Uit den Vreemde.
daan omtrent den hvgiënischen
toestand in Italië, waaraan wij het
volgende ontleenen:
Het koninkrijk Italië is in 8259
gemeenten verdeeld. Slechts 318
dezer gemeenten verklaarden, dat
zij haar drinkwater chemisch doen
onderzoeken: hierbij werd in 198
gevallen goed, in 85 voldoend en
in 35 gevallen slecht water gevon
den. Onder de woningen komen er
37,203 onderaardsche voor, die door
101,458 personen bewoond worden
2836 gemeenten klagen, dat de wo
ningen ongezond en bekrompen
zijn. In de Abruzzen, de Baeilicata
en de Romeinsche Campagna wo
nen vele gezinnen in ellendige
grotten, die in rotsen uitgehold
zijn. In 1876 gemeenten ontbreken
beerputten ten eenenmale en wordt
alle afval in open kuilen nabij de
woningen geworpen. 1483 gemeen
ten klagen dat hare woonhuizen
geen schoorsteenen hebben, en de
rook door deuren vensters of eene
opening in het dak een uitweg
moet vinden. In 1699 gemeenten
rekenen granen niet tot de gewone
voedingsmiddelen en worden zij
slechts gekocht voor feestelijke ge
legenheden of voor zieken. In 4965
gemeenten worden bijna geen
vleeschepijzen gebruikt; 3637 heb
ben geen slachter; op 10,000 per
sonen komen gemiddeld in geheel
Italië 23 vleesehhandelaars. 1437
gemeenten hebben geen geregelde
geneeskundige verzorging. Malaria
koortsen strekken zich uit over
90,000 K!., bewoond door 6 milli-
oen zielen. In 1879 waren er in
Italië 97,855 pellagra-zieken, in
1881 104,067. Van 1835 tot 1881
werd Italië 17 maal door cholera
bezocht.
nWat is dat volk toch aller-
miserabelst langzaam'» klaagde een
tramconducteur in eene der straten
van Chicago. «Die Duitschers maken
je bloed karnemelk.»
«Is dan de eene nationaliteit vlug
ger dan de andere in het op- en
afstappen van trams?» werd er ge
vraagd. «Dat zou ik meenen!» was
het antwoord. «De trams in de
Duitsche wijken rijden over eenzelf
den afstand wel driemaal zoolang,
als de andere, en dat komt alleen,
omdat die Duitschers een eeuwig
heid werk hebben, met op- en af
stappen. De mannen zijn geen
haartje beter dan de vrouwen. Ze
babbelen honderd uit, tot er voor
één van hen wordt stil gehouden.
Dat geeft dan links en rechts hand
jes en schommelt eindelijk en ten
langen leste de tram af. De koetsier
laat reeds de rem los; maar mijn
heer heeft den eenen of den anderen
vriend nog wat vergeten te zeggen,
heeft een pakje laten liggen, of be
denkt zich, dat hij toch eigenlijk
n»g wel een paar straten mee rijden
kan. Altijd zijn hun kaartjes zoek.
Ik beb nog nooit een Duitscher
gehad, die behoorlijk zijn kaartje
gereed hield. Neen, dan heb ik lie
ver met Amerikanen te doen. Een
Amerikaan is al een straat ver, als
een Duitscher nog staat te overleg
gen, of hij uit zal stappen, ja of
neen. Amerikaansche vrouwen be
wegen zich geen oogenblik, vóór
er wordt stil gehouden. Maar dan
zijn ze ook in een ommezien de
tram at. Voor de meisjes behoeven
we niet eens te stoppen. Ik reed
onlangs van Indianastreet naar Sta-
testreet, zonder zelfs één keer te
hebben moeten ophouden. De jonge
fabriekwerksters uit die wijken sprin
gen op en af en geven niet het
minste oponthoud.
Ieren en Franschen zijn ook ta
melijk vlug. De Polen en de Bo
hemers zijn weer langzamer. De
prettigste passagiers zijn de kleur
lingen. Mannen, vrouwen, kinderen,
ieder heeft, vóór de conducteur
rondgaat, zijn kaartje of de vracht
afgepast en wel, in de hand. Ik
weet niet, dat ooit een kleurling
heeft laten remmen, maar dat zijn
dan ook Amerikaansche burgers.»
Te New-York werd voor eeni-
ge jaren in een gezelschap de vraag
opgeworpen hoeveel soorten van
knoopen er wel op de wereld zou
den zijn. Er was iemand, die be
weerde op welken grond weten
wij niet dat er juist 999 soorten
van knoopen op de wereld te vin
den waren. Zekere mejuffrouw Har-
ris maakte zich echter sterk aan
te toonen, dat dit cijfer veel te laag
was. Een weddenschap werd aan
gegaan, die mejuffrouw Harris met
glans won. De verzameling, die zij
sedert aanlegde, bevat nu niet
minder dan achtduizend nummers.
Uit alle oorden der wereld heeft
mejuffrouw Harris knoopen, knoo
pen, uitmuntende door schoone kleu
ren zoowel als van merkwaardige
afkomst. Knoopen uit deze dagen
en uit overoude tijden. Knoopen op
beroemde slagvelden gevonden knoo
pen uit paleizen, knoopen uit scha
mele hutten. Knoopen, die beroemde
mannen of vrouwen aan hun klee
deren droegen en knoopen, die aan
de jassen zaten van beruchte mis
dadigers.
Omtrent het opbrengen van
het Hollandsche drankschip Kenan,
Britsch gezagvoerder Charles Con
rad, door een douanenschip, meldt
men nog het volgende
De Beaver was reeds sedert 6
weken op een kruistocht wegens
het groot aantal Hollandsche drank
schepen: Zaterdag werd de jol Ke
nan hij Huntcliffe Fort op de kust
van Yorkshire gezien. Dadelijk
werd er jacht op gemaakt, maar de
Kenan, ofschoon daartoe aangezocht,
weigerde bij te leggen, zoodat men
van de Beaver herhaaldelijk moest
vuren en eerst na een geregelde
jachtpartij er in slaagde de jol te
overmeesteren. Aan boord van de
jol was een groote hoeveelheid spi
ritualiën, sigaren en tabak. De be
manning, bestaande uit Leonard
Hoogendijk, stuurman Jan Bijland
en Cornelius De Groote, matrozen,
en Pieter van Peth, kok, is thans,
evenals de gezagvoerder, in de ge
vangenis te Hartlepool.
Het misdrijf hestaat in overtre
ding der wet op de invoerrechten,
welke het brengen van tabak en
spiritualiën in andere dan voorge
schreven verpakking in Britsche
territoriale wateren, binnen zekeren
afstand der Britsche kusten ver
biedt.
Een goedhartig Amsterdam
mer bemerkt op zijn wandeling
langs een der grachten een deug
niet van een jaar of negen, die vlak
aan den waterkant allerlei gevaar
lijke grappen uithaalt. Verschrikt
roept hij uit: «Kwajongen, moet
je er invallen!» «Dat zou je wel
willen!» antwoordt de bengel, «dan
kon jij een reddingsmedaille verdie
nen!»
De schrik der bosschen op Java.
De reiziger op Java heeft met
velerlei gevaren te kampen en tal
van moeielijkheden van verschillen
den aard te overwinnen. Hem staan
niet te allen tijde spoorwegen en
stoombooten ten dienste. Menigmaal
loopt zijn weg door woeste en berg
achtige streken, waar hij zelf zich
door doornachtige struiken een pad
moet banen. Dikwerf trekt hij dagen
lang met de vurige tropische zonne,
«het oog van den dag» aan den
onbewolkten Indischen hemel, door
onherbergzame oorden of is hij ge
noodzaakt omwegen te maken, wan
neer de gezwollen woeste berg
stroom de bruggen over de rivieren
heeft weggeslagen. Daarbij is de
onwil der Javanen, wier hulp hij
noodig heeft, veeltijds een onover
komelijke hinderpaal. Maar dit alles
kan in geen vergelijking treden met
de gevaren, die hem eene ontmoe
ting met den geduchten bewoner
der Indische wouden, den Konings
tijger, oplevert. Schoon dit bloed
dorstig roofdier zijn prooi bij voor
keur des nachts overvalt, gaat het,
wanneer de honger het van zijn
leger opjaagt, evengoed ook bij dag
op roof uit. De Javanen, die zijn
voetspoor kennen, leggen in het
lange gras, de Alang-alang, waar
door hij sluipt, groote knoopen, ten
teeken, dat hier een tijger zich heeft
vertoond. Aan deze eigenaardige
soort van waarschuwing zoowel als
aan het steigeren en onheilspellend
snuiven van mijn paard, had ik het
te danken, dat ik eene onaangename
ontmoeting met den machtigen woud
koning nog bijtijds kon vermijden.
Vergezeld van eenige gewapende
Javanen, die mij tot gidsen dienden,
moest ik, om het nabijsijnde dorp
voor het invallen van den avond te
bereiken, een ontzaglijkgroot Alang-
alangveld met hier en daar wat
bosch, doortrekken. Mijne begelei
ders, waarvan één mijn paard bij
den teugel vasthield, liepen in ge
drukte stemming door het Uooge
gras, waaraan zij hun gansche aan
dacht schenen te wijden, terwijl zij
van tijd tot tijd werden opgeschrikt
door een slang, die zich uit het
gras verhief en voor zijn rustver
stoorders op de vlucht ging. Nadat
ik ongeveer een half uur in het
Alang-alang-gebied had vertoefd,
begon mijn paard, dat met geen
mogelijkheid te beteugelen was,hevig
te steigeren en te brieschen. Spoor
slag noch een vermaning met de
karwats konden het dier, dat on
raad scheen te bespeuren, tot voor
uitgang aanzetten. De Javaan, die
tot dusver mijn paard had geleid,
verwijderde zich een oogenblikje
van mij, hij scheen iets bemerkt te
hebben, daar hij bij zijn terugkomst
mij ten stelligste afried, onder deze
omstandigheden de tocht voort te
zetten, omdat het behoud van ons
aller leven hierdoor in gevaar zoude
gebracht worden. Toen ik de plaats
des onheils had verlaten, vertelde
hij mij dat hij overal knoopen in
het gras had gezien en er dus in
onze nabijheid een tijger moest ge
weest zijn. Het snuiven van mijn
paard had hem in zijn vermoe
den gesterkt. En waarlijk hoorde
ik den volgenden dag van een dorps
hoofd vertellen, dat op dezelfde
plaats, waar ik geweest was, een
Koelie door een tijger was ver
scheurd. De kleeren van den onge
lukkige en verscheidene bloedsporen
naar een in de nabijheid liggend
hoscbje, waren de eenige getuigen
van 't treurig voorval.
Een administrateur der suikerfa-
in de dessa B., wien ik mededeelde,
hoe ik aan een groot gevaar was
ontsnapt, verhaalde mij, dat hij voor
eenigen tijd op zonderlinge wijze
zijn Javaansche bediende had ver
mist. Ziehier de ware toedracht der
zaak. In 't belang der suikerfabricage
moest hij zich begeven naar een
plaats, die eenige uren van zijn
woning gelegen was. Schoon de
avond reeds begon te vallen en de
weg er heen voor zeer gevaarlijk
doorging, besloot de moedige ad
ministrateur den tocht te onderne
men. Hij liet onmiddellijk zijn dos
d dos inspannen, nam in 't voorste
gedeelte plaats, terwijl de Javaan
sche bediende achter hem ging zit
ten en een oogenblik later ging het
in vollen galop naar de dessa, waar
zijn tegenwoordigheid werd ver-
eischt. Halverwege echter begon
het ros te steigeren en met een
vervaarlijke sprong holde het snui
vende en hinnekende in dolle vaart
voort. De administrateur, wien dit
niet onopgemerkt bleef, deed geen
enkele poging om het paard in te
houden. Wie schetst echter zijn
verbazing en ontroering, toen hij
na den vermoeienden rit de plaats
achter zich ledig zag! Het raadsel
loste zich spoedig op, toen eenige
marktgangers den volgenden mor
gen berichten, dat zij een arm en
eenige met bloed gekleurde kleede
ren langs den weg hadden gevon
den. De ongelukkige had zich
waarschijnlijk aan den wagen wil
len vasthouden, toen de tijger hem
er aftrok, zoodat de arm van het
lichaam werd afgerukt. Het bloed
spoor werd gevolgd en eenige stap
pen verder zagen de Javanen een
vervaarlijken koningstijger met het
lijk van den bediende in het diepste
gedeelte van het woud vluchten.
Wanneer de Javaan een tijger
in 't bosch ontmoet, gelooft hij stel
lig, dat dit dier met den hoschgeest
in onmin leeft en de mensch er het
slachtoffer van moet worden. Hij
gelooft ook, dat de ziel der afge
storvenen in den tijger vaart, wes
halve hij zich in zekeren zin aan
dit dier verwant gevoelt. Slechts
in gevallen, wanneer het een Ja-
vaansch dorp bezoekt, om de hui
zen binnen te sluipen en de bewoners
ervan te vermoorden, wordt er een
algemeene drijfjacht tegen het ondier
gehouden. De Javaansche bevolking
verkeert in de stelligste overtuiging
dat de tijger verschillende gedaanten
kan aannemen, om den mensch te
misleiden en zoodoende het lokaas
in de vallen te bemachtigen. Een
bijgeloovige Javaansche vrouw ver
haalde mij daaromtrent het volgende,
dat, zooals zij zeide, werkelijk ge
beurd was: «In de dessa T. was
reeds verscheidene maien een groote
Koningstijger gezien, die op klaar
lichten dag verscheidene personen
naar het bosch sleepte.
De roover herhaalde zoo dikwijls
zijn moordzuchtige aanvallen, dat
het dorpshoofd op het rijstblok liet
slaan en de saamgevloeide menigte
mededeelde, dat er een groote drijf
jacht zou worden gehouden tegen den
brutalen aanrander van de veiligheid
der dorpsbewoners. Op den aangewe
zen dag en het bepaalde uur liep de
gewapende massa het bosch in en
doorkruiste dit in alle richtingen.
Maar nergens was de tijger te vin
den. Op het einde van den derden
dag zagen de jagers op een afge-
waaiden boomtak een eerbiedwaar
dig grijsaard zittenHet haar en de
baard, die tot op de knieën afhing,
waren zoo wit als kapok (boomwol)
De Javanen, die van deze zonder
linge verschijning niets begrepen
en den boschgeest meenden te zien,
werden zoo zeer met vrees bevan
gen, dat zij hun drijfjachten niet
durfden voortzetten. Men zou zich
slechts bepalen tot 't gereed maken
van vallen.
Op den morgen van den vierden
dag kwam een Javaan haastig het
dorp inloopen met de blijde tijding,
dat hij een fraaien tijger in de val
had gezien. De gansche dessa liep
uit met spietsen en klewangs ge
wapend, om het ondier te dooden,
maar hoe groot was aller verbazing
toen men in plaats van een tijger,
een grijsaard bij het schaap in
de val zag zitten en wel denzelf
den, dien men daags te voren op
den boomtak in het bosch had zien
zitten. Met allerlei gebaren beduidde
de oude man, dat men hem en het
schaap moest verlossen. De Javanen,
die het verzoek niet durfden afwij
zen, hielpen den ouden man uit zijn
neteligen toestand, maar eens
klaps stoven de bijgeloovige jagers
onder luid geschreeuw uit elka»r,
want de gewaande boschgeest ver
anderde plotseling in een reusach-
tigen tijger, die met het schaap in
den muil onder vervaarlijk gebrul
in 't diepst van 't woud verdween.»
Zoo had de slimme tijger zich in
een mensch veranderd, om op eene
gemakkelijke en veilige manier aan
den kost te komen.»
Tot de doodsvijanden van den tij
ger behooren: de wilde stier, de
buffel en de krokodil of alligator.
In den openlijken kamp met hen
delft hij geregeld 't onderspit en
hiervan ten volle overtuigd kiest hij
de hinderlaag uit tot de volvoering
zijner moordzuchtige plannen. Ook
de slang, die hem zijne buit durft
betwisten, is voor hem een gevaar
lijke niet alleen, maar ook bijna
onoverwinnelijke kampioen. De kro
kodil beloert zijn prooi, wanneer
deze aan den waterkant zijn dorst
komt lesschen Met de reusachtige
kaken, voorzien van scherpe en sterke
tanden, grijpt hij den tijger bij de
voorpooten en tracht hem onder
water te sleepen.
Yreeselijk is de strijd, die nu ont
brandt! De kat worstelt hevig, om
zich van de overmacht los te ruk
ken. Een vreeselijk gebrul brengt
de geheele wildernis in opstand.
Duizenden vogelenstemmen mengen
zich in den donder, en't apenvolkje
springt van schrik van tak tot tak
en van boom tot boom, terwijl het
met de aangeboren nieuwsgierigheid
tusschen de bladeren angstig gluurt
naar de strijd op leven en dood
tusschen den woudkoning en den
beheerscher der Indische wateren.
De verwoede strijd wordt steeds
voortgezet, de krokodil sleurt met
de grootste kalmte zijn slachtoffer
naar het water, de tijger spartelt
hevig en krabt zijn vijand de oogen
uit, doch tevergeefs nog een ruk
de tijger verdwijnt in 't water
den strijd wordt nog eenige oogen-
blikken voortgezet - eenige lucht
bellen komen aan de oppervlakte
en de stilte van het graf heerscht
op de plaats, waar zooeven het
Leven met den Dood om den voor
rang worstelden!
De tijgergevechten die bij feeste
lijke gelegenheden aan de hoven
der sultans van Djokjakarta en
Soerakarta gehouden worden, zijn,
gelijk de stierengevechten in Spanje,
bloedige volksvermaken die de wreed
heid van den mensch nog bloediger
en afgrijselijker maakt. Een tijger
gergevecht in natura is minder bloed
dorstig, minder wreed, meer natuur
lijk. Alleen in de bosschen gevoelt de
tijger zich volkomen vrij, alleen in de
wildernissen aanschouwt gij hem
in zijn volle spierkracht en werk
zaamheid, de strijd, dien hij daar
met zijn vijanden voert, boezemt
voor den overwinnaar meer eerbied
in dan de noodeloos bloedvergie-
tende wreede schouwspelen, die de
ware inborst van den Javaan zoo
duidelijk vertoonen.
Nareatus.
Haarlem, Sept. 1886.
«ASKTSiSKHTfUL
Haarlem, 13 Sept.
Graan- en Zaadmarkt.
ftoode tarwe f 0.a f 0.— witte tarwa
f7.20 k f 4.90 rogge 4.85 k f 0.— kaver
f3.40 a f3.15 Garst 5.054 f4.Duiven-
boonen f7.50 k f7.25 Paardenboonen f 0,
a f0.Bruine boonenf 0.—afO.Groens
Erwten f0.— a f0.Witte Erwten f0.
k f0.— Capucijners f8.26 k 10.— Kanarie
raad f 0.a f 0.Oliezaad f 0.6 f 0.
Koolzaad f 0.a f 0.- Geel mosterdzaad
f 0.a f0.Bruin mosterdzaad f 0.a
f0.Karweizaad 0.a f 0.
AMSTERDAM, 13 Sept.
lie prijzen der Aardappelen waren aia Yoljft:
Frieache Franeker fl.80 a 2.—; dito Ham
burger f 1.30'a 1,50; Geld. Blauwe fl.80 a
1.90; do MnizenfO.a 0.dito Jammen
f0.— a 0.—, dito Kralen f 1.70 a 1.80;
Katwijker Zand f 1,60 a 3.40; Noordwijker
do. f0.a 0.Saasenheimer ditofO.a
0.—Hillegommer dito f2.— a 3.50, Haar
lemmer do. f 0.90 a 0.—, ZeeuwBche Blauwe
f 1.70 a 1.80; Friesche EDgelache f 1.a 1,10
Aangevoerd 10 verache ladingen.
Koffie. Afgedaan 387 bn. Macaaser Bon-
thain ex ,Noach V» en 141 bn. JavaW.-I.
B. alhier gedopt (Soember Aroom) ex „Sa-
marang® en „Prins van Oranje*. De markt
is zeer vaat gestemd en noteeren wij heden
goed ordinair Java 33 c.
Suiker.^ Van Beetwortel werd de vorige
week weinig aangeboden en waren de ver-
koopen dientengevolge beperkt; prijzen ble
ven tamelijk onveranderd op f 133/, a 7/s voor
Sept. en f 13voor Nov./Dec. Geraffineerd
waa moeilijk te plaatsen tot nominale prijzen
van f 18 voor sup. Crushed, f 17s/, voor HR
No. 1 en f171/, voor RS prima.
Rijat onveranderd. Voor de pellerij arri
veerden van Rangoon en Bassein 5 ladingen.
Specerijen. Afgedaan 143 kisten Noot en
22 kn. Foelie, de verkoopen in de 2e hand
bleven beperkt. Zwarte Peper en Nagelen in
eendoen.
Katoen. Noteering van Vrijdag ter Beorze
Looo Heden 1885.
Middling fair 30' 30'/, c. 31'/, c.
Fully Good Middling. 29s ,30 31
Good 29'/.29s/, 30s/,
Strict 29V.29'/, 30'/,
Middling. 28s/429 30%
Low Middling. 27lIJt7*j4 29%
Good Ordinary. 25s ,26 29 B
Good Tinnevelly (nom.) 253/„26 28
Fully good Dhollerah. 25 25>/2 28l/2
Good Dhollerah. 24 241/» 2772 B
Goodfair Dhollerah nom. 23 23% 251/,
Good Oomra. 24 2472 27 B
Fully goodf. Oomra. 22»/..23 267»
Goodfair Oomra. 22 227» 261/.» B
Fine Bengal. 25 2572 267»*,
Good Bengal nom. 23 237, 247» a
Heden zeer vast, onveranderd.
Tin kalme markt, prijzen zeer vast Banka
f603 4( Billiton f607-., 3 maanden f 6C3/4.
Petroleum-bericht van P.& G. C. Calkoen.
Makelaars, Amsterdam, 11 Sept.
De Amerikaansche Petroleum-noteeringen
waren sedert ons laatste bericht volgens
Reuters telegram:
New-York 6%, 77s, 676%6%, 6s/s ctpgaU.
Philadelphia 6%, ,6% 6s 0 6S 6s/„, 6s/8
ct. per gall. Ruwe Olie 62 -, 63 623/8,
627s> 633/g, 63% ct. per vat.
De stemming was vrij vast. terwijl van de
September-aanzeggingen een en ander tot iets
onder noteeringen afgedaan werd. Nov./Dec.
levering worden iets hooger gehouden.
De noteering is heden bij minstens 25 vu.
te ontvangen aan het Amsterdamsch Petro
leum-Entrepot
Disponibel f 7 55 a f Entr
Sept.-levering 7.50
Oct. u 7 60 u g
Nov./Dec. a u 7.70
Jan./Febr. 7.85//,,—
Nobels Petr. (Rus
siache) lev. Nov./Dec. t, 7.40 ,f
In consumtie vrij aan boord f 8s/4. Bij
kleinigheden f a f 7s hooger.
De voorraad aan het Amsterdamsch Petro
leum-Entrepot bedroeg op 4 Sept. 74.891 vn.
Aangevoerd indirect 225 a
Afgeleverd8.367 a
Voorraad op heden 66.749
Verwacht wordende ladingen:
hVeronica-» (zeilklaar 23 Aug) 7.400 H
üfJoa.H. Scammel" 30 g 9.090 B
In lading /,Z. Ring" 8.500 B
Tarwe op ïevenng voorjaar onveranderd,
najaar lager. Nov. f213. Mei f220.
Noteering vsn cl» Commissie voor d»n
Graanhandel. Rogg» op levering najaar iets
hooger, voorjaar onveranderd, Oct. f 122,123.
Maart f129, 130.
Not Bering van M.'une Thole. Koolzaad
Raap- en Lijnolie zonder noteering.
EJam, 11 Sept. Kaas. Aangevoerd 129 stapels
wegendekilo; hoogste prijs Gras-
k f 28.—, laagste f 0.—de 50 kilo. Hooi f—
a 0.—.
Alkmaar, 10Sept. Kaas aangevoerd 629
stapels, wegende 157617 kilo. Prijzen kleine
Gras Kaas f29.— dito Hooi f 0.— com
missie Gras- f 23.50 dito Hooi f 0.mid
delbare Gras f 24.dito Hooi f 0.
Leiden, 11 Sept. Aan de Gemeente-Waag
gewogen: 354 l/s en 49 7lfi deelen Boter, te
ramen 7550 stukken. Eerste kwal. f42.a
58.2e kwal. f0.a 0.
•ohtadom, 13 Sept. Moutwijn f 6 75 J«ac-
ver f 12 25, Am»t. Proef f10 75, Spoeling
f 0,70, id®- ifnor d» Sebiedamneh» Spoeling-
V^rseaigin* f 0 70
ST9SKl¥AA8TBI5«tlTEiJ.
Het stoomschip ^Prinses Wilhelmina",
kapt. Bakker, vertrok 11 Sept. van Amster
dam naar Ned.-Indië.