8
aet groen versierd, terwijl het kerk-
1 gezang bestond uit verzen ontleend
aan de Psalmen 42, 138 en 150,
j afwisselend gezongen door een man-
nenkoor, bestaande uit een twaalftal
j leden van de vereeniging Zang en
Vriendschap» onder leiding van den
heer Schmölling en geschreven op
i de oude melodieën door Goudimel.
Na afloop van den dienst ver-
eenigden de leden van het consisto
rie met de verschillende genoodig-
den zich aan een déjeuner in het
hótel Funckler, waarbij menig woord
gesproken werd, dat van belang
stelling in de gevierde plechtigheid
getuigde.
Voor eene plaatsing aan de
militaire school alhier (infanterie-
cursusj komen in aanmerking:
G. J. Dibbits, G. J. Eijbergen.
H. C. Fortanier, J. A. Geymans,
jhr. A. A. Gevers. J. E. Gleijateen,
J. Goldenberg, C. J. F. de Graaf,
H. Koster, H. J. L. Kroon, J. F.
Legner, J. Mulder, C. E. Nardten,
C. H. Smets, J. O. Stoets en W.
Wolf.
- Met de Haarl-.Zandvoort Spoor
weg Mij. zijn in de maand Juli 1886
vervoerd: 47409 passagiers waarvan
de opbrengst was f 11.264.73
van goederen - 608.71
van diversen - 535.52
Totaal f 12.408.96
Uitmakende per dag en per kilo
meter f47.09.
Bij Kon. Besluit is tot voor
zitter der Eerste Kamer der Staten-
Generaal, gedurende de vergaderiog
die zal aanvangen op den derden
Maandag van September 1886, be
noemd jhr. m. F. J. J. van Eysinga,
lid van die Kamer.
Door den kolonel van het re
giment grenadiers en jagers zijn
bepalingen vastgesteld, om ten allen
tijde een voldoend personeel, ter be
diening van brandspuiten, in de
kazerne te hebben, ook wanneer de
bataljons zijn uitgerukt. Hiertoe is
o. a. bepaald, dat in de eerste plaats
aan de kazernewacht zullen moeten
op wacht trekken de manschappen
die bij de spuiten geëmplooieerd zijn,
terwijl de oppassers van de cantine
en de vaste geëmploieerden, die
door hun emplooi niet mede uitruk
ken, allen in de behandeling van
de brandspuit zullen geoefend wor
den.
Een drietal telegrafisten van
het hoofdkantoor te Amsterdam heb
ben zich aangemeld voor dezelfde
betrekking in Transvaal.
Volgens een Haagschen brief
in de Zw. Ct. zal de gemeenteraad
van 's-Hage een enquête naar den
brand van het Kurhaus gelasten.
Voor het vinden van het lijk
van den persoon, die op de reis van
Vlissingen naar Queenboro over
boord is gevallen, wordt eene be
looning van 50 pond sterling uit
geloofd.
De vorige week werd bij den heer
B. te Bovenkerk een kistje met
brieven en handschriften, dat iederen
morgen door de postbode gelicht
wordt, gestolen. Door de Aalsmeer
der politie is tegen de vermoedelijke
daders proces-verbaal opgemaakt.
In de Paleisstraat te Amsterdam
beklaagde zich gisteren middag een
armelijk gekleed man, terwijl hij
heete tranen stortte, dat hij op een
stoep in slaap was gevallen en hem
nin zal zelf wel de middelen vinden
om den gevaarlijken tegenstander
onschadelijk te maken.
Gij gaat nu toch niet naar hem
toe?
Ja, wij hebben geen tijd te
verliezen. Ik laat de lamp branden
en doe de kamer op slot, dan zal
ieder, die mij zoekt, meenen, dat
ik ongestoord wil werken. Dit ge
beurt meer, uwe moeder en Hulda
zijnevenals het dienstpersoneel,
daaraan reeds gewoon.
De oude heer gaf zijn zoon bij
deze woorden een bevelenden wenk;
beiden verlieten het vertrek, waar
van de eerste de deur afsloot.
Kort daarop verliet Frohberg het
huisniemand had hem bemerkt.
Hij sloeg het voetpad in, dat door
het park voerde; de angst en de
daaruit voortspruitende gejaagdheid
schonken zijnen schreden vleugels en
zoo bereikte hij reeds spoedig de
ijzeren poort in de omheining van
zijn geld, vijf gulden, de opbrengst
van zijn negotie van den dag, was
ontstolen. Het medelijden maakte
zich van eenige vrouwen meester,
die hem reeds een gulden aan klein
geld aanboden; op het zien daarvan
werd zijn droefheid nog grooter, viel
hij op de knieën, vervolgens ach
terover en bleef in een zenuwtoe
val liggen.
Twee agenten van politie namen
den man op, die zeer spoedig van
zijn flauwte bijkwam. Zij brachten
hem naar het politiebureau aan de
O. Z. Voorburgwal, waar de zaak
nader zal worden onderzocht.
Gisterenmiddag werd op het
Rokin te Amsterdam een werkman
plotseling door een vlaag van waan
zin aangegrepen. Door voorbijgan
gers en agenten van politie gevat,
werd hij geboeid en naar het bin
nengasthuis vervoerd, waaruit hij
na eenig onderzoek naar het buiten
gasthuis werd overgebracht.
Zondag is in de Marnixstraat
te Amsterdam, een jongentje >an
vier jaren, bij het kijken naar een
vlieger, door een tram overreden.
Het kind werd naar het gasthuis
gebracht, doch overleed aan de be
komen wonden.
Zondagavond vertrok uit Am
sterdam eene zigeunerfamilie per
stoomschip Amsterdam naar Gothen
burg. Gedurende hun verblijf in de
hoofdstad stonden de zigeuners onder
politietoezicht.
Willem de Zwijger of menig
ander beroemd man van zeep is
eene bekende inzending op de ten
toonstellingen. Indertijd kon men
ook het beleg van Haarlem met
Kenau Simons Hasselaar en Trijn
van Leemput van koek aanschou
wen, en in Spanje vindt men bij
banketbakkers allerlei tafereelen
uit de gewijde geschiedenis van sui
ker met of zonder likeur.
De industrie «heeft nog haar
laatste woord niet gesproken». In
de Eerste Goudsbloemdwarsstraat te
Amsterdam is thans eene afbeelding
te zien der ongeregeldheden van
de maand Juli in koek.
{Arnh Ct.)
De coöperatieve winkelver-
eeniging der afdeeling Amsterdam
van Eigen Hulp heeft aangekocht
het gebouw, waarin thans het bu
reau en de drukkerij van De Am
sterdammer zijn gevestigd. Het voor
nemen bestaat, zoowel op den Sin
gel als in het achtergedeelte aan
de Spuistraat winkels te vestigen.
(H. Had.)
Zondag is te Amsterdam naar de
celgevangenis gebracht een vage
bond, die op de kermis te Zaandam
een inwoner der hoofdstad, terwijl
hij aldaar op straat in slaap ge
vallen waseen gouden horloge
met dito ketting gerold had. Deze
voorwerpen heeft hij eenige dagen
geleden te gelde willen maken,
waarbij de politie hem reeds op de
hielen gezeten heeft, doch toen wist
hij uit hare handen te blijven.
Te De-Cocksdorp, op Tessel, zijn
door ouders van schoolgaande meis
jes ernstige grieven ingebracht tegen
den onderwijzer P. aldaar, ais zou
hij zich aan schandelijk vergrijp
tegen de zedelijkheid hebben schul
dig gemaakt.
De burgemeester heeft de zaak
onderzocht. Middelerwijl heeft de
verdachte het eiland verlaten.
Uit het Detentiehuis te Leiden zijn
het krankzinnigengesticht.
Tom opende reeds bij het eerste
schellen; hij ontstelde,toen het schijn
sel der lantaarn op het bleeke ge
laat van den ouden heer viel.
Gij hadt mij dezen gang kun
nen besparen, zeide Frohberg
barsch. Waarom hebt gij niet
gewacht, tot ik den brief van den
dokter beantwoord had?
Tom was gerustgesteld; in het
eerste oogenblik vreesde hij, dat zijn
gesprek met Alfred door het een of
andere toeval verraden was, maar
door de komedie, die de oude heer
zoo meesterlijk speelde, liet hij zich
om den tuin leiden.
Gij hadt mij daarvan niets
gezegd, antwoordde hij.
Moet u dan alles gezegd wor
den? Kondet gij niet vragen? Gij
hadt wel erge haast, dat gij niet
eens om een fooi gevraagd hebt.
Ik vraag niet graag, zeide
Tom, nu ook een barschen, trotschen
Zondag twee gevangenen, die dezer
dagen van Hoorn waren overge
bracht ontsnapt. Zij waren tot de
spoorrails gevlucht, en bevond één
hunner zich tot aan den hals in
eene sloot, toen zij door het schot
van den schildwacht, die de geheele
wacht in de wapens riep, en vree-
zende door een kogel getroffen te
worden, hunne verdere pogingen
om in vrijheid te geraken lieten
steken en zich weer gevangen ga
ven. Toen degeen die zich in de
sloot verborg, tweemaal had hooren
schieten, gat hij zijn verlangen te
kennen om te capituleeren, door
zijne handen, bijwijze van vlag, in
de hoogte te zwaaien en te roepen:
«schei maar uit!»
Zaterdagavond is een korporaal
van het koloniaal werf-depot te
Harderwijk, te 'sHage met verlof
aanwezig, aan den Rijswijkschen
weg te water geraakt. Op het droge
gebracht, vermiste de militair, vol
gens zijn zeggen, eene portefeuille,
inhoudende ongeveer f 125. Ondanks
alle nasporingen is het vermiste nog
niet teruggevonden.
Tot heden is ruim f 3000 ontvan
gen aan giften voor het personeel
van het afgebrande Kurhaus te
Scheveningen. De ruinen werden
Zondag door een groote menigte
bezocht.
Uit een brief, voorkomende in
de Tijdvan een ooggetuige bij den
brand te Scheveningen, ontleenen
wij het navolgende:
De Scheveningsche en de 's Gra-
venhaagsche brandweer welke
laatste het niet alleen aan materieel,
maar ook aan personeel schijnt te
ontbreken, want een barer brand
spuiten werd door soldaten van het
garnizoen bediend slaagden er in
de nabijgelegen gebouwen te be
hoeden tegen het overslaan der
vlammen.
Ieder gevoelde, dat er slechts
luttel tijd voor de badgasten, die
in het Kurhaus verbleven, zou over
schieten, om zich te redden. Bedenkt
men daarbij, dat de zeelucht sla
perig maakt, en dus de badgasten
gewoonlijk niet. vroeg opstaan, dan
was de bezorgheid voor hun lot,
die alle omstanders blijkbaar had
bevangen, wel te verklaren. Trou
wens, men ontwaarde aanstonds,
dat het vuur hen had verrast. Men
zag hen doodsbleek naar buiten
dringen, sommigen beladen met wat
zij in den schrik hadden kunnen
grijpen; anderen op de vreemdste
wijs toegetakeld. Ik zag eene dame
vluchten in nachtgewaad, daarover
een rozenrooden satijnen rok en op
haar loshangende haren een hoogen
heerehoed. Achter haar een huis
moeder, drie kinderen torsende, die
blijkens hun kleedij een oogenblik
te voren uit het bed waren opge
nomen. Heeren, blootshoofds, dezen
met valiezen, anderen zonder iets bij
zich, meestal op pantoffels of op
kousen, renden in grooten getale
verschrikt de trappen af.
Van «verbouwereerdheid» bij het
publiek tijdens dezen brand, waar
van het gezicht trouwens allervree-
selijkst was, kreeg ik opmerkelijke
staaltjes te aanschouwen. Personen,
wier zomerverblijf onmogelijk door
het vuur te bereiken zou geweest
zijn, heb ik, met de lijkkleur op het
gelaat, hun koffers zien inpakken,
en sjouwers hooren bestellen, om
ze naar het station te brengen. Jon-
toon aanslaande. Ik meen wel
te kunnen wachten, tot men mij
die uit eigen beweging geeft.
Als gij weer bij mij komt, help
het mij dan onthouden, antwoord
de Frohberg, terwijl hij achter Tom
voortliep op de met kiezel bestrooide
paden. Is de dokter alleen?
Natuurlijk, evenals altijd! Wie
zou er bij hem zijn? Bezoeken ont
vangt hij niet.
Spreek niet op zulk een on-
vriendelijken toon!
Ba, als men den ganschen dag
alleen met krankzinnigen omgaat,
leert men het wel af om vriende
lijk te zijn, spotte de oppasser.
Die menschen moet men wel
ruw behandelen.
En dus meent gij ook ruw en
onvriendelijk tegen mij te moeten
zijn
Het wordt op 't laatst eene
gewoonte.
Zij gingen nu de trap op en eenige
gelieden in een hoewel onbe
redeneerde doch edelmoedige zucht
tot helpen; waar zij konden wa
ren op het terras geklommen, en
slaagden er in, met gevaar van ge
smolten lood of gloeiend puin op
het hoofd te krijgen, om verscheiden
tuinstoelen van een wissen ondergang
te redden. Welk een assurantieliefde!
Hiervan zag ik een tweede voor
beeld geven door lieden, die, staande
op hetzelfde gevaarlijke punt, de
zeilen van de muziektent nat hiel
den. Mogen zij ze tegen verbranding
beveiligd hebben!
Het is merkwaardig, hoe sterk
zulke voorvallen werken op het ge
moed van lieden, die men er on
verschillig voor wanen zou. Ik heb
Scheveningsche visschers, ofschoon
er toch geen menschenlevens te be
treuren waren en zij met het Kur
haus niets hebben uittestaan, met
bedrukte gezichten langs de puin
hopen zien slenteren, gevolgd door
hun weenende vrouwen en dochters.
Teerhartig en aandoenlijk zijn dezen
anders nu juist niet.
Opmerkelijk ook was de verbij
stering van vele logees van het
Kurhaus, zelfs nadat de eerste schrik
reeds lang voorbij was. Een hunner,
een Duitscher uit Wurtemberg, die,
door zijne vrouw en kinderen ver
gezeld, pas op de helft zijner bad
kuur was, had ik een ander loge
ment aanbevolen. Maar hij wilde
weder naar de Heimath, dezen zelf
den dag nog. Ik ried hem aan, toch
eerst zijn badkuur te eindigen. Hij
kon er niet meer aan denken! Dat
hij zoo iets im Auslande moest be
leven! Die brand had hem en de
zijnen zichtbaar geheel in de war
gebracht, en hij is dan ook zooeven
naar de Heimath afgereisd, waar
toch, naar ik vermoed, ook wel eens
brand zal voorkomen.
Nader vernemen wij, dat aan de
verzekering van het Kurhaus te
Scheveningen tegen brandschade
door de navolgende Belgische Maat
schappijen, voor de onderstaande
bedragen, is deelgenomen
Cie Union Beige, te Brussel,toot f 250,000
a Primes de Bruxellcs, 175,000
ii Propriétaires Itéunis,« 175,000
a Lloyd Beige, Antwerpen, 150,000
Sécuritas, it 150,000
L' Escaut, a u a a 150,000
a La Belgique, Brussel, 75,000
u Leslndustricls Rcnuis, Gent, 75,000
Te zamen fl,200,000
Zondag was het bezoek aan Sche
veningen bijzonder druk. Stoom en
paardentrams voerden onophoudelijk
tal van nieuwsgierigen aan, die de
overblijfselen van het afgebrande
Kurhaus nog eeHS wenschten in
oogenschouw te nemen of eenige
verfrissching aan het bekoorlijke
zeestrand zochten.
Tegen 3 uren waren aller oogen
g-ericht op De Seinpost, vanwaar
de bekende luchtreiziger Lattemann
een «rit door de lucht» zou onder
nemen. Ruim een half uur na den
bepaalden tijd kwam de Rotateur
te voorschijn en zweefde de ballon
door den Zuidoosten wind voortge
dreven, langzaam zeewaarts. De
heer Latteman was echter wijselijk
op lijfsbehoud bedacht geweest,
want de ballon werd niet in vrij
heid gelaten, maar aan een touw
vastgehouden. Lattemann, die aldus
meende zijne verplichting tot op
stijging te zijn nagekomen, liet den
ballon, nog vóór hij boven de zee
was gekomen, na enkele oogenblik-
ken weder op het strand neerdalen,
waarmede deze luchtvaart volbracht
heette.
minuten later opende Tom de deur
van het salon, waarin Janin voor
eene reeds leege en eene nog half
gevulde wijnflesch zat.
Hé, komt gij zelf! riep de
dokter verrast uit, bij het zien van
den binnentredende. Op uw be
zoek was ik niet voorbereid.
Gij hadt mij toch kunnen ver
wachten, antwoordde Frohberg
zoo luid, dat Tom, die aan de deur
luisterde, ieder woord kon verstaan.
Het bericht, dat gij mij zond,
is van te groot gewicht en over het
voorstel, dat gij mij te gelijker tijd
deed, zou ik niet gaarne per brief
mijn oordeel uitspreken; men kan
nooit weten in welke handen die
terecht komt, en voorzichtigheid is
in zulke gevallen zeer raadzaam.
De dokter nam van het elegante
buffet, dat een hoek van het salon
versierde, een kristallen bokaal en
vulde dietoen bood hij die zijn
bezoeker aan.
Te Gorkum geraakte in de vorige
week een paard op hol, gespannen
voor een rijtuig, waarin, behalve
de koetsier, een geneesheer zat, wel
ke een zijner patiënten in het na
burige Arkel zoude bezoeken. Ter
hoogte van het Kerkhof sprong de
geneesheer uit het rijtuig, met het
gevolg dat hij deerlijk gekneusd
in de aldaar staande woning moest
worden opgenomen, ten einde later
met een ander rijtuig naar zijne
woning te worden vervoerd.
Het inmiddels te Arkel tot staan
gebracht paard geraakte op den
terugtocht naar Gorkum wederom
op hol, nu met het gevolg, dat de
koetsier van den bok viel en met
deerlijk gekneusd aangezicht en bee-
nen in het logement van den heer
Van Poelen werdt gebracht.
De heer Peter Eull deelt uit
Hellevoetsluis de volgende bijzon
derheden mede omtrent zijn vertrek
op 2 September met zijn sloepje
Lohengrin van Ymuiden.
Den 2 n September des morgens te
7 uren vertrok ik van Yn uiden, om
naar Londen te stevenen. Wind en
zee waren mij gunstig en ik had
de reis spoedig afgelegd, ware er
niet een toeval bijgekomen. Gedre
ven door zeil en raderen, liep ik
op eenigen afstand van de kust
met volle va»rt op een ouden half
drijvenden, half zinkenden balk, met
dusdanig gevolg, dat ik slechts met
de grootste moeite het kenteren
kon voorkomen. Nadat ik van dezen
ongeluksbalk vrij was bemerkte ik
al spoedig het binnendringen van
het water, zoodat ik nu niet alleen
om mijne zeilen, sturen en raderen
moest denken, maar ook nog het
water moest uithouden. Trachtende
zoo spoedig mogelijk de kust te
bereiken, mocht mij dit eenige uren
later gelukken, zoodat ik bij Zand-
voort op het strand kon loopen. Na
zooveel mogelijk in het een en an
der voorzien te hebben, vertrok ik
den volgenden morgen te 8 uren,
doch het bleek mij spoedig, dat
het lek niet geheel dicht was, en
ik voor de tweede maal op Scheve
ningen moest landen. De stuur-
boordsbrug van het scheepje is door
den krachtigen stoot ontzet, en ik
kon niet overal bijkomen, wegens
den vóórwaterketel. Aangezien ik
nu de reis rechtstreeks naar Lon
den niet kon wagen, ben ik giste
ren avond hier aangekomen, om
zooveel mogelijk te repareeren.
Gisterennacht werd bij den hor
logemaker Spiegelhoff, in de Rijn
straat te Arnhem, eene ruit uitge
licht en een der horloges gegrepen.
De heer Hupkes, die aan de over
zijde zijne bakkerij heeft, snelde den
twee daders na en greep er een,
nog in de straat zelvede ander werd
door de politie gevat.
Zondag verdronk te Wageningen
de 18jarige G. K. bij het zwemmen
in den Rijn. Na anderhalf uur werd
hij opgevischt en alle pogingen om
zijne levensgeesten weer op te wek-
keu bleken vruchteloos.
Uit Randwijk meldt men van 5
dezer
Twee jongelingen gingen heden
middag onder deze gemeente in den
Rijn baden. Daar zij niet zwemmen
konden, had de een uit voorzorg
een touw om zijn lijf gebonden,
terwijl de andere het einde vast
hield. Reeds spoedig waren zij ver
En wat zegt gij van mijn
voorstel? vroeg hij.
Ik wil daarover met u beraad
slagen.
Gij moogt nu geene bezwaren
meer maken; volgens mijne over
tuiging is het in alle opzichten het
beste, dat er een einde aan de zaak
gemaakt wordt.
Gij gelooft dus, vroeg Froh
berg, terwijl hij snel een blad pa
pier van de schrijftafel nam, dat
de man heden nog even goed zijn
verstand heeft als op den dag zijner
opname.
Ik moet dat wel gelooven,
antwoordde de dokter. Voor mij
was deze ontdekking eene zeer on
aangename verrassing, maar ik heb
in mijn veelbewogen leven geleerd,
met alle factoren te rekenen.
Wordt vervolgd.)