V
Mijne eerste Vergadering.
edelman tot betaling der geëischte
som veroordeeld. Hij voegde den
rechter verstoord toe: «dat is de
ware manier om een arm man ga
lanterie af te leeren.»
Naar de Riga Zeit. mededeelt
werd dezer dagen eene bende brand
stichters gearresteerd, die tegen be
taling huizen in brand stak, die
tegen brandgevaar waren verzekerd.
Men zegt dat een boek gevonden
is, waarin de namen voorkomen van
hen, die dergelijke opdracht gaven,
benevens opgave van de sommen,
die tot belooning werden uitge
reikt.
Deze ontdekking zal van invloed
zijn op een groot aantal gevallen
van brand, die vroeger plaats vonden
en waarvan de assurantie-penningen
reeds sedert geruimen tijd zijn uit
betaald.
Te Moskou hebben Zondag
vijf groote branden plaats gehad;
verscheiden huizen werden in de
asch gelegd. In eene enkele stads
wijk beliep de schade meer dan
300,000 roebel.
Heeft Richard III geroepen:
«Mijn koninkrijk voor een paard!»
de erfgenaam van den koning van
Gabun, Repontyombo, roept thans:
«Mijn koninkrijk voor achthonderd
francs.
Naar de Tèlégraphe namelijk me
dedeelt, heeft de jeugdige negerko
ning, Felix Denis Repontyombo, der
Fransche regeering zijn troon en rijk
voor eene som van achthonderd francs
ter overname aangeboden.
Is er wellicht iemand die wat meer
biedt? Eerzuchtige lieden is thans
de gelegenheid opengesteld om in
Afrika voor een prikje aan een ko
ninkrijk te komen.
John Röach, de grootste
scheepsbouwmeester in Noord-Ame-
rika, is gefailleerd tengevolge van
moeilijkheden met de regeering der
Unie; 3000 werklieden zijn plotse
ling zonder werk. Het passief is on
bekend, maar bedraagt millioenen.
EERSTE KAMER
DER STATEN-GENERAAL.
Zitting van 20 Juli.
Aangenomen werden de volgende
wetsontwerpen
1. Tot goedmaking der kosten van
het regentschap.
2. Overeenkomst met de dijkstoel
van den Tielerwaard, betreffende het
inundatiekanaal van de Waal bene
den Tiel naar de Linge.
3. Aanvulling der wet op de recht,
organisatie en het beleid der justitie.
4. Yerhooging der begrooting voor
de Rijksgestichten Ommerschans en
Veenhuizen, dienst 1885.
5. Wijziging der wet tot regeling
van het Hooger Onderwijs.
6. Overeenkomst met Amsterdam
nopens de gedeeltelijke overdracht
aan het Rijk van de Trippenhuizen
aldaar.
7. Nopens de opruiming en het
beheer van vaartuigen en andere
voorwepen in openbare binnenwa
teren gestrand, gezonken of aan den
grond geraakt.
8. Regeling der Staatsloterij.
9. Wijziging van hoofdstuk IX
der Staatsbegrooting voor 1884.
10. Bekrachtiging eener overeen
komst met de «Stoomvaartmaatsch.
Zeeland».
11. Het voorstel van den heer Ree
kers, tot wijziging van de wet op
de Zeevisscherijen werd ter behan
deling uitgesteld.
12. Het wetsontwerp tot verhoo
ging en uitbreiding van het zegel
recht op effecten werd verworpen
met 26 tegen 9 stemmen, niet zoo
zeer uit hoofde van de strekking
der voordracht, dan wel wegens
gevreesde bezwaren in de toepas
sing door de onduidelijkheid van
sommige bepalingen.
De heer Pijnappel stelde de vol
gende motie van orde voor:
In het Verslag der ICamer is ge
vraagd om het standpunt der Re
geering te vernemen tegenover het
voorstel-Reekers. Hij zou 't betreu
ren als die mededeeling niet gedaan
werd; want de bedoeling der vraag
was om meer licht te erlangen vóór
het voorstel-Reekers in behandeling
kwam, zoodat de Kamer op de hoogte
kwam van de zienswijze des Mi
nisters.
Hij stelt voor het verzoek aan
de Regeering te richten om schrif
telijk de zienswijze der Regeering
nopens het voorstel-Reekers te ken
nen.
t
Deze motie werd zonder stemming
aangenomen.
13. Aanvulling der wet op de
middelen voor het dienstjaar 1885.
(10 opcenten op het personeel.)
14. Aanvulling der middelen tot
goedkeuring van uitgaven, begrepen
bij de Staatsbegrooting voor 1882.
15. Tot wijziging van art. 240
der Gemeentewet.
Na behandeling harer huishou
delijke begrooting is de Kamer op
reces gescheiden.
Het tonnenstelsel mag er niet
komen 1 zeide mij de president onzer
kiesvereeniging.
Neen, stemde ik toe, in geen
geval.
En als mij den opengevallen
zetel kunnen bemachtigen, dan valt
het voorstel.
- Ja, dan valt het, antwoordde
ik. De neuzen zijn geteld.
Hoe zoudt ge over de candi-
datuur denken, mijnheer Die, vroeg
de president, me scherp aanziende.
Ben je nog niet bekeerd?
Nu moest ik me bekennen, dat ik
heel graag achter de groene tafel
zou zitten, doch ik voelde tevens
maar al te zeer, dat ik de noodige
vrijheid miste, om het woord te
voeren.
Ik schermde dan ook met allerlei
tegenstribbelingen, doch denzelfden
avond in ons kransje, bij een stevig
glas wijn, spraken mijne vrienden
af, dat ik het zeker halen zou. En
voor het zekere moest ditmaal wat
dan ook wijken. Men klonk reeds
op mijne toestemming, eer ik nog
de candidatuur aanvaard had. Door
de wijn verhit en met het hatelijk
tonnenstelsel voor oogen, stemde ik
toe. "Wij klonken en dronken tot in
den nacht. Nu de kogel door de
kerk was, paaide ik mij, dat ik me
wel ongegrond voor toosten en spee
chen kon bevreesd maken en ik was
werkelijk verheugd maar te hebben
toegetast.
Op den dag der stemming «haalde
ik het rijk», hefgeen niet weinig
mijn eigenliefde streelde.
De avond mijner eerste vergade
ring en der beslissing van het lot
van ons tonnenstelsel was aange
broken.
Meer dan een kwartier slenterde
ik reeds in den omtrek van het
stadhuis.
De minuten kropen voort. Het
scheen maar geen zeven uur te wil
len worden. In den ijver om toch
op tijd te zijn, was ik veel te vroeg
van huis gegaan. Ik mocht heden
dan ook in geen geval te laat ko
men! Voor volgende vergaderingen
zou ik er af zijn met de vermelding
in de courant: «Alsnu komt de heer
Die ter vergadering» maar van
avond! Verbeeld u, dat allen op mij
zouden moeten wachtenimmers op
de regeling der werkzaamheden
stond. No. 1«Beëediging van het
nieuwe raadslid, den heer Die».
In weerwil van de kille mist, die
in de straten hing, parelde het zweet
onder mijn cilinderhoed; beurtelings
kreeg ik het warm en koud.
Zou mijn antwoord op de verwel
koming door den voorzitter goed
van stapel loopen? Zou ik blijven
steken? Het papier, waarop mijn
maidenspeech geschreven stond, had
ik in mijn binneuzak; doch goed
beschouwd: Wat zou mij dat baten
BrrL. Het was op straat niet uit
te houden. Gauw klom ik dan ook
de breede trap van het stadhuis op.
De raadzaal lag boven, aan het
eind eener vestibule. Langzaam
deftig trad ik de eikenhouten trap
op, met gebeeldhouwde, zware leu
ningen, en bevond mij in de vesti
bule. Deze was nog slecht gestof
feerd Op de bank rechts een dom
melende politieagent; op de bank
links niemand. Naast deze bank een
groepje fluisterende kerels; iets ver
der een smidsjongen, die een pijp
trachtte aan te steken aan de vlam
der gaslamp. Aan mijn rechterkant
viel een breede straal licht door de
glazen deur van eeu kantoortje. Ik
kon niet bij het publiek gaan staan
en daar ik niet wist waar ik wach
ten kon, opende ik de glazen deur
zonder te kloppen, daar ik den bode
zag zitten.
'tWas dezelfde, die mij het con
vocatie-biljet had bezorgd en dien
de meid had uitgeduidgrijzende
baardjes aan de bleeke, doch gevulde
wangen, een danig gezet buikje,
ietwat kromme rug en het hoofd
gekroond met een bruine pruik, van
voren in schuine richting liggende
over het hooge voorhoofd, van ach
teren in den kaalgeschoren nek ein
digende in een fikschen krul.
Toen ik binnenkwam, keek hij mij
met een brutaal oog over den groo-
ten bril, welke op het topje van zijn
neus rustte, aan, als bestraffing voor
mijn vrijpostigheid. Spoedig klaarde
zijn gelaat op, toen hij het nieuwe
raadslid herkende.
Mijnheer Die, geloof ik
sprak hij.
Juist. Zijn er al heeren?
Hij haalde even de schouders op
en antwoordde: «'tZal wel niet!»
Daarop zag ik hem den bril wat
naar achter duwen en een wijsvin
ger naar het deksel der gloeiende
kachel uitsteken. Ik merkte nu een
groot vel Hollandsch papier, bedekt
met een stapel zand, waaruit de wa
sem steeg. De bode woelde met den
wijsvinger in het zand en zei
Ik moet alle kokers nog vul
len. Hoe laat is 't dan als?
Bij zeven, antwoordde ik.
-Onog geen zevenEn be
daard nam hij het vel Hollandsch
papier tusschen beide handen schom
melde het zand dooreen en lei het
weer op de kachel. Nu keerde hij
mij den rug toe. Ik zag hem een
kastje openen, een doos voor den
dag halen en plechtstatig een glin
sterende keten nemen en die om zijn
hals hangen. Daarop wendde hij
zich weer naar de kachel en greep
een snuifje van het nu hoorndroge
zand tusschen de voorste vingeren,
knikte goedkeurend, nam het papier
op en droeg het, met gestrekte ar
men, voor zich uit naar de raadzaal,
terwijl hij mij ter loops, op gemoe
delijken toon zeide: «We beginnen
nooit zoo heel precies.»
Daar hij niet terugkeerde, verliet
ik het kantoortje. Gelukkig kwam
een collega, een mijner vrienden,
de trap op.
Man van de klok, voerde hij
mij te gemoet. .Te past op. 't Slaat
juist zeven uur.
Wij stapten deftig tusschen het
publiek door, dat zeer was aange
groeid. Hier en daar werd een hoed
of pet voor ons gelicht.
Dat 's de versche, hoorde ik
achter me en ik voelde aller oogen
op mij gevestigd.
Spoedig werd de wachtkamer,
waarheen mijn vriend mij had ge
leid, met raadsleden gevuld. Som
migen gaven mij de hand, anderen
slechts hunne vingers te drukken
en een hunner kwam grappig zin
spelen op den offieieelen vuurdoop
van straks. Een glimlach die moeite
deed, om mijn mond te spelen, ver
dween.
Allengs begaven zich de leden in
groepjes naar de raadzaal, die aan
de wachtkamer grensde.
Ik bleef alleen. Ik hoorde de bel
van den voorzitter klinken, de voor
deur der raadzaal openen en het
publiek met geraas naar binnen
stormen.
Fluks haalde ik mijn papier uit
den binnenzak, keek even rond;
niemand kon me bespieden. Het
papier beefde in mijne handen mijn
hoofd en hart bonsden.
Ik zocht zenuwachtig de passage
op, waarover ik zoo diawijls ge
struikeld was, als ik mijn speech
in mijn huiskamer van buiten leerde.
Waar stond ze nu? 't Was, of ze
zich tusschen de overige regels
verschool om mij te dwarsboomen.
Ik beet me op de tongDaar
hoorde ik duidelijk den voorzitter
in de raadzaal zeggen
Ik verzoek de commissie voor
het onderzoek der geloofsbrieven des
heeren Die rapport uit te brengeu»
De letters dansten voor de oogen.
In de zaal hield men met spreken
op en gauw, gauw moffelde ik het
papier weg. De deur kraakte een
oogenblik daarna en ik werd
opgebracht.
Ik moet wel bleek gezien hebben
toen ik de raadszaal binnentrad,
want de stilte, het helle licht en
de als opeengestapelde hoofden der
menigte maakten me bijna duizelig.
Eenigszins ontroerd, zei ik de
gevorderde eeden na. De voorzit
ter rees op en heette mij in korte
woorden welkom.
Ik zocht in mijn geheugen het
begin mijner maidenspeechdoch
mijn oogen waren dusdanig aan den
zachtkens heen en weer wiegelen
den schelknop gekluisterd, die vóór
den voorzitter hing, dat 't mij glad
onmogelijk was de eerste regels
van mijn papier voor den geest te
halen. Diepe stilte. Al mijn moed
raapte ik eindelijk samen en ik stak
werkelijk van wal:
«Mijnheer de voorzitter... mijn
heer de voorzitter...» Ce iüest que le
premier pas qui coüteDaar heldert
plotseling mijn hoofd op en 't werd
me zoo duidelijk, alsof't papier voor
me lag. In 't begin sprak ik lang
zaam, doch, overmoedig geworden,
raakte ik van lieverlede in vuur en
steeds klimmende van toon, ging ik
met climax de tirade voltooien
toen knap knaphet glas van de
lamp, die boven den eersten wet
houder hing, barstte en rinkelend
in scherven op de tafel viel.
Het achtbare lid van het Dage-
lijksch Bestuur schrok zoo mal op,
dat het een onderdrukt lachen ver
wekte.
Dadelijk zag ik den bode, dien
ik nog niet had opgemerkt, naar
voren schieten, even de scherven
aankijken en den wethouder betui
gen, dat ze eerst moesten afkoelen
om te kunnen worden opgeruimd.
Een klop van den hamer des voor
zitters en wederom was het muisstil.
Maar het ongelukkige glas had me
opeens van 't pad geholpen. De voor
zitter merkte het en kwam mij met
een medelijdend lachje o, dat
lachje! te hulp, door nogmaals
op te rijzen en te zeggen, dat hij
hoopte in mijne daden steeds de be
vestiging mijner woorden te kun
nen zien.
Wij bogen. Ik ving den weg aan
naar mijne plaats. Mijn hoofd gloeide
van schaamte en 't was alsof het
duizendoogige publiek mij met zijne
blikken vervolgde.
Werktuigelijk hoorde ik, eenmaal
in mijn stoel gezeten, de beraadsla
gingen aan, van verlegenheid geen
weg wetende met mijn oogen. Zij
waarden over de bloemen van het
behangsel, keken den tinnen inkt
koker aan, welk vóór mij stond,
riepen vervolgens de nagels mijner
vingers te hulp en meenden een
niet te gedwongen rustpunt gevon
den te hebben op de donkere zoom
der pruik, die het glimmende voor
hoofd van den bode begrensde
doch daalden onwillens en vielen
in de blikken van den bode, die
medelijdend op mij gevestigd waren.
Ik sloeg mijn oogen neer en een
nieuwe blos joeg over mijn gelaat.
Daar klonk eensklaps mijn naam.
Ik schrikte. «Voor» zei ik bedrem
meld. Hier en daar groote hilariteit,
die mii deed ontstellen.
Onwillekeurig blikte ik snel in
't rondginds vroolijke gezichten,
hier gefronste wenkbrauwen en
oogen, die vlammend op mij gericht
werden. Plotseling steeg me het bloed
naar het hoofdik begreep
Door mijn stem had het tonnen
stelsel het levenslicht aanschouwd!
G. v. d. W.
KERKNIEUWS,
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Heemstede ds. A. J. Ruijs te
Scherpenzeel.
KUNSTNIEUWS.
Zondag had in //Tivoli" te Utrecht de ver
gadering plaats der afgevaardigden van de
liedertafels die tot het Ned. nat. Zangers-
bond bekooren. Op die vergadering is be
paald, dat de groote uitvoering (zangersfeest)
in 1886 zal plaats hebben te Leeuwarden.
Tot feestdirecteuren zijn benoemd de heeren
B. Kwast uit Leeuwarden en Mart. J. Bou-
man uit Utrecht.
De Londensche correspondent van de
,N. R Ct." schrijft van Zaterdag avond:
Slechts zeven der acht kampioenen, onder
de aanvoering des heeren Daniël de Lange
te Londen geland, om er vreedzame verove
ringen te maken, waren heden middag op
het appèl verschenen, daar één der heeren
Donderdag avond zeer onverwachts, wegens
een treurig geval in zijn gezin, per draad
van hier geroepen werd. Dit maakte eenige
wijzigingen in het program van den dag
noodzakelijk. De stukken voor acht stemmen
moesten natuurlijk vervallen en voor andere
plaats maken. Gelukkig was er een dag tus
schen de muziekuitvoeringen en konden der
halve andere programma's nog bij tijds wor
den gedrukt.
Tijd voor het instudeeren van nieuwe za
ken was er natuurlijk niet en hoewel het
velen speet, dat zij toonwerken moesten ont
beren, welke hun voor heden waren toege
zegd, werden zij aangenaam bevredigd door
eene herhaling van enkele nommers, die reeds
Woensdag in den smaak waren gevallen.
Trouwens, eenen meester als Sweelinck leert
men eerst bewonderen na hem vele malen te
hebben gehoord. Een paar zijner heerlijke
psalmen had ik vroeger reeds op het klavier
hooren spelen, maar 's heeren De Lange's
bewerking voor stemmen deed nieuwe schoon
heden daarin ontdekken. Deze kerkelijke lie
deren, die onder leiding des meesters te Am
sterdam zoo menigwerf werden aangeheven,
wekten de bewondering van deskundige tijd-
genooten. Hoe vreemd, dat deze meester
stukken van vaderlandsche toonkunst te
eenenmale verloren waren gegaan, en slechts
amper aan den ondergang werden onttrokken
Het liefelijke ,/Matona Mia" van Orlandus
Lassus (15021594) vond heden een even
gretig gehoor, eene even grage bewondering
als op Woensdag, en het laatste gedeelte
moest worden herhaald. Ook de verdienste
lijke voordracht der aardige oud-Hollandsche
liederen, reeds Woensdag toegejuicht, lokte
vandaag een hernieuwd applaus uit.
Over het algemeen was de geestdrift wer
kelijk groot en de opkomst van het publiek
de belangrijkste, sedert het begin dezer con
certen aanschouwd.
De heer Daniel de Lange en zijne mede
werkers hebben wèl voldoening van hunnen
arbeid. Eerstgenoemdedie drie maanden
heeft besteed aan het voorbereiden dezer
muziek-uitvoeringen, welke een nieuw licht
hebben doen opgaan in den vreemde over
onzen oud-vaderlandschen roem, heeft ette
lijke brieven ontvangen van Engelsche mu
ziekkenners, die hem sympathie betuigden of
ook inlichtingen verzochten nopens oud Ne-
derlandsche toonmeesters een bewijs van
de werkelijke belangstelling door deze con
certen opgewekt.
De drie heeren van het Nederlandsche
achttal en de heer S de Lange, zijn heden
naar het vasteland teruggekeerd, maar de
dames blijven nog wat. Ook de heer Daniel
de Lange wil hier nog wat vertoeven. Maan
dag bezoeken zij allen de receptie van den
heer Alma Tadema.
MARKTBERISHTES.
AMSTERDAM, 21 Juli.
De prijzen der Aardappelen waren ais volgt:
Rijnsburgers f 2.30 a 2.50; Katwijker
blauwzanders 2.50 a 0.Andijker Muisjes
f 9. - a 0.—; dito Ronde f 4. a 0.—; West-
landsche klei (manden) f2.40 a 2.80; dito
lossen f2.50 a 2.70; dito Zand f3 a 3.60;
dito Muisjes (klei) f 4.20 a 4 50 dito Muisjes
(zand) f4 80 a 0.Katwijker duin f3.
a 4.20; Geldersclie Kralen f 2.80 a 0.—; Hil-
legommer zand f0.— a 0.-; Noordwijker
zand f 2.60 a 4.20.
Aangevoerd 17 versche ladingen.
Koüie. Afgedaan 596 bn. Java (Kadoe) ex
Lotos".
Suiker. Ruw en Geraffineerd stil.
Tabak. Aangevoerd werden heden per
/,Soenda" 275 pn, Tales, 1244 pn. Blarcum,
449 pn. Temoeloes, 56 pn. Djember K en 60
pn. Sari.
Katoen zeer flauw en opnieuw lager. Aug.
tot f 281/® c. Sept. tot 283/4 c. gedaan en
plaatsbaar.
Tin vaste markt met goeden handel tot
onveranderde prijzen.
Petroleum-bericht van P. G. C. Calkoen.
Makelaars, Amsterdam, 18 Juli.
De Amerikaansche Petroleum-noteeringen
waren sedert ons laatste bericht volgens
Reuters telegram
New-York 8»/4,8l/4, S1 1,81/e, 81 8, Sl/8 ctpgall.
Philadelphia Sl 5, 8lJc, 81 8 888
ct. per gall. Ruwe Olie 953/H 935/f, 96—,
951/g, 9574, 945:8, ct. per vat.
Bij geheel onveranderde noteeringen alhier,
bepaalde de omzet zich alleen tot voldoening
der directe consumtievraag. Najaarslevering
alhoewel in verhouding van den locoprijs
bijkomend aangeboden, trekt niet de minste
attentie. Alhier arriveerden de schepen //Que
bec" en //William Cochrane" mei 17.799 vn.
De noteering is heden bij minstens 25 vn.
te ontvangen aan het Amsterdamsch Petro
leum-Entrepot
Disponibel. f 9— a f Entr.
Juli-levering 9u H
Aug. 9—,/// 9l o
Sept. a 97.4
Sept./Dec. 93 8
In eonsumtie vrij aan boord f 10l 4. Bij
kleinigheden f 1 4 a f 1 f hooger.
De voorraad aan het Amsterdamsch Petro-
leum-Entrepöt bedroeg op 11 Juli 33.680 vn.
Aangevoerd per //Quebec" 10.188
//William Cochrane 7.611
Afgeleverd2 441
Voorraad op heden 49.038 u
Verwacht wordende ladingen:
//Vancouver"9.000
De totale uitvoer uit alle havens van N.
Amerika bedroeg van 1 Jan. tot 13 Juni:
1885 1884
253.641.777 gallons. 228.829.812 gallons.
Tarwe zonder noteering, op levering on
veranderd. Nov. f216.
Rogge onveranderd stil; per 2100 kg. a c.
z.k. Njcolajeff f148, Taganrog f150. Peters-
burgea van boord 154.
'Noteering vfau de Commissie voor den
Graanhandel. Rogge op levering onveranderd
Oct. f152, 151. Maart f161, 160.
Noteering van Menne Tho'le. Koolzaad
op 800 K.G. Olie f 2 lage. Oct. f 293.
Lijnzaad vast.
Raapolie traag; vliegend per 100 K.G,
f28Vo, 28. lo. Sept./Dec. f277*.
Lijnolie willig; vliegend per 100 K.G.
f2674, 26, in de stad f26. lo. Aug. f253/4
257/s. lo. Sept./Oct f25, 251 lo. Sept. Dec.
f 245/s, 247/t- lo. Jan. Mei f247;. lo. Maart
f247-.
Raapkoeken f76 a 78 per 1040 stuks.
Lijnkoeken f 8lfs a 12.— per 104 stuks.
Op de gisteren gehouden Veemarkt waren
aangevoerd: 1 vette kalveren, le kwal.
f 0.—, 2e kwal. f 0.per kg. 0 Gras- f
a 52 nuchtere dito f 5 a 13.41
Bchapen en lammeren f 0 a 0 Ham
burger Varkens a ets. per kg. —vette
varkens 38 a 44 ct. per kilogram; -biggen
f a 0 paarden f—a— 510 runderen,
le kwal. f 0.75, 2e kwal. f 0.67, 3e kwal.
f 0.60 per kg. melk- en kalfkoeien f 100 a
240 p. st.
Alkmaar, 17 Jul'. Ter veemarkt aange
voerd 0 paardenvette kalveren, 17
nuchtere dito, 34 schapen, 15 lammeren,
vette varkens, 40 magere dito, '191 biggen,
6 bokken en geiten, 5 runderen 7 kl. bokjes,
0 Graskalveren. 1 Ezel.
De prijzen waren als volgtvette kalveren
f a nuchtere dito f 15 a 24, schapen