I 3e Jaargang. Maandag 10 Augustus 1885. No. 041. ABONNEMENTSPRIJS: Verschijnt Daystijks uitgenomen Zen- en aiyetneene Feestdagen. A D V E ETEN TI ËN: Een nieuwe Minister. FEUILLETON. Afstand AU.IAHÜA (HTIIZIOIIT. KINNKNIiANI). Voor Haarlem per maand-40 Cents. Franco door geheel het Rijk p. aiaand 55 Afzonderlijke Nommers 5 Brieven, gelden, advertentiën enz. franco te adresseeren aan het Bureau, Kleine Houtstraat No. 9. Hoo fdagenten voor het .Buitenland -. fflnpepnie Générale de x j iblicite Kt rany ere G. L. DAUBE Go., JOII. V. JOKES. Sttcr., Parijs, 3Ibis Faubourg Montmnrtre. van 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cents. Groote letters naar Plaatsruimte. Advertentiën worden aangenomen tot 7s middags 12 uur. MUSEUMS EN ANDERE BEZIENSWAARDIGHEDEN VAN HAARLEM. Kolomaal museum op het PaviljoenIngang aan tie Dreefzijde 2e deur. Geopend dagelijks van tot 4 uur. Iccgang 25 cents per persoon. Donateurs eu leden der Ncuerlaud-che Maatschappij ter bevordering van Nijverheid hebben op i van diploma vrijen toegang, donateurs roet gezelschap, leden met 1 dame. Museum van kunstnijverheid ov het Paviljoen. Ingang Dreefzijde Ie deur. Geopend dagelijks van 10 tot. 4 uur. Toegang 25 ceuta per persoon. Donateur» en der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid hebben op vertoon van diploma vrijen toegang, donateurs met gezelschap, leden roet I dame. Bisschoppelijk museum voor kerkelijke oudheid, kunst en geschiedenis, vooral federland en meer bijzonder van het Haarlemsclie Bisdom, Kruisweg No. 59. Geopend dagelijks, uitgenomen Zaterdag, Zon- en Feestdagen, van 10—5 nar. Toegang 25 cents per persoon. Doorloopende toegangskaarten voor een geheel jaar l 1 gulden. Museum der stad Haarlem op het Raadhuis. Geopend van 15 April tot 14 October aile werkdagen van 10—4 uur, van 15 October tot 14 April op die dagen van 10—3 uur tegen betaling van 25 cents per persoon, alleen op 1 5♦- —raoon. Kinderen beneden de 8 jaren worden in het geheel niet toegelaten - kinderen van 8 tot 14 jaren niet dan onder behoorlijk geleide.— Zondagen kosteloos van 12—4 uur, de overige Christelijke feestdagen togen betaling van 25 cents per persoon. Teylers museum in de Damstraat. Geopend dagelijks uitgenomen Zaterdag, Zon- en Feestdagen van II3 uur. Tei/lers bibliotheek. Geopend Woensdag, Donderdag, Vrijdag en Zaterdag van I4 uur. Woensdag en Zaterdag van 24 uur. Orgel-bespeling in de Groote Kerk. Dinsdag van 12 en Donderdag van 28 uur. Toegang (deur Oudegroenmarkt) vrij. Stadsbibliotheek Prinsenhof. Geopend De Staatscourant bevatte dezer dagen het bericht, dat Nederland een nieuwen Minister van Marine gekregen heeft en ieder, die wezen lijk belang stelt in den bloei onzer zeevaart en den voorspoed van ons land, heeft zichzelven voorzeker reeds afgevraagd, of deze Excellentie, de kapitein ter zee Gerike, de rechte man op de rechte plaats zal zijn. Natuurlijk hebben zich de dagbla den gehaast, een levensbeschrijving te geven van den man, die door den Koning tot zulk een hoogen post geroepen is, en het moet erkend worden, zij spreken allen met waar deering van zijn kennis van zeeza ken, zijn ervaring op dat gebied en roemen zijn vele andere goede hoe danigheden. en dat zijn gunstige voorteekenen. Evenwel, de onder vinding* heeft ons geleerd, dat men niet al te veel gewicht kan hechten aan de getuigschriften van bekwaam heid, die door de bladen hij voor baat aan pasbenoemde Ministers uit gereikt worden, al gelooven we, dat hetgene er van den heer Gerike ver teld wordt, niets dan waar en goed is. Wat zien we toch hij herhaling niet alleen hier, maar ook in den vreemde geschieden. Pas is de een of ander Minister geworden, of de correspondenten der verschillende bladen zijn er op uit, om met de bijzonderheden van zijn leven be kend te worden, en om hierin te slagen, brengen zij bezoeken aan de vrienden van den titularis; daar de zen er eer in stellen, zulk een per sonage tot vriend te hebben en in lichtingen over hem te mogen en te kunnen verstrekken, zijn ze zoo goed dien nieuwsgierigen reporters VAN GEORG HAETWIG. 95) VIII. Margaretha's trekken werden strak van schrik. Gilda, Gilda, bezin u; is het denkbaar, dat gij aan mijne liefde twijfelt? Wat is er gebeurd? Wat zal ik nog verschrikkelijks moe ten vernemen? Zeg het mij; gij ziet, ik zal niet kunnen verdrageD, dat gij mijne liefde wantrouwt. Theresa kwam hare wankelende zuster te hulp. Erwin Horst, Gil- da's echtgenoot! riep zij. Erwin mag niet sterven, riep Gilda in vertwijfeling, de hand ba rer moeder opnieuw omvattende. O red gij hemVerwacht niets van allerlei beminnelijke eigenschappen van hun Minister geworden vriend mede te deelen en met diep ontzag voor een man, die in het vervolg over lintjes en posten te beschikken heeft eu die hen, met wie hij zoo intiem was, zeker niet vergeten zal, zorgen zij alleen de licht- niet de schaduwzijde van zijn benoeming bekend te maken en vergeten zoo vaak, dat niet ieder goed vriend een goed Minister is. Ook wordt het verleden van den benoemde beoordeeld om daaruit op te maken, wat er in de toekomst van te hopen is, en dit is voorzeker een betere maatstaf, dan de levens beschrijving door vrienden gegeven. Heeft hij boekeu of brochures ge schreven, dan worden ze m;t ijver ter hand genomen om met de ideeën van den Minister nauwkeurig bekend te worden, eu naarmate die mee- of tegenvallen, wordt een gunstig of ongunstig oordeel uitgesproken. Het is echter een feit, dat al die voorspellingen zoo zelden bewaar heid worden. Hoeveel Ministers zou den we sinds de herziening der grondwet in 1848 niet gehad heb ben? Allen werden bijua zonder uit zondering geprezen als uiterst be kwaam en doorkneed in alles wat op politiek en vooral in hetgeen op hun departement betrekking had en toch, zoodra die heeren hun plaats ingenomen hadden, bleek dikwijls juist het tegendeel. Immers, er is zoo groot een onderscheid tusschen theorie en praktijk, en wie een goed boek schrijft is nu juist nog geen flink bestuurder, wie gezonde ideeën heeft, bezit daarom nog niet altijd den moed of de kracht om ze te verwezenlijken. Waarlijk, mocht men de bladen gelooven, dan waren alle Ministers de volmaaktste meuschen onder ieder opzicht' en toch, hoeveel prulwerk in den vorm van ondoor dachte wetsontwerpen en aanschrij vingen heeft hun kabinet niet ver laten; hoe dikwijls bleken zij niet opgewassen tegen den last, die op hun schouders gelegd werd, hoe menigmaal moest men zich niet af vragen «Is deze Minister nu de man, die voorheen zijn meening zoo flink uit elkander zette en wist te verdedigen en nu allerlei amende menten op zijn wetsartikelen van rechts en links opneemt en niet in staat is zijn ontwerp behoorlijk te verklaren?» Zoovelen zijn geroepen, zoo menigen uitverkoren, mag men gerust zeggen, op al de ministers doelende, die den laatsten tijd el kander opgevolgd hebben; maar de eer minister te zijn, de hoop, het zoolang te kunnen uithouden, dat aanspraak op een aardig pensioen verkregen wordt en het vooruitzicht na het ministerschap lid van den Hoogen Raad, commissaris des ko- nings in eenige provincie of iets dergelijks te worden, zal nog me nigeen aanlokken den ministerrok aan te trekkenen daarvoor des noods zijn rok geheel om tekeeren, anders gezegd, vroegere meeningen te verloochenen. (Slot volgt.) zijne vergeving. Hij wil zich slechts in den dood met mij verzoenen 1 Lees deze regelen, zijn afscheidsgroet, welke uwen broeder mij ter baud stelde, hij, welke mij in dit eenmaal zoo gehate slot terugbracht, eer hij mij nog bekende, wie mij daar bui ten mijn echtgenoot wachtte. Lees zelve en veracht mij, dat ik hem uit de rij der levenden verbannen heb. Theresa, Heinrich, heb mede lijden met mijnen nood, zeg mij, hoe ik hem redden kan! Sterven? vroeg Margaretha bijna snikkende. Spreekt zij de waarheid? Sterft Erwin Horst? Hij zal vallen door Waldemar's hand, want hij zoekt den dood? Heb medelijden met uwe moe der, wanneer gij bet niet met mij hebben kunt? zeide Theresa op strengen toon. Ziet gij niet, dat de angst over uw geluk haar ten hoogste nadeelig is? Goed, dan wil ik alleen trach- Gisteren hebben de Europeescbe soevereinen van den Koning van België de officieele mededeeling ontvangen, dat bij den titel van soeverein van den «Onafbankelijken Congo-Staat» heeft aangenomen. Volgens particuliere berichten van gisteren uit Londen, zou Sir Henry Drummond Wolff gisteren in den loop van den avond vertrokken zijn ten hem te overtuigen? riep Gilda, zich naar de deur van het vertrek begevende. Indien hij mij terugwijst, dan zal Irene voor mij optreden! Waar kan ik hem vinden en hoe? Gilda! De jonge wrouw wendde zich om. Droomde zij? Stond haren echtge noot, waarnaar zij in dit oogenblik zoo zeer verlangde, werkelijk daar in de open deur? Erwin! riep zij en zag hem verward aan. Onwillekeurig breidde hij dearmen uit. Mijne Gilda! Zij lag aan zijn hart, de armen vast om zijnen hals geslagen, het lievevan tranen overstroomende gelaat tegen zijn borst gedrukt. Hebt gij alles vernomen? fluis terde zij. Weet gij wier kind door u eenmaal tot echtgenoote is gekozen Ik weet alles! eu zich rechtstreeks naar Constan- tinopel begeven, zonder Parijs aan te doen of zich te Weenen op te houden. De Porte wijst tot lieden alle Engelsche voorstellen, zoowel betreffende eeue Engelsclie bezetting als een bondgenootschap, af; zij vreest namelijk de ontevredenheid der mogendheden op te wekken door de internationale gesteldheid van Egypte te wijzigen, en wil geene overeenkomst sluiten, die den schijn zou kunnen hebben van tegen Rus land gericht te zijn. Het doel der zending van Sir Henry Wolff naar Constantinopel is, den tegenstand van den Sultan te overwinnen. De Polil. Correspondent verneemt uit Londen, dat de berichten der Italiaansclie bladen omtrent de onderhandelingen tusschen de ka binetten van Engeland en Italië, over een gezamenlijk optreden in Soedan, volkomen uit de lucht zijn gegre pen. Engeland zou vast besloten zijn, geen beslissende stappen in de Soe- dan-kwestie te doen, vóór de defi nitieve oplossing der Afghaansche geschilpunten. Hetzelfde blad verzekert, dat de onderhandelingen tusschen Engeland en Abyssinie, ten opzichte van de ontzetting van Kassala, goede vor deringen maken. In de voorlaatste 24 uren zijn te Marseille 26 cholera-gevallen met doodelijken afloop voorgekomen. Koning Alfonso van Spanje zal zich nog geruimen tijd naar de ha- den van Monte-Mayor in Estrema- dura begeven. Het hof heeft te La Granja van al de gewone feestelijk heden afgezien, wegens den treu- rigen toestand des lands. Hij trok zich met haar terug in het slaapvertrek, waarvan hij de deur zacht achter zich toetrok. IX Meen niet, dat ik die tranen niet om mijnentwil kon zien vloeien, fluisterde Erwin, het schootie, blonde haar zijuer wedergevonden vrouw kussende. Ik ben uwer niet waard, niet waard uw gelaat nog eenmaal aan mijn hart te drukken. Onher roepelijk, onweerstaanbaar dringen zich daadzaken tusschen mijn berouw en uwe vergeving. O, Gilda, waarom kon ik, verblinde, niet den weg be wandelen, op welken uwe liefde, mij zooveel geluk belovende, voorging? Zij snikte zachtjes. De angst, de verstikkende zorg, welke sedert de ontvangst van zijnen briet hare borst beklemd had, verdween een weinig, zij voelde verlichting in hare tranen. Wees sterk, mijne Gilda, wees De samenkomst tusschen Keizer Wilhelm en den Keizer en de Keize rin van Oostenrijk heeft plaats ge had. Keizer Frans Jozef kwam te Gastein in Pruisische uniform. Keizer Wilhelm droeg' de Oosten- rijksclie met de Stephanus-orde. Hij kuste de Keizerin de hand, en om helsde Keizer Frans Jozef driemaal. Het eerste bezoek duurde drie kwar tier. Er zou daarna galadiner en 's avonds illuminatie zijn. De Daily Nems deelt mede, dat de Porte grootelijk verontwaar digd is over liet gedrag van het Bulgaarsche ministerie, dat gewei gerd heeft in zake de vervolging der Muzelmannen in Bulgarije tus- sclienbeide te treden. Een krasse uola is naar Sofia gezonden en te vens een circulaire gericht tot de mogendheden. De Times van gisteren bevatte uit Mastred de volgende dépêche: Engelsche officieren worden steeds te Herat gezien en worden er goed ontvangen. De Emir brengt nog een andere groote strijdmacht op de been om Herat in geval van oorlog te hulp te komen. De Bombay Gazette meldt, dat de zoon van Maliomed Yakoeb Bey met behulp der Russen zicli heeft meester gemaakt van het land van Kashgar en dat thans het gebied van Ili bedreigt wordt. Haarlem, 8 Augustus 1885. Donderdag herdacht H. v. d. Steeg, voorwerker in de werkplaat sen van de Holl. IJzeren Sp.-Mij te Haarlem, den dag waarop hij 25 jaren geleden in dienst kwam. moedig! Wat verliest gij aan mijn leven, dat ik u van allen smaad be vrijd kan achterlaten als een erfenis, die noch den tijd, noch eenige macht u weder kan ontrooven. Ja, Gilda, ik gevoel het, gij zult gelukkiger zijn met mijne nagedachtenis dan in mijn bezit. O Erwin, waarom kwelt gij ons beiden? zeide Gilda, liare sclioone oogeu met een smeekende uitdrukking naar hem opslaande. Waarom beroept gij u op bet recht der wedervergelding? Het woord, dat de toorn, de lang terug gehouden bitterheid mij over de lip pen drong, vergeet liet. Het bestaat niet meer, 't is verdwenen, 't heeft nooit bestaan 1 Toch, mijn Gilda. En dat gij het mij toegeroepen hebt bewijst, dat gij in uwen toorn oprechter zijt, dan in uw medelijden! Neen Erwin, ik zweer u.... Wat? viel hij haar vurig

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1885 | | pagina 1