hangen. «Huiselijke onaangenaam
heden» hadden de juffer daartoe ge
bracht. Gelukkig kon het kleine nest
nog tijdig afgesneden worden.
Uit een der vijvers in het Bosch
te 's-Rage is gisteren opgehaald het
lijk van een vrouw, die Woensdag
morgen door haren man op den
Visschersdijk met verworging be
dreigd werd. De ongelukkige had
eenige zware steenen aan haar
lichaam bevestigd om onder water
te blijven. Op het lijk der vrouw vond
men eenige regelen schrift. Het werd
per brancard naar het gemeente
ziekenhuis overgebracht.
Het kind van 8 maanden in de
Nonnenstraat te Nijmegen, is vol
gens de Geld. niet door ratten aan
de oortjes gebeten maar door fret
ten of wezels, welke de huisvader
buiten weten van zijne vrouw en
kinderen in huis had'gebracht. Door
het geschreeuw der kleine zijn de
knaagdiertjes verschrikt in een hol
gekropen, dat zij reeds gegraven
hadden.
Uit Tilburg wordt van 3 Sep
tember gemeld:
Gisteren ongeveer middernacht
had hier een vreeselijk angeluk
plaats. Een laadmeester had het
ongeluk onder een trein te geraken,
waardoor hem twee beenen onder
de knie en een arm geheel werden
afgesneden. De eerste heelkundige
hulp werd dadelijk verleend, waarna
hij naar 't gasthuis werd vervoerd.
Zijn toestand laat bijna geen hoop
meer over.
Dinsdag begaf zich eene dienst
bode uit Sint-Maartensdijk naar de
kermis in het naburige Sint-Anna-
land. Aan de zijde van haar kermis-
cavalier, die een vroegere minnaar
van haar was, doch welke verkee
ring later weer afgebroken is, smaak
te zij aanvankelijk veel genoegen.
Later in den avond door drank en
dans eenigszins opgewonden, beging
zij de onvoorzichtigheid van met een
anderen jongman een glaasje te le
digen, waardoor haar beminde zoo
in toorn ontstak, dat hij een mes
nam en haar een niet onbelangrijke
wonde in de dij toebracht. De ge
neeskundige, dr. Geluk van Sint-
Maartensdijk, die de wonde heeft
verbonden, moet verklaard hebben,
dat ze nogal ernstig was. Naar men
verneemt, is de zaak in handen van
de justitie.
Bij eene klopjacht te Reuver
(Limburg) had een derjagersWoens-
dag het ongeluk een 16jarigen jon
gen te treffen die kort daarna over
leden is.
De jager heeft zich persoonlijk
naar Roermond begeven, om aan
de justitie van het treurige geval
mededeeling te doen.
Eenige dagen geleden werd in
zekere kringen in Vlissingen het
gerucht verspreid, dat het aan de
fontein op het Betje Wolfsplein
«spookte». IJselijke verhalen deden
de ronde: een sloeproeier, die des
nachts in die huurt was om een
loods te wekken, was vreeselijk ge
schrokken van «een zwarte dame»,
oude vrouwen waren er voor op
gebleven, en hadden met eigen oogen
het «spook» aanschouwd enz. enz.
De tijd blijkt voor de spookverschij
ningen voorbij te zijn, want wat is
er gebeurd Eene eenvoudige dienst-
Gij zult mij niet vergeten, Ste
phanie! zeide zij teeder, dat
is het, wat mij in mijne verlaten
heid troost. Weet gij waaraan ik
denken moet, wanneer ik zie, dat
gij, trouwe ziel, zoo bezorgd zijt
over mij? Aan datgene, wat bij
het scheiden van de kostschool te
Marseille, de oude zuster Josephine
ons toefluisterde: Zorg uw geheele
leven lang er voor, dat gij altijd
iemand hebt, die voor u den goeden
Godt bidt; want ongelukkig is op
aarde hij, die in tijd van nood al
leen de handen vouwt zonder helper!
Zie, de spreuk van die goede zuster
troost mij in mijne verlatenheid
daar ik in 't gebed immer zulke
goede helpers heb u, querida,
hier op aarde en mijne lieve, on
schuldige Dolores, de kleine engel,
daar boven bij Gods troon. Het ont
breekt ons dus niet aan voorspraak
voor Alexis en mij. Ik weet het,
een inwendige stem zegt het mij
meid, die door het vertrek van ha
ren minnaar wat aangedaan is, heeft
daar naar het schijnt aan
haar overkropt gemoed eenige malen
lucht gegeven, en daardoor aanlei
ding aan eenige liefhebbers van ijse
lijkheden tot het verzinnen en ver
spreiden dier nare geruchten.
Mogelijk hadden verbeeldingrijke
vernuften de schim van Betje Wolf
zaliger gedachtenis al verdacht van
avontuurlijke omzwervingen.
Men meldt uit Vlissingen
De chef-loods le klasse bij het
Belgisch loodswezen te Antwerpen,
Van G., stond Woensdag tot twee
malen toe bloot aan een moordaan
slag. Deze ambtenaar, om zijn ge
strenge en, naar beweerd wordt,
bijna despotieke handelingen bij zijn
onderhebbend loodspersoneel ge
vreesd en gehaat, had wegens eene
onrechtvaardige daad de woede en
verontwaardiging van een der lood
sen, een gehuwd en overigens op
passend man, zoodanig opgewekt,
dat deze, zich zelf niet meer mees
ter, een schot uit een revolver op
hem loste. De kogel miste, maar
trof ongelukkig een ander persoon
in het been.
Des namiddags van dienzelfden
dag werd op het kantoor genoem
de Van G. door een anderen loods
in de keel gegrepen en zou zeker
geworgd zijn, ware de chef-loods
der 2 kl. niet in tijds toegeschoten
om hem te ontzetten.
Uit Zwolle wordt gemeld
De Woensdag alhier onder com
mando van den luitenant Schling-
man uit Deventer aangekomen 3C
huzaren hebben zich des avonds te
8 uren gewapend op de Groote Markt
opgesteld. De politie, versterkt door
de alhier in garnizoen zijnde artil
lerie en infanterie, had zich in sterke
atdeelingen in de politiebureau's,
wachthuizen, gymnastiekscliool, gas
fabriek en andere plaatsen opgesteld,
van waar uit patrouilles den gehee-
len avond door en om de stad kruis
ten. Er waren wel veel menschen
op de been, die van tijd tot tijd
door de patrouilles en de huzaren
uiteen werden gedreven, maar op
tochten en ongeregeldheden bleven
thans achterwege.
Toen Woensdagmorgen een vrouw
uit het armwerkhuis te Assen werd
begraven en de lijkstoet op de al-
gemeene begraafplaats aankwam,
was noch van een doodgraver, noch
van een graf iets te bespeuren. De
doodgraver werd ontboden en men
moest met de begrafenis wachten
tot het graf was gedolven. Naar
de Asser Ct. verneemt, had de va
der van het werkhuis vergeten den
doodgraver van de begrafenis ken
nis te geveD.
Uit Groningen is te Leeuwarden
een troep Zigeuners aangekomen
bestaande uit 4 vrouwen 3 mannen
en 13 kinderen, medevoerende 3 wa
gens en 4 paarden. Zij werden door
de politie terstond verwijderd en hun
is tot aan de gemeente Leeuwarde-
radeel uitgeleide gedaan.
GEMENGD NIEUWS.
Boonekaas is een gerecht, dat
misschien spoedig algemeen zal
worden. In eenige zuidelijke depar
tementen van Frankrijk neemt men
ik zal mijn echtgenoot vinden!
Zij zeide di^beslist en vol ver-
trou wenmaar bij de laatste woor
den van warme dankbetuiging en
teere afscheidsgroeten, begaf haar
hare stem. Doch de tijd was daar;
zij maakte het afscheid kort. Nog
een hartelijke omarming, een paar
innige woorden van Stephanie en
het laatste vaarwel was haar toe
geroepen.
De beschermende kloosterpoort
sloot zich achter Clarita en het rij
tuig rolde met haar voort door de
bonte, woelige menigte van het vroo-
lijke Weenen. Zij ging nu eene on
zekere toekomst te gemoet, terwijl
Stephanie zich weder stil in haar
kloosterleven terugtrokom hare
gewone dagelijksche bezigheden te
hervatten. Zoo verschillend als de
richtingen waren, welke de vrien
dinnen gekozen hadden, evenzoo uit
eenloopend waren ook beider levens
wegen.
proeven met het inheemsch maken
van een nieuw soort boonen, die niet
alleen zeer gezond zijn, daar ze veel
vet en albumine bezitten, maar
waarvan men tevens eene kaas kan
bereiden, die zuiver en goed smaakt
en veei met de Parmesaansche kaas
overeenkomt. In China en Japan
zijn die boonen sinds lang een ge
liefd voedsel.
- De taalzuiveringsbeweging on
der de schutters te Gent neemt
groote verhoudingen aan. Twee bur
gerwachters hebben nu «hier» geroe
pen, in plaats van «présent.» De ka
pitein, die Fransch geëischt had,
ontstak in toorn en bracht de zaak(ü)
voor den krijgsraad!
In een politiebureau stonden
dezer dagen een buitengewoon dikke
vischvrouw en een zeer mager man,
een barbier, voor den commissaris,
om zich te verantwoorden wegens
een burengerucht waarvan zij de
oorzaak waren, 't Volgend gesprek
vond plaats.
Commiss. Heb jij dien man uitge
scholden?
Vroum. God bewaarme? ik heb
alleen, omdat hij altijd zijn vuil
zeepsop op mijn gootplank gooit,
gezegd: «Laat dat staan, magere
kribbenbijter.»
Commiss. Ei! en verder?
De man invallend. Toen heb ik
natuurlijk gezegd«voor jou, dikke
rolpens?»
De vroum invallend. Uwé begrijpt
toen hij rolpens zei werd ik nijdig,
ik ben een veel te fatsoenlijke vrouw
om mij door zoo'n Spaansch riet te
laten verdeclineeren. Wat denkt zoo'n
leelijke droogstok wel? Die sn-tschra-
per zegt alles wat voor zijn mond
komt; de heele buurt weet dat hij
een magere brutale zwiepkanarie is,
meneer de commissaris! Als u die
kale slierspersie be!er kende zou u
wel weten dat een fatsoenlijke vrouw
zich door een schuimslikker zoo als
hij, niet kommandeeren laat. Eeuwig
en altijd gooit die snoetenschrabber
zijn vuil zeepsop op mijn gootplank
en toen ik hem er wat van zeg,
begint hij te schelden, 't Is om ra
zend te wordenMaar ik laat me
niet door zoo'n lat, zoo'n haardvilder
veraffronteeren. Daar kon ik dagwerk
van hebben als ik naar de pijpen
van zoo'n uitgeklopt mouwvest, zoo'n
droge zeepsmeerder wou dansen. Dat
nooit meneer de commissarisEer dat
ik me door die uitgemergelde scheer-
riem, die doorgebroken hengelstok
laat verschandaliseeren moet er heel
wat anders gebeuren. Zoo'n misse
lijke stokvisch met O-beenen durft
mij rolpens noemen. Zou je zoo'n
platgeslagen puitaal, zoo'n haarsnij
der met angst niet in zijn nek ne
men? Hé! Hé! Hé! je zou hem niet
eens kunnen vasthouden, daar is die
akelige zeep-mug veel te mager
voor. Uwé kan doen wat u wil
meneer de commissaris, de agent
heeft me meegenomen, omdat hij
zei dat ik schandaal en rumoer
maakte, maar als uwé een eerlijk
mensch is, zal uwé begrijpen dat ik
de vrouw er niet naar ben om me
zelf in 't serijbel te helpen door
zoo'n schriel mirakel van een slappe
scheerdoek uit te schelden. Die rol
pens van hem laat ik niet op me
zitten, ik zal 't van voor de koning
weghalen als 't noodig is, maar die
sla-schuim-over-den-duimzal de kast
in zoowaar ik een knappe vrouw
ben
De commissaris verwonderde zich
en doet het nog, dat er voor één
VII.
In de groote wereld.
In de weelderig en smaakvol ge
arrangeerde salons der vorstin Olga
Sarasin te Petersburg was een tal
rijk g-ezelschap bijeengekomen, be
staande uit de Russische aristocra
tie, diplomaten en mannen van kunst
en wetenschap. De zaakgelastigden
van alle landen en volken, die de
grootsche keizerstad tot een besten
dig of voorloopig verblijf gekozen
hadden, verschenen volgaarne bij de
gevierde vorstin Sarasin. Zij ver
stond uitnemend de kunst om de
groote wereld van Petersburg te be-
heerschen, zoodat haar salon door
hare innemende bevalligheid zeer
gezocht was. Het behoorde dien
winter dan ook tot den goeden toon
bij de minzame dame geïntroduceerd
te zijn. Het levendige gejoel, dat
op dezen Novemberavond in de hel
der verlichte salons heerschte, be-
barbier zooveel scheldnamen te vin
den zijn in zoo weinig tijd.
-In den nacht van 16 Juli vond
een dienstdoend politie-agent te Ber
lijn, in de Wilhelmstrasse, den leer
ling pharmaceut Willy M., half
ontkleed op het trottoir liggen.
Hij hield hem voor beschonken,
maakte hem, door hem te schudden,
wakker en kreeg toen, op zijne vra
gen tot antwoord dat de man in de
Wilhelmstrasse, nummer 52 woonde.
Willy nam zijne kleederen onder
den arm en de politieman zag nog
dat hij in den ingaDg van het aan
gewezen huis verdween. Een paar
uren later kreeg de beambte echter
van eenige jongelieden de mededee
ling dat in de nabijheid van de Zim-
merstrasse, een half ontkleed man
op de straatsteenen lag.
Opnieuw bemerkte de agent met
Willy te doen te hebben die, oogen-
schijulijk, rustig sliep. Hij maakte
hem wakker en merkte op dat hij
niet in het bezit van een horloge
en dus waarschijnlijk bestolen was,
maar kreeg een zeer onbehoorlijk
antwoord. Op de uitnoodiging om
zich aan te kleeden en naar huis te
gaan, begon Willy zich te verzet
ten een tweede politie-agent werd
te hulp geroepen en de beide man-
Den beproefden den slaper naar het
politie-bureau te brengen.
Deze werd echter geweldig woe
dend, hij gaf den eenen beambte een
zwaren slag in het gelaat en een
oogenblik later spartelde ook de
tweede op de steenen. Ten slotte
mocht het den veiligheidsbewaarders
gelukken den razende naar het bu
reau te vervoeren, waar hij een
zenuw-toeval kreeg en daarna in
diepen slaap geraakte.
Willy kwam voor den rechter; de
beide agenten verklaarden te geloo-
ven dat hij zwaar beschonken maar
niet totaal van het gebruik zijner
verstandelijke vermogens beroofd
was geweest; het Openbaar Minis
terie eischte daarom een geldboete
van vijftig mark.
De beschuldigde zeide te weten
dat dronkenschap als verzachtende
omstandigheid werd aangemerkt,
maar verklaarde er zich niet op te
kunnen beroepen, daar hij volstrekt
niet beschonken was geweest. Vol
gens zijn zeggen was hij, in de Wil
helmstrasse, door een bende schoften
aangevallenhij had een zwaren
slag op het achterhoofd g-ekregen en
was bewusteloos op straat nederge-
stort. Van dit oogenblik af, tot het
moment dat hij aan het politie-bu
reau ontwaakte, wist hij zich niets
meer te herinneren, ook niet wat hij
gedaan had.
De politie-commissaris verklaarde
dat de beschuldigde werkelijk een
groote buil aan het achterhoofd had
gehad, die oogenschijnlijk door een
slag was veroorzaakt. Het Gerechts
hof nam op grond daarvan aan. dat
de mogelijkheid bestond dat Willy
door den ontvangen slag van het
vrije gebruik zijner verstandelijke
vermogens kan zijn beroofd geweest
en sprak den beschuldigde vrij.
Mejuffrouw Teresina Tua gaf
dezer dagen eene gedwongen gast-
voorstelling aan een politie-bureau
te Berlijn, en de oorzaak er van
was dat haar pas zich niet in orde
bevond.
Zij had steeds, wanneer zij te
Berlijn kwam, in een logement in
trek genomen, maar ditmaal woonde
zij hij particulieren in.
De naam van mejuffrouw Tua is
wees genoegzaam hoezeer oud en
jong, in- en buitenlanders zich dit
tot eene eer rekenden. De hooge,
bijna tot aan het plafond reikende
spiegels weerkaatsten duizendvoudig
de stralen der kroonlichten en kan-
delabres, in wier zee van licht de
fantastische uniformen der garde
en tscherkessen-officieren, als het-
ware den gouden achtergrond vorm
den voor de kostbare toiletten der
dames, die bevallig zweefden tus-
schen groepen van uitheemsche bloe
men. Deze waren weelderig ter ver
siering aangebracht. Haar geur ver
vulde de lucht, daarbij het zich in
duizend stralen brekende licht, de
zich bevallig heen en weer bewe
gende gestalten der schoone dames
en slanke heeren, de drukke con
versatie in de verschillende talen,
het elkander toelachen, knikken en
groeten, en eindelijk de welluidende
tonen eener pas begonnen sonate,
dat alles scheen ten volle geëigend
wel zeer beroemd, maar de politie
vraagt niet naar beroemdheid, maar
enkel naar passen,en zijn die niet naar
behooren, dan worden de betrokken
personen uitgenoodigd een bezoek
aan het politie-bureau te brengen.
Zeer ontsteld kwam de jonge
dame dezer dagen bij haren im-
pressario, den heer Engel, en vertelde
hem dat zij dergelijke uitnoodigiDg
had ontvangen. EDgel liet dadelijk
inspannen en begaf zich met haar
naar 't bureau, waar over en weder,
heel wat tusschen den chef er van
en den impressario, welke laatste de
belaDgen zijner beschermelinge ten
sterkste voorstond, verhandeld werd.
Teresina, die geen Duitsch ver
staat, volgde met groote benauwd
heid de levendige discussie en kwam
eerst tot kalmte toen zij zag, dat
het gelaat van den impressario hel
derder werd en dat ook de chef
vriendelijk begon te kijken.
Toen de heer Engel haar ten
slotte mededeelde, dat de zaak in
orde was, zeide de jonge virtuose,
die al haar kennis van de Duitsche
taal bijeenzamelde, met een zucht
van verademing tot den politieman:
«Tot wederziens!»
Dergelijke wensch zal waarschijn
lijk zelden op een politie-bureau
worden gehoord.
Dezer dagen trapte een man,
te Montreuil, een kat dood en dit
gaf aanleiding tot een hevig ge
vecht tusschen den moordenaar en
twee zijner vrienden, met de bewo
ners vau het huis, waarvoor de zaak
gebeurd was.
Een der drie mannen, een twin
tigjarig jongmensch bracht drie
personen messteken toe, en wel Ma
rie Coster en Clémeuce Leloup, ar
beidsters en den werkman Jules
Lebeau.
Marie Coster kreeg verwondingen
in den buik en aan de linkerhand;
weldra deden zich verschijnselen
van buikvlies-ontstekiug voor; haar
toestand was hopeloos.
Clémence Leloup ontving een
messteek in de linkerborst en ook
hare verwonding was zeer ernstig.
Lebeau, die de beide vrouwen te
hulp wilde snellen, werd ernstig in
den rug gekwetst.
De drie verwonden werden naar
een hospitaal vervoerd; de dadèr en
een zijner medebeschuldigen werden
gearresteerd.
En dat alles ter wille van een
kat!
Een rondreizend tooneelgezel-
schap gaf onlangs, tijdens er vee
markt was, voorstellingen in een
Boheemsch plaatsje.
De tempel der Muzen was zeer
eenvoudig en van planken opgetrok
ken; er was geen denken aan om
het tooneel hooger te maken dan de
zaal en men kwam door een zij
deur, onmiddellijk van de planken
op straat.
Schiller's «Rauber» werd opge
voerd, alle beschikbare krachten
waren in kostuum en er was geen in
spiciënt meer beschikbaar, die op het
sluiten van de zijdeur kon letten,
waardoor die wijd open bleef staan.
Karl Moor zoude juist de treurige
gedaante zien te voorschijn komen,
die uit de gevangenis in den toren
opsteeg, toen een kudde ossen langs
den schouwburg werd gedreven.
Een der dieren, die de deur waar
schijnlijk voor den ingang van zijn
stal hield, stapte naar binnen en
tusschen de decoratiën door en gaf
de zinnen te bedwelmen. Ja, be
dwelmend, bijna betooverend werkte
zij op eene jonge vreemde dame,
die voor het eerst een gast van dat
uitgelezen gezelschap was. Eenigs
zins verborgen door een dichte bloe-
mengroep, stond zij naast den ïta-
liaanschen maestro Magini, die met
een merkbare inspanning, die op
zijn gezicht te lezen was, naar het
spel luisterde der elegante dame, die
juist voor de prachtige vleugel had
plaats genomen en de witte han
den gracieus over de toetsen liet
glijden. De pianiste was eene zijner
voornaamste élèves, de jonge gra
vin Starniska. Zij was overtuigd
van haar talent, zoodat haar spel
door eene voorname zekerheid ge
kenmerkt werd.
Wordt vervolgd