu zullen binnen- I
leiden, had een geheel ander voor
komen. De Vezay had, ten tijde van I
zijn huwelijk, vier jaar ongeveer al
vorens de gebeurtenissen, door ons
geboekt plaats hadden, met liefde
volle zorg in de drie vertrekken,
die de particuliere woning zijner
vrouw uitmaakten, alles vereenigd
wat verfijnde smaak en schitterende
weelde toentertijde konden uitden
ken.
Men houde hierbij in het oog,
dat dit geschiedde in 1816 of 1817
en dat het ornamentwerk en de
stoffeering waarvan hier sprake is,
toen het hoogste vertegenwoordigde
op het gebied van smaak en comfort.
Wordt vervolgd.)