No. 12,345. BEURSBERICHTEN. Provinciale en Stede lijke leeningen, industriiele en F» ciëele ondernemingen Spoorwegleeningen. pijen. Premieleeningsn. hondjes!»schreeuwde hij al ventende, «wie koopt er een paar conserva tieve hondjes?» Eenige dagen later prees hij de zelfde hondjes aan bij den liberalen candidaat, met de woorden«Mooie liberale hondjes, prachtige liberale hondjes!» «Hoe heb ik het nu met je,» zeide een heer, verleden week hebt ge deze zelfde soort als con servatieve hondjes aangeboden «Volkomen juist, mijnheer; toen ech ter waren ze nog blind, maar nu hebben zij de oogen open!» Een zeer interessant proces wordt door den Zwitserscben Bonds raad tegen de Banque de Genève gevoerd, die in den loop van een jaar, op meer dan honderd dagen niet den bij de wet gevorderdea voorraad kontanten kon aanwijzen, om hare in omloop zijnde bankno ten te dekken. Zij dekte deze groo- tendeels met banknoten der Geneef- sche handelsbank en houdt nu vol, dat deze dekking wettelijk geldig is. Deze opvatting deelt de Bonds raad niet, en zeer terecht: zij vor dert 40 pCt. metaaldekking; op dit oogenblik is de kwestie nog, of het proces voor de Bonds-assises dan wel voor de rechtbank van Genève be handeld zal worden. In Genève wil men het laatste, in de andere kan tons acht men de jurisprudentie dezer rechtbank te toegevend in Enancieele zaken, en hare theorieën niet solide genoeg. Een deel der pers wenscht strengere wetsbepalin gen en beperking van de uitgifte van banknoten tot eeneBondsbank, die het monopolie zou hebben. Twee vrienden. Een forsch man met lange baren en een Ame- rikaanschen tong-val kwam verleden jaar in een afgelegen huis wonen nabij Romainville. Zijne meubelen waren geladen op sen groot rijtuig en hij zelf deed ie ontlading: niemand mocht hem iaaraan helpen. Nooit kwam er iemand in huis sn dagelijks ging hij zelf naar de markt, waar hij telkens eene hoe veelheid afval van vleesch kocht. Een tiental dagen geleden werd ie man niet meer gezien. De politie-commissaris werd ver wittigd, het huis opengebroken, en loewel niets buitengewoons werd jpgemerkt, heerschte er toch een hevige stank. Het lijk van den bewoner lag op Jen grond met gezwollen gelaat en bovenop lag het lijk van een ouden leenw. Volgens papieren in huis gevon- len, moet de overledene, die bezweek lan eene beroerte, niemand anders rijn dan de beroemde dierentemmer ie Amerikaan Stewart, hoewel dit liet zijn eigenlijke naam is. De dierentemmer, die van een welgestelde familie was, nam zijn beroep op uit liefhebberij. Daar zijne familieleden hem niet meer wilden erkennen, besloot hij zijne dagen te eindigen in Frankrijk, waar hij met zijn laatsten leeuw «Czar» kwam wonen. Toen deze zijn meester dood zag, legde het trouwe dier zich op het lijk om daar de hongerdood te sterven. De beide lijken werden naar Bos ton gezonden waar zij naast elkan der zullen worden begraven op uit drukkelijk verzoek van Stewart. Eene der stoombooten van de Canadian Pacific Spoorwegmaat schappij, de «Algoma», is op het «Lake Superior» vergaan. Hierom trent worden de volgende bijzon derheden gemeld: Het schip was eene der drie prachtige stalen stoom booten, voor de genoemde Mij. ge bouwd aan de «Clyde,» en pas Verleden jaar in dienst gesteld op let Bovenmeer. De boot was van Iwen Sound op den weg naar Port irtliur, en liep in de buurt van aatstgenoemde haven op een rif, terwijl men achter eene rots trachtte Jeschutting te vinden tegen een rerschrikkeliiken sneeuwstorm. Ter- lauwernood had het schip op het •if gestooten, of het begou te zin ten. Te midden van de grootste rerwarring en onder het geweeklaag ier opvarenden met de passagiers nede 62 menschen werd be proefd de sloepen te water te laten. Dfschoon deze dadelijk daarvoor in irde waren, mocht dit slechts met iéne gelukken. Daarin wisten zich Ie kapitein, twee passagiers en tien man van de ekwipage te bergen. Ie overige verdronken. De gespaar den werden opgenomen door de «Athabasca,» eveneens eene boot van de Canadian Pacific Spmij., en naar Port Arthur gebracht. De Chineezen vinden het eene lekkernij om bedorven eieren te eten. Wel is waar heeft men deze eieren kunstmatig laten gisten, maar be dorven zijn zij, dat valt niet te loochenen. Om ze te bereiden, maakt men een mengsel van gelijke deelen asch en ongebluschte kalkin de lucht gebluscht, eer men er zich van bedient. Men voegt er een tiende zout bij en een flink snuifje potasch; dit doet men ondereen en men maakt er met een beetje water een stijf deeg van. Ieder ei moet met een laagje van dit deeg worden bedekt ter dikte van 2 a 3 centi meters; na verloop van een maand of liever na 5 weken, is het ei ge noeg- g-egist om gegeten te kunnen worden. De Chineezen gebruiken in het bijzonder de hoendereieren. Het gebruik dezer eieren hangt natuurlijk geheel af van den per soonlijken smaak. Ons Europeanen doet de ammoniak-achtige of zwa velachtige geur der bedorven eieren terugdeinzen, en toch zijn er onder ons vele liefhebbers van kaas, die ook eerst gegist moet zijn en dik wijls een sterken ammoniakgenr verspreidt, terwijl anderen ook een zeer bepaalden en onverwinnelijken afkeer hebben van deze spijs. In China te Paknoi heerscht gedurende eenige jaren eene ziekte, welke veel overeenkomst heeft met pest. Zij openbaart zich van Maart tot Juni en woedt vooral onder de min der gegoede klasse in- Paknoi. De meeste gevallen openbaren zich het eerst door hevige koorts, klierzwellingen, braken en deliree- reu. Huiduitslagen worden daarbij niet waargenomen. De meeste ge vallen eindigen met den dood. Fieke! Baas? Trek mijn laarzen eens uit... Neen, meer aan den hak. Nu van boven. Aan de punt. Trekken!Een, twee... Daar is-i al. Ze zijn smerig, hé? Nou, ik beu ook van een aardig karweitje thuis gekomen, verbeeld je En de heer Jan Flapper vertelde aan zijn huishoudster wijd en breed wat hij dien middag had uitgevoerd. Met de handen in de zijde had Fieke haar baas aangestaard en was daarna even gedachteloos weer aan het huis werk gegaan, alsof haar baas geen enkel woord tot haar had gezegd. Zoo ging het reeds jaren. 's Avonds, wanneer zij hem zijn pantoffels bracht, vertelde hij alle nieuwtjes, die hij in den loop van den dag had gehoord. Hij deed dit meer voor zijn eigen genoegen, dan om er Fieke pleizier mee te doen. Zij bleef geduldig zoo lang staan luisteren, als Jan Flapper vertelde, zonder dat eenig verhaal ooit den minsten indruk op haar maakte, want haar verstand was als een af grond, die niets teruggaf van het geen er in opgenomen werd. Fieke was van boerenafkomst en in 't geheel niet mooi. Integendeel; met verbazing moest men zich afvragen, hoe de natuur zoo karig had kun nen zijn met hare gunstbewijzen voor een wezen, dat tot de betere helft van het menschdom behoorde, hetwelk het schooue geslacht wordt genoemd. Jan Flapper zelf was vrijgezel, zestig jaar oud en een kras, stevig man. Hij rentenierde van een als koperslager verdiend kapitaaltje en had zijn spaarpenningen op de vei ligste wijze in grondbezittingen be legd. Toen hij vier jaar geleden zijn zaken aan kant deed, kocht hij :n den zuid-oosthoek van Drente een stuk grond en liet daarop een huisje van ééne verdieping houwen, het welk hij wit liet verven en met groene jalousieën versieren. Hij noemde dit heel deftig zijn «buiten». Hij.dronk 's morgens zijn bittertje en 's avonds zijn glas hier in de «Opgaande Zon» waar hij des Zon dags zijn glaasje rood gebruikte. Voor het schooue geslacht had hij geen gevoel en Fieke beschouwde hij niet meer dan als een huismeubel. Het meubel kookte, waschte en naaide; het hield de twee kamers van zijD «buiten» behoorlijk in orde en breidde ieder jaar groote wollen kousen, die Jan Flapper gaarne droeg, omdat hij wel eens door rheumatiek werd geplaagd. Op zekeren dag had Jan Flapper zijn middagmaal, erwtensoep met varkenspootjes en worst, met benij- denswaardigen eetlust gebruikt en wilde hij zijn middagslaapje gaan doen, toen Fieke onder het afnemen van de tafel een gedrukt stuk pa pier uit haar zak nam en haar heer voorhield met de vraag-! Wat ding is dat, baas? Jan Flapper nam het papier aan en bestudeerde het eenige minuten. Toen wierp hij het met alle teeke nen van verachting zijne dienstmeid voor de voeten en sprak toornig: Foei, Fieke, dat is een vijfde van de Staatsloterij. Hoe duivel kom je er bij je geld weg te smijten, door het in de loterij te wagen?De He mel beware mij! Ik heb twintig jaren in de loterij gespeeld, en nooit een stuiver gewonnenik ben nu rijk en heb er een eed op gedaan nooit weder te spelen en mijn dienst meid, met dertig gulden loon, speelt in de loterij en neemt nog wel een vijfde, alsof 't geen geid kost. Foei, Fieke, foeiEn hij sloeg met zoo veel geweld op de tafel, dat de over gebleven erwtensoep over den rand van den schotel heenvloog en het tafellaken bemorste. Fieke was evenmin verbaasd, als uit het veld geslagen door de woede van haar heer. Met haar gewone onverschilligheid zei zij slechts«Ik weet niet wat loterij is». Dat komt er ook niet op aan, bromde Jan Flapper, met de droe vige herinnering aan het kapitaal, dat hij twintig jaar aan den mo loch der Staats-loterij geofferd had. 't Komt er ook niet op aan, of je het weet of niet. Wie heeft je dat lot aangesmeerd? Wat meen je daarmee, baas? Domme Trijn? Waar heb je dat papier vandaan? 't Lag in het kistje van mijn overleden zuster, dat ik voor veer tien dagen geërfd heb. ZooAls ze voor dat geld een half dozijn hemden gekocht en je die nagelaten had, zou ze veel ver standiger gedaan hebben. Neem de tafel af. Fieke raapte dood bedaard het lot van den grond op, stak het in haar zak en nam de tafel af. Jan Flapper nam zijn middagslaapje en toen Fieke een paar uur later de koffie binnenbracht en haar meester wekte werd er over het gebeurde niet meer gesproken. Twee maanden later zat Jan Flap per des voormiddags in het gewone uur in «de Opgaande Zon» bijzijn bittertje. Wel jandorie! zei een ander bezoeker, die naast hem zat en vol ergernis een courant op de tafel wierp: Wel jandorie! Waarom niet 1, 2, 5, 4, 3, in plaats van 1, 2, 3, 4, 5? Jan Flapper begreep eerst niet wat zijn buurman meende, maar toen hij het opschrift Staatsloterij in de courant zag,had hij eene oogen- blikkelijke ingeving: Fiekes lot: 1, 2, 3, 4, 5De cijfers volgden zoo natuurlijk op elkander als deletters van het alphabet.! Hij nam de cou rant op, die zijn buurman neerge gooid had. Het was de trekkingslijst der Staatsloterij, en ja, daar stond het immers met duidelijke cijfers gedrukt: No 12,345 met 100,000 uitgekomen Jochemzei Jan Flapper met bevende stem tot den waard, terwijl hij hem de courant voorhield en met zijne vingers op No 12.345 wees: Jochem wat staat daar? No 12,345 met 100,000 uitge komen. Heb jij op dat nommer ge speeld, dan wensch ik je geluk; dat kan een borrel lijden, zei de waard gekscherend. Loop heenbromde Jan Flap per. Ik speel sedert jaren niet meer in de loterij. Ik heb van mijn leven nog geen stuiver gewonnen Jan Flapper was erg opgewonden. Maar met groote zelfbeheersching dwong hij zich bedaard te blijven en zijn gewone drie bittertjes te drinken. Des namiddags ginghij naar de stad en telegrafeerde daar tot meerdere zekerheid naar Den Haag, aan den directeur der Staatsloterij. «No. 12,345 met 100,000 uitgeko men» luidde het antwoord. In gedachten verzonken, wandelde hij naar huis terug. Hij had een besluit genomen. Fiekeriep hij aan de keuken deur. Ja, haas! Kom eens bij mij. Ja, haas, zei Fieke. Zij droogde haar natte handen aan haar boezelaar af en trad op hare kousen de kamer binnen. Hier zijn veertig gulden, zei Flapper, ga met dit geld naar Zoeter; laat hij je daarvoor een zwart zijden kleed geven, breng dat naar de naaister en laat het voor je klaar makeD. Uiterlijk over veertien dagen moet het klaar zijn. Bedaard nam Fieke het geld op en keek Flapper wel wat verwon derd, maar toch onnoozel aan. Dus je hebt 'tgoed verstaan: een zwart zijden kleed. Een zwart zijden kleed, her haalde Fieke. Weet je wat ik voor heb? Nee, baas. Toe, beste, goede deern, kijk me is in de oogen. Fieke hief 't hoofd op en blikte den haas wezenloos aan. Zie je niets aan me? Nee baas, niets. Zie je niet dat ik er gelukkig t zie Je ziet net als anders. Kom, toe, kijk eens goedEn weet je waarom ik vandaag zoo goed gemutst ben? (Slot volgt). TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Zitting van 12 November. De heer Van Kerkwijk bracht hulde aan de nagedachtenis en de verdiensten van den dezer dagen overleden Minister van Staat, graaf van Lijnden, herinnerde hoe de overledene in veelbewogen tijden de eenige was, die een kabinet wist te vormen en belangrijke maatregelen tot stand bracht. Mocht door de aanstaande Grondwetsherziening het schip van Staat stranden, dan zal men het groote verlies voelen, dat Vorst en Vaderland door den dood van Van Lijnden hebben geleden. Aan de orde was daarna de voort zetting der beraadslagingen over de Indische begrooting. De Min. van Koloniën verdedigde den Goeverneur-Generaal van Rees tegen het verwijt dat hij zijnen be ginselen ontrouw zou zijn geworden; er bestond volkomen overeenstem ming met den Goev.-Generaal. Een hoogere raming der koffieprijzen ware roekeloos van den Minister. Het onderzoek van de exploitatie der Ombiliënvelden is nog niet afgeloo- pen. De blokkade van Atjeh heeft wel degelijk succes gehad. In het verder debat vroeg de heer Rooseboom of de goeverneur van Atjeh de opinie van den minister kende, om vrijelijk te mogen han delen buiten de linie, wanneer hem dit voor de veiligheid binnen de linie noodzakelijk scheen. De heer Keuckenius schaarde zich bij de heeren van Dedem en van Gennep in de afkeuring van het be leid des heeren van Rees. Ook waar schuwde hij de Regeering maatre gelen te nemen, dat zich in onze bezittingen geen kwestiën konden voordoen, als de Carolinen-kwestie. De heer de Brnijn Kops consta teerde ten slotte dat de heer Loudon geen schuld had aan de gevolgen der Atjeh-politiek. De agressieve politiek, na zijn aftreden gevolgd, is oorzaak van al de rampen. Heden voortzetting. EURDfA. Uort. N. W. Schnl.1 2# ito dito dito. 3 4;to dito dito. 1 Obligation 1878 4 dito 1883 4 'fblig. AmortSynd. 8; Fraokrlfk. wijzen v. Insch? 8 38ong»?'SJe. Obl.-Leen. 1867 6 !ito in Papier 5 Sondleening 5 dito 1881 4 Mal5<g. Uochr. 1861/81 b lo. Ct. A dm Lam ai s 5 <lo. do.Nolthenius 5 •lo. Pausel. Leen. 5 Oostesr^k. ibiig. in Papier. 5 Jito lito 5 •lito Zilver 5 dito dito 5 dito Goud 4 polea. ;>b. Scbatk. 1844 4 PordsggaL oblig. HL *53/80. 8 dito 1884 8 dito 1881 6 Obl. H. 1788/15. D 0t.lna Se Sor. '55 5 oblig. 1852. 5 dito 1564 Amet. 5 dito 1866 Amst. 5 dito 1877 Amst. 5 do. J 877 le Oost. 5 dito dito 2e Sar. 5 Jito dito 3e dito 5 dito 1872 Gecon». 5 dito 1878 dito 5 dito 1884 dito 5 dito 1860 2eLeen.4} dito 1875 Gecons.4} dito 1886 dito 4 Ob.-Leen.l 867/62.4 lito in goi d 1883. 6 Bjsassje- Perpet. Schuld 4 Oblig. buitL 1876. 2 dito binl. Amort, S. 4 lito do. Perpet. do: 4 IFïtsrk^e. Obl. Alg, S. 1865. 5 dito Gercg. dito 1868/656 dito Gereg. dito 1869 6 dito Gereg. AMERIKA. Skexlee. Oblig. 1851. 8 do 1864. 3 RrazlUC. Obl. Lond. 1865. 5 dito Leen. 1875.5 dit® dito 1860.4} dito dito 1868.4 dito dito 1888. 4} dito goud 1879. 4j Haarlem, 13 Nov. 1885. Stad Haarlem. .2} 61 65 dito dito ..3} 82 87} dito dito .4 97 —99 Genot koet». «9,», 82/, 1025 102} '•>•2/6 98 751 99 72} 87} 781 so; 86} 82} 98 f 5,{ 83J 45/, 100! 84| vól 99| 99 M 975 r.6| 56; 56 ?.3| 93x! 94» 91 865 76}} 84} 104 53/', 45; 70 52; 131 19» 7} 97£ 96; 100} 99} 84 86; Amsterdam. Oblig. 4 dito dito 1879. 4 dito dito 8} Rotterd, Obl.1882. 4 dito dito 1888. 4 101; 101; 95} 100} 100} GenoV koer*. J01| 99f 100} 98 103} 101 101 98 1015 99 102; 102 22S 302} 100 51 101 91 lfO» Nederland. A met. II.-Bk. Pbr. 4} dito dito dito 4 Arnh. Pbr.Hyp.-B. 4} dito dito dito. 4 Gemeen te-Gred.Ob.4 dito dito Obl. 4 's-Grav. Hyp.Pdbr.4} dito dito dito 4 Holl.Iïyp.-B.Pdbr. 4} dito dito dito. 4 Nat.Hyp.-11. Pdbr.4} dito dito dito 4 Ned. Bank. Aaud. Rott.Hyp.-B, Pdbr.4; dito dito dito 4 Stv.M.«Ned.«.Adn dito dito Oblig.5 dito dito dito 4i dito dito dito 4 Utr.Hyp.-Bk. Pdbr.4{ dito dito dito 4 Z.-Holl. Hyp. Pdbr.4}} lf 0 Wc(Zerl«n4. Haarl.-Zandv. Adu. Holl.IJz. Spw. dito Obligation 4 M.t.Ex.v.St.Sp. Ai dito ObL 1879/81 4 dito dito 1888 .4 dito ditu 1870 .5 dito dito 1878 .5 Ned. Cnt.-Sp.AauJ. dito dito Oblig dito gestemp. dito Bew. van Uitg.Soh. Ned.-Ind. Sp.Aand. dito Oblig. 1879.3 dito dito 1869.4 i N.Rijn-Sp volg.A dn. dito niet-Gef. dito. dito dito dito dito. dito Obl, 1865/88.i dito dito 1875/78.5 dito dito 1870.6 Ned. Weatf.Sp.Adn. dito Obligation. .4} liong«r(|e. Theiss-Aand. .5 dito Obligatiëu- .5 stang. Vict. Em. Oblig. .8 West-Sicil. Spw. do.5 Zuid-Ital.Spw. dito,8 Oostenrijk. Fr.an.-Oost. Oblig. 8 d:to dito 3e Em. 8 Elia.Sp. 3eEm.'72.5 Pelen. Warsch.-Brb.Aand.4 Wara.-Weenen. do. dito dito Oblig,5 llusland. Gr. Sp.-M. Aaud.5 Hypotheek Oblig. 4 dito dito .4 dito dito .8 Baltis. Spw. Aand.8 Cbarkow Azow 5 Iwang.-Doirbr.ObL4} Jelez-Griasi. dito .5 Jelez-Orel dito .5 Kurak Chark. dito.5 dito Azow dito.5 Mosk.-Jarot;i. Obl.ft 55 138 101! 106 101 101 104; 27 66e 15 5 38 81; 85 85 100 10? 114} 1021 loo; 85}| 60| 99} &7i 76/, 73} 81} 102/ (ie. Moskt/vr-K ur»k du.6 Moakow-Sraol.dito.5 Orel-Vitebsk, dito.5 Losow.-Sewaut. do.5 Poti-Tiflia Oblig. .5 Tranac.Spwm. dito.3 Z.-W. Sp.-Al. A and.5 Amerika. Centr.Pacific.ObP.g.6 Chic. North West. dito Je llyp. 7 dito Jowa Midi. do.S dito Mad. Ext. do.7 dito Menominee do.7 dito N.-W. IJn. do.7 dito WiH.St. P. do.? dito South.-W. Obl.7 Illinois Leaa. Cert.4 dito Centr O. v. A Kaüaaa Pacific. Obl 6 Louis v. Nash». do.8 Louis San Franc.do.8 dito Algem.Hyp.da.6 Miss. Kans.Tex. do.7 dito. Union. Pac.do.6 Misa.Pac.South. do.6 St.P.M.&M.leH.do.ï dito gee. 2e Hp. do 6 South. i'ac. Spw.d..8 UuioH Pacific, ditc.ft koe-s 102! 97 A 87} 87} 96} 60}} 60 111} 135; 124 129; 129} 129; 130; 127! 125 89, 135; 108» SO}} 94 109} 110 1015 11-;} 114} ioi; 113} Haar). Trwm.Aaed. N.JtZ.-H. Stmtr. A. dito Oblig. Stad A mat. ƒ1000.1 dito ƒ100.3 Amst. Kau. Maats. Rotterdam3 Gemeeute-Credict ,S Pal. v.Volkavl. 1867 A loten ƒ2.50 Lot. Mil.'6J fr. 4b. 1866 dito do. Bach. '69. fr. 20 do.*69 Weerb. ƒ2,50 dito Gem. Ore.L'/; A dm.Louis de Veer dito '61 Freib.lr.15, fteiglf. Stad Antw. 1874.» Stad Brussel 1879.8 BIongar|fe. Staatsleening 18?0. Theiss Obligatiëu .4 OosfetirDk. Staatsleening 1854.4 dito 1860.5 dito 1864. Crediet Aust. 1858. K.K.Ost.B.Cr, A nst.3 StadWeenen 1874. Pruisen. Obl.leening 1855.8} Rusland. Staatsleening 1864. ft dito 1866.5 üwltaerUnd Genève. .8 DIVERSEN. Ct.Ver.A m.Sp le Ser. dito dito 2e do. dito dito 8e do. Vg. A. Hyp.Sp.Obl. ObL Prov. Quebec. 5 103} 106} 99} 102 99} 111 l.OG 17.- 6.7» 15.- 0.7»' 9.5' 11.- 102} 102; 95} 97/, 101» 112; 138 142 78J 99; 131 123 Prolongatie 2} pCt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1885 | | pagina 3