vallen een groote rol, aan de ge
kroonde hoofden ligt meestal de
beslissing of er oorlog, dan wel
vrede zal zijn. Om echter billijk te
zijn, moeten we erkennen, dat niet
altijd een Vorst het in zijn macht
heeft den oorlog tegen te houden,
al is het evenzeer waar, dat som
mige vorsten de gelegenheid tot
strijd volgaarne aangrijpen, omdat
zij daarin een afleiding zien voor
hun wat al te woelige onderdanen,
die het hun anders wel eens te
lastig zouden maken, of wel dewijl
zij hopen, dat zij door een roem-
vollen krijg zich meer in de gunst
van hun volk mogeu verheugen.
Soms echter is het niet de vorst,
die den oorlog wil, maar het zijn
de onderdanen, aan wier drang hij
niet kan weerstaan zonder zijn kroon
op het spel te zetten en in zooda
nig geval verkeert thans Milan,
koning van Servië! Sw.
UJiKMitKN OVKHZKIHT.
Tengevolge van door niets ge
rechtvaardigd aanvallen der troepen
van Bulgarije, die de Servische
grenzen hebben overschreden, is den
heer Rhangabé, Servisch gezant te
Sofia, last gegeven, aan de Bulgaar-
sche Regeering te verklaren, dat de
regeering van Koning Milan deze
handelingen met eene oorlogsver
klaring beantwoordde.
De vrede eindigde Zaterdagmor
gen te 6 uur.
Koning Milan heeft het opperbe
vel over het Servische leger aan
vaard.
Eene afdeeling, bestaande uit een
bataljon infanterie, drie eskadrons
cavalerie en 15 stukken geschut, is
het Bulgaarsche grondgebied bin
nengetrokken, in de richting van
Planitza.
Na de Zaterdag gehouden gods
dienstoefening in de kathedraal te
Philippopel heeft vorst Alexander
van Bulgarije eene proclamatie
voorgelezen, waarin de oorlogsver
klaring werd aangekondigd. Hij
drukte daarbij zijn zorg en zijne ver
rassing uit over het feit, dat de Ser
viërs, broederen door bloed en gods
dienst, den broederoorlog begonnen
zijn in deze voor de kleine Balkan-
staten zoo onrustvolle tijden. Alexan
der riep alle onderdanen, die de wa
penen kunnen dragen, op, om voor
de vrijheid en voor de eer van het
vaderland te strijden; en besloot met
het aanroepen van de hulp des Al-
machtigen voor de goede zaak van
Bulgarije.
Vorst Alexander is onmiddellijk
naar Sofia vertrokken.
De Bulgaarsche Regeering
heeft tot de mogendheden een pro
test gericht tegen de beschuldigin
gen der Servische Regeering. Zij
werpt op Servië de verantwoorde
lijkheid voor den ongerechtvaar-
digden aanval.
Vorst Alexander beschuldigt in
een dagorder koning Milan van
Servië, dat hij Bulgarije op laag
hartige en verraderlijke wijze heeft
aangevallen. Hij geeft den Bulgaren
last, om het over de grenzen ge
drongen Servische leger te vervol
gen tot het geheel zal zijn vernie
tigd. De volgende berichten komen
van het oorlogstooneel:
De Serviërs hebben tegen Trin
eene offensieve stelling aangenomen
en zonder strijd de Bulgaarsche dor
pen Miloslewsi, Zeleni, Grad en
der groep bevond zich de schoone
zangeres.
VlIIe Hoofdstuk.
Henri kende niemand der aan
wezigen behalve Minny; nog nooit
had hij het jonge meisje zoo be
koorlijk schoon gezien als heden;
haar oogen schitterden van vreugde,
en op haar lippen zweefde een vroo-
lijke lach. Toen het gordijn op zijde
geschoven werd, om Gaston en Henri
binnen te laten, hadden de meesten
der aanwezigen zich omgekeerd, om
te zien, wie de gevierde ichoone
nog meer zijn compliment wilde
komen maken; ook Minny had op
gezien, en zij kon een uitroep van
vreugde nauwelijks weerhouden,
toen zij naast Gaston Henri her
kende. Zonder zich aan de aanwe
zigen te storen trad zij met uitge
stoken hand op den jongeling toe.
Zijt gij daar eindelijk? riep
Zwonsi bezet. Te Trin hoort men ka
nonvuur. Bijzonderheden ontbreken
nog; maar het is niet zeer waar
schijnlijk dat spoedig een ernstig
gevecht zal geleverd worden. De Bul
garen wachten in posities, achter de
grenslijn in een omtrek van 20 ki
lometers, den aanval van den vij
and af.
De Servische troepen zijn op
gerukt in de richting van Zaribrod,
en hebben deze door de Bulgaren be
zette plaats genomen. Het was echter
de bedoeling niet van de Bulgaar
sche bevelhebbers, deze plaats, die
geen strategisch punt is, te verde
digen. Zij trokken daarom de voor
hoede terug naar Dragoman, waar
het gros der troepen is geconcen
treerd in een défilé. Dragoman is
goed bewaakt, en zou waarschijnlijk
weldra het tooneel van den strijd
worden.
Dragoman ligt aan den grooten
weg, die van Nisch over Pirot, Za
ribrod en Sliwnitza naar Sofia voert.
Het is 12 kilometer van Zaribrod
en 42 kilometer van Sofia verwij
derd. De bergpas, door welken deze
weg voert, bereikt in de nabijheid
van Dragoman zijn grootste hoogte
(2380 voet.) Zaribrod ligt ruim 900
voet lager.
Tengevolge van Servië's oorlogs
verklaring is de Conferentie te Con-
stantinopel voorloopig op zij ge
zet. Het belangrijkst is de verkla
ring der Porte, dat zij Servië's oor
logsverklaring niet beschouwt als
een reden tot oorlog voor Turkije.
Dientengevolge maakt de oorlogs
verklaring op de beurzen van Ber
lijn en Weenen slechts geringen
indruk. De Porte is voornemens ook
deze zaak aan de beslissing der
Europeesche Mogendheden te onder
werpen.
De Servische gezant te Londen
verklaarde, dat de oorlog, naar hij
gelooft, niet bloedig en van korten
duur zal zijn, en dat daarna Servië
en Bulgarije, evenals Duitschland en
Oostenrijk, betere buren dan voor
heen zullen worden.
Dépêches, te Londen van het
oorlogsveld ontvangen, melden, dat
de Servische troepen zegevierend
op Sofia aanrukken, en de Bulgaar
sche troepen vechtende retireeren.
Het officieuse Journal de St. Pè-
tersbourg veroordeelt het optreden
van Servië, en laat zich op afkeu
rende wijze uit over de houding
der Conferentie, die geheel onder
den invloed van Engeland staat en
geen vorderingen maakt. Niettegen
staande de droefheid over dezen
strijddie met een broedermoord
gelijk staatkan Rusland niet
treden in de voetstappen van iede-
ren Balkanstaat. Zal het herstel van
den vorigen staat van zaken dat
gisteren nog mogelijk was, ook he
den nog mogelijk zijn? Met een
weinig meer eerlijkheid, een weinig
minder streven naar diplomatiek
succes, zou de noodlottige strijd ge
makkelijk te vermijden zijn geweest.
De meeste toongevende bladen
veroordeelen de oorlogsverklaring
van Servië als een tot broedermoord
leidendavontuurlijk ondernemen.
De Novoja Vremya beschouwt
haar als eene schending van het
traktaat van Berlijn, die nog van
veel ernstiger aard is dan het revo
lutionair streven van den vorst van
Bulgarije, om de vereeniging van
zij met van vreugde stralende oogen
uit. Ik vernam ongeveer een uur
geleden, dat gij ook hier zoudt ko
men. Wat deed het mij een genoe
gen, toen ik dat hoorde. Gij kent
dus den graaf De Mallepeyre?
Zooals gij ziet, antwoordde
Henri, terwijl hij, verheugd over de
hartelijke ontvangst, de hem toege
stoken hand drukte.
Maar dat hebt gij mij nooit
verteldAls gij er mij ooit van ge
sproken hadt....
Zij hield plotseling op en haar
gezicht betrok een weinig; daarna
stak zij plagende den wijsvinger op
en zeide:
Dat is ook waar ook, wanneer
zoudt gij het mij gezegd hebben?
Sedert wij niet meer naast elkander
wonen, heb ik u niet meer gezien;
ik vind het niets lief van u en ik
moest u eigenlijk eens ter dege be
knorren, dat gij geen woord hebt
gehouden, maar ik kan niet lang
dezen Staat met Oost-Roemelië tot
stand te brengen.
De Petersburger Nomosti en de
Duitsche Petersburger Zeitung zijn
van oordeel, dat Rusland onmogelijk
rustig kan toezienhoe de Bulgaren,
die het heeft bevrijd, en de met
hen in stam verwante Serviërs el
kander verdelgen. Het laatste blad
wijst er bovendien op, hoe snood
Servië zijne bij herhaling afgelegde
belofte heeft gebrokeD, om zich tot
het einde der conferentie rustig te
houden.
De Russische Petersburger Zeitung
ziet in de oorlogsverklaring het re
sultaat der plannen van Lord Sa
lisbury, het voegt er bij, dat men
in Sofia wel ouderscheid zal weten
te maken tusschen de vriendschap
van den Russischen bevrijder en de
platonische sympathie van het En-
gelsch kabinet.
IlINNKNUNI).
Haarlem, 16 November 1885.
De zangvereeniging «Haarlem's
Zanggenot» zal zich morgen in de
Soc. de Kroon doen hooren.
Op het programma komen vele
fraaie nummers voor, waaronder er
zijn voor bas- en bariton-solo.
Dat men ook instrumentaal ge
not zal kunnen smaken, doen ons
de nummers «Trio voor viool, vio
loncel en piano» van Meijer en Wohl-
fahrt verwachten.
Enkele nummers voor koor als
«Omhoog» van Heinze, «Vineta»
van F. Abt, en «Ossian» van J.
Beschnitt doen ons het vermoeden
uiten dat de vereeniging flink hare
krachten inspant. Moge zij er suc
ces mede hebben!
Wij vestigen de aandacht op
den dezer dagen door de heeren de
Haan en Zoon, boekhandelaars
alhier, verspreiden, fraai uitgevoer-
den «Memorandum-kalender» voor
1886. De firma heeft dit gedaan als
invitatie om hare, zooals alle jaren,
keurige en gunstig bekende St.
Nicolaas-étalage te komen bezich
tigen.
Gisteren (Zondagavond) heeft
de Groot Hertogin van Saksen-Mei-
ningen met gevolg het Bach-Con-
cert in de Sociëteit «de Vereeniging»
alhier bijgewoond.
Door de politie alhier is aan
gehouden en naar het huis van
arrest overgebracht Gerardus Jo
hannes Meijer, oud 55 jaren, ge
boren te Stompwijk, die verschil
lende ingezetenen alhier heeft op
gelicht door middel van een val-
schen bedelbrief, door hem onder
teekend met den naam van Doctor
Posthuma. Op 3 November jl. was
hij uit de gevangenis te Utrecht
ontslagen, waarin hij acht maanden
voor gelijk feit heeft doorgebracht.
Sedert 10 dezer wordt alhier
vermist H. P. Coster oud 58 jaren (Is
raëliet) klein van persoongrijs
haar, het rechteroog missend,gekleed
met kort zwart lakensche jas, donker
grijzen broek, pet en gekleurde pan
toffels.
Zijne vrouw vermoedt dat hem
een ongeluk is voorkomen.
De commissaris van politie alhier
verzoekt zijne opsporing en bericht.
Door den Minister van Jus
titie is aan den rijksveldwachter
der 2e klasse (brigadier-majoor) G.
P. Methorst, te Zevenaar, zijne bij
zondere tevredenheid te kennen ge-
boos zijn, en toen ik u zoo even zag
binnenkomen, had ik geheel verge-
geten, dat ik boos op u wilde zijn.
Het heeft mij ook zeer verrast,
toen ik hoorde, dat gij hier waart.
Gaston zeide het mij.
Zoo, uw vriend?
-En zult gij heden avond zin
gen?
Zeker, en het doet mij veel
genoegen, dat ik deze gelegenheid
heb. Het is heden avond de laatste
maal, dat ik in een salon zing. In
het huis van den graaf De Malle
peyre komen de eerste familiën uit
Parijs bijeen, en als ik eens voor
hen heb gezongen, ben ik voor hen
geen vreemdeling meer, en dat is
voor de schouwburgen hier ter stede
van groot belang, en daarom heb
ik dadelijk toegestemd, toen de graaf
De Mallepeyre mij het verzoek der
gravin bracht. Binnen enkele dagen
treed ik voor het eerst opgij hebt
toch het stuk gelezen, dat onlangs
geven, wegens den buitengewonen
ijver en het beleid door hem be
toond bij de opsporing en aanhou
ding van den dader van den op 16
Maart jl. te Wageningen gepleeg-
den manslag.
Door stemgerechtigde inge
landen van den Diemerpolder is be
sloten het onderhoud der water-
keering met 1 Januari 1887 op den
polder te doen overgaan.
Voor echter de kaden door het
bestuur van de Verhoefslaagden
kunnen worden overgenomen, zullen
zij eerst in voldoenden staat moe
ten gebracht worden.
Het droogmalen vorderde de vorige
week goed. Sedert de machine van
Gebrs. Smulders begon, is met be
hulp van den watermolen omstreeks
22 c. M. uitgemalen, eene hoeveel
heid van bijna 80,000 M3. Op en
kele plaatsen wordt een strookje
land zichtbaar.
Het Hoofdbestuur der Ver
eeniging tot bevordering van fa
briek- en handwerksnijverheid in
Nederland heeft een rapport open
baar gemaakt van een onderzoek
naar de middelen, in verschillende
gemeenten des lands aangewend
tot bestrijding van tijdelijke wer
keloosheid. Het constateert, dat de
werkeloosheid tot dusver in Nederland
niet uitgestrekt was en geenszins
het karakter eener algemeene kwaal
heeft verkregen. Met bezorgdheid
evenwel ziet men den naderenden
winter tegemoet. Volgens het rap
port behoort tijdelijke werkver
schaffing, zoo wat belooning als
aard betreft, achter te staan bij den
geregelden arbeid. Den weg, in Am
sterdam ingeslagen, acht het rap
port niet den beste, doch het aldaar
gehouden toezicht heeft veel kwaad
voorkomen. De rapporteur, dr. J.
Th. Mouton, komt tot de slotsom,
dat het onverantwoordelijk is werk
verschaffing te gaan toepassen, in
dien men niet met de uiterste in
spanning tracht zooveel mogelijk
kwaad te vermijden; en dat het
voor groote steden noodzakelijk is,
de maatregelen zóó te nemen, dat
de toevloed of het voortdurend ver
blijf van vreemdelingen daardoor
niet worde bevorderd.
De groote internationale wed
strijd op schaatsen van wege het
Nederl. Schaatsrijdersbond zalditjaar
tusschen den Hondsweg en het
Noordwillemskanaal (bij 't dorp Pa-
terswolde) plaats hebben.
In een buitengewoon politie
blad verzoekt de officier van Justi
tie te Amsterdam, opsporing, aan
houding en opzending van Fritz
Wolff, gewoond hebbende te Am
sterdam, daarna te Antwerpen, nu
vermoedelijk in Duitschland, Emile
Eckhardt, zich noemende of wellicht
genaamd Emile Paul, vroeger woon
achtig te Amsterdam, niet groot,
lichaamsbouw sterk en vrij zwaar,
haar zwart, knevel zwaar en zwart,
en Carl Witscheck, zich ook noe
mende Carl Wentzel, vroeger woon
achtig te Amsterdam, grootte mid
delbaar, haar zeer licht blond, baard
roodachtig blond, allen Duitschers.
De Arrond.-Rechtbank te Am
sterdam heeft op 12 Nov. jl. tegen
hen verleend rechtsingang met bevel
van gevangenneming, alsmede tegen
Wilhelm Fischer, in hechtenis te
Haarlem, en Friederich Heinrich
Werner, mede aldaar in hechtenis,
ter zake van: voor zooveel betreft
Fischer,Eckhardt (Paul)en Witscheck
diefstal van een brandkast met bui
ten- en binnenbraak, in de fabriek en
over mij geschreven is?
Zeker, en uw lieve attentie
heeft mij veel genoegen gedaan;
van harte deel ik uw blijdschap.
De groep, die Minny zoo plotse
ling had verlaten, om den jonge
ling te begroeten, beschouwde de
zen met verraste oogen. Henri's voor
komen bewees voldoende, dat hij
tot de eerste standen der maatschappij
behoorde, maar niemand der aan
wezigen had hem ooit gezien. Gas
ton bemerkte de algemeene verwon
dering en nieuwsgierigheid en maakte
hieraan spoedig een einde, door op
de hem welbekende personen toe
te treden en hun de gewenschte
inlichtingen te geven. Minny scheen
weinig lust te gevoelen, naar den
kring terug te keeren, dien zij zoo
juist had verlaten, zij trok Henri
mede in een hoek van den salon
en noodigde hem bijna uit, naaBt
haar plaat» te nemen.
Gij waart zoo even in gesprek
het kantoor van den heer B. C. J.
Lievengoed te Amsterdam in den
nacht van 16 op 17 Jan. jl. en wat
betreft Wolff, Fischer en Werner,
diefstal van vee in de weide.
•Onwaarschijnlijk is het niet dat
zij zich hier te lande ophouden.
Vermoedelijk zullen op hen revolvers
gevonden worden.
Omtrent het onderhoud dat Geel,
Heijer en Saür met den burgemees
ter van Amsterdam hadden, deelt
het R.blad nog mede:
Zij maakten zich bekend als be
langstellenden in de zaak der wer-
keloozen. Geel werd door den Bur
gemeester eenvoudig de kamer uit
gezonden, totdat het gesprek met
de anderen was afgeloopen om
dat de burgemeester hem eene
ernstige berisping wilde toedie
nen over zijne houding voor een
dag of veertien en jl. Maandag, eene
houding, die zeer ten nadeele kan
strekken van hem en van de zaak
der werkeloozen, die hij zegt voor
te staan. Deze ernstige vermaning
werd Geel toegediend in het bijzijn
van den hoofdcommissaris van po
litie.
Heijer en Saür verklaarden onder
den werknood niet te lijden.
In de meest duidelijke bewoor
dingen deed de burgemeester hun
gevoelen, hoe verkeerd demonstra-
tiën en optochten waren, en hoe
altijd, wanneer in Amsterdam ellende
door werknood werd geleden, par
ticuliere krachten zich hadden be
ijverd hulp te verleenen. Van de
gemeente was voor werkgeving niets
te verwachten.
Heijer en Saür vroegen daarop,
altijd als belangstellenden, eene be
lofte dat zou worden geholpen, en
goeden raad. Die belofte kon de
burgemeester natuurlijk niet geven,
maar hij gaf wel raad. Hij zeide
nl., dat men niet voort moet gaan
op den ingeslagen weg der groote
en kleine demonstratiën, want juist
zij, die hulp moeten verleenen, zou
den daardoor allicht worden inge
nomen tegen den werkenden stand
in 't algemeen, die dat in geenen
deele verdient.
Aardig is 't, dat Heijer en Saür, die
met Geel binnentraden, verklaarden
met Geel niets te maken te hebben.
Door een lek in de straatpijp
is Zaterdag avond half acht te Am
sterdam de Lijnbaansteeg tusschen
Singel en Spuistraat nagenoeg ge
heel opengesprongen, zoodat de
huizen aldaar in eene Egyptische
duisternis verkeeren. Ongelukken
zijn er echter niet bij voorgeval
len. De passage is natuurlijk ge
stremd.
Omstreeks half vier had er
gistermiddag in het Wijngaardstraat
je te Amsterdam een vechtpartij
plaats. De aldaar gestationneerde
agent van politie wilde een der
vechtenden in hechtenis nemen, doch
ondervond zulk een verzet, dat hij
op den grond werd geworpen. Hij
had nog de gelegenheid om opzijn
alarmhoorn te blazen, waarop een
agent van politie der 3e sectie, hem
ter hulp kwam snellen. Hij ontving
echter een paar hevige slagen op
het achterhoofd, waarop hij bewus
teloos nederviel en met een brancard
naar het gasthuis meest worden ge
bracht. De hoofdschuldigen werden
daarna door andere inmiddels toe
gesnelde agenten in hechtenis ge
nomen.
De eigenaar van het dezer
dagen te Amsterdam door een poet
met gindsche heeren en dames en
ik heb u daarin gestoord, merkte
Henri op.
Mij gestoord? Volstrekt niet,
mijnheer De Langes, antwoordde
zij. Die heeren daar zijn vrien
den van den jongen graaf De Mal
lepeyre en deze heeft hen zooeven
aan mij voorgesteld.
Is de jonge graaf daar dan
ook bij? vraagde Henri.
Zeker, die groote jonge man
ginds, met dat zuidelijke type; hij
gelijkt volkomen op zijn moeder.
Gij kent hem dus?
'Wordt vervolgd.)