gaande was en bemerkte tot zijn grooten schrik, dat het den leeuw, tengevolge van een hevigen stoot, dien het rijtuig aan eene der poor ten had gekregen, gelukt was te ontvluchten, en dat twee leeuwin nen, zijne mede-gevangenen, zich gereed maakten om insgelijks de vrije lucht in te gaan. De heide leeuwinnen werden echter door de tegenwoordigheid van geest en de onversaagdheid van den oppasser tot onderwerping gebracht, zoodat zij gevangen bleven. Maar de leeuw werd, ondanks de jacht die op hem gemaakt werd, niet opgespoord. Men verbeelde zich den schrik der in woners uit den geheelen omtrek. Velen hadden hunne huizen gebar ricadeerd. Op het grondgebied der ge meente Overrijsche heeft een feit plaats gehad, dat door zijne bar- baarschheid alles overtreft wat men zich zou kunnen inbeelden. Twee jongelingen, die met een ouden man in het Soninebosch werkten, hadden hem gedwongen gedurende zekeren tijd, het eene borreltje na het andere voor hen te betalen, doch toen de oude man geen geld meer had, hebben zij hem mishandeld en ge slagen tot dat de ongelukkige onder hunne handen bezweek. Het lijk werd door een landbouwer ontdekt. Deze liet aanstonds de gendarmerie verwittigen, en die ontdekte de twee schurken, die met hunne bebloede kleeren nog aan, aan den zoom van het bosch lagen te slapen. Bij hunne aanhouding boden zij niet den min sten tegenstand. Eeiiigen tijd geleden beproefde de landbouwer Masurens te Lyck zijne korenvelden die tegen hagel- schade waren verzekerd en slechts weinig door hagel hadden geleden, het uitzien te geven alsof zij plat- gehageld waren. Om dit doel te bereiken gaf hij twee zijner knechts bevel een keten over de velden voort te sleepen. De taxateur die de schade kwam opne men, trof de beide mannen bij dat werkje aan en kreeg op de vraag: «wat voeren jullie daar uit?» het lakonische antwoord: «wij zijn aan het hagelen». In Frankrijk heeft men eene soort bacteriën in varkensvleesch ontdekt. Verschillende personen, die het vleesch dat die bacteriën bevatte, aten, zijn overleden. Bij ontleding dier varkens vond men bacteriën in het hartebloed en in de longen. Ook de maag, milt en nieren waren dicht met bacteriën bezet. Ook uit Londen wordt eene gelijksoortige mededeeling gedaan, 70 personen werden ziek na het gebruik van worst, die uit ossevleesch en var kensvet was samengesteld; in een ander geval had varkensvleesch de ziekte veroorzaakt. Het is Twijfelachtig, of deze bac teriën reeds in het vleesch van het levende dier voorhanden zijn, of wel dat zij daarin later dringen, bij voor keur wanneer het vleesch wat be dorven is. Geneeskundigen in Frankrijk en Engeland wijden bijzondere aandacht aan deze zaak, daar men hier met een zeer gevaarlijk microscopisch dier te doen heeft. (Vzh.) De bewoners van de streken in den omtrek van Paimboeuf, in Loire Inférieure, zijn in groote ont steltenis. "Woensdag jl. is uit eene rondreizende menagerie, de leeuw «Sultan» ontsnapt, en, niettegen staande alle pogingen door de eige naars ervan aangewend om hem op te vangen, nog niet teruggevonden. Het bericht der ontsnapping heeft eene paniek doen ontstaan; de be woners der streek hebben zichzelven vrijwillig den staat van beleg opge legd, hunne huizen gebarricadeerd en van elk verkeer met de buiten wereld afgezien. Middelerwijl is «Sultan» door Saint- Brevin l'Océan gekomen; zijn tocht door dat oord is gekenmerkt door het verdwijnen van een ezel; op het strand der zee werden indrukken van leeuwenpooten waargenomen. Een twintigtal mannen zijn naar alle windstreken getrokken ten einde het verdwenen dier op te zoeken. Te Parijs is in een staat van onbeschrijfelijke armoede en vuilheid zekere oud-notaris Tresca overleden, in wiens woning, in tegenwoordig heid van zijn neef, een oppassend werkman, onder meer gevonden werden fondsen tot een bedrag van 500,000 fr. en geldzakken, ongeveer 50,000 fr. inhoudende in stukken van een heelen en een halven frank. Maar tot groote teleurstelling van den bloedverwant werd ook een testament van den overledene ge vonden, waarbij hij zijn geheele vermogen, ruim 600,000 fr. beloo- pende, vermaakte aan de «Académie des sciences» te Parijs. Te Maagdenburg bestaat se dert de Fransche overheersching onder de bevolking een algemeen als onbetwistbaar geldende overle vering, die hierop neerkomt: Fran sche soldaten hebben in 't jaar '13 eenige stukken geschut, nadat zij de loopen met goud geld hadden ge vuld, in de onmiddellijke nabijheid der citadel aldaar bedolven. Schrif telijke bewijzen zijn er niet van aanwezig, maar in den mond des volks leeft het verhaal van 't ge beurde nog heden voort. Op grond van deze onwraakbare getuigenis hebben twee inwoners van genoemde stad zich tot den Minister van Oor log gewend met het verzoek om dien schat te mogen zoeken. De vergun ning daartoe is hun welwillend ver leend, onder voorwaarde dat door hen honderd mark zou worden ge stort als waarborg voor de goede oplevering van het terrein. Sedert 20 Aug. jl. delft men met grooten ijver onder het toezicht der ondernemers. Een tallooze menigte nieuwsgierigen staat in de verte op den uitkijk van den ochtend tot den avond om de kanonnen en vooral den inhoud daarvan met gejuich te begroeten, als zij weder het dag licht zien. In het hospitaal te Greenwich, zegt de «Wiener Alg. Zeit.,» stierf eenige dagen geleden in den ouder dom van vijf en dertig jaren, miss Annie Parker. Zij was de dochter van een ban kier, indertijd van betooverende schoonheid en ongeveer zestien jaren geleden dongen vele jongelieden om haar hand. Ongelukkigerwijze gaf miss Parker zich aan misbruik van sterken drank over; haar vader stierf van verdriet en het meisje werd onder curateele gesteld, en in den loop der jaren meer dan vierhonderd malen aan den openbaren weg in arrest genomen en naar de gevan genis gebracht. In de gevangenis gedroeg miss Parker zich steeds als eene voorname dame, maar ternauwernood was zij op vrije voeten of zij gaf zich weder aan haar treurigen hartstocht over. In den tijd harer triomfen had zij den bijnaam van «goudlokkige erf gename», doordien zij zulk prachtig blond haar had. Gedurende hare laatste ziekte borduurde zij voor haren geneesheer en voor den rech ter Marsham fraaie en smaakvolle voorstellingen, waarvoor zij heur haren gebruikte. Op den dag van haar overlijden schreef zij een brief aan de Konin gin, waarin zij zeide diep berouw over haar slechts besteed leven te hebben, zij verzocht Hare Majesteit dat men haar in een graf zonder opschrift zou begraven. Voor hen, die in de onmid dellijke nabijheid van water wonen, en niet het minst voor den eigenaar van hoenders en duiven, kunnen de ratten tot eene ware plaag worden, en alle middelen om deze onge- noode en brutale gasten te verdrij ven, dienen aangewend of beproefd te worden. In de «Wiener Landwirthschaftl. Zeitung» wordt daartoe het gebruik van teer aanbevolen. Dit middel is zeer zeker en levert geen gevaar op voor andere dieren, zooals wel het geval is met klemmen, ver gif enz., die door de buitengewone slimheid der ratten maar een korten tijd baten. De aanwending van teer is zeer eenvoudig. Eene hoeveelheid teer ongeveer een liter wordt in de gaten gegoten, waarin de ratten zich bevinden. De diereu komen dan onmiddellijk te voor schijn of stikken als er geen tweede opening is, waardoor zij kunnen ontsnappen. De ontvluchtende ratten kan men gerust laten loopen, omdat zij, geheel met teer besmeerd, na weinige dagen sterven. Komen zulke geteerde ratten in een nieuw gat bij hare gezellen, dan besmeren zij deze ook met teer of verdrijven ze, waardoor de goede uitslag nog ver hoogd wordt. Te Madrid wisten de kom miezen, dat er groote hoeveelheden vleesch binnengesmokkeld werden, zonder dat men de daders op het spoor kon komen. Eindelijk kreeg men een wenk en onderzocht de lijkkoetsen, waarmede men de slacht offers der cholera naar het kerkhof gebracht. Men vond toen dat deze, in plaats van ledig terug te keeren, vol vleesch waren gepakt. Sara Bernhardt heeft eene overeenkomst onderteekend, volgens welke zij van 1 Mei 1886 tot 1 Mei 1887 in Noord- en Zuid-Ame- rika 225 keeren zal spelen, voor 2000 fr. per avond en één derde in de zuivere winst. Er is dus kans dat zij hare schulden, een kleinig heid van 750,000 fr. bedragende, zal kunnen betalen en nog een spaarduitje overhouden. Haar im presario Grau is naar New-York vertrokken om voor de kunstreis van mevr. Judic de noodige maat regelen te nemen. Deze blijft slechts zes maanden in Amerika en treedt in het laatst van September te New- York op. Zij krijgt 1800 fr. per speelavond en ook één derde van de zuivere winst. Men heeft thans eene nieuwe toepassing der electriciteit op het raffineeren van suiker gemaakt waarvan vermoedelijk een revolutie het gevolg zal zijn op het gebied der suiker-industrie. Wij kunnen omtrent dit onderwerp nu mededee- len, dat, onder den naam van «Elec tric Sugar Refining Company» te New-York eene maatschappij is ge vormd, die de exploitatie van de nieuwe methode heeft op zich ge nomen. Bij eene proef teNew-York werd in ééne enkele operatie 5 tot 6 ton ruwe suiker geraffineerd. Het product weid nauwkeuriggewogeu en door prof. Chandler geanaliseerd. De uitvinder der nieuwe methode heeft zich verbonden, om geraffi neerde suiker in blikken van elke grootte, met een verlies van ten hoogste 1 pet. van het geheele sui kergehalte, in de ruwe suiker te maken. Bij de analyse gaf de zoo geraffineerde inderdaad 99.5 pet. van het gansche suikergehalte van het suikerriet. Bij eene andere proef ook onder zeer streng toezicht genomen werden ver scheidene tonnen Indische suiker van geringe kwaliteit in den toestel gedaan. Na 7 uur verkreeg men 40 barils (ieder van 163 liter) geraffi neerde suiker van bijna absolute zuiverheid. Er heeft bij dit proces geen verdamping plaats en geen aanwending van beenderen tool; het geschiedt langs den gewonen weg. Ér komt dan ook geen siroop, noch suikerbrij daarbij, maar de gansche massa wordt, naar verlangen, ge reed voor den verkoop gemaakt als fijn poeder of in brooden, of hoe men anders wil. Eerlang zal een toestel in werking komen, waarbij in 24 uur 500 ton fijne raffinade zal gemaakt worden. Omtrent den onlangs gesneu velden president van Guatemala, generaal Barrios, wordt verhaald dat hij buitengewoon veel moed bezat. Op zekeren dag wilde men hem, door middel van een bom, die naar hem geslingerd werd, vermoorden. De bom viel voor zijne voeten ne der kalm en bedaard zette hij den voet op het zundgat, waardoor het vuur werd uitgedoofd en het moord tuig niet ontplofte en zeide toen: «die kerels hebben nog niet eens genoeg geleerd om mij te kunnen ombrengen.» Op den avond voor zijn dood had te Guatemala een zonderling voor val plaats; in het opera-gebouw werd ter zijner eer eene feestelijk heid gegeven, waarbij hij echter niet tegenwoordig was. Onder andere werd een doek neder gelaten, waar op geschilderd stond«Leve de Unie van Centraal Amerika, Leve Rufino Barrios, militaire chef!» Eensklaps scheurde het doek door midden, op eene wijze dat de naam Barrios in tweeën werd gedeeld eene aarbeving had geen grooter ontsteltenis onder de toeschouwers kunnen teweegbrengen. Men be schouwde het voorval algemeen als een zeer slecht voorteeken, en zelfs mevrouw Barrios meende dat de dood van haren echtgenoot zeer spoedig op handen moest zijn. De generaal reisde des nachts naar het oorlogstooneel af, en sneu velde reeds den volgenden dag in het eerste treffen. De grijze papegaai, vertelde iemand in een gezelschap, is het slimste dier dat er is. Toen ik een jongen was bezat mijn vader zulk een vogel, die op zekeren dag bij ongeluk te water geraakte en toen dadelijk begon te schreeuwen: «een bootje, een bootje, een rijksdaalder voor een bootje!» Een man hoorde het geroep, redde den papegaai, bracht hem naar huis een vroeg toen de uitgeloofde be looning. Toen lorretje dit echter hoorde, riep hij«geef den kerel een kwartje, geef hem een kwartje!» Dat is heel kras, zeide een ander lid van het gezelschap, maar ik weet iets sterkers van een gans te ver tellen. Een mijner manschappen, ik was officier en bevond mij in een vijandelijk land, stond des nachts op schildwacht, toen hij eensklaps een gans zag naderen die door een vos werd nagezeten. Hij zoudegaarne Reintje hebben doodgeschoten, maar mocht zulks natuurlijk niet doen om het leger niet noodeloos te alarmee- meeren; gelukkig vluchtte de gans tusschen zijne beenen en de vos was onbeschaamd genoeg om zoo dicht bij te komen dat hij het beest met zijn bajonet kon dooden. De geredde gans was zoo dank baar dat zij haren redder niet meer verliet en dag en nacht over hem waakte. Eeuigen tijd later stond de man des nachts weder op schildwacht en wel op een gevaarlijk plaatsje; eens klaps hoorde hij gerucht en riep «werda», toen twee kerels met ge trokken sabels op hem lossprongen. De arme kerel zoude ongetwijfeld om zeep zijn geweest als de brave gans niet eensklaps de aanvallers naar bet hoofd was gevlogen en hnn ferme meppen had uitgedeeld. De schildwacht had daardoor gele genheid den eenen kerel de bajonet in 't lijf te jagen; de andere vent verdween in de duisternis. De arme, dappere gans moest he laas het gelag betalen, want zij had eene doodelijke verwondingbekomen; wij hebben het trouwe dier den volgenden morgen begraven, een sal vo boven haar graf gelost, en tra nen ontstroomden daarbij onze oogen. Een schetsje uit de Parijscke rechtszaal. Een ongenoode gast. «On- genoode gasten», zegt het spreek woord, «zijn zelden aangenaam." Onaangenamer ongenoode gast ech ter dan Liénard zal wel bezwaar lijk te vinden zijn. Dat heer, steen houwer van beroep, heeft zichzelf als logeergast opgedrongen. De zeer bijzondere omstandigheden, waaron der hij dat deed, blijken uit zijn verhoor als beklaagde. Voorzitter. Gij zijt te 1 uur na middernacht een huis binnen gedrongen en hebt geweldig en on ophoudelijk gestompt en geslagen tegen de deur eener bewoonster, die nog aan haar werk zat. Zij was onvoorzichtig genoeg om u de deur te openen. Daarop liept gij naar bin nen en strektet u op haar leger stede neder. Kendet gij haar? Beklaagde. Volstrekt niet. Voorz. Hoe kwaamt gij er dan toe, u van haar legerstede meester te maken? Bekl. Wel, ik was nog zoo ver van mijn woning af; ik woon na melijk heelemaal in de rue de Cri- mée; ik was erg aan den rol ge weest, zoodat mijn beenen me niet langer wilden dragen. VoorzIs dat een reden om bij de menschen binnen te dringen en hun slaapplaats in te nemen?Maar er is nog meerniet alleen maaktet gij u van haar legerstede meester, maar gij wierpt ook haarzelf de deur uit, en sloot u in haar ka mer op. Mejuffer Marguerite Tréjant, als klaagster gehoord, verhaalt het voorgevallene als volgt: «Ik zat tusschen 12 en 1 uur in den nacht nog druk aan mijn werk, toen ik aan mijn deur hoorde klop pen. «Wie is daar?» roep ik. Geen antwoord. Maar daar begint het ge klop weer. Wie is daar roep ik uogmaals. Alweer geen antwoord, maar nu begint het geklop veel harder: eerst stompen, toen trappen tegen de deur. Eindelijk ga ik openmaken en ik zie een man, dien ik niet ken. Ik vraag hem, wat hij wil. Hij geeft mij geen antwoord. Ik vraag het hem nogmaals en nu zegt hij: «Ik wil hier slapen» en meteen pakt hij mijn arm, smijt me op het portaal, en sluit zichzelf inmijn hoofd kwam tegen den muur aan, zoodat ik aan mijn voorhoofd en mijn gezicht kneuzingen kreeg. Ik ging toen den huisheer wekken en deze liet de politie halen; maar ik was zoo bang geworden, dat ik het huis uitliep.» De huisheer, als getuige gehoord, verhaalt hoe het verder toeging: «Ik loop naar boven, naar de ka mer van mejuffrouw Tréjant. Ik klop aan. Geen antwoord. De deur was niet open te krijgende sleutel stak van binnen op het slot. Ten slotte moest ik door het venster naar bin nen. Daar zie ik dezen persoon op bed liggen snorken; ik had alle moeite van de wereld om hem wak ker te krijgen. Nu ik hem eindelijk wakker heb, vraagt hij me, wat ik van hem verlang. «Ik verlang,» zeg ik, «dat je hier terstond vandaan gaat.» «Neen, ouwe jongen!» antwoord hij«je weet wel dat Mac- Mahon eens gezegd heeft: «Ik ben er en ik blijf er!» en dat zeg ik nu ook.» En meteen draaide hij zich om en sliep weer in. Dat ziende, ging ik de politie halen. Toen de agenten gekomen waren, sliep hij weer zoo vast, dat zij hem met ge weld moesten wakker schudden. En nu werd hij boos. «Wat drommel!» riep hij, «nu alweer! wil men mij dan geen oogenblikje met rust la ten Om hem heelemaal wakker te krijgen, zagen de agenten zich ge noodzaakt, hem het bed uit te wer pen. Vervolgens trokken zij hem zijn kleeren aan en voerden hem mee.» De rechtbank bezorgde dezen on- genooden logeergast een gedwongen logies van acht dagen, en legde hem daarenboven 11 franks boete op. ÜMMïBiBIGHTIEIL 1MSTEHDAM, 1 Sept. Koffie. Afgedaan 8? bn. Java W.-I. B.» albier gedopt ex //Zuid-Holland". Suiker. In veiling werden heden verkocht 463 vaatjes Surinaamsch tot f17 a 191/-;; 40 zakken a fl7'/s; 30 vaten tot f lö1/* a 16 en 95 vaatjes tot, f 15i/3 a 16. Ruw en Geiaffineerd onveranderd. Tabak. Aangevoerd per //Prinses Marie" 890 pn. Ngoepit en 108 pn. Djogonalan/M. Tin kalme stemming, prijzen onveranderd. Katoen vast gestemd met goede omzet tingen. Tarwe zonder noteering, op levering geen koers Petroleum vast. Loco f 9,/4 E. Sept./Dec. f9»/8 E. Rogge traag; per 2100 kg. a c. z. k. Tagan rog f137. De circa 60.000 kilo Cinquantine Maïs, heden in publieke veiling, zijn a f138 per 2000 a c. z. k. opgehouden Voorts tegen a. s. Vrijdag in publieke veiling per 2100 kilo a c. z. k. aangeslagen circa 30 last 114 118 Pd. alhier gezolderde Taganrogge. Noteering van de Commissie voor den Graanhandel. Rogge op levering onveranderd. Oct. f 134, 135, 136, 135. Maart f144, 145. Noteering van Menne Tbole. Koolzaad op 800 K.G. Olie als voren. Oct. f277. Lijnzaad vast. Raapolie prijshoudend; vliegend per 100 K.G. f263/4, in de stad f261/;. lo. Sept. f 261/;, 263 4. lo. Oct./Dec. f 27. lo. Mei f 27l/s 277/s; Lijnolie willig; vliegend per 100 K.G. f251. S|. lo. Sept. f251/;, 251/'.. lo. Oct./Dec. f 245/8, 248/4. lo. Jp.n. Mei f245 Raapkoeken f76 a 78 per 1040 stuks. Lijnkoeken f 81,; a 12.per 104 stuks. Op de gisteren gehouden Veemarkt waren aangevoerd: vette kalveren, le kwal. f 0.2e kwal. f 0. per kg. 17 Gras- f 20 a 40; 30 nuchtere dito f 8 a 16.86 3chapen en lammeren f20 a 12 0 Ham burger Varkens a ets. per kg. vette varkens 38 a 44 ct. per kilogram; -biggen fa j o paarden f a 587 runderen, le kwal. f 0.72, 2e kwal. f 0.65, 3e kwal. f 0.60 per kg. melk- en kalfkoeien f 80 a 230 p. st. Alkmaar28 Aug. Kaas aangevoerd 554 stapels, wegende 136641 kilo. Prijzen kleine Gras Kaas f 29.— dito Hooi f com missie Gras- f 26.50 dito Hooi f mid delbare Gras f 27.dito Plooi f Sohl«dam0 1 Sept. Moutwijn f9.50 Jsne- vcr f 15.Amst. Proef f 16.25, Spoeling 1.20, idem door do Schiedam ache Spoeling- Vereeniging f 1.— KUNSTNIEUWS. De Koninklijke Maatschappij //Humber- tus I", te Napels, heeft den iUen Aug. jl., op hare vergadering, in het paleis De Curtis, waar zeventien vereenigingen tegenwoordig waren, aan enkele buitenlanders onderschei dingen toegekend. Uit een drietal Nederland- sche geleerden, van wier werken de voorzit ter verslag deed, stelde de vergadering er prijs op, den heer mr. Joan Bohl tot Be schermheer uit te roepen: Het Hoofdbestuur der Maatschappij, welke in hooge mate de bescherming van den ko ning en de regeering geniet, zond den heer Bohl de tijdirg der benoeming, m?t verzoek, zich die te laten welgevallen, opdat hem on verwijld het diploma en de eereteekenen zou den kunnen worden aangeboden. De AmBterdamsehe advocaat heeft zijn dank betuigd voor de vleiende bedoelingen, en verklaardde glansrijke onderscheiding niet tc aanvaarden. (Portef)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1885 | | pagina 3