Jansen, gezagvoerder ter koopvaar-
1 dij, tot adjunct-commissaris der
loodsen te IJmuiden.
Wij hebben (zegi het Han
delsblad) inlichtingen ingewonnen
bij de Hollandsche IJzeren-spoor-
wegmaatscnappij naar aanleiding
i van haar verzoek aan den minister
van Waterstaat, dat de minister
eene commissie van deskundigen
benoeme tct het instellen van een
onderzoek naar den toestand van
het midden-stationseiland van het
Centraalstation te Amsterdam.
Het is ons gebleken, dat de Maat
schappij voor haar zelve een on
derzoek niet noodig acht, maar al
léén wenscht dat het reizend publiek
van regeeringswege worde gerust-
steld, nu allerlei overdreven en on
ware geruchten umtrent de werken
met eene vasthoudendheid, een be
tere zaak waardig, worden verspreid
en gehandhaafd.
Ook daar vernamen we, wat ons
onlangs door andere bevoegden is
medegedeeld, dat bij do viaducten
in de laatste maanden geen noe
menswaardige zetting is waargeno
men, en de verzakking onder de
bekapping bij het nieuwe centraal-
gebouw volstrekt geen invloed heeft
op het veilig verkeer van en naar
het station.
Dat die verzakking onaangenaam
is voor den Hollandscken spoorweg,
die gedwongen eene steeds onooge
lijker wordende barak als station te
gebruiken, met verlangen uitziet
naar het gereed komen der bekap
ping, opdat het nieuwe station in
gebruik kunne worden genomen,
spreekt van zelf. Het verzoek om
eene commissie te benoemen, staat
dus wel in verband met de wen-
schelijkheid tot het nemen van maat
regelen ter bespoediging van de
openstelling van het station, maar
bedoelt niet eene veiligheidsverkla
ring ten behoeve der Maatschappij.
Uitsluitend en alléén dus ter in
lichting van hen, die omtrent den
betwijfelden veiligen toestand van
een Rijkswerk geen andere verkla
ring voor juist beschouwen als van
het Rijk zelf, wordt officieele voor
lichting verlangd.
Daarop is trouwens door ons
reeds bij herhaling aangedrongen,
maar we betwijfelen of onderzoek
door eene speciale commissie daartoe
noodig zal zijn.
De gemeenteraad van Aals
meer heeft eergisteren besloten, het
tramplan Sanders, naar aanleiding
van het gunstig verslag, uitgebracht
door de commissie uit den Amster-
damschen gemeenteraad, ook finan
cieel te steunen, zoodra de Amster-
damsche gemeenteraad aan de hee-
ren S anders c. s. vergunning geeft
voor de exploitatie der aangevraagde
stadslijnen, waardoor het geheele
plan tot stand kan komen. Het
Hblad. verneemt, dat meerdere bij
het plan Sanders betrokken gemeen
ten bereid zijn in gelijken geest te
handelen.
Naar de Amsterd. Hgbl. v. N.
met zekerheid verneemt heeft de
gemeenteraad van Aalsmeer gisteren
besloten het tramplan-Sanders, naar
aanleiding van het gunstig rapport
uitgebracht door de commissie uit
den Amsterdamsche gemeenteraad,
ook financieel te steunen, zoodra de
Amsterdamsche gemeenteraad aan
de heeren Sanders c. s. de concessie
geeft voor de exploitatie der aange
vraagde stadslijnen, waardoor het
geheele plan tot stand kan komen.
Het verneemt dat meer bij het plan-
toenemende ontroering. Deel hem
alles mee en....
Neem mij niet kwalijk, maar
ik zal niet zoo gek zijn om mij zelf
in gevaar te brengen, viel Tom
hem eenigszins spottend in de rede.
De jonge heer zou misschien in
staat zijn, mij zonder complimenten
te laten gevangen nemen, zonder er
verder over na te denken, of hem
dit tot eenig nut kon zijn. Mijne
voorwaarden zou hij van de hand
wijzen; want hij weet niet, hoe
moeilijk het is, dokter Janin een
slachtoffer te ontrukken. Hij zou
zijne toevlucht tot het gerecht en de
politie nemenen ondanks deze
machtige hulp toch niets bereiken.
Janin treft zijne maatregelen zoo
goe 1, dat men hem niets ten laste
kan leggen, wanneer men hem niet
met veel overleg in de val lokt.
Ik moet zeer voorzichtig zijn, mijn
waarde heer, en gij moet geduld
hebben.
Sanders betrokken gemeenten be
reid zijn in gelijken geest te han
delen.
In het belang van het publiek
verzoekt men de JV. Veend. Cl. te
willen wijzen op het groote voor
deel, dat er bestaat in het splitsen
van pakketten boven de 5 kilo, door
ze dan als postpakketten in plaats
van in één pakket per spoor te
verzenden. Iemand te Wildervank
bestelde dezer dagen een artikel uit
Purmerend en ontving dit als vracht
goed per spoor en verder per goe
derentram. Het pakje woog 13 kilo,
en hij moest daarvoor betalen aan
vracht fl.28. Wanneer dit pakket
te Purmerend in drieën was gesplitst
en per post verzonden ware, dan was
het ten eerste veel zindelijker aan
het adres gekomen en had b j vendien
slechts 70 ct. aan vracht gekost.
Bij artikelen waar splitsing moge
lijk is, wordt daarom aangeraden,
ook voor zendingen boven de 5 kilo
van den pakketpost gebruik te ma
ken Men weet dan ook vooruit wat
het kost, en heeft niets te maken
met aanteekengeld hier, weegloon
daar, enz.
Om het spoorwegpersoneel,
hetwelk belast is met het afroepen
van de stationsnamen, bij vertrek
van treinen, in de wachtkamers,
te gerieven, is door den hoer Göring
een toestel uitgedacht dat, bij het
afluideu (waarschuwen) van een trein
de naam van het station, waarheen
de trein vertrekt, in een in de
wachtkamers geplaatst kastje aan
geeft en tevens de aandacht van de
reizigers er op vestigt, doordien
eene electrische schel, aan dat kastje
bevestigd, in beweging wordt ge
bracht. (Arnh. CQ
In de Portef. stelt Lina Schei
der voor, een gedenksteen te doen
plaatsen op het graf van wijlen
prof. Jonckbloet te Wiesbaden en
wel op Jonckbloets sterfdag in Octo
ber. Zij verklaart zich bereid zich
met de uitvoering van het plan te
belasten, indien de noodige mede
werking uit Holland niet ontbreekt.
Men schrijft ons uit Halfweg:
In den nacht van Dinsdag op
Woensdag sloeg, tijdens een hevig
onweder, de bliksem in de kerk der
Chr. Geref. aan den Ringdijk alhier.
Er werd een stuk uit den voor
gevel en van eenige banken splin
ters geslagen, doch geen brand ver
oorzaakt.
Een paard van de wed. Bakker
in den grooten IJpolder werd door
den bliksem gedood en een eiken
bergroede in dienzelfden polder van
pl. m. 10 M. lang en 0.30 M. dik
als een riet in tweeën gespleten.
De stortregens veroorzaakten vrij
wat schade aan den op 't land
staanden oogst.
Een colporteur vervoegde zich
Dinsdagavond aan een politiebureau
te Amsterdam, alwaar hij tegen zijne
dienstbode de beschuldiging inbracht
hem en zijne moeder te hebben ver
giftigd. Na ingesteld onderzoek
bleek de aangever aan verstands
verbijstering lijdende te zijn.
Drie personen in de Haar
lemmerstraat te Amsterdam zijn
Dinsdag, als verdacht van valschheid
in geschrifte, in hechtenis genomen.
De gebroeders Mens zijn bij
zonder ingenomen met hunne be
noeming tot broeder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw. En te
meer, wijl de belooning voor hun
moedig gedrag zoo geheel onver-
Hoe lang nog? zuchtte de
oude man.
Hoe lang dat ook duren moge,
gij moet wachten.
Ik heb reeds vijf en twintig
jaar gewacht.
Zóó lang duurt het niet meer,
misschien niet eens vijf en twintig
dagen. Zoodra de jonge heer mijne
voorwaarden aangenomen en mij
vasten borg gesteld heeft, zal ik u
onmiddellijk de vrijheid geven. Maar
ik herhaal het: daarover kunnen nog
eenige dagen vecloopen en ik raad
u ten sterkste aan niets te eten of
te drinken, wat ik u niet zelf ge
bracht heb.
De patient keek den oppasser ver
wonderd aande toon, waarop Tom
dit gezegd had, was wel geschikt
hem in ernst ongerust te maken,
en een vreeselijk vermoeden in zijne
ziel op te wekken.
Gij weet het, Janin's grond
beginsel ishet doel heiligt de mid-
wacht kwam. Toen zij Vrijdag bij
den burgemeester werden ontboden,
wisten zij «van den prins geen
kwaad». Jacobus wilde zoo maar
(tin zijn gewone spulletjes» gaan,
maar Leendert bracht zijn broeder
aan het verstand dat men «knapjes
voor zijn Achtbare moest compa-
reeren.»
Gelijk reeds vermeld werd, ont
vingen zij van verschillende zijden
blijken van belangstelling. Zaterdag
ochtend vertelden zij, niet zonder
voldoening, dat er al ver in de
twintig brieven en briefkaarten wa
ren gekomen. Ook de vischmarkt,
waar beiden dagelijks handel drij
ven, liet zich niet onbetuigd. De
aanlegplaats van de schuit was met
het dundoek getooid. Leendert is 44
jaren oud, getrouwd en vader van
acht kinderen. Jacobus is de zestig
biina gepasseerd, Zij wonen in de
Willemstraat, voorheen helEransche
pad genaamd, en destijds eene smalle
onaanzienlijke gracüt, gelijk men
zien kan op de fraaie aquarel, die
zij onlangs ten geschenke ontvingen
en waaraan eene plaats werd inge
ruimd aan den wand van de mooie
kamer bij Leendert. Er zijn daar
meer reliquiëen, zou men zeggen,
met het oog jp de gehechtheid, die
de eigenaar er voor aan den dag
legt, wanneer hij ze den bezoeker
toont. Bij het raam hangt o. a. het
portret van prinses Wilhelmina; een
gouden kroon op een kussen prijkt
op de lijst. Een enkele blik op de
gezichten van Leendert en zijne
vrouw bij dit portret, vestigt de
overtuiging, dat het aanvallig ko
ningskind eene ruime plaats in hun
hart bekleedt, en dat de uitdruk
king «de hoop des vaderlands» voor
hen geen ijdele klank is.
Verder ziet men, behalve por
tretten, de afbeelding der konink
lijke familie in was, onder eene
glazen stolp. Een groote vlieger,
met het stedelijk wapen, hangt
eveneens aan den wand.
In de woning van Leendert, welke
men door eene gang binnentreedt,
ziet het er net en zindelijk uit. Zij
getuigt van welstand, en men kan
zien dat de huisvrouw, èene stoere
vrouw, met een forsch, maar vrien
delijk uiterlijk, er de hand aan
houdt. Het spreekt van zelf dat zij
niet weinig deelt in den rechtma-
tigen trots van haten man. Ook de
kinderen van dit echt Hollandsche
paar waren niet weinig opgetogen
over de heugelijke gebeurtenis.
Even natuurlijk echter, dat de
bezoekers, die het voorrecht hadden
van in de mooie kamer te worden
toegelaten, het gesprek brachten op
de geschiedenis van de neergehaal
de vlaggen, maar opmerkelijk was
het, met hoe weinig zelfverheffing
en op welk een eenvoudige en
naïeve wijze Leendert, die de vlag
wegnam, eene voorstelling daarvan
gaf.
Hij kwam dan toevallig met ziju
broeder langs de Zaterdagsche brug
en ziet daar de roode en zwarte
vlaggen wapperen. Eene rilling voer
hem door het lijf, uit verontwaar
diging en medelijden tegelijk met
de menigte, die het tot het uiterste
wilde laten komen.
«Dat loopt hier op moord en dood
slag uit, moet dat maar zoo?»
zei ik tegen m'n broer. Jacobus
dacht dat er niets aan te doen viel.
Jawel, zei ik, die vlaggen moeten
weg; waarop Jacobus antwoordde:
«dat doe ik voor geen duizend gul
den».
delen, ging Tom voort, -ik weet
niet, wat hij zal doen, nadat hij een
samenzwering tusschen ons beiden
meent ontdekt te hebbenmaar wij
hebben in allen geval het ergste te
vreezen, en dus is het raadzaam op
alles voorbereid te zijn. Toon geene
achterdocht, als het drinken u ge
bracht wordt; onverschillig wat het
ook is, neem het aan en gooi het
later weg; mocht de gifmenger zelf
komen en u willen dwingen, het
op te drinken, laat dan, als uit on
voorzichtigheid het glas vallen. Dat
is alles, wat ik voor het oogenblik
te zeggen heb, verdere onderhande
lingen bewaar ik voor later.
Halt, halt! riep de oude
man; maar de oppasser lette daar
niet op; hij opende snel en zonder
geruisch de deur en trad in de gang.
Nu is de baan betreden,
mompelde hij, nu heet hetvoor
waarts. Terug kan ik niet meer en
blijven staan kan ik ook niet, als
Onderwijl waren zij bij de brug
en te midden van de opgewonden
menigte, die door Leendert toege
sproken werd«Broers, is dat
niet God geklaagd, die bloedvlag
hier? wat mot daarvan groeien?»
Waarop een groote, zwaar gebouwde
kerel met blond haar en blonden
baard, de beide mannen met vloeken
en bedreigingen tegen hun leven
tegemoet trad. «Zouwe julli geld
wolven, daar wat an wille doen?
Terwijl Leendert en Jacobus nog
trachten de menschen te vermanen
hun dolzinnig bedrijf te staken, nam
genoemde kerel met zijn aanhang
eene dreigende houding aan en daag
de bij de beide mannen uit om de
vlag zelfs aan te raken.
Denk je dat k' niet durf?» zei
Leendert. En in hetzelfde oogen
blik was de vlag van de lantaren
neergehaald. Met moeite gelu cte
het hun, dwars door het gewoel
heen, de lantaren aan de andere
zijde der brug te naderen en even
eens van de vlag te ontdoen. De
roode werd in de gracht geworpen,
de zwarte vlag werd aan flarden
gescheurd, die Leendert in «de straat»
in een put smeet, waar ze nog
ligt.» -4
In weerwil van de bedreigingen
van het volk dat blijkbaar te zeer
onder den indruk van het gebeurde
verkeerde om de daad bij het woord
te voegen, bleven zij tot de eerste
schoten vielen.
Zoo ongeveer, maar met wat meer
woorden en in zijn eigenaardige
spreekwijze, vertelt Leendert zijn
wedervaren, terwijl zijne vrouw, die
naar het uiterlijk heel wat meer
«mans» is, het verhaal aanhoort
als de natuurlijkste zaak der wereld.
Bij al zijne bescheidenheid ge
raakt Leendert wel eens in vuur;
dat is, als de verontwaardiging over
andere vlaggen in de straten dan
de vaderlandsche weer boven komt,
of als hij van zijn vader spreekt,
wiens nagedachteais hij een onbe-
grensden eerbied toedraagt. Het is
een eigenaardig genot, dien een-
voudigen werkzamen man, onder
wiens boezeroen een warm hart
klopt, bij zijne benoeming, te hoe
ren zeggen: «dit had vader nog
eens moeten beleven!» "«Sf «jj
(AVR. Ct.)
E;ne militaire autoriteit in eene
garnizoensplaats, niet ver van de
hoofdstad gelegen, ontving dezer
dagen van den eersten wethouder,
tevens fungeerend burgemeester,
eener zeer welvarende gemeente, het
volgende officieele briefje:
«de wel Ed Heer Oversten
met beleeft verzoek voor de fa-
mieltje van deof hij een h
twee dagen promiscie kunt krijgen
om het bij zijn van een broeder van
hem die gaat trouwen
bij af weezen van den
Burgemeester
Augustus 86.
Weth»
Volgens bericht van Terschelling
zijn op 24 Aug., uit de Lntine op
gehaald 20 Spaansche matten en
2 goudstukjes.
Uit Terschelling wordt geseind,
dat gisteren uit de Lutine geborgen
zijn 413 Spaansche matten, 21
kleine zilverstukken en 7 goud
stukken.
Door de politie te Leiden is aan
gehouden een manspersoon, genaamd
ik mij zelf niet in gevaar wil bren
gen
Hij sloot den corridor weer af en
ging naar beneden om in den tuin
het opzicht te houden over de pa-
tienten, die zich hier 's middags met
het een of ander onledig hielden of
wat mochten wandelen.
Ve Hoofdstuk.
Alfred Frohherg scheen het doel,
waarmee hij in het vaderland terug
gekeerd was, geheel en al vergeten
te hebben; zijn neef geloofde het
ten minste en de jonge man vond
het natuurlijk in zijn eigen belang
hem in dit geloof te sterken.
De oude heer bekommerde zich
weinig om zijn neef; hij had de
bibliotheek, de paarden en rijtuigen
tot zijne beschikking gesteld, urpatte
ook 's middags en 's avonds aai
tafel een uurtje met hem en liet het
verder aan zijne dames over om den
J. S., zich voordoende als Fransch
godsdienst-onderwijzer en in die
hoedanigheid ook trachtende gel
den machtig te worden, op een
wijze, die veel overeenkomst had
me: bedelarij. Daar hij zondergeld
of middel van bestaan was, is hij
ter verwijdering uit het Rijk naar
Rotterdam overgebracht.
Gisterenmiddag is op de BreS-
straat te Leiden een kind door de
tram overreden; het werd bij den
heer Somerwil aldaar ingedragen,
alwaar de verwonding nog al ernstig
bleek te zijn.
Gisteren ochtend is te Rotterdam
door de politie nabij de Kulkkade
aangehouden een Fransehman, die
een 14jarigen kantoorbediende een
aangeteekenden brief, waarvan de
inhoud nog onbekend is, zou ont
vreemd hebben met behulp van nog
een persoon, vermoedelijk ook een
Fransehman, die zich met den ge
stolen brief uit de voeten zou heb
ben gemaakt. De zaak is in onder
zoek.
Uit Zuidrand meldt men aan het
D. v. Z. H. en 's Gr. van 22 Aug.:
Gisteren woedde in ons dorp een
verschrikkelijke brand. Acht gezin
nen zijn van huisvesting beroofd.
Het postkantoor is insgelijks ver
brand, alsook eene groote vlassers
stelling met 80 gemeten vlas. Naar
men verneemt, is er ook een kind
in de vlammen omgekomen. Door
onvoorzichtigheid van kinderen, die
met lucifers speelden, is het vuur
ontstaan.
Door het geluid der stoomfluit
van een in de groote haven te Gor-
kum liggende stoomboot, schrok een
voor een wagen gespannen paard
dezer dagen zóólanig, dat het aeh-
teruitloopende, met den wagen van
den vrij aanzienlijk hoogen kade
muur in het water stortte. Met veel
moeite slaagde men er in het paard
uit het tuig los te snijden en het
op een daartoe geschikte plaats op
het droge te brengen, terwijl de
wagen, met behulp van een schip
onder de op den havendijk staande
kraan gebracht, deerlijk gehavend
uit het water werd opgehaald.
Twee rijksambtenaren, gestation-
neerd te Lage, nabij Ootmarsum,
hebben Maandag avond den land
bouwer R. betrapt bij het bedriege-
lijk invoeren van zes varkens. De
dieren werden in beslag genomen
en tegen den geleiders is proces
verbaal opgemaakt.
Zondag was een vierjarig kind
te Lutten (gem. Ambt-Hardenberg)
aan het spelen met een mes. Het
kind struikelde, viel en bezeerde
zich met het mes in de keel, zoo
dat het bijna onmiddellijk overleed.
Aan het station Kempen, waar de
vorige week de conducteur Eich
verongelukte, is nu weder de 23-
jarige wisselwachter Johan Straten
tusschen den trein gekomen en ge
dood. Aan het station liep ook de
sneltrein van Vlissingen op eene
verkeerde lijn, omdat de electrische
wisselverbinding dienst geweigerd
had. De machinist, die het onheil
bemerkte, wist, door spoedig te rem
men, een groot ongeluk te voor
komen.
logé aangenaam bezig te houden.
Zoo was Alfred dus het grootste
gedeelte van den dag in gezelschap
van Hulda, en hoe meer hij het
levenslustigebeminnelijke meisje
leerde kennen en hoe dieper hij in
hare reine ziel blikte, des te inniger
kreeg hij haar lief.
Zij reden te zamen uit, schertsten
en keuvelden met elkaar als zor-
gelooze kinderen en toen mevrouw
Frohberg eens aan haren echtge
noot hare ongerustheid hierover te
kennen gaf, glimlachte de oude heer
spottend en antwoordde, dat hij niet
zoo onverschillig was als het wel
scheen en tusschen beide zou tre
den, zoodra hij een wezenlijk ge
vaar ontdekte; voorloopig vorderde
evenwel zijn eigen belang den on-
genooden gast het verblijf onder
zijn dak zoo aangenaam mogelijk
e maken.
Wordt vervolgd.)