gebod mmm.
zijn te lJmuiden geschutNaar zee:
18 schepen en barken, 8 brikken,
13 schooners, 1 kofschip, 113 stoom
schepen, 41 visschersvaartuigen, to
taal 192 schepen. Uit zee25 sche
pen en barken, 5 brikken, 16 schoo
ners, 1 zeetjalk, 112 stoomschepen,
55 visschersvaartuigen, totaal 214
schepen. In de maand October
1885: Naar zee: 15 schepen en
barken, 4 brikken, 3 schooners, 115
stoomschepen, 33 visschersvaartui
gen, 2 andere vaartuigen, totaal 172
schepen. Uit zee31 schepen en
barken, 8 brikken, 18 schooners, 1
kofschip, 116 stoomschepen, 1 zee
tjalk, 47 visschersvaartuigen, 1 ander
vaartuig, totaal 223 schepen.
Uit het Land van Heusden
wordt geschreven
Met groote blijdschap werd over
het algemeen alhier het bericht ont
vangen, dat het wetsontwerp tot
onteigening van gronden voor de
verlegging van den Maasmond was
aangenomen. Het vooruitzicht, dat
toch eenmaal de tijd zal aanbreken,
waarin men verlost zal zijn van de
periodieke overstroomingen en afsnij
ding van 's-Bosch, is voor velen
eene reden van groote blijdschap,
omdat de algemeene welvaart door
een beter en zekerder verkeer in
hooge mate zal worden bevorderd.
Blijft de weg naar 's-Bosch eenmaal
voorgoed droog, dan mag men ho
pen dat ook eene betere en gere
gelder communicatie met die stad
zal worden verzekerd, terwijl daar
enboven de nieuwe rivier eene bron
van welvaart kan worden.
Dat de stemming te Heusden
zelve niet zeer opgewekt is, ligt
voor de hand, want naarmate de
aommunicatie met 's-Bosch beter
wordt verzekerd, bestaat de vrees
dat het Land van Altena zal wor
den afgesneden, aangezien omtrent
den bouw van eene vaste brug te
Heusden niets is bepaald. Evenwel
de hoop is niet geheel opgegeven,
omdat de kwestie van het al of niet
bouwen eener brug naar verze
kerd wordt moet worden uitge
maakt bij de vaststelling der be
grooting, waaraan dan ook is toe
te schrijven dat over dat punt vol
strekt geen discussie is gevoerd bij
de behandeling van het wetsontwerp.
Men kan niet gelooven dat de Re
geering het Land van Altena kunst
matig tot een eiland zou willen maken,
en zou blijven vasthouden aan de
redeneering, dat te Heusden een veer
evenzeer voldoende is als te Gorin-
chem. Hier toch is de toestand nooit
anders geweest, en zou men zeker
ook wel liever eene brug hebben,
maar te Heusden wordt de vaste
verbinding vervangen door eene
overvaart. (N. R. Ct.)
In den Gemeenteraad van As
sen heeft dr D. Cohen in overwe
ging gegeven, bepalingen te for
muleeren tegen het opblazen van
vleesch, welke praktijk nagenoeg
alle slagers toepassen, vooral op dat
van klein en jong vee. Het geschiedt
veel met den mond, doch ook met
blaasbalgen. Het werd beide hoogst
schadelijk voor de gezondheid ge
acht, want ook met blaas-instru-
menten zouden de zwevende bac
teriën in den vleeschwinkel in het
vleesch worden gebracht.
Omtrent het personeel der «Hol-
landsche Gasfabriek» te Amsterdam
kunnen wij het volgende mede-
deelen
Reeds in Juni werd den werk-
heeft men niets van het leven te
vreezen.
De gelaatstrekken en de toon van
zijn stem waren bij deze woorden
aanmerkelijk veranderd. Gaston stond
verbaasd over den melancholieken,
ernstigen toon, die er uit sprak, en hij
gevoelde een levendige sympathie
voor den jongeling. Vol deelneming
vraagde hij
Gij staat dus geheel alleen op
de wereld?
Geheel alleen.
En uw ouders?
Ik verloor mijn moeder, toen
ik drie jaar oud was en mijn vader
stierf korten tijd daarna, tengevolge
van het verdriet over haar verlies.
Gaston reikte Henri de hand.
Vergeef mij den lichtvaardi-
gen toon, waarop ik zoo even sprak,
zeide hij hartelijk; ik kon niet
vermoeden, zulk een teedere snaar
aan te roeren.
Henri drukte de hem toegesto-
lieden, die zich over hun lot onge
rust begonnen te maken, door de
heeren De Bruijn aangezegd, dat
zij niet bevreesd behoefden te zijn
voor hun ontslag, wanneer de fabriek
het werk zou staken.
Van hunne zijde verwachtten de
heeren De Bruijn natuurlijk, dat de
werklieden na dat tijdstip zouden
pogen zich op andere wijze van
werk te voorzien.
Ook dezer dagen werd den vasten
werklieden dezelfde verzekering ge
geven en hun uitdrukkelijk gezegd
dat zij niet zouden ontslagen wor
den en, behoudens pogingen
hunnerzijds, om zich zoo mogelijk
van ander werk te voorzien, in dienst
zouden blijven.
Van de vaste werklieden, om
streeks 560 in getal, is op dit
oogenblik dan ook «geen enkel man»
ontslagen. Zij blijven in dienst der
fabriek, totdat zij elders werk heb
ben gevonden.
Het laat zich begrijpen dat dit
niet geldt voor de losse werklieden,
die steeds alleen gebezigd werden
naar gelang er werk was.
Amsterdammer
Het «Bestuur der openbare
speeltuinen» te Amsterdam, verzoekt
de Amsterdammer mede te deelen
dat door de heeren J. van Gelder
Co., confectie-magazijn Kalver-
staat 174, ten behoeve der openbare
speeltuinen is gestort f 41.50, zijnde
de zuivere opbrengst van den ver
koop van het nieuwe confectiespel
door genoemde firma uitgegeven.
Een gasverbruiker, te Amster
dam, heeft den heer C. de Bruijn
gedagvaard wegens nalatigheid in
het leveren van gas.
Hij stelt deze feiten. Op 28 April
1884 hebben de heeren De Bruijn
zich tegenover hem verbonden om
hem gedurende één jaar, ingaande
op dien datum, in het huis Hoog
straat no. 1 gas te leveren. Bij ge
breke van opzegging is dit contract
met een jaar verlengd en dus nog
van kracht.
Aangezien nu Zondag en Maan
dag door de heeren De Biuijn in
genoemd huis geen gas is geleverd,
eischt de verbruiker ontbinding
der overeenkomst op grond van
wanpraestatie, vergoeding van kos
ten, schade en interessen en ver
oordeeling van den gedaagde in de
kosten der procedure.
Gedagvaard is tegen 17 Nov.
Gisteren werd, bij het opmaken
der boeken op het kantoor eener
financiëele instelling te Amster
dam een tekort van f 50,000 ont
dekt. Hoewel door de chefs niet
aan diefstal, maar aan de moge
lijkheid eener verkeerde boeking
wordt gedacht, is, met het oog op
mogelijke en raadzame voorzorgen,
de politie met het feit in kennis
gesteld.
In eene ammoniakfabriek te
Amsterdam heeft Maandag een werk
man, door het «pingen van een dis
tilleerketel, zware brandwonden be
komen. De ongelukkige overleed
gisterenmorgen in het Buiten-gast
huis.
In een der hotels te Amsterdam
legden de agenten van den recher
che-dienst gisterenmorgen de hand
op een Engelschman, reeds eenige
dagen in dat hotel gelogeerd «en
grand seigneur», zich naast fijne
schotels de fijnste wijnen doende
voordienen, zonder in het bezit te
zijn van geld of goed, zoodat hij
hoogst waarschijnlijk als een land-
ken hand met warmte.
Overigens zijt gij toch niet
ongelukkig, vervolgde Gaston op
schertsenden toonterwijl ik den
ouden graaf onder den tender te
voorschijn haalde, beschoor het lot
u het voorrecht, zijn dochter in de
armen te mogen drukken.
Welken graaf? vraagde
Henri verwonderd.
Wel, hebt gij het kaartje dan
nog niet gelezen, dat die heer u
gegeven heeft?
Dat is waar ook, ik heb ge
heel en al vergeten, daarnaar te
zien, antwoordde Henri, terwijl
hij het kaartje uit de portefeuille
nam en hardop las:
Graaf de Mallepeyre. Kent gij
hem misschien? voegde hij er op
vragenden toon bij.
Persoonlijk ken ik hem niet,
antwoordde Gaston, maar ik heb
zijn naam dikwijls in de couranten
gelezen. Het schijnt, dat hij tePa-
looper over de grenzen zal worden
gezet.
Gisterenmorgen werd in den Mid-
delwijk tusscheu Diemen en Water
graafsmeer een vrouw door de Gooi-
sche Stoomtram overreden. Beide
beenen werden haar afgereden. Het
trampersoneel heeft aan dit onge
val geen schuld, daar alle voor
schriften waren nagekomen. De
vrouw, die doof was, stak plotseling
een overweg over, vlak voor de
locomotief. Zij was terstond dood.
Terwijl de Volendammers den
wonderkuil niet meer mogen gebrui
ken, wordt naar men aan de
Amst. schrijft voor hunne haven
door Zaansche visschers met dat
tuig gevhcht. Het toezicht schijnt
nog veel te wenschen over te laten.
Omtrent de aanhouding van Van
Rijsselberghe in Londen, schrijft
men van daar aan het N. v. d. D.
Van Rijsselberghe heeft zich hier
ruim vijf weken opgehouden en
woonde al dien tijd ten huize van
Henry Hubert Antink, No. 22 Bracy
StreetThorpdale RoadHornsy
Road. N. Deze persoon telegra-
pheerde Donderdag naar Scotland
Yard, dat Rijsselberghe dien mor
gen onder verdachte omstandighe
den zijn huis had verlaten, bij zich
hebbende twee koffers en een haze
windhond, zich waarschijnlijk naar
het Yorkstation, King's Cross, had
begeven, en een uit 's-Hage ont
snapte gevangene was. De direc
teur van Scotland Yard seinde terug
dat men niets van hem wist, maar
hem in het oog zou houden, gaf
orde hem gade te slaan, en stelde
zich met het Nederlaudsche consu
laat in verbinding. Jbr. May, als
waarnemend gezant (graaf Van By-
landt keert eerst deze week van
zijn verlof terug) telegrapheerde
naar het Ministerie van buitenland-
sche zaken in 's-Hag-e, en het duurde
niet lang of er was telegraphische
aanvrage tot uitlevering van den
ontsnapte. Deze was intusschen door
detectives op de hielen gevolgd, en
werd dadelijk na ontvangst van de
aanvrage tot uitlevering door den
inspecteur Greehem van Scotland
Yard gearresteerd. Hij werd voor-
loopig in Bowstreet opgesloten en
is naar de Clerkenwell gevangenis
overgebracht. Donderdag of Vrij
dag komt hij in Bowstreet voor,
maar er is natuurlijk geen twijlel
aan, of de rechter zal in zijne uit
levering toestemmen, want het feit,
waarom hij in Nederland veroor
deeld was, was meer dan eenvou
dige diefstal. In het laatste geval
zou hij niet kunnen worden uitge
leverd.
Uit Wageningen meldt men aan
de ArnJi. Ct., dat bij den brand,
die Zaterdag jl. aldaar woedde, een
bankbiljet van f 1000, 't welk men
geheel verloren waande, op merk
waardige wijze behouden is geble
ven.
Het biljet bevond zich, opgerold
in een papiertje, in een groote geld
beurs met zilveren beugel. De beurs
was grootendeels verbrand. Het
biljet, benevens nog andere gelds
waarden, werd gevonden door een
leerling der Rijkslandbouwsehool,
die met eenige zijner makkers het
gebouw was binnengegaan, en die
inmiddels nat gehouden werden
door een straal uit eene brandspuit.
rijs schitterende feesten geeft; de
gravin schijnt een buitengewoon
voorname vrouw te zijn en wat zijn
dochter betreft, zoo heeft een enkele
blik zoo even mij de overtuiging
geschonken, dat men volstrekt niet
overdreef, als men haar zeer be
koorlijk noemde.
Henri de Langes gaf geen ant
woord, maar keek strak voor zich.
Als wij nog in de tijden der
romantiek leefden, gaf dit avontuur
u de schoonste stof voor een boeien-
den roman, vervolgde Gaston op
vroolijkes toon. In elk geval, als
i.c bedenk, dat de heldin nog zeer
jong is en dat een jong meisje van
achttien jaar misschien nog met een
zekere dweepzucht hecht aan de
oude overleveringen....
Henri de Langes glimlachte.
Ik bemerk, dat het u niet aan
verbeeldingskracht ontbreektmaar,
om de waarheid te zeggen, zie ik
dat ook liever bij een jongmensch,
Naar de Goeschc Ct. verneemt, is
aan da koffiehuishouders op N.-Be-
veland door den rijks-ontvanger
kennis gegeven, dat zij zich van een
patent moeten voorzien om met den
verkoop van sigaren aan hunne be
zoekers te mogen voortgaan.
De als vermoedelijke dader in
hechtenis genomen persoon heeft
thans bekend den moordaanslag op
zekeren W. R. Vrijdagnacht te
Amersfoort te hebben bedreven. Gaf
de toestand van W. R. eerst eenige
hoop op behoud, thans is die hoop
door bijgekomen wondkooits, nage
noeg vervlogen; zijn toestand is al
thans zeer gevaarlijk.
Naar het N. v. d. D. verneemt,
heeft de stationschef te Baarn, de
heer Van Wichen, Maandag het
ongeluk gehad bij het rangeeren
van een goederentrein van een der
wagens te vallen. Hij werd ernstig
aan het been gekwetst.
Zaterdag middag is op de be
graafplaats te Dieren, op bevel der
justitie uit Arnhem, het lijk opge
graven van zekeren K., die sedert
eenige weken uit het huis "an ar
rest te Leeuwarden ontslagen was.
De geruchten omtrent zijnen plot-
selingen dood schijnen daartoe aan
leiding gegeven te hebben. Naar
men verneemt zijn de benoodigde
deelen van dit lijk, om voor een
onderzoek te dienen, mede naar
Arnhem genomen, zoodat er voor
alsnog niets naders aangaande deze
zaak bekend is. Tevens heeft er een
voorloopig onderhoud met de huis-
genooten plaats gehad.
Een persoon, die wegens dron
kenschap een nacht in het politie
bureau te Maastricht had doorge
bracht en dien men den volgenden
morgen wilde ontslaan, weigerde
daarvan gebruik te maken, zeggende
dat hij te Amsterdam een broek
had gestolen. Een ingesteld onder
zoek bevestigde 's mans verklaring,
die daarop, overeenkomstig zijn ver
langen, in de gevangenis werd op
genomen.
Men schrijft uit Schoonhoven:
Algemeene belangstelling heeft
den dag van het vijftigjarig jubilé
van den heer S. E. van Nooten
alhier, als boekhandelaar en uitge
ver, tot een waar feest gemaakt.
Reeds in den voormiddag werd
hij, te midden van zijn talrijken fa
miliekring, verrast door een onver
wacht bezoek van dr. C. E. van
Koetsveld uit 's-Hage, die hem met
eene plechtige toespraak, een sier
lijk album overhandigde. Dat album
bevat ruim 60 bladen met hand-
teekeningeu en bijschriften van bijna
alle nog in leven zijnde auteurs,
die gedurende 50 jaren werken bij
den heer S. E. van Nooten uitga
ven. Eene opdracht van dr. Van
Koetsveld, die als oudste schrijver
het initiatief voor dit kuldelijk nam,
is daaraan toegevoegd.
Namens bijna 150 boekhandelaren
werd den jubilaris daarenboven een
prachtig geschenk aangeboden, be
staande in eene marmeren pendule
met bronzen beeld en twee coupes.
Eene keurige lijst der namen van
de g-evers werd daarbij overhandigd
door den heer A. C. Kruseman van
Haarlem, die aan het hoofd van
acht vakgenooten, op hartelijke en
welsprekende wijze het woord voer
de. Aan vele andere bewijzen van
dan dat hij zulk een donkere levens
opvatting heeft. Maar het schijnt
mij toe, dat gij ook geen reden hebt,
de wereld anders dan met het vrien
delijkste gelaat te beschouwen; uw
toekomst is zeker in elk opzicht ver
zekerd?
Gaston de Marei glimlachte sar
castisch.
- Verzekerd? Ik heb mijn ge
heel vermogen, een twintigduizend
francs, in den zak, zeide hij-
maar deze duizend louis d'or zullen
voldoende zijn, om, vóór het jaar
drie maanden ouder is, mij in het
bezit te stellen van het prachtigste
rijtuig, de mooiste paarden, de flink
ste koetsiers en knechts, en ik sta
u borg, dat ik tot de meest bekende
personen van de voorname Parijzer
wereld zal behooren.
Henri de Langes zag zijn reis
genoot met groote oogen aan.
De middelen hiertoe zou ik
ook wel willen weten, merkte
belangstelling ontbrak het verder
natuurlijk niet.
Reeds sedert maanden wachten
de gemeente-ambtenaren te Andel
en verder ieder die van de ge
meente iets te vorderen heeft, op
uitbetaling van het hun toekomen
de. Dit is een gevolg van de werk
staking van den gemeenteraad. Naar
men verneemt, zijn er nu pogingen
aangewend bij de bevoegde autori
teit, om het hoofd der gemeente te
machtigen in deze leemte te voor
zien.
Bij gelegenheid eener inspectie
over de le en 2e compagnie der
dd. schutterij te Deventer, werd de
sergeant-tan: boer, wegens verre
gaande insubordinatie door den kom-
mandeerenden officier voor het front
van het bataljon uit den dienst
ontslagen. Voor den schuttersraad
zal hij zich verder moeten verant
woorden.
- Op de sectie Finsterwolde-
Winschoten van den stoomtram
OldambtPekela derailleerde Maan
dag een trein, die met drie volle
wagens van Winschoten terugkeer
de. De locomotief viel met een goe
derenwagen in de sloot, terwijl de
personenwagens in de rails bleven
staan. De machinist en de jongen
die op de locomotief stonden, heb
ben deerlijke brandwonden gekre
gen en zijn naar het ziekenhuis te
Groningen vervoerd.
De Britsche consul te Rotter
dam ontving van den heer Samuel
Mellows, te Lowton St. Mary's
(Lancashire), eene vrij omstandige
meaedeeling, welke hierop neerkomt,
dat er vóór ongeveer 80 jaren te
Alford, aan de kust van East Lin
colnshire, twee Hollandsche smok
kelaars spoorloos verdwenen. Hunne
scheepsmakkers, en later hunne be
trekkingen, deden onderzoek naar
hen, doch alles vergeefs. Nu korte
lings echter zijn er in een veld na
bij Alford twee geraamten opge
graven, en de heer Mellows gelooft
allen grond te hebben tot het ver
moeden, dat men aldus het over
schot der beide, waarschijnlijk ver
moorde, Hollanders gevonden heeft.
Ter inlichting van mogelijke fami
liebetrekkingen, die misschien nog
in het lot dezer lang verdwenen
personen belang stellen, was de heer
Mellows zoo welwillend, den Brit-
schen consul te Rotterdam van de
bovengemelde vondst te verwittigen.
Een vreeselijk bloedbad heb
ben twee onverlaten in de nabijheid
van het Pruisische stadje Marsberg
aangericht. Die schurken hadden
zich langs den weg van Marsburg
naar Bredelar in de struiken ver
borgen en vielen ieder aan, die hen
voorbij kwam. De een was gewapend
met een zoogenaamden ploertendoo-
der, de andere met een ploegschaar
en ieder, die van de markt te Mars
burg huiswaarts keerde, werd van
achteren aangevallen en met die
wapenen zoolang mishandeld tot hij
ter aarde zonk. Mannen, vrouwen
noch kinderen werden gespaard; kon
men zich niet door de vlucht red
den, men werd nedergehouwen en
de booswichten lieten de dooden en
gewonden liggen zonder zich verder
om hen te bekommeren en zonder
er zelfs aan te denken hen te plun
deren. Eindelijk werden de moorde
naars gevangen genomen maar niet
hij op ongeloovjgen toon op.
Maar Gaston had blijkbaar geen
lust, hem in deze kunst in te wijden;
met een gebaar, waarmede hij alle
verdere vrag-en van Henri scheen te
willen afweren, antwoordde hij:
Wij zullen elkander nog wel
eens terug zien, en misschien be
staat er dan wel een geschikte ge
legenheid, u de gevraagde inlich
tingen te geven. Maar tot zoo lang
raad ik u, de gelegenheid aan te
grijpen, die zich als van zelf voor
u heeft opgedaan. Hebt gij te Parijs
behoefte aan een vriendendienst, dan
zult gij, naar ik hoop, u tot mij
wenden; gij kunt er vast op reke
nen, dat ik voor u zal doen, wat in
mijn vermogen staat.
Wordt vervolgd.)