I Moeder en Zoon. Dinsdag 17 November 1885. No. 726. ADVERTENTIËN: De liefiieierij fier Varsten. .jH' J,-. arsr»»M ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per maand40 Cents. Franco door geheel het Rijk p. maand 55 Afzonderlijke Nommers 5 i Verschijnt Dagelijks uitgsecaien Zon- on aipmn Feestdagen. Brieven, geiden, advertentiën enz. franco te adresseeren aan het Bureau, Kleine Houtstraat No. 9. Hoofdagenten voor het Buitenland: ii-mvegme Gen ér alt de ub licit e Etrangère G. L. DAUB F Sr Go., JOH. F. JON KB. Sucr., a/rijt316ix Faubourg Montmartre. ran 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cent». Groote letters naar Plaatsruimte. Advertentién worden aangenomen tot 's middags lï uur; MUSEUMS EN ANDERE BEZIENSWAARDIGHEDEN VAN HAARLEM. Koloniaal museum op hei Paviljoen. Ingang aan de Dreefzijde 2e deur. Geopend dagelijks van i0 tot 4 uur. l'oegaag 25 cents per persoon. Donateurs eu leden der Nederlandsclie Maatschappij ter bevordering van Nijverheid hebbea op vertoon van diploma vrijen toegang, donateurs roet gezelschap, leden met i dame. Museum van kunstnijverheid op het Paviljoen. Ingang Dreefzijde le deur. Geopend dagelijks van 10 tot. 4 uur. Toegang 25 ceuts per persoon. Donateur» Hl oden der Nederlandsclie Maatschappij ter bovordering van Nijverheid hebben op vertoon van diploma vrijen toegang, uouater.rs reet gezelschap, leden met 1 dame. Bisschoppelijk museum voor kerkelijke oudheid, kunst eu geschiedenis, vooral tan Nederland en meer bijzonder van het Haarlem actie Bisdom, Kruisweg No. 59. Geopend dagelijks, uitgenomen Zaterdag, Zon- en feestdagen, van 105 uur. Toegang 25 cents per persoon. Doorloopende toegangskaarten voor een geheel ja&l i 1 gulden. Museum der stad Haarlem op het Raadhuis. Geopend van 15 April tot 14 October alle werkdagen van 104 uur, van 15 October tot 14 April op die dagen van 103 uur tegen betaling van 25 cents per persoon, alleen Öp Ion dagen kosteloos san 124 uur, de overige Christelijke feestdagen tegen betaling van 25 cents per persoon. Kinderen boiiedon de 8 jaren worden in het geheel niet toegelaten; kinderen van 8 tot 14 jaren niet dan onder behoorlijk geleide. Teglers museum in de Damstraat. Geopend dagelijks uitgenomen Zaterdag, Zon- en feestdagen van Jl—3 uur. Tevlers bibliotheek. Geopend Woensdag, Donderdag, Vrijdag en Zaterdag van 1—4 uur. Stadsbibliotheek Prinsenhof. Geop»4 Woensdag en Zaterdag van 2—4 uur. Orgel-bespeling in de Groote Kerk. Dinsdag van J2 en Donderdag van 8—8 uur. Toegang (dour Oudegroenmarkt) vrij. Een opmerkelijk verschijnsel mag- het wel heeten, dat bijna alle vor sten, zoowel van vroegere eeuwen als uit dezen tijd, zoowel van be schaafde landen als van onbeschaafde streken door merg en heen militair waren en er hun grootste genoegen in vonden, groote legers onder hun bevelen te hebben en alles, wat daarop betrekking had, zoo voor treffelijk mogelijk in te richten. Die liefhebberij uit zich bij hen onder velerlei vormenslechts zelden ver tonen zij zich in het openbaar in gewone kleeding, bijna altijd dragen zij generaals- of admiraals-uniform, alsof zij daardoor te kennen willen geven, dat zij bovenal opperbevel hebber van leger en vloot zijnhun gevolg bestaat voor het meerendeel uit generaals of andere hoofdofficie ren. Het bijwonen van krijgsoefe ningen op groote schaal, het hou den van wapenschouwingen behoort itot hun geliefkoosde bezigheden en geen vorst, al is zijn laud nog zoo jklein, die zich niet de weelde van een keurkorps veroorlooft. Het schijnt zelfs, dat zij elkander onder dit opzicht willen aanmoedigen, want zoodra de eene vorst den an deren een bezoek brengt, is het eerste werk de beste troepen voor den hoogen bezoeker te laten defi- leeren, die dan gewoonlijk als eere bevelhebber eener afdeeling be noemd wordt. Wat mag toch wel de reden zijn, dat er zulk een militaire geest in de meeste vorsten huist! Verschil lende oorzaken zijn daarvoor aan te geven, in hoofdzaak zijn het de vol gende: de grondleggers der meeste vorstenhuizen waren bijna allen FEUILLETON. Vrij naar het Italiaaiisch door Dr.. 13) Vile Hoofdstuk. Gaston aarzelde te antwoorden. Welaan, vervolgde Henri, ik ken juffrouw Millner minder goed, dan gij onderstelt; in haar vroegere woning naast mij, zag ik haar enkele malen, maar sedert dien tijd in 't geheel niet meer. Onder- tusschen heb ik haar toch leeren hoogachten en ik weet, dat gij het meisje op dit oogenhiik diep belee- digt. Het doet mij leed, dat zij, door baar talent, voor den schouwburg bestemd is; men moet blind of eigen wijs zijn, om niet te willen toege ven, dat dit beroep voor haar, met dappere eu krijgshaftige mannen, die zich door het recht van den sterkste en dus door overweldiging op den troon plaatsten, of wel, het waren beroemde aanvoerders van overwin nende legers, gewoon zegepraal te behalen eu die door het volk, hetzij uit dankbaarheid voor de gewichtige diensten aan het land bewezen, hetzij uit vrees voor hun macht, tot de koninklijke waardigheid geroepen werden. Zulke vorsten, welke hun rijk en hun kroon voornamelijk aan hun dappere soldaten te danken hadden, stelden natuurlijkerwijze veel belang in alles, wat den krijgs mansstand betrof, en hun afstamme lingen volgden hen daarin na, om dat zij wisten, dat de grootheid hunner dynastie door krachtsbetoon gegrondvest werd en, gelijk dit in vroeger tijden steeds het geval was, door kracht naar buiten en naar binnen alleen kon staande blijven. In het leger vond iedere vorst dus zijn hechtsten steun, want zoodra hij zijn strijdkrachten verwaarloosde, liep hij gevaar door machtige on derdanen verdrongen, of door sterke naburen overwonnen te worden. Toen de erfelijkheid der regeerende stamhuizen voorgoed in alle be schaafde landen geregeld was, lieten de vorsten die oude gewoonte hun ner voorgangers niet varen en ble ven zij het leger evenzeer noodza kelijk beschouwen ter instandhouding van hun gezag. Zoo bracht dus af komst en gewoonte den vorst er toe om belang te blijven stellen in alles wat op den oorlog betrekking had. Niet alleen door afkomst en ge woonte, ook uit plichtbesef worden de vorsten ertoe gebracht: immers, uit hoofde van hun waardigheid zijn ze opperbevelhebber van de strijdkrachten van hun land en heb ben zij het recht tot het verklaren haar bekoorlijkheden, vol gevaren is; maar ik stel vertrouwen op haar standvastigheid en ben overtuigd, dat, indien zij, wat ik uiet hoop, met de meeste van haar beroeps- genooten, op één lijn moet gesteld worden, dat niet geschiedt uit luim of koketterie, dat noch goud noch edelgesteenten haar hiertoe zullen dwingen, maar dat sterkere invloe den hun macht over haar moeten doen gelden. Slechts in twee ge vallen houd ik haar in staat zich- zelve te vergeten, namelijk, als zij smoorlijk verliefd is, of dat zij het bewustzijn medevoert, zich voor an deren te moeten opofferen. Gij kunt nu zelf nagaan, mijnheer de Marei, van welken aard mijn raadgevingen voor u mogen zijn; óf gij ziet er van af, om avances bij haar te ma ken, óf gij moet het eerlijk met haar meenen. Gaston had herhaalde malen ge kleurd, toen zijn jonge vriend zoo van oorlogen het sluiten van vrede; als zoodanig is het huu plicht te zorgen, dat hun rijk teu allen tijde bestand is tegen de aauvallen vau andere volkeren of vorsten en dat het, waar het noodig is, zelfs aan- vallenderwijze kan optredenhet is dus ni' t te verwonderen, dat de ge kroonde hoofden een bijzondere voor liefde voor het leger hebben; op het gebied vau staatkunde toch, dat hobbehg pad bezaaid met doornen, en waar overal voetaugels eu klem men liggen, gevoelen zij zich min der op hun gemak eu zij laten dit dan ook gewoonlijk in hoofdzaak aan hun ministers over, te meer, daar niet, zooals in vroeger tijd, alleen de vorst de wetten geeft, maar hij in ieder cuustitutioneel land de macht daartoe deelt met de ver tegenwoordiging des volks. Zoo brengt ook dit bij, om hen meer belang te doen stellen in krijgs- dan ia staatszaken, maar voornamelijk wordt iedere vorst ertoe gebracht door de opvoeding, die hij in zijn jeugd gehad heeft. Gelijk de edelen in vroeger tijd bijna uitsluitend tot den wapenhandel werden opgeleid en zich als kind reeds dagelijks moesten oefenen, in alles, wat hun daarbij te pas ken komen, zoo wor den ook jeugdige prinsen tegenwoor dig nog opgevoed met het doel voor oogen, dat zij later aan het hoofd van leger of vloot moeten staan. Nauwelijks kunnen zij loopen, of men geeft hun reeds wapenen, om zich daarmede te oefenen. Van na ture is elk kind verzot op het mili taire leren en tracht het den soldaten in hun bewegingen te volgenzoo veel te meer dan bij de jeugdige prinsen, die reeds op zeven- of acht jarigen leeftijd in de rollen van het leger worden ingeschreven, een uniform moeten dragen, de krijgs wetten tegelijkertijd met het lezen leeren en, wat hen zeker moet aan moedigen, snelle promotie maken zoodat zij al zeer spoedig tot den rang van officier zijn opgeklommen. Dat wij niet overdrijven, bewijst de opvoeding, die de voornaamste vor- ten van den tegeuwoordigen tijd aan hun kinderen en kleinkinderen doen geven. Heeft de kroonprins van Duitsch- land niet achtereenvolgens alle rau- gen van het leger, van gewoon 'sol daat tot generaal, doorloopen en worden zijn zoons en kleinzoons niet geheel en al volgens streng militaire tucht, gelijk die in het Pruisische leger gebruikelijk is, grootgebracht? De kleinkinderen van koningin Victoria van Engeland worden op dezelfde wijze behandeld. Als gewone adelborsten hebben twee dier prinsen gedurende twee jaar aan boord van een oorlogsschip ge diend en moesten zij op uitdrukke lijk bevel der koningin met niet de minste toegevendheid, maar juist volgens de voorschriften, aan boord van Harer Majesteits oorlogschepen in zwang, behandeld worden. Voer de Napoleon III zijn jeugdigeu zoon zelf niet bij het uitbreken van den oorlog met Duitschlaud in het vuur en werd het niet luide uitgebazuind, dat de prins zijn vuurdoop reeds ontvangeu had! Frederik de Groote onderging de wreedste mishandelin gen van zijn vader, omdat hij zich meer op de wetenschappen, dan op de krijgskunst scheen toe te leggen, en zoo zouden er honderden voor beelden aan te halen zijn tot sta ving onzer bewering, dat het vooral de opvoeding der vorston in hun jeugd is, die hen zoo aan het mili taire leven doet hechten. De koning van België is dan ook zoozeer op de liefhebberij van het ernstig met hem sprak; toen deze ophield, antwoordde hij hartstoch telijk Ik zeg u immers, dat ik haar tot waanzinnig worden toe bemin en dat ik genegen ben, mij in het verderf te storten, om alleen voor haar te kunnen leven. Indien zij verlangt, miju naam te dragen en mijn vrouw te wezen wel, ik beschouw mijzelven niet als te goed voor haar. Henri's gelaat verloor den ern- stigen plooi, toen hij deze woorden hoorde; hij drukte Gaston hartelijk de hand. Ik zeg u, dat ik Minny voor een braaf, eerbaar meisje houdt; maar daarom wil ik volstrekt geen pogingen aanwenden, op uw han delwijze invloed te willen uitoefe nen, maar toch zal ik u van gan- scher harte geluk wenschen, als gij er in slaagt, Minny's wederliefde te winnen. Gaston greep Henri bij den arm. Kom mede, zeide hij, ik heb eeu verrassing voor u. Een verrassing? Welke? Minny is hier, ik zal u bij haar brengen. Is juffrouw Millner hier? riep Heuri op verrasten toon uit. Hoe komt die hier? Zij heeft reeds dikwijls in sa lons gezongen, en toen zij zoo plot seling in Parijs bekend is geworden, is zij op aanraden van Lodewijk door de gravin uitgenoodigd. Zij zal zingen. Sedert een uur zit zij ginds in den salon en reeds dikwijls heeft zij naar u omgezien. Zij brandt van verlangen, om u te zien en daarom benijden u alle heeren, die aan de uitnoodiging van den graaf gevolg hebben gegeven. Kom mede, om u te overtuigen. Gaston had Henri scherp aange keken; was hij tot nu toe niet ze ker van zijn gevoelens jegens haar, soldaatje spelen verzot, dat hij vol gaarne al de inkomsten van zijn Rijk zou willen besteden, om daar voor geregeld wapenschouwingen eu groote oefeningen te doen houden. Meer soldaat dan staatsman of geleerde, zijn de meesten hunner beter in staat het zwaard dan de pen te hanteeren, en al is het tegen woordig voor iederen vorst een eisch, dat hij wetenschappelijk en alge meen ontwikkeld is, het is toch zeldzaam, dat zij, zooals de Oosten- rijksche kroonprins, in navolging van koningin Victoria en hare dochters, en ook van Roemelië's begaafde koningen, zeiven boeken schrijven en in het licht geven of zich op eenige kunst toeleggen. Weike echter de oorzaak van die zucht naar oorlogsbedrijven bij de vorsten ook zij, die zucht heeft hare nadeelige zijden, want natuurlijker wijs verzetten zij zich maar zelden tegen het op de been brengen en houden van groote troepenmachten en dit komt den onderdanen op zware opofferingen te staan. Het budget vau oorlog is in de meeste landen het aanzienlijkste der ge- heele begrooting, en ieder jaar stij gen nog de sommen, d:e overal voor dat departement noodig zijn. Duizenden jongelingen worden jaar lijks aan hun ouders ontrukt om ge- ruimen tijd in de legers van den Staat te dienen, wat een groot be letsel voor hen is, om vooruit te komen op het beste van hun leef tijd. Door de groote legers, welke er in sommige landen ten dienste van den vorst staan, worden zij zoo licht verleid om misbruik van ge zag te maken en aan minder sterke of minder goed voorbereide naburen den oorlog te verklaren, want al ipeelt de diplomatie in zulke ge nu was hij overtuigd, dat hij iu hem geen mededinger te vreezeu had. Zeker, Henri had geen reden, om zich niet te verheugen over een ontmoeting met het scüoone meisje, voor wie hij sedert de eerste ken nismaking een oprechte sympathie had opgevat, en in wier toekomstig levenslot hij eeu levendig belang stelde; maar dat was ook alles. Gaston leidde Henri langs ver scheidene wandelende paren en pra tende groepen door verschillende 6alons, tot zij eindelijk aan een ver trek kwamen, dat door een portière van zware, prachtig bewerkte stof van de overige zalen gescheiden was. Eeu bediende stond bij de por tière en opende deze voor de beide jongelieden, die zonder aarzelen de blijkbaar gereserveerde kamer bin nentraden. In den salon bevonden zich, behalve tien of twaalf heereD, verscheidene dames. In het midden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1885 | | pagina 1