Uit den Vreemde. daan omtrent den hvgiënischen toestand in Italië, waaraan wij het volgende ontleenen: Het koninkrijk Italië is in 8259 gemeenten verdeeld. Slechts 318 dezer gemeenten verklaarden, dat zij haar drinkwater chemisch doen onderzoeken: hierbij werd in 198 gevallen goed, in 85 voldoend en in 35 gevallen slecht water gevon den. Onder de woningen komen er 37,203 onderaardsche voor, die door 101,458 personen bewoond worden 2836 gemeenten klagen, dat de wo ningen ongezond en bekrompen zijn. In de Abruzzen, de Baeilicata en de Romeinsche Campagna wo nen vele gezinnen in ellendige grotten, die in rotsen uitgehold zijn. In 1876 gemeenten ontbreken beerputten ten eenenmale en wordt alle afval in open kuilen nabij de woningen geworpen. 1483 gemeen ten klagen dat hare woonhuizen geen schoorsteenen hebben, en de rook door deuren vensters of eene opening in het dak een uitweg moet vinden. In 1699 gemeenten rekenen granen niet tot de gewone voedingsmiddelen en worden zij slechts gekocht voor feestelijke ge legenheden of voor zieken. In 4965 gemeenten worden bijna geen vleeschepijzen gebruikt; 3637 heb ben geen slachter; op 10,000 per sonen komen gemiddeld in geheel Italië 23 vleesehhandelaars. 1437 gemeenten hebben geen geregelde geneeskundige verzorging. Malaria koortsen strekken zich uit over 90,000 K!., bewoond door 6 milli- oen zielen. In 1879 waren er in Italië 97,855 pellagra-zieken, in 1881 104,067. Van 1835 tot 1881 werd Italië 17 maal door cholera bezocht. nWat is dat volk toch aller- miserabelst langzaam'» klaagde een tramconducteur in eene der straten van Chicago. «Die Duitschers maken je bloed karnemelk.» «Is dan de eene nationaliteit vlug ger dan de andere in het op- en afstappen van trams?» werd er ge vraagd. «Dat zou ik meenen!» was het antwoord. «De trams in de Duitsche wijken rijden over eenzelf den afstand wel driemaal zoolang, als de andere, en dat komt alleen, omdat die Duitschers een eeuwig heid werk hebben, met op- en af stappen. De mannen zijn geen haartje beter dan de vrouwen. Ze babbelen honderd uit, tot er voor één van hen wordt stil gehouden. Dat geeft dan links en rechts hand jes en schommelt eindelijk en ten langen leste de tram af. De koetsier laat reeds de rem los; maar mijn heer heeft den eenen of den anderen vriend nog wat vergeten te zeggen, heeft een pakje laten liggen, of be denkt zich, dat hij toch eigenlijk n»g wel een paar straten mee rijden kan. Altijd zijn hun kaartjes zoek. Ik beb nog nooit een Duitscher gehad, die behoorlijk zijn kaartje gereed hield. Neen, dan heb ik lie ver met Amerikanen te doen. Een Amerikaan is al een straat ver, als een Duitscher nog staat te overleg gen, of hij uit zal stappen, ja of neen. Amerikaansche vrouwen be wegen zich geen oogenblik, vóór er wordt stil gehouden. Maar dan zijn ze ook in een ommezien de tram at. Voor de meisjes behoeven we niet eens te stoppen. Ik reed onlangs van Indianastreet naar Sta- testreet, zonder zelfs één keer te hebben moeten ophouden. De jonge fabriekwerksters uit die wijken sprin gen op en af en geven niet het minste oponthoud. Ieren en Franschen zijn ook ta melijk vlug. De Polen en de Bo hemers zijn weer langzamer. De prettigste passagiers zijn de kleur lingen. Mannen, vrouwen, kinderen, ieder heeft, vóór de conducteur rondgaat, zijn kaartje of de vracht afgepast en wel, in de hand. Ik weet niet, dat ooit een kleurling heeft laten remmen, maar dat zijn dan ook Amerikaansche burgers.» Te New-York werd voor eeni- ge jaren in een gezelschap de vraag opgeworpen hoeveel soorten van knoopen er wel op de wereld zou den zijn. Er was iemand, die be weerde op welken grond weten wij niet dat er juist 999 soorten van knoopen op de wereld te vin den waren. Zekere mejuffrouw Har- ris maakte zich echter sterk aan te toonen, dat dit cijfer veel te laag was. Een weddenschap werd aan gegaan, die mejuffrouw Harris met glans won. De verzameling, die zij sedert aanlegde, bevat nu niet minder dan achtduizend nummers. Uit alle oorden der wereld heeft mejuffrouw Harris knoopen, knoo pen, uitmuntende door schoone kleu ren zoowel als van merkwaardige afkomst. Knoopen uit deze dagen en uit overoude tijden. Knoopen op beroemde slagvelden gevonden knoo pen uit paleizen, knoopen uit scha mele hutten. Knoopen, die beroemde mannen of vrouwen aan hun klee deren droegen en knoopen, die aan de jassen zaten van beruchte mis dadigers. Omtrent het opbrengen van het Hollandsche drankschip Kenan, Britsch gezagvoerder Charles Con rad, door een douanenschip, meldt men nog het volgende De Beaver was reeds sedert 6 weken op een kruistocht wegens het groot aantal Hollandsche drank schepen: Zaterdag werd de jol Ke nan hij Huntcliffe Fort op de kust van Yorkshire gezien. Dadelijk werd er jacht op gemaakt, maar de Kenan, ofschoon daartoe aangezocht, weigerde bij te leggen, zoodat men van de Beaver herhaaldelijk moest vuren en eerst na een geregelde jachtpartij er in slaagde de jol te overmeesteren. Aan boord van de jol was een groote hoeveelheid spi ritualiën, sigaren en tabak. De be manning, bestaande uit Leonard Hoogendijk, stuurman Jan Bijland en Cornelius De Groote, matrozen, en Pieter van Peth, kok, is thans, evenals de gezagvoerder, in de ge vangenis te Hartlepool. Het misdrijf hestaat in overtre ding der wet op de invoerrechten, welke het brengen van tabak en spiritualiën in andere dan voorge schreven verpakking in Britsche territoriale wateren, binnen zekeren afstand der Britsche kusten ver biedt. Een goedhartig Amsterdam mer bemerkt op zijn wandeling langs een der grachten een deug niet van een jaar of negen, die vlak aan den waterkant allerlei gevaar lijke grappen uithaalt. Verschrikt roept hij uit: «Kwajongen, moet je er invallen!» «Dat zou je wel willen!» antwoordt de bengel, «dan kon jij een reddingsmedaille verdie nen!» De schrik der bosschen op Java. De reiziger op Java heeft met velerlei gevaren te kampen en tal van moeielijkheden van verschillen den aard te overwinnen. Hem staan niet te allen tijde spoorwegen en stoombooten ten dienste. Menigmaal loopt zijn weg door woeste en berg achtige streken, waar hij zelf zich door doornachtige struiken een pad moet banen. Dikwerf trekt hij dagen lang met de vurige tropische zonne, «het oog van den dag» aan den onbewolkten Indischen hemel, door onherbergzame oorden of is hij ge noodzaakt omwegen te maken, wan neer de gezwollen woeste berg stroom de bruggen over de rivieren heeft weggeslagen. Daarbij is de onwil der Javanen, wier hulp hij noodig heeft, veeltijds een onover komelijke hinderpaal. Maar dit alles kan in geen vergelijking treden met de gevaren, die hem eene ontmoe ting met den geduchten bewoner der Indische wouden, den Konings tijger, oplevert. Schoon dit bloed dorstig roofdier zijn prooi bij voor keur des nachts overvalt, gaat het, wanneer de honger het van zijn leger opjaagt, evengoed ook bij dag op roof uit. De Javanen, die zijn voetspoor kennen, leggen in het lange gras, de Alang-alang, waar door hij sluipt, groote knoopen, ten teeken, dat hier een tijger zich heeft vertoond. Aan deze eigenaardige soort van waarschuwing zoowel als aan het steigeren en onheilspellend snuiven van mijn paard, had ik het te danken, dat ik eene onaangename ontmoeting met den machtigen woud koning nog bijtijds kon vermijden. Vergezeld van eenige gewapende Javanen, die mij tot gidsen dienden, moest ik, om het nabijsijnde dorp voor het invallen van den avond te bereiken, een ontzaglijkgroot Alang- alangveld met hier en daar wat bosch, doortrekken. Mijne begelei ders, waarvan één mijn paard bij den teugel vasthield, liepen in ge drukte stemming door het Uooge gras, waaraan zij hun gansche aan dacht schenen te wijden, terwijl zij van tijd tot tijd werden opgeschrikt door een slang, die zich uit het gras verhief en voor zijn rustver stoorders op de vlucht ging. Nadat ik ongeveer een half uur in het Alang-alang-gebied had vertoefd, begon mijn paard, dat met geen mogelijkheid te beteugelen was,hevig te steigeren en te brieschen. Spoor slag noch een vermaning met de karwats konden het dier, dat on raad scheen te bespeuren, tot voor uitgang aanzetten. De Javaan, die tot dusver mijn paard had geleid, verwijderde zich een oogenblikje van mij, hij scheen iets bemerkt te hebben, daar hij bij zijn terugkomst mij ten stelligste afried, onder deze omstandigheden de tocht voort te zetten, omdat het behoud van ons aller leven hierdoor in gevaar zoude gebracht worden. Toen ik de plaats des onheils had verlaten, vertelde hij mij dat hij overal knoopen in het gras had gezien en er dus in onze nabijheid een tijger moest ge weest zijn. Het snuiven van mijn paard had hem in zijn vermoe den gesterkt. En waarlijk hoorde ik den volgenden dag van een dorps hoofd vertellen, dat op dezelfde plaats, waar ik geweest was, een Koelie door een tijger was ver scheurd. De kleeren van den onge lukkige en verscheidene bloedsporen naar een in de nabijheid liggend hoscbje, waren de eenige getuigen van 't treurig voorval. Een administrateur der suikerfa- in de dessa B., wien ik mededeelde, hoe ik aan een groot gevaar was ontsnapt, verhaalde mij, dat hij voor eenigen tijd op zonderlinge wijze zijn Javaansche bediende had ver mist. Ziehier de ware toedracht der zaak. In 't belang der suikerfabricage moest hij zich begeven naar een plaats, die eenige uren van zijn woning gelegen was. Schoon de avond reeds begon te vallen en de weg er heen voor zeer gevaarlijk doorging, besloot de moedige ad ministrateur den tocht te onderne men. Hij liet onmiddellijk zijn dos d dos inspannen, nam in 't voorste gedeelte plaats, terwijl de Javaan sche bediende achter hem ging zit ten en een oogenblik later ging het in vollen galop naar de dessa, waar zijn tegenwoordigheid werd ver- eischt. Halverwege echter begon het ros te steigeren en met een vervaarlijke sprong holde het snui vende en hinnekende in dolle vaart voort. De administrateur, wien dit niet onopgemerkt bleef, deed geen enkele poging om het paard in te houden. Wie schetst echter zijn verbazing en ontroering, toen hij na den vermoeienden rit de plaats achter zich ledig zag! Het raadsel loste zich spoedig op, toen eenige marktgangers den volgenden mor gen berichten, dat zij een arm en eenige met bloed gekleurde kleede ren langs den weg hadden gevon den. De ongelukkige had zich waarschijnlijk aan den wagen wil len vasthouden, toen de tijger hem er aftrok, zoodat de arm van het lichaam werd afgerukt. Het bloed spoor werd gevolgd en eenige stap pen verder zagen de Javanen een vervaarlijken koningstijger met het lijk van den bediende in het diepste gedeelte van het woud vluchten. Wanneer de Javaan een tijger in 't bosch ontmoet, gelooft hij stel lig, dat dit dier met den hoschgeest in onmin leeft en de mensch er het slachtoffer van moet worden. Hij gelooft ook, dat de ziel der afge storvenen in den tijger vaart, wes halve hij zich in zekeren zin aan dit dier verwant gevoelt. Slechts in gevallen, wanneer het een Ja- vaansch dorp bezoekt, om de hui zen binnen te sluipen en de bewoners ervan te vermoorden, wordt er een algemeene drijfjacht tegen het ondier gehouden. De Javaansche bevolking verkeert in de stelligste overtuiging dat de tijger verschillende gedaanten kan aannemen, om den mensch te misleiden en zoodoende het lokaas in de vallen te bemachtigen. Een bijgeloovige Javaansche vrouw ver haalde mij daaromtrent het volgende, dat, zooals zij zeide, werkelijk ge beurd was: «In de dessa T. was reeds verscheidene maien een groote Koningstijger gezien, die op klaar lichten dag verscheidene personen naar het bosch sleepte. De roover herhaalde zoo dikwijls zijn moordzuchtige aanvallen, dat het dorpshoofd op het rijstblok liet slaan en de saamgevloeide menigte mededeelde, dat er een groote drijf jacht zou worden gehouden tegen den brutalen aanrander van de veiligheid der dorpsbewoners. Op den aangewe zen dag en het bepaalde uur liep de gewapende massa het bosch in en doorkruiste dit in alle richtingen. Maar nergens was de tijger te vin den. Op het einde van den derden dag zagen de jagers op een afge- waaiden boomtak een eerbiedwaar dig grijsaard zittenHet haar en de baard, die tot op de knieën afhing, waren zoo wit als kapok (boomwol) De Javanen, die van deze zonder linge verschijning niets begrepen en den boschgeest meenden te zien, werden zoo zeer met vrees bevan gen, dat zij hun drijfjachten niet durfden voortzetten. Men zou zich slechts bepalen tot 't gereed maken van vallen. Op den morgen van den vierden dag kwam een Javaan haastig het dorp inloopen met de blijde tijding, dat hij een fraaien tijger in de val had gezien. De gansche dessa liep uit met spietsen en klewangs ge wapend, om het ondier te dooden, maar hoe groot was aller verbazing toen men in plaats van een tijger, een grijsaard bij het schaap in de val zag zitten en wel denzelf den, dien men daags te voren op den boomtak in het bosch had zien zitten. Met allerlei gebaren beduidde de oude man, dat men hem en het schaap moest verlossen. De Javanen, die het verzoek niet durfden afwij zen, hielpen den ouden man uit zijn neteligen toestand, maar eens klaps stoven de bijgeloovige jagers onder luid geschreeuw uit elka»r, want de gewaande boschgeest ver anderde plotseling in een reusach- tigen tijger, die met het schaap in den muil onder vervaarlijk gebrul in 't diepst van 't woud verdween.» Zoo had de slimme tijger zich in een mensch veranderd, om op eene gemakkelijke en veilige manier aan den kost te komen.» Tot de doodsvijanden van den tij ger behooren: de wilde stier, de buffel en de krokodil of alligator. In den openlijken kamp met hen delft hij geregeld 't onderspit en hiervan ten volle overtuigd kiest hij de hinderlaag uit tot de volvoering zijner moordzuchtige plannen. Ook de slang, die hem zijne buit durft betwisten, is voor hem een gevaar lijke niet alleen, maar ook bijna onoverwinnelijke kampioen. De kro kodil beloert zijn prooi, wanneer deze aan den waterkant zijn dorst komt lesschen Met de reusachtige kaken, voorzien van scherpe en sterke tanden, grijpt hij den tijger bij de voorpooten en tracht hem onder water te sleepen. Yreeselijk is de strijd, die nu ont brandt! De kat worstelt hevig, om zich van de overmacht los te ruk ken. Een vreeselijk gebrul brengt de geheele wildernis in opstand. Duizenden vogelenstemmen mengen zich in den donder, en't apenvolkje springt van schrik van tak tot tak en van boom tot boom, terwijl het met de aangeboren nieuwsgierigheid tusschen de bladeren angstig gluurt naar de strijd op leven en dood tusschen den woudkoning en den beheerscher der Indische wateren. De verwoede strijd wordt steeds voortgezet, de krokodil sleurt met de grootste kalmte zijn slachtoffer naar het water, de tijger spartelt hevig en krabt zijn vijand de oogen uit, doch tevergeefs nog een ruk de tijger verdwijnt in 't water den strijd wordt nog eenige oogen- blikken voortgezet - eenige lucht bellen komen aan de oppervlakte en de stilte van het graf heerscht op de plaats, waar zooeven het Leven met den Dood om den voor rang worstelden! De tijgergevechten die bij feeste lijke gelegenheden aan de hoven der sultans van Djokjakarta en Soerakarta gehouden worden, zijn, gelijk de stierengevechten in Spanje, bloedige volksvermaken die de wreed heid van den mensch nog bloediger en afgrijselijker maakt. Een tijger gergevecht in natura is minder bloed dorstig, minder wreed, meer natuur lijk. Alleen in de bosschen gevoelt de tijger zich volkomen vrij, alleen in de wildernissen aanschouwt gij hem in zijn volle spierkracht en werk zaamheid, de strijd, dien hij daar met zijn vijanden voert, boezemt voor den overwinnaar meer eerbied in dan de noodeloos bloedvergie- tende wreede schouwspelen, die de ware inborst van den Javaan zoo duidelijk vertoonen. Nareatus. Haarlem, Sept. 1886. «ASKTSiSKHTfUL Haarlem, 13 Sept. Graan- en Zaadmarkt. ftoode tarwe f 0.a f 0.— witte tarwa f7.20 k f 4.90 rogge 4.85 k f 0.— kaver f3.40 a f3.15 Garst 5.054 f4.Duiven- boonen f7.50 k f7.25 Paardenboonen f 0, a f0.Bruine boonenf 0.—afO.Groens Erwten f0.— a f0.Witte Erwten f0. k f0.— Capucijners f8.26 k 10.— Kanarie raad f 0.a f 0.Oliezaad f 0.6 f 0. Koolzaad f 0.a f 0.- Geel mosterdzaad f 0.a f0.Bruin mosterdzaad f 0.a f0.Karweizaad 0.a f 0. AMSTERDAM, 13 Sept. lie prijzen der Aardappelen waren aia Yoljft: Frieache Franeker fl.80 a 2.—; dito Ham burger f 1.30'a 1,50; Geld. Blauwe fl.80 a 1.90; do MnizenfO.a 0.dito Jammen f0.— a 0.—, dito Kralen f 1.70 a 1.80; Katwijker Zand f 1,60 a 3.40; Noordwijker do. f0.a 0.Saasenheimer ditofO.a 0.—Hillegommer dito f2.— a 3.50, Haar lemmer do. f 0.90 a 0.—, ZeeuwBche Blauwe f 1.70 a 1.80; Friesche EDgelache f 1.a 1,10 Aangevoerd 10 verache ladingen. Koffie. Afgedaan 387 bn. Macaaser Bon- thain ex ,Noach V» en 141 bn. JavaW.-I. B. alhier gedopt (Soember Aroom) ex „Sa- marang® en „Prins van Oranje*. De markt is zeer vaat gestemd en noteeren wij heden goed ordinair Java 33 c. Suiker.^ Van Beetwortel werd de vorige week weinig aangeboden en waren de ver- koopen dientengevolge beperkt; prijzen ble ven tamelijk onveranderd op f 133/, a 7/s voor Sept. en f 13voor Nov./Dec. Geraffineerd waa moeilijk te plaatsen tot nominale prijzen van f 18 voor sup. Crushed, f 17s/, voor HR No. 1 en f171/, voor RS prima. Rijat onveranderd. Voor de pellerij arri veerden van Rangoon en Bassein 5 ladingen. Specerijen. Afgedaan 143 kisten Noot en 22 kn. Foelie, de verkoopen in de 2e hand bleven beperkt. Zwarte Peper en Nagelen in eendoen. Katoen. Noteering van Vrijdag ter Beorze Looo Heden 1885. Middling fair 30' 30'/, c. 31'/, c. Fully Good Middling. 29s ,30 31 Good 29'/.29s/, 30s/, Strict 29V.29'/, 30'/, Middling. 28s/429 30% Low Middling. 27lIJt7*j4 29% Good Ordinary. 25s ,26 29 B Good Tinnevelly (nom.) 253/„26 28 Fully good Dhollerah. 25 25>/2 28l/2 Good Dhollerah. 24 241/» 2772 B Goodfair Dhollerah nom. 23 23% 251/, Good Oomra. 24 2472 27 B Fully goodf. Oomra. 22»/..23 267» Goodfair Oomra. 22 227» 261/.» B Fine Bengal. 25 2572 267»*, Good Bengal nom. 23 237, 247» a Heden zeer vast, onveranderd. Tin kalme markt, prijzen zeer vast Banka f603 4( Billiton f607-., 3 maanden f 6C3/4. Petroleum-bericht van P.& G. C. Calkoen. Makelaars, Amsterdam, 11 Sept. De Amerikaansche Petroleum-noteeringen waren sedert ons laatste bericht volgens Reuters telegram: New-York 6%, 77s, 676%6%, 6s/s ctpgaU. Philadelphia 6%, ,6% 6s 0 6S 6s/„, 6s/8 ct. per gall. Ruwe Olie 62 -, 63 623/8, 627s> 633/g, 63% ct. per vat. De stemming was vrij vast. terwijl van de September-aanzeggingen een en ander tot iets onder noteeringen afgedaan werd. Nov./Dec. levering worden iets hooger gehouden. De noteering is heden bij minstens 25 vu. te ontvangen aan het Amsterdamsch Petro leum-Entrepot Disponibel f 7 55 a f Entr Sept.-levering 7.50 Oct. u 7 60 u g Nov./Dec. a u 7.70 Jan./Febr. 7.85//,,— Nobels Petr. (Rus siache) lev. Nov./Dec. t, 7.40 ,f In consumtie vrij aan boord f 8s/4. Bij kleinigheden f a f 7s hooger. De voorraad aan het Amsterdamsch Petro leum-Entrepot bedroeg op 4 Sept. 74.891 vn. Aangevoerd indirect 225 a Afgeleverd8.367 a Voorraad op heden 66.749 Verwacht wordende ladingen: hVeronica-» (zeilklaar 23 Aug) 7.400 H üfJoa.H. Scammel" 30 g 9.090 B In lading /,Z. Ring" 8.500 B Tarwe op ïevenng voorjaar onveranderd, najaar lager. Nov. f213. Mei f220. Noteering vsn cl» Commissie voor d»n Graanhandel. Rogg» op levering najaar iets hooger, voorjaar onveranderd, Oct. f 122,123. Maart f129, 130. Not Bering van M.'une Thole. Koolzaad Raap- en Lijnolie zonder noteering. EJam, 11 Sept. Kaas. Aangevoerd 129 stapels wegendekilo; hoogste prijs Gras- k f 28.—, laagste f 0.—de 50 kilo. Hooi f— a 0.—. Alkmaar, 10Sept. Kaas aangevoerd 629 stapels, wegende 157617 kilo. Prijzen kleine Gras Kaas f29.— dito Hooi f 0.— com missie Gras- f 23.50 dito Hooi f 0.mid delbare Gras f 24.dito Hooi f 0. Leiden, 11 Sept. Aan de Gemeente-Waag gewogen: 354 l/s en 49 7lfi deelen Boter, te ramen 7550 stukken. Eerste kwal. f42.a 58.2e kwal. f0.a 0. •ohtadom, 13 Sept. Moutwijn f 6 75 J«ac- ver f 12 25, Am»t. Proef f10 75, Spoeling f 0,70, id®- ifnor d» Sebiedamneh» Spoeling- V^rseaigin* f 0 70 ST9SKl¥AA8TBI5«tlTEiJ. Het stoomschip ^Prinses Wilhelmina", kapt. Bakker, vertrok 11 Sept. van Amster dam naar Ned.-Indië.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1886 | | pagina 3