4e Jaargang.
Maandag 6 September 1886
No. 971.
ABONNEMENTSPRIJS:
VerseiiijRt Dagelijks uitgenomen Zan-en algemeene Fsestdsges.
ADVERTENTIËN:
Humoristisch Zondagsblad.
Een gemakkelijke broodwinning.
FEUILLETON.
popu mm-1
Voor Haarlem per maand40 Cent».
Franeo door geheel het Rijk p. maand 55
Afzonderlijke Nommer» 5
Brieven, gelden, advertentiën enz. franeo te adresseeren
aan het Bureau, Kleine Houtstraat No. 9.
Hoofdagenten voor het buitenland: Compagnie Générale da s ub li cite Etrangère G. L.
DAVBE Co., JOH. F. JONES, Suer., Parijs, Slbis Faubourg flontmarir».
yon 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cent».
Grroote letters naar Plaatsruimte.
Advertentiën worden aangenomen totmiddags 12 uurt
MUSEUMS EN ANDERE BEZIENSWAARDIGHEDEN VAN HAARLEM.
Koloniaal museum van het Paviljoen. IngaBg aan de Dreefzyde 2e deur. Geopend dagelijkg van 10 tot 4 nur. Toegang 25 cents per peraoon. Donateurs en leden der Nodcrkndsehe Maatschappij tor bovorderiug van Nyverlioid hebben 'p
»artoan van diploma vryoa toegang, donateurs met gezelschap, leden met 1 dame. Museum van kunstnijverheid op het Paviljoen. Ingang b'routzijdo van liet Piivi'joen op het terras. Geep, lag. v 104 uur. Toegang 25 ot. p. persoon. Donateur» e -,
FSi«nder Nederlandache Maatschappij ter bevordering van Nijverheid hebben op vertoon van diploma vryeu toegang, donateurs rnet gezelschap, leden met 1 dame. bisschoppelijk museum voor kerkelijke oudheid, kunst eu geschiedenis, voo.a!
fin Nederland en meer byzonder van het Haarlemsche Bisdom, Kruisweg No. 69. Geopend dagelijks, uitgenomen Zaterdag, Zon- en Fecstdagon, van 10—5 uur. Toegang 25 conts per persoon. Doorloopendo toegangskaarten voor een geheel ja&»
i galden. Museum der stad Haarlem op het Raadhuis. Geopend van 15 April tot 14 October alle werkdagen vau 104 uur, van 15 October tot 14 April op die dagen van 10—H uur tegen betaling van 25 cents per persoon, alleen op
Ssndagen kosteloos van 124 uur, de overige Christelijke feestdagen tegen betaling van 25 cents per persoon. Kinderen beueden da 8 jaren worden in het geheel niet toegelaten; kinderen van 8 tot 14 Jaren niet dan onder behoorlijk geleide.
d'Sfflrt museum in de Damstraat. Geopend dagolijkR uitgenomen Zaterdag, Zon- en Keeatdageu van 118 uur. Teylers bibliotheek. Geopend Woensdag, Donderdag, Vrydag oa Zaterdag van 14 uur. Stadsbibliotheek Prinsenhof. Geop s
Woensdag en Zaterdag van 24 nur. Orgel-be speling in de Groots Kerk. Dinsdag van 1—2 en Donderdag van 2—8 unr. Toegang (deur Ondegroecmarkt) vry.
Aan onze lezers binnen
de stad wordt medegedeeld,
dat in den loop dezer week over
Tiet abonnementsgeld van de
maand Augustus per kwitan
tie zal worden beschikt
Bij dit nummer wordt aan de
geabonneerden op het Humoristisch
Zondagsblad No. 6 toegezonden.
Abonnementen op het Zondagsblad
worden ten allen tijde aan ons Bu
reau, Kleine Houtstraat no. 9, aan
genomen.
DE ADMINISTRATIE.
Misschien zal menig: lezer, bij het
zien van dit opschrift, haastig eenige
regels overspringen om te vernemen,
op welke wijze hij op een gemak
kelijke manier zijn kost kan verdie
nen, want zonder nu juist de zaken
al te zwaar te tillen, kan toch niet
geloochend worden, dat menigeen
met hard tobben en zwoegen toch
nog niet het brood voor zich en de
zijnen kan winnen, zoodat er velen
zijn, die gaarne hun ambt of be
roep met een ander zouden verwis
selen, als zij de zekerheid hadden,
dat zij in hun nieuwen werkkring
niet meer door broodzorgen gekweld
werden, vooral als de arbeid niet
zwaar zou vallen.
Volgaarne zouden we den dus-
danigen onder onze lezers ter wille
zijn, maar och, het is zulk een
vreemde tijd, en het «Schoenmaker,
blijf bij je leest!» is zulk een gul
den woord, dat we verandering van
beroep niet buitengewoon kunnen
aanraden, en daarenboven is dege-
Het pticlit m tlokter Janin.
DOOR
EW. AUG. KöNIG.
27)
Vie Hoofdstuk.
De heer Frohberg zat in zijn stu
deerkamer voor de schrijftafel en
berekende de winst, die hij met den
oogst van het afgeloopen jaar dacht
te behalen.
Hij was zeer opgewektde uitslag
zijner berekening bevredigde hem
en daarbij was hij ook vervuld met
Rabenau's aanzoek, dat hem in eene
opgewekte stemming bracht.
Maar het zonnetje van geluk, dat
hem op dit oogenblik zoo helder
bescheen, zou spoedig bewolkt wor
den.
makkelijke broodwinning, waarop
we het oog hebben, alleen geschikt
voor lieden van het minste gehalte,
voor luiaards, domoors, verloopen
mannen en vrouwen.
We wenschen namelijk te spreken
over een misbruik in de maatschap
pelijke samenleving, dat zoozeer in
geworteld is, dat alle wetten onvol
doende zijn om het uit te roeien
we bedoelen het bedelen.
Bedelaars treft men op alle pun
ten der wereld aan; zijt ge in Egypte,
dadelijk komt een bende brutale
luitjes u omringen en met dreigende
gebaren en fonkelende oogeu schreeu
wen zij u toe: «Baschkies!» d. i.
een aalmoes of drinkgeld, naar ge
het noemen wilt. Te Napels, in Ita
lië, een stad zoo schoon, dat de
Italianen voor spreekwoord hebben:
«Eerst Napels zien en dan sterven
zijt ge letterlijk door bedelaars om
ringd.
Honderd en vijftig duizend laz-
zaroni, dus een derde der bevolking,
leven daar van hetgeen de liefda
digheid van vreemdeling en stadge
noot voor hen doet, en daar die
luitjes er met weinig tevreden zijn
en gij ze alleen om hun prachtige
koppen met pleizier een paar zil
verstukjes geeft, zijn ze daar de
ergste en brutaalste niet. In Ierland
leefde tot voor korten tijd evenzeer
een derde der bevolkiDg van bede
larij, maar de oorzaak daarvan lag
in de vroegere staatkundige en eco
nomische toestanden van het land.
Londen heeft geheele wijken, die
met bedelaars bevolkt zijn; maar die
lieden zijn daar dikwijls gevaarlijk
en bij het vreedzame bedelberoep
oefenen zij er veelal een ander min
der eerlijk bij uit, waaronder dat
van straatroover, dief en heler van
gestolen goederen het meest voor
komt. Waar men ook kome, overal
Eerst was het Hnlda, wier bin
nenkomst hem noodzaakte, zijn ar
beid te staken. Hij legde de pen
neer en keek lachend naar het meisje
op; hij twijfelde er geen oogenblik
aan, dat zij het aanzoek van den
rijken en voornamen heer zou aan
nemen; het zou immers eene on
verantwoordelijke dwaasheid zijn,
als zij uit de eene of andere luim
dit aanzoek van de hand wees.
Maar toen hij in het ernstige,
sombere gelaat van het meisje blikte,
verdween de lach van zijne lippen;
in deze bewolkte trekken las hij,
dat hij zich in zijne verwachtingen
volkomen bedrogen had.
Gij brengt mij het antwoord
voor mijnheer Rabenau? vroeg
hij. Ik hoop, dat gij ernstig hebt
nagedacht, vóór gij een besluit naamt;
mocht dat niet het geval zijn, neem
er dan den tijd voor, Hulda; zoo'n
haast is er niet hij het antwoord:
Rabenau zal nog gaarne eenige da-
treft men ze aan, bijna zonder uit
zondering in lompen of versleten
kleederen gestoken, om daardoor
het medelijden beter op te wekken,
overal indringend en brutaal en ge
reed u de laagste scheldwoorden
naar het hoofd te werpen, als ge
hun verzoek om een aalmoes afwijst,
of hun minder geeft, dan zij ver
wacht hadden. Lui van aard, mor
sig en onzindelijk op lichaam en
kleederen, lekker niet minder dan
lui en welbespraakt, als het er op
aankomt u meestal ellenlange on
ware geschiedenissen op te disschen
van doorgestaan lijden of vermeend
onrecht hun door anderen aange
daan, ziet daar het beeld in ruwe
trekken van alle bedelaars. Eerst
bedelen zij uit nood, later uit ge
woonte, nog later om op gemakke
lijke. wijze aaa den kost te komen,
er goed van te leven en nog een
aardigen stuiver over te houden
voor de kwade dagen, die kunnen
komen, maar een echt bedelaar
heeft daar weinig last van.
Men zal misschien ons oordeel
hard vinden en ter hunner veront
schuldiging aanvoeren, dat de tijden
zoo slecht zijn, en er aan werk zoo
moeilijk te geraken is. Och, ware
het zoo! Een echt bedelaar echter
doet liever alles dan werken, ter
wijl een arbeider, die geen werk
kan bekomen, liever gebrek lijdt
dan bedelt en in wanhoop soms eer
de hand aan zich zeiven slaat, dan
in nood om brood te vragen. Nog
de vorige week waren we er toe
vallig te Amsterdam getuige van,
dat een werkman begraven werd,
die zelfmoord gepleegd had, omdat
hij in ellende verkeerde en geen
uitkomst zag. 't Is ongelukkig,
maar toch waar. We willen echter
een uitzondering maken, namelijk
voor die lieden, welke door een on-
gen geduld hebben.
Is u de levenswijze van dezen
heer bekend? antwoordde Hulda,
en ook de klank harer stem deed
den ouden heer begrijpen, dat haar
besluit niet met zijne wenschen over
eenstemde.
Frohberg haalde zijne schouders op.
Wat dat punt betreft, daar
over maak ik mij niet bezorgd,
zeide hij. Als men jong is en rijk,
wil men het leven ook genieten, en
de ondervinding leert, dat mannen,
die in hunne jeugd, zooals men dat
noemt, uitgeraasd hebben, de beste
en degelijkste echtgenooten worden.
Het ligt later immers ook geheel
in uwe macht, uw man naar eigen
wensch op te voedenals eene jonge
en schoone vrouw zooals gij, geene
macht over haar echtgenoot ver
krijgt, is dat geheel hare eigene
schuld.
Huida's lippen plooiden zich tot
een verachtelijken trek.
geluk tot den bedelstaf gebracht
zijn en die te oud of te gebrekkig
geworden zijn om een handwerk
aan te leeren, terwijl hun om bij
zondere redenen de toegang tot
eenig gesticht van liefdadigheid
moet geweigerd worden.
De meeste bedelaars, vooral ook
in ons land, zijn bedelaars van pro
fessie en uit vrijen wil, en het on
gelukkigste is, dat zij ook hun kin
deren, meestal uit zoogenaamde
wilde huwelijken geboren, eveneens
tot den bedelstand opbrengen, want
van opvoeden kan geen sprake zijn.
Ziet men niet telkens op ieder uur
van den dag en den avond, ja soms
van den nacht, in de groote steden
verwaarloosde jongens en meisjes
rondzwerven, die er maar door hun
ouders worden uitgezonden met de
bedreiging, dat, als ze niet een be
paald aantal stuivers of centen
thuisbrengen, straf hun deel zal zijn
Van schoolgaan staat niets in het
boek; ze loopen den ganschen dag
rond, stelen, als ze niet genoeg
krijgen, zijn brutaal tegen en las
tig voor de voorbijgangers, terwijl
zij dikwijls slechts dan het gods
dienstonderwijs van eenige kerke
lijke gezindte volgen, als er wat
voor hun ouders van dat kerkge
nootschap te halen is.
Uit dat bedelaarskroost ontstaat
voor het grootste gedeelte het volkje,
dat een aanzienlijk contingent le
vert aan de gevangenissen, want
in weerwil van hun ruime inkom
sten zijn ze nooit tevreden. Dat het
bedelaarsbedrijf goede winsten af
werpt, daarvan leveren de couranten
nu en dan aardige staaltjes en het
beste bewijs, dat een bedelaar, die
er beklagenswaardig uitziet, het
goed heeft, blijkt wel daaruit, dat
gezonde en welgeschapen lieden
het voorkomen aannemen, alsof zij
gebrekkig of verminkt zijn.
Nog kort geleden zag men een
bedelaar zijn krukken wegwerpen
en als een haas wegloopen, toen de
politie hem op de hielen zat; een
ander hield zich blind, een derde
tom, terwijl weer elders zulk een
leeglooper zich door een valschen
baard een oudachtig voorkomen gaf.
Aan zulk praktijken dient een
einde te komen, de wet en het po
litietoezicht zijn op dit punt onvol
doend, want al is het bedelen ver
boden het venten met lucifers
pijpendoppen, papier en pennen is
in de meeste gevalien een doekje
voor het bloeden en een vermomde
bedelarij, die met alle kracht moet
tegengegaan worden.
Men versta ons echter welwe
zijn vrienden van de armen en
ongelukkigen en zullen hen helpen,
waar wij kunnen, en wekken onze
lezers dan ook gaarne op, om hen
bij te staan; maar men onderstenne
hen op verstandige manier door
dengenen, die willen en kunnen
werken, werk te verschaffen en
tevens stelle men liefdadige ver-
eenigingen in staat ongelukkigen,
die niet meer kunnen, een goed
onderkomen en uitmuntende ver
pleging te geven; maar luien, bru-
talea, onzindelijken en onzedelijken
bedelaars en bedelaressen, die als
parasieten ten koste der maatschappij
leven, wijze men onbarmhartig de
deur. Voor dezulken geen aalmoes,
hoe klein ook, want dat geld wordt
in ongebondenheid en overdaad ver
brast; geen aalmoes aan krachtige,
jonge vrouwen met drie, vier soms
geleende, soms nagemaakte kinde
ren bij zich, noch aan flinke man
nen, die nog in de kracht des le
vens zijn; slechts een plaats in een
der bedelaarsgestichten is voor hen
goed genoeg! Sw.
Als men zijn echtgenoot reeds
vóór het huwelijk moet verachten,
verliest men de lust -
Hulda, wat moet dat betee-
kenen? riep Frohberg ontsteld
uit. Welke redenen hebt gij voor
die verachting? Heeft men van Ra
benau kwaad gesproken?
Mijnheer Rabenau heeft in 't
publiek met zijne vrienden eene
weddenschap aangegaan, dat hij bin
nen een bepaalden tijd met mij ver
loofd zou zijn, zeide het jonge
meisje, terwijl hare oogen van toorn
flikkerden. De weddenschap is
aangenomen en het noodzakelijk ge
volg wasdat Rabenan aanzoek
moest doen om mijne hand.
Dat kan niet waar zijn,
antwoordde de oude heer, wiens trots
nu ook tegen deze weddenschap in
verzet kwam. Wie heeft u dat
verteld
Ik weet het van vertrouwbare
zijde; Frederik was daarbij tegen
woordig; hij heeft het niet noodig
geacht, voor de eer zijner zuster in
de bres te springen. Vraag hem, of
het waarheid of laster is.
Dat zou eene laagheid zijn,
zeide Frohberg opgewonden, ik
kan het niet gelooven. Maar wacht,
ik doorzie alles. Alfred heeft u die
geschiedenis verteld, niet waar? Gij
wilt het niet toestemmen, en gij
moogt ook geen onwaarheid spie
ken, daarom zwijgt gijAlfred was
het dat individu wordt steeds
lastiger en onaangenamer, ik zal
den hemel danken, als hij weg is.
Hij heeft Rabenau belasterdhij
bespeurt den medeminnaar in hem:
want in zijne onbeschaamdheid heeft
hij zelfs de oogen naar u opgeslagen.
Daarom wilde hij hem van morgen
ook niet ontmoeten; mogelijk dwin
gen grondige redenen hem, Rabenau
te ontwijken.
Op dit gebied kan ik u niet
volgen, antwoordde Hulda kalm