van zijn kameraad een bedrag van
111 te ontvreemden.
In het hotel «Zum Englischen
Hof# in de Gravenstraat te 's Hage
logeerde Zaterdagnacht eene vrouw,
die bij haar vertrek bleek geen cent
te bezitten.
Deze onvoordeelige logée heeft
te 's Gravenhage reeds verschillende
keeren vrije inwoning gehad in het
politiebureau.
In de laatste weken schijnen de
Scheveningsche visschers door de
onachtzaamheid en den moedwil
hunner Engelsche cpllega's weer
aanzienlijke schade beloopen te heb
ben. Nog grooter echter zijn de ver
liezen door de betrokken reeders
daarbij geleden. Van eene schuit van
den reeder C. vau der Toorn Mz.,
stuurman A. de Ruiter, werd in het
begin dezer maand een groot ge
deelte van de vleet vernield; eene
schuit van den reeder P. Groen,
stuurman A. den Heijer, kwam met
slechts enkele netten terug. Geluk
kig zijn de schuldigen bekend; het
is de bemanning van de Engelsche
vischsmakken Y. H. 865. Dezer da
gen zijn door den waterschout te
Scheveningen bij een uitvoerig pro
ces-verbaal, en met de noodige tee-
keningen, voorstellende de ligging
der schepen, beide misdrijven dui
delijk uiteengezet. Men vleit zich,
dat de schuldigen door het Engel
sche goevernement zullen verplicht
worden, de schade geheel te ver
goeden.
In den loop der vorige maand
werd de ScheveniDgsche bomschuit
«De Vrouw Jacoba», door de «Agnes
and Louise,» te Hartlepool te huis
behoorende, in den grond gevaren.
De reederij van genoemd stoomschip
heeft dezer dagen geantwoord op
den eisch tot schadevergoeding, die
door de Assurantie-maatschappij te
Scheveningen is ingesteld. De ver
goeding, die de reederij te Hartle
pool wil toekennen, is echter de
Assurantie-maatschappij onaanneme
lijk voorgekomen; de onderhande
lingen duren voort, zoodat op eeue
minnelijke schikking nog kans
bestaat.
Omtrent den pseudo oogarts-biblio
thecaris Jan van der Vliet, die te
Delft werd gearresteerd, verneemt
de D. Ct. nader, dat hij herkend
is als te zijn Christoffel Ahasphe-
rus Wunderlicli, geboren te 's-Bosch
den 26en Mei 1849. Oplichterij
schijnt zijne voornaamste beroeps
bezigheid te zijn geweest, alhoewel
hij van diefstal ook niet afkeerig
schijnt te zijn. Althans werd hij in
1872 door den krijgsraad te 's-Bosch
wegens diefstal veroordeeld tot zes
jaren kruiwagenstraf en iu 1880 te
Dresden tot vier jaren tuchthuisstraf
wegens oplichterij. Het laatst was
hij oppasser bij het Genootschap
Natura Artis Magistralte Amster
dam.
Een negentienjarige dienstmaagd
te Kralingen, geraakte Vrijdagavond
tengevolge van de zware mist te
water. Zij werd gered, doch over
leed Zaterdagnacht aan de gevolgen.
Een dertienjarige knaap bevond
zich op den molen aan denKeijen-
borg onder Ambt-Deutichem, terwijl
deze in volle beweging was. Hij
naderde te dicht bij het raderwerk
en geraakte er in bekneld. Voordat
men den molen kon doen stiltaan,
sterk dit te zien; Clarita heeft er
mij zooveel van verteld.
En tot Clarita zeide hij: Ik
weet, amiga, dat gij naar het meer
verlangdet terug te keeren, om het
graf van de kleine Dolores te be
zoeken. Niet waar, wij bezoeken het
samen
Teodoor had gelijk. In stilte was
Clarita reeds tot het besluit geko
men, eerst naar het meer, en dan
naar het vreedzame klooster bij zus
ter Stefanie terug te keeren. Van
daar uit wilde zij naar het oude
«tehuis» aan Don José schrijven,
voor zij besliste over de toekomst;
want bij de Ornatoffs kon zij slechts
blijven tot aan Teodoors genezing.
Zij voelde de kracht niet een lan
ger samenzijn met Wera te ver
dragen.
De verhouding tusschen de twee
vrouwen was werkelijk gedwongen
en onaangenaam. Clarita moest zieh-
zelve steeds overwinnen om Wera's
was het knaapje reeds een vermor
zeld lijk.
Zaterdag heeft men een alleen
wonende oude vrouw te Stad-De»-
tichem in hare woning, badende in
haar bloed, dood op den grond ge
vonden. Teekenen van geweld wa
ren niet te bespeuren.
Zaterdagavond heeft in de Don
kerstraat te Harderwijk eene vecht
partij plaats gehad tusschen eenige
aldaar verblijfhoudende Duitschers
en eenige visschers. Een Duitscher
werd zoodanig bij den linkerschou
der met een mes gestoken, dat hij
onmiddellijk op de plaats dood bleef'.
De dader, zekere L., een 19-jarige
jongeling, is in handen der politie.
Een knaap, die te Arnhem met
een boormachine speelde, kwam met
een der vingers van de linkerhand
daaronder, zoodat dit lichaamsdeel
geheel werd verpletterd.
De werklieden van de machinale
kuiperij van den heer Prinsen te
Helmond zijn voorloupig allen ont
slagen, omdat eenige hunner den
meesterknecht, die te laat aan de
fabriek komende werklieden op last
van zijn patroon beboette, op verre
gaande wijze hebben mishandeld.
Iedereen weet, dat de opbrengst
van boomvruchten dit jaar vrij aan
zienlijk was. Sommige boomen wa
ren dan ook ongewoon rijk beladen.
Zoo heeft te Breda iemand een pe
reboom in zijn tuin, welke zoo vol
van vruchten was dat aan een enkel
takje niet minder dan 42 goedge
vormde en voortreffelijke peren als
in een tros bijeenhingen.
Door het omvallen eener petrole
umlamp vatten Vrijdagavond de
kleederen der echtgenoote van den
heer A. K. te Roermond vuur. On
middellijk stond zij in volle vlam.
Zij liep onder het roepen van hulp
de straat op, en werd door een
voorbijgaanden conducteur der spoor
wegen, die inmiddels zijne jas had
uitgetrokken en haar die had om
geworpen, voor verder onheil ge
spaard. Niettegenstaande de vlugge
hulp, heeft zij ernstige brandwon
den bekomen.
Te Brandgum geraakte een mo
lenaarsknecht tusschen het kamrad
in den molen, en werd zoodanig
gekwetst dat hij aan de gevolgen
overleed.
Te Huisseling hebben 4 landbou
wers een os geslacht en gevieren
deeld, waardoor hun het vleesch
kwam te staan op 20 cent het halve
kilo.
Dinsdagavond jl. ging een turf
schipper van Bartlehiem naar Oud-
kerk, om eene praam te halen. Op
de terugreis is hij buiten boord ge
raakt en verdronken. Zijn lijk werd
Donderdagmorgen opgevischt. In de
praam werd eene flesch met jenever
gevonden.
Vanwege eenige leden van de
vereeniging» Veehandel op Amerika,»
zijn heden met den eersten trein van
Leeuwarden 20 hokkelingen (jong
vee) vervoerd naar Amsterdam;
verder gaan deze per stoomschip
Peru naar Londen, om van daar per
stoomschip Perzian Monarch naar
New York te worden overgebracht.
schuld te vergeven, terwijl deze,
sedert het bericht van Alexis' dood
haar getroffen had, zich tegenover
diens gade schuw en vreesachtig
gevoelde.
Niemand was dus vroolijker dan
zij, toen de arts eindelijk van de
afreis sprak. Weg te komen van
die verschrikkelijke plaats, waar zij
zulke kwellingen verduurde, weer
andere streken andere menschen te
zien, dat bood haar verlichting, ver
strooiing aan. Zij willigde daarom
gaarne den voorslag van haren zoon
in, en op een schoonen Octoberdag
brak het Russische gezelschap, zoo
als men hen in het hotel noemde,
op naar het Lago Maggiore.
Zoo zag Clarita het dan weder,
dat prachtig schoone, door Alpen
omringde meer, aan welks heerlij
ken oever zij haar kortstondig ge
luk genoten, en hare eerste zware
smart geleden had.
Het was een zachte herfstdag,
Als geleiders-verkoopers zijn aan
gesteld M. Deibei te Leeuwarden en
J. Tilsma te Nijkerk.
De Duitsche trein, die Zaterdag
morgen te 6 u. 12 m. van Winters
wijk naar Bocholt vertrok, moest
onderweg ten gevolge van een de
fect aan de machine stoppen. Naar
het station van vertrek werd ge
seind om een andere machine, ten
einde de reis naar Essen te kunnen
vervolgen. Een en ander veroor
zaakte een lang oponthoud.
GEMENGÖ NIEUWS,
De heer Hoorn deelt in het
«Nieuwe tijdschrift voor de phar-
macie in Nederland» zijne bevinding
mede omtrent het filter van dr.
Chamberlaud, te Amsterdam in over
leg met prof. Förster beproefd.
Ofschoon door te geringe druk
king in de waterleiding te Amster
dam met 20 liter water werd ge
filtreerd, zooals dr. Chamberland
opgeeft, werd toch somtijds 12 16
liter zuiver water per dag verkregen.
De microben, die het water be
vatte, werden, zooals door prof. Tor
ster wordt gestaafd, door het filter
teruggehouden.
In de Belgische kolenmijnen
van Bois Duluc is brand uitgebro
ken; elf arbeiders zijn daarbij om
het leven gekomen.
Twee academievrienden, de
g-riffier mr. S., te Gera, en zijn gast
de student H., uit Giessen, zijn op
een avond in het laatst der vorige
week van een buitenwandeling naar
de stad ;terugkeerende, door de duis
ternis misleid, van de weg afge
raakt en in een rotsspleet van 15
M. diepte gestort. Eerst den volgen
den morgeu werden de ongelukki-
gen door arbeiders gevonden, de
student H. als lijk, zijn gastheer
half bewusteloos en zwaar gekwetst.
De laatste had den geheelen nacht
te vergeefs om hulp gekermd.
Een zeer onaaugename verras
sing wachtte Woensdagmorgen een
pas getrouwd jeugdig paartje te
Parijs. Toen men na afloop der hu
welijksplechtigheid, besloot om, ver
gezeld van de bruiloftsgasten, een
kijkje te gaan nemen in de appar
tementen van de jonggehuwden, die
met veel smaak iu de woniDg van
de ouders der jonge vrouw waren
ingericht, vond men die geheel leeg
gestolen. De dieven hadden klaar
blijkelijk gebruik gemaakt vau het
oogenb'lik dat de geheele familie
naar de trouwplechtigheid was ge
gaan, om alles wat maar eenige
waarde bezat, weg te halen. Zelfs
de prachtige juweelen, het huwelijks
geschenk vau den bruidegom, wa
ren met de bruidskorf verdwenen.
Pen modern himelijhsheletsel.
De portretschilder Penali te Lyon
was onlangs verloofd met madlle.
Minnie Bernard, de schoone dochter
van een rijk fabrikant aldaar. De
bruiloftstoiletten waren reeds in de
maak, en de trouwdag vastgesteld.
Eenige dagen geleden zeide Penali
tot zijn bruid; «Ik hoop, dat ge met
mijne bekende antipathie rekening
hebt gehouden en alle japons zonder
tournure hebt besteld.» De jonge
dame antwoordde lachend«Als ik
een bruidsjapon zonder tournure
moet dragen, dan trek ik haar lie
ver in het geheel niet aan.» De kun
stenaar maakte zich boos, gaf zijne
bruid de keus tusschen zijne liefde
en de tournure, en vertrok, toen de
jonge dame aan deze laatste de voor
toen Clarita van Palanza uit, waar
vrouwe van Ornatoff zich gevestigd
had, in de heerlijke morgenkoelte
door de straten van Feriolo reed
naar Castagnella. Bij het eerste be
zoek aan het kleine graf daar tus
schen de bergen, wenschte zij al
leen te zijn. Teergevoelig van aard
had haar jonge vriend dit voorzien;
daarom had hij vermoeienis voor
gewend, en verzocht den volgenden
keer haar geleider te mogen zijn.
Zoo schreed Clarita langzaam naar
het door de wereld vergeten dal,
waar het kleine landhuis haar eens
een korten tijd een «tehuis» ge
weest was. Er woonden nu andere,
vreemde menschen, anders zag het
sierlijke huisje er zoo tamelijk juist
uit, als voorheen. De jonge vrouw
beschouwde het weemoedig van den
eenzamen straatweg af, waarlangs,
altijd even stormachtig, de murme
lende Ansa in het dal stroomde,
voor zij langzaam haren weg voort-
keur gaf, nog denzelfden avond naar
Egypte.
In de vorig-e week heeft te
Parijs de voltrekking plaats gehad
van het huwelijk tusschen Prins
Max von Hohenlohe en gravin
Marie d'Imécourt, die, niettegen
staande hare jeugdige jaren, reeds
een veelbewogen leven achter zich
heeft. Velen zullen zich namelijk
herinneren hoe, nu meer dan vijf
jaren geleden, Musurus Bey, de zoon
van den Turkschen gezant te Lon
den, het romaneske gravinnetje be
wogen had hem naar Engeland te
volgen, waar beiden zich onmid
dellijk door een Aglycaansch gees
telijke in den echt lieten verbinden.
Eenige maanden later keerde ech
ter de jonge vrouw, toen pas 16
jaren oud, op aansporen van bloed
verwanten, naar Frankrijk terug,
om a posteriori de toestemming vau
haar moeder, een zuster van gene
raal Gallifet, den vriend van Gam-
betta en bekend door zijn energiek
optreden tegen de Commune, af te
smeeken. Deze dame liet echter
zonder vorm van proces haar doch
ter in een klooster opsluiten en stelde
tevens een eisch tot ontbinding van
het huwelijk in.
Musurus Bey, van zijn kant,
eischte in rechten zijn vrouw op,
wier verblijfplaats hem teneenenmale
onbekend was, en nu ontspon zich
den 15n October 1881, voor de recht
bank te Parijs een geruchtmakende
procedure, waarvan het einde was.
dat de moeder in het gelijkgesteld
werd. In den loop der behandeling
bleek, dat de jonge Turk niet het
minste vermogen bezat, terwijl zijn
vrouw schatrijk was.
Nadat Musurus Bey te vergeefs
allerlei pogingen in het werk ge
steld had om zijn vrouw terug te
zien, verdween hij uit Parijs. Lan
gen tijd hoorde men niets van hem,
tot eindelijk, in het vorige jaar, de
Engelsche bladen zijn verloving met
een schatrijke en schoone Grieksche
koopmansdochter vermeldden. Mu
surus Bey was van geboorte een
Griek, en bekend om zijn bijzonder
innemend voorkomen.
Op een overweg van den Fran-
schen staatsspoorweg, tusschen Ma-
checaul en Sainte-Suzanne bij Nan
tes, is in de vorige week een boer
met een ossenkar door een sneltrein
overreden. De ossen werden vermor
zeld en de boer, die een eind weg
geslingerd werd, ontving ernstige,
doch niet doodelijke kwetsuren.
De schuld van dit ongeval is voor
een goed deel te wijten aan de
spoorweg-directie, die slagboom en
baanwachter op dit gevaarlijke
punt eene overtollige weelde scheen
te achten.
Mile Mary Blanc, die, in het be
gin vau dit seizoen, als ehansonnet-
ten-zangeres in het voornaamste
eafé-chantant te Bordeaux debutee-
ren zou, bestelde voor deze gelegen
heid in het salon van Mad. Bar-
dousse drie sensatie-toiletten, waar
voor een schilder de modellen ver
vaardigd had. Op den debuutavond
wachtte Mile Blanc echter tevergeefs
op hare toiletten en ontving tegen
middernachtde verpletterende tijding,
dat hare concurrente, mad Courbet
de kostumes voor veel geld van de
dameskleedermaakster had weten
meester te worden en daarmede een
schitterend succes behaald had. Den
volgenden morgen begaf mile. Blanc
zich naar het kleederensalon en
slingerde de trouwelooze eigenares-
daarvan, met de woorden: «Gijhebt
zette naar het hooger gelegen kerkje
men den vreedzamen doodenakker.
Daar sluimerde haar kind. Hoe ont
roerde haar die gedachteZacht
schreed zij door de rijen, waar de
stille dooden sliepen daar blonk
het schitterende krui? met de troost
volle spreuk«La debolezza umana
piange, sorride Timmortale speran-
za!» haar vriendelijk bekend tegen,
en dicht daarnaast wenkte haar de
witte marmersteen met de twee woor
den «Clarita, Dolores!»
Clarita knielde op den kleinen
grafheuvel neder, die zorgvuldig in
orde gehouden scheen en nog met
bloemen overladen was. Het deed
de eenzame vrouw weldadig aan,
dat goede menschen hier het graf
van de kleine vreemdeling niet had
den laten verwilderen. Lang en in
nig bad zij op die vreedzame plaats,
haar geest voerde haar uit de zui
delijke, weelderige natuur ver weg
naar het eenzame, met sneeuw be-
mijn toekomst vernietigd, ziedaar
uw loon,» een flesch vitriool in het
gezicht.
Door Mme Bardousse, die slechte
licht gekwetst was, werd hierop een
aanklacht ingediend, doch de jeug
dige zangeres werd, op grond van
de laaghartige provocatie, waaraan
zij had blootgestaan, onder dave
rende bijvalsbetuigingen van het
publiek, vrijgesproken.
Een jong meisje te Moutier bij
Enghien, had wel eens gehoord, dat
men met petroleum vlekken kon
uitwisschen. Zij paste dit toe op
haar kleedereu zonder deze uit te
trekken. Een oogenblik later naderde
zij den haard, waarop een groot
vuur brandde. Plotseling vatte haar
japon vlam en onder smartelijk lij
den overleed de onvoorzichtige.
De waarde van adverteeren.
Een van de grootste adverteer
ders in Londen zegt: "Wij hebben
een nieuwe proef genomen om te
weten door welk publiek onze ad-
vertentiën zoo al gelezen worden.
Wij plaatsten een paar adver-
tentiën van eene halve kolom, waarin
waarin wij opzettelijk eenige histo
rische feiten onjuist opgaven.
In minder dan eene week ontvin
gen wij 300 4 400 brieveu uit alle
gedeelten van het land, om te vra
gen wat wij toch met zoo'n stom
merd deden, die zoo weinig van de
geschiedenis wist.
Drie of vier weken lang stroomden
de brieven ons toe. Nooit hadden
wij eene advertentie geplaaatst, die
meer de aandacht had getrokken.
Maar wij herhaalden onze proef
neming niet, want zij had aan haar
doel beantwoord.
Wij kregeu brieven van school
jongens, schoolmeisjes, professoren,
geestelijken, onderwijzers, en van
twee groote mannen die een wereld
vermaarden naam hebben.
Ik was meer van de waarde
van adverteeren overtuigd dan ik
door boekdeelen vol redeneeringen
had kunnen ziju. Zbl
Bij het graven voor den bouw
vau de nieuwe brug aan de Regola,
bij Rome, is weer een metalen beeld
gevonden, een jongen Bacches, met
zilveren oogen.
Bij een hevigen brand te
Jassy, in Moldavië, is een muur in
gestort, waardoor een kapitein en
vier soldaten, die bij het blus-
schen hielpen, om het leven kwamen.
Voorts werden nog 3 officieren en
28 manschappen gewond.
Een gehucht aan het kanaal
van Roubaix (departement Nord, in
Frankrijk) is dezer dagen het too-
neel geweest van eene ontzettende
gebeurtenis. Vrijdag zag eene vrouw,
juist toen zij uit de deur harer wo
ning kwam, dat zekere Mottet, met
een soort van houweel in de hand,
den hellenden kant van 't kanaal
afliep en dicht bij het water een
gat begon te graven.
Nieuwsgierig om te weten waar
toe dat dienen moest, bleef zij wach-
teu, zag den man weggaan, maar
spoedig weer terugkeeren, en wel
met een kind onder den arm. De
vrouw verloor nu hare tegenwoor
digheid van geest en begon luid te
schreeuwen. Mottet, hierdoor ver
schrikt, wierp het kind in 't kanaal
en vluchtte het veld in.
Twee manneu, op 't geschreeuw
der vrouw toegeschoten, gingen te
water en brachten het kind op 't
droge, dat een allerliefst meisje bleek
te zijn, 't dochtertje van een werk
man aldaar, ruim twee jaren oud.
Het hoofdje er van vertoonde een
aantal gapende wonden, en toch
leefde het nog. Een geneesheer, die
gehaald werd, constateerde op den
schedel negen wonden, elk op zich-
dekte graf in het ijzige Siberië.
Intusschen vlood de dag heen.
De vermoeienis na den urenlangen
tocht deed zich langzamerhand bij
Clarita gevoelen en zij ging naar
de kleine osteria (herberg) waar
haar rijtuig heen gereden was. De
waard herkende haar niet meer, hij
was slechts met de gebruikelijke
hoffelijkheid druk bezig, de vreemde
excellenza alle eer te bewijzen. Het
voorname uiterlijk der in 't zwart
gekleede dame maakte bijzonder
veel indruk op hem en beteugelde
zelfs eenigermate, al was het niet
zijne nieuwsgierigheid, dan toch zijne
spraakzaamheid tegenover zulk een
zeldzame gast.
(Wordt vervolgd?)