Gemiddeld bedraagt deze vermin dering 20 pet. van de totale op brengst. De beide dieven, die te Halfweg zijn gearresteerd, schijnen nog meer kwaad in 't zin te hebben gehad. Zoo hebben ze in een herberg in bovengenoemde gemeente naar eenige personen geïnformeerd betreffende dier geldmiddelen en hoever de R. C. kerk van het dorp verwijderd was. Het zijn een Duitscher en een Deen. De politie heeft aan hen een goede vangst gedaan, daar het thans is gebleken dat zij ook de bedrijvers van vroeger op andere plaatsen ge pleegde diefstallen zijn. Op den Westerdoksdijk te Am sterdam geraakten twee broeders, omstreeks 40 jaren oud, zoo hevig aan het vechten, dat zij elkander de kleederen letterlijk van het lijf scheurden. De politie-agent, die daar op post stond, kon alleen hen niet scheiden, zoodat de hulp van de voorbijgangers noodzakelijk was. Omtrent de redding van ver scheidene personen bij een brand in de Elandstraat te Amsterdam ver leden Donderdag, verneemt het N. v. d. I)., dat het huis door 26 per sonen bewoond werd, waarvan een groot deel in levensgevaar verkeerde. Reeds tastten de vlammen met kracht om zich heen en was de trap, die naar boven geleidde, in brand, toen een achttal kloeke mannen W. van Huistee en zijn zoon, J. H. Victoor, G. A. van Nie, K. Boom stra, F. W. de Haan, B. Heijkoop en W. Hommers, zich alvorens de brandweer kwamin het gebouw waagden, en mannen, vrouwen en kinderen redden. Eene kraamvrouw met een kindje, twee uren geleden geboren, werd weggedragen en ten huize van laatstgenoemde in zijne eigen bedstede gelegd. Een nog jeugdig kantoorbe diende die zich op naam van eenige industrieelen te Amsterdam, waar hij vroeger werkzaam was geweest, bij verschillende winkeliers en depot houders heeft weten meester te ma ken van eenige huishoudelijke ar tikelen en eene menigte postzegels en dit alles te gelde maakte, werd jl. Zaterdag in hechtenis genomen en naar de cel gebracht. Een palingvisscher op Tessel heeft dezer dagen in een zijner fuiken in zee, een flinken zeehond opgehaald. Het dier was in de fuik gestikt. Een blazerschuit bracht aldaar Za terdag een bruinvisch aan, die in zee gevonden was en eene lengte had van tusschen de 8 en 9 voet. Van dit dier werd uit het spek ruim een anker traan gekookt. De oppasser van den luitenant v. "W\, in den Haag, heeft zich, naar men meldt, met een bedrag van on geveer f 200 uit de voeten gemaakt, dat hij voor zijn meester had ont vangen. Eene juffrouw te Scheveningen ging om eene boodschap te doen van de Havenstraat naar de Was- senaarschestraat, toen zij door een persoon werd aangegrepen, die haar van haar gouden hoofdtooisel wilde berooven. Zij greep den man vast, en op haar geschreeuw kwam iemand was hij. Zijne trekken waren met bewonderenswaardige getrouwheid wedergegeven. Wat word ik oud, denkt hij onwillekeurig en zijn blik dwaalt naar den wand, vlak tegen over zich, en rust eene seconde op 't portret van een jongen, frisschen man, ook zijn beeltenis voorstellende, maar voor vele, vele jaren geleden. Alweder bestormen hem herinnerin gen uit het 'verleden, zullen hem die dan heden overal vervolgen! De jonge man slaat angstig het strenge gelaat zijns meesters gade. Dank u Bernhard, dat is uit stekend gedaan, ik uw leermeester zeg, dat het een waar meesterstukje is. Laat ik er u voor omhelzen mijn zoon, voegt hij er diep ontroerd bij; en nu vaarwel, jongen, ik hoop je het volgend jaar zoo gezond en on bedorven te zien wederkeeren, als ik je nu zie vertrekken. Ga en geniet in 't schoone Italië waar ook ik in mijne jeugd gedroomd en gedweept heb. Nog een hartelijke handdruk meester en leerling scheiden. Men klopt aan de deur. Ja! aanloopen, die hem het hoofdtooisel afnamdoch de dader ontwrong zich uit zijne handen en vluchtte weg. Een firma in zoutevisch te Maas sluis en eene in wijnen te Haarlem ontvingen weder bestellingen van D. van Driel te Puttershoek. Er werd, gelukkig, door de waarschu wingen in de dagbladen, geen ge volg aan die vereerende opdrachten gegeven. Schippers Cornelis Breggeman en Martinus Linnet, voerende de loggerschepen Arnoldine Marie en Johanna Theodorabeide behooren- de aan de Maatschappij voor Zee- visscherij te Maassluis, rapporteeren blijkens de N. R. Ct. het vol gende Donderdag 14 Oct. jl. schoten wij onze netten uit aan den oostkant der Wellen, en met ons nog 6 Vlaardingsche en 1 Amsterdamsche logger. Des morgens ten 8 uur hadden wij gezien 2 Engelsche kotters, ge merkt C Y 397 en Y H. 973, die echter wegzeilden, toen zij ons za gen liggen. Ten ongeveer elf uur des avonds waren wij omringd door 60 vaartuigen, vermoedelijk Yar mouth- en Lowestoft-trawlers. Eerst genoemde schipper was genoodzaakt zijn reepen te vieren, daar hij anders met twee dezer Engelschen in aan varing zoude gekomen zijn. Door de duisternis konden zij geen num mers ontdekken. Even daarna be merkten zij dat hunne netten gekapt warenzij zetteden daarna zoo spoe dig mogelijk hun mast en zeilen op, om te trachten het verlorene terug te vinden. Eerstgenoemde gelukte het den daaropvolgenden Zaterdag zijne net ten te vinden, doch van een groot gedeelte der breels was moedwillig' de bodem ingeslagen. Toen werd door beide vaartuigen naar de netten der Johanna Theodora gezocht, en gelukte het ook daar van den volgenden Zondag de helft te vinden; de andere helft waarvan de reepen geheel nieuw waren, hebben zij niet kunnen vinden, zoo dat die, waarschijnlijk meerdere waarde hebbende, gestolen zijn. Ook al de bij ons liggende sche pen werden van hunne netten ge kapt en hebben groote schade ge leden. Niet alleen dat zij dientengevolge verplicht waren naar hier te komen, om nieuwe netten aan boord te ne men, met weinig of geen vangst, doch door die moedwillige hande lingen der Engelsche visschers kun nen zij ook niet in de behoeften van hunne huisgezinnen voorzien, daar de reeders bang worden hunne net ten te wagen, en zij dus genood zaakt zijn hun bedrijf vroeger te staken, dan eenige jaren geleden het geval was. Men schrijft uit Helmond: Gisterenvoormiddag zijn de twee slachtoffers van de gasontploffing plechtig begraven. De lijkwagens werden voorafgegaan door de har monie «Phileutonia» en gevolgd door de nabestaanden der overlede nen, den burgemeester met den ge meenteraad, het gezelschap «Diana» waarvan wijlen de heer directeur Goossens lid was, en een groot deel De oude dienaar verschijnt en over handigt zijn heer een kaartje. De pro fessor slaat er een blik op en zegt toen haastig Geleid Mr. den graaf naar binnen. Een seconde verloopt; dan ver schijnt een deftig', bejaard heer met een knaap. De baron treedt den binnentre dende een stap tegemoet: Mr. de graaf 't is me zeer aang'enaam, waaraan heb ik de eer te danken? Professor de eer is geheel aan mij; ik stoor u toch niet? Zeker niet, dat is mijn ge wone spreekuur. Dan tref ik 't immers uit stekend. Kom eens hier Jan, ver volgt hij tegen den jongen, die met open mond daar staat en den pro fessor aangaapt: Dit is mijn neefje, weet u, een uitstekend jong talent ("schijnbaar zachtjes met een knipoogje.) Hij wil schilder worden. Ik ben zijn voogd en vind het zeer lofwaardig, dat er wilskracht, energie in den jongen der mannelijke ingezetenen van Hel mond. Tien leden van «Diana» de den dienst als lijkdragers, en onder het spelen van treurmarschen wer den de beide slachtoffers grafwaarts geleid. De fitter Pey is nog niet buiten levensgevaar. Zijn schedel is met goed gevolg getrepaneerd, maar de vreeselijke brandwonden, die hij ontving, kunnen bij ongunstige wen ding nog wel den dood tengevolge hebben. Een zestienjarig meisje te Wou- drichem had Zaterdag het ongeluk, van de aanlegplaats aldaar in de rivier te vallen, en werd met den stroom medegesleurd. De visscher Peter Kellevingen aarzelde geen oogenblik zich te water te begeven, en met groote krachtsinspanning mocht hij het genoegen smaken, juist toen de drenkeling onder een schip verdween, haar te grijpen en levend aan den wal te brengen. Op de kermis te Grathem (Lim burg) had Zaterdagavond eene vechtpartij plaats tusschen twee landbouwersknechts, waarbij een hunner met een mes zóó gevaarlijk verwond werd, dat men vreest voor zijn leven. De dader, een inwoner van Nederweert, is voortvluchtig. Op de oostelijke grenzen van Lim burg vertoonen zich weder hier en daar wilde zwijnen. Gisteren nacht heeft in eene her berg te VlissiDgen eene vechtpartij plaats gehad, die met eene poging tot moord is geëindigd. Een botte- liersmaat van het wachtschip Hydra ontving twee wonden aan de borst, die hem door een metselaarsknecht werden toegebracht. De gewonde werd dadelijk naar het hospitaal vervoerd. Hij verkeert niet in levens gevaar, ofschoon hij door veel bloed verlies is verzwakt. De dader is in hechtenis genomen. Vrijdagavond brak even voor Doesburg de koppelstang van de tram van Dieren naar Doesburg, waardoor het ee rste rijtuig ontspoorde en enkele personen licht gewond werden. Ook het materieel werd zwaar beschadigd. Na een opont houd van een half uur konden de reizigers hun reis voortzetten. Men is druk bezig met het afvis- schen der slooten tusschen Uile- sprong en de vaart om eenig spoor te vinden van de vrouw, die sedert drie dagen wordt vermist. Haar halsdoekje en sluitkorfje zijn gevon den. Men vermoedt, dat zij om 't leven gebracht en daarna in eene sloot geworpen is. Als eene bijzonderheid deelt men mede, dat te Staphorst een zg\ noten kraker is geschoten. Het dier is in sommige deelen van Europa en in het Him&laja-gebied inheemsch, be zit een donkerbruinen, witgestippel- den vederdos, uitgezonderd de staart, die zwart is. Door den burgemeester van Vu ren en Dalen, wordt eene belooning van f 300 uitgeloofd voor den per soon, die eenige aanwijzing kan ge ven omtrent de oorzaak van de zit. Hij is zeer ontwikkeld, fluistert hij den prof. weer vrij luid toe, pas 13 jaar en teekent reeds «ar tistiek», zegt zijn teekenmeester, dadelijk zult u eens bewijzen zien. Jan wat wil je worden Schilder, antwoordt de knaap kortaf en voegt er op droogen, meesterachtigen toon bijen ik wil op de schilderschool. Daar hoort u 't, professor, hij wil 't (weder hard fluisterend) en wat hij wil, moet gebeuren. In 't geheele optreden van den graaf lag iets dom driests, een ze kere nederbuigende vriendelijkheid, om zijne meederheid tedoengevoelen. De knaap moest nu eenige zelf- geteekende schetsjes laten zien. Hij was geenszins van talent ontbloot, hoewel hij nooit een groot kunste naar beloofde te worden. Wilt gij mijn neefje in be scherming nemen en hem goed voor uithelpen, professor? Zeker, zeker,mijnheerdegraaf, 't is me een groot genoegen, u van dienst te kunnen zijn. O, dat wist ik wel, gij hebt branden, die onlangs in die ge meente woedden. Ook Kloppers, de man die bij de poging tot ontvoering der kinde ren van den heer Hoek een hoofd rol speelde, is, naar men van goed ingelichte zijde verneemt, uit de gevangenis te Zutfen ontslagen. Uit Nieuw - Amsterdam schrijft men Alhier loopt het gerucht, dat te Erica een jongen van negen jaar door eene vrouw is vergiftigd en daaraan overleden. Dit moet aan het licht zijn gekomen even voordat die jongen zou worden begraven. De drijfveer tot deze daad wordt ge zocht in wraak tegen de ouders van het slachtoffer. Te T., in Friesland, nam de pre dikant een beroep aan naar elders, omdat dit financieel voor hem veel voordeeliger was. De kerkeraad was hierover zóó verontwaardigd, dat hij zich persoonlijk naar de woning van den predikant, welke aan een der kerkvoogden toebehoorde, begaf, en eischte dat dadelijk de huishuur zou betaald worden, hetgeen door den predikant werd geweigerd. De kerkeraadsleden gedroegen zich daar bij op zulk eene wijze, dat de vrouw van den predikant flauw viel, en later ook de meid. De predikant heeft zich gehaast bij de politie aangifte te doen. Eenigen tijd daarna bood de kerkeraad f 60, om de zaak af te maken. NR. Ct.) GEMENGD NIEUWS. Ontploffend koperkies. Uit een koper bergwerk van het graafschap Cord, welks erts zich onderscheidt door een groot gehalte van metaal, kent men stukken, die de eigen schap bezitten van bij geringe ver warming te ontploffen. Deze eigen aardige toestand vertoont ziah in zulk een graad, dat eenige ladingen van die kies wegens die eigenschap moesten weggeworpen worden. Het onderzoek leerde dat de ontploffin gen van koolzuur afkomstig waren, dat ten deele met water, ten deele alleen in de holligheden van het mineraal voorkomt, en onder eene drukking is ingesloten, die zóó hoog is, dat het daardoor vloeibaar wordt. Een berg die een muis baart! Overwegende, dat de onderofficiers- rang, die vroeger wel een weinig verwaarloosd werd, thans een voor werp van aanhoudende zorg is voor allen die aan het leger zijn toppunt van overwicht, kracht en samen hang wenschen te geven, doet de Belgische minister van oorlog aan zijn Koning een zeer ingrijpend voorstel. Hij wenscht namelijk dat Z. M. aan de onderofficieren ver gunnen zal, buiten dienst shakots van karton en verlakte koppels te dragen. Laterwanneer de financiën van den Staat in beteren toestand ver- keeren, zal een met het getal dienst jaren klimmende soldij-verhooging door Z. E. ernstig overwogen wor den. Reeds langer getrouwd. «Zeg Henri», zei een piepjong, pas ge trouwd vrouwtje, «je begrijpt, dat niet iedereen behoeft te zien, dat we zoo kort geleden gehuwd zijn; niet voor niet den naam van waar achtig beschermer der kunst. Nog eenige plichtplegingen, de graaf en Jan nemen afscheid. Wat een onuitstaanbare domme verwaandheid. Een nare jongen, en niet veel talent ook, mompelt de professor, en ik moet er een kun stenaar van maken, voegt hij er ironisch bij. Hoe opgevuld is onze akademie op het oogenblik van dergelijk genre. Kwam er toch eens een echt, waar genie. Een innerlijke stem fluistert hem toe: Zie uit 't raam, daar staat een waar talent, de arme tuinmansjon gen, al uit zich zijne kunst eenigs- zins anders dan de uwe. Neem u zijner aan, hij zal zich tot een groot kunstenaar ontwikkeien, gij zult een edel werk verrichten en Zijn oog valt op een courant artikel, dat uitbundig zijn lof ver kondigt. En waarom?Omdateen voor name, rijke dame, onder zijne leiding een schitterend examen heeft afge legd. Eene dame uit de hoogste kringen, aan wie alle geldelijke mid- dat geeft maar aanleiding tot zoo genaamde aardigheden en enfin, ik denk net te doen als een gepo seerde vrouw, die al eenigen tijd gehuwd is. Dus lieve, denk niet dat ik koel of onhartelijk ben, als ik in tegenwoordigheid van anderen 'n weinig kalm en beredeneerd mij voordoe.» «Ik kan niet gelooven, dat het mij gelukken zal, voor een zoo berede neerd man door te gaan. Ik houd zooveel van je, Marie, dat ik dat niet zoo op eens onder stoelen en banken kan steken. Ik vrees, dat ik die rol niet zal kunnen vervullen.» «Dat moet je toch doen, Henri; 't is zoo heel moeilijk niet. Ik sta er bepaald op, dat je zooveel moge lijk je houdt, alsof we al 'n paar jaartjes getrouwd zijn.» «Nu, lieve meid, ik zal'tprobee- ren; maar ik weet nog niet, of me dat wel goed afgaan zal.» Den eersten avond den besten zat Marie te wachten tot elf, twaalf, een uur haar man was niet te zien. Deze heer zat kaart te spelen in de club tot vier uur in den morgen. Zijn vrouwtje bracht dien tijd schrijende door. Eindelijk kwam hij thuis en on der het opgestreken zeil van vrouw lief deed hij de koddige vraag: «Nu, wat zeg je er van? Doe ik niet precies, alsof we al jaren lang getrouwd zijn?» Nimmer roerde zij dit onderwerp weer aan, en iedereen mag nu we ten, dat ze eerst kort geleden in 't huwelijksbootje stapte. Een politieke tinnegieter tracht met zijn buurman in een spoorweg coupé een gesprek over de Ooster- sche kwestie aan te knoopen. Deze spreekt echter weinig en hoort maar aan eindelijk draait hij zich naar den ander en lang zaam en met een zeer gewichtig gelaat zegt hij: Ja, meneer, ik heb de stelli ge, de innige overtuiging, dat zoo door omstandigheden, die in 't duis ter liggen voor het menschelijk oog, voor 't welk de toekomst immer ondoordringbaar blijft het Otto- manische rijk van de aarde ver dween, er tot de oplossing der Oos- tersche kwestie een stap voorwaarts ware gedaan, die ik geen enkel oogenblik aarzel allergewichtigst te noemen! Voor zooveel overredingskracht bezweek de tinnegieter en sprak geen woord meer. In den loop dezer week zal er in Frankrijk 's nachts eene be langwekkende proef genomen wor den met een vastgelegden lucht ballon, die verlicht zal worden door eene van binnen aangebrachte gloei lamp, die zoodanig ingericht zal zijn, dat er niet de minste vrees voor de ontplffing van het gas behoeft te bestaan. Het doel is om met zulk een ballon op een afstand seinen te geven, ten einde, als de proef gelukt, van die vinding voor mili taire oogmerken gebruik te maken in oorlogstijd. De proef zal vooreerst met een kleinen ballon worden ge nomen. Bij welslagen zal men ze herhalen met een grooten, een ge wonen ballon, zoodat men seinen zal kunnen geven tot op verren af stand, van Meudon b. v. naar Parijs. delen, alle mogelijke voorspraak ten dienste stonden, hoe noodig had die niet de bescherming van mijnheer X., hoofd der professoren aan de schilder-akademie Wat is zulk eene protectie al niet waard, bij een zeer middelmatig talentHij wist, dat de hem toegezwaaide lof eigenlijk zeer weinig waarde had. Hij had immers niet der kunst, maar der hoogwel geboren dame gediend, of nog juister gezegd, hij had zichzelven willen die nen, in aanzien brengen. Och, geef ik dan zooveel om het oordeel der wereld, die zoo op pervlakkig in alles oordeelt, zeide hij. Heb ik dan nooit arme, ware talenten om hun zelfswil, ter wille der kunst beschermd en ontwikkeld. Ja, immers wel. Ginds liggen nog de talrijke lofredenen, die men mij openlijk toezond, omdat ik een ar men fabrieksjongen aan zijn lagen werkkring onttrok en der kunst een heerlijk talent toevoerde, waardig haar te beoefenen, Slot volgt.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1885 | | pagina 2