gegevens omtrent de Australische kolonie Victoria. Het boekske was op last der commisie voor Victoria samengesteld Uit Eenrum schrijft men dd. 12 dezer: Zondagavond hield de heer Heldt, lid der Tweede Kamer, te Ulrum eene toespraak over: Het doel der arbeidersbeweging in Nederland, haar nut, karakter en streven. Nadat S. op de vroegere gilden ais verdedigers van arbeid en ar beiders en op de later daarin ge slopen misbruiken had gewezen, haalde hij de groote fout aan, in den revolutie-tijd begaan, door de gilden op te heffen in plaats van te hervormen. Was men hiertoe overgegaan, dan zou er nu nauwe lijks sprake zijn van de sociale kwestie, dan behoefde men niet zóóveel in te halen, dan waren we veel verder op den goeden weg dan nu. Vervolgens behandelde S. de ver schillende oorzaken, welke tot den tegenwoordigen treurigen toestand van den werkman hebben geleid, die machteloos gemaakt, wel vrij is, doch welke vrijheid grootere onge lijkheid bracht in plaats van ge lijkheid, zooals de revolutie predikte. Na de gevolgen van dien ellendigen toestand te hebben besproken, wees S. op het voorrecht, dat de grond wet van '48 kwam teruggeven ten opzichte van het recht van verga dering. Nu zette S. het groote belang van het houden van vergaderingen uiteen en wees erop, hoe daardoor het werkliedenverbond was in 't leven geroepen, eene Vereeniging, die trachtte te bevredigen, in plaats van ontevredenen te maken, zooals wel eens begeerd werd; een bond, dat zocht te hervormen in plaats van omver te werpen en waarvan het niet minder heilig is lid te zijn dan van eenig kerkgenootschap. Bij het bespreken van het streven dier Vereeniging, kwam spreker na tuurlijk tot het algemeen stemrecht, waarvan hij alle heil verwachtte voor de gansche maatschappij. De kans, dat de kerkelijke partij alle gezag in handen zou krijgen, be weerde S., zou bij de invoering ervan volstrekt niet grooter worden dan bij elke uitbreiding van het kiesrecht. Dat het niet aan belangstelling ontbrak, bewees de eivolle zaal en de drukke discussie, waarbij S. tel kens bewees, zijn onderwerp door en door meester te zijn. In zijne replieken werden nog een paar mid delen aan de hand gegeven, waar door men zich van de belangstelling der kiezers zou kunnen overtuigen. Men zou o.a. eiken kiezer, die van zijne bevoegdheid wilde gebruik maken, in Januari of Februari op het gemeentehuis een formulier kunnen laten invullen, waardoor hij het b;wijs leverde, dat hij kon lezen en schrijven, en wie zich niet aanmeldde, zou voor dat jaar niet mogen stemmen. Wie bovendien zich wel aanmelde, doch eenige keeren achtereen van zijn recht geen gebruik maakte, zou opnieuw zich moeten aanmeldden, wilde hij zijne bevoegdheid houden. AmstD. v. N.) De secretaris van «Patrimo- niumi1, Poesiat, maakt in de Stan daard de volgende opmerking, tot rectificatie van hetgeen omtrent het door hem gesprokene in dat blad was medegedeeld: tig jaren van zijn leven in zulk eene cel had doorgebracht. Vijf en twin tig jaren, waarvan elke dag hem een eeuwigheid geweest was De oppasser liet lang op zich wachten; sinds vijf minuten was alles weer stil; waarom kwam de man niet? Alfred zag op zijn horloge; hij hield het in de hand om den mi nuutwijzer te volgen. Weder verstreken vijf minuten en nog liet zich geen geluid hooren. Een vreeselijk vermoeden rees erin de ziel van den jongen man op, hij snelde naar de deurzij was ge sloten. Doch dat was te begrijpen; van binnen kon de deur natuurlijk niet geopend worden, en de oppasser had haar achter zich dicht getrokken, zonder daarmee iets kwaads in den zin te hebben. Hij wachtte nog weer tien mi nuten er kwam geen mensch. Zijne De voorzitter zeide n. 1., dat Henri George glashelder heeft aangetoond, dat in het vrije Amerika bij Alge meen Stemrecht de ellende even algemeen is. Dat algemeen stem recht, en de daarop gegronde volks soevereiniteit, of welke regeerings- vorm men ook wil, op zich zelf geen heil kunnen brengen, wordt duidelijk, wanneer men de republie ken Frankrijk, Zwitserland en de Vereenigde Staten van Noord-Ame- rika vergelijkt met de koninkrijken Engeland en België, of het keizer rijk Duitschland. Het is bij de een als de ander; de ellende is er meer algemeen dan hier. Nieuw moge het misschien niet zijn, het is goed, dat ook van die zijde nog eens met nadruk op dit feit wordt gewezen. (Arnh. Ct.) Men schrijft uit Sneek: Zondagmorgen was het buiten gewoon druk en levendig aan het tramstation, maar toch lag overal- les een d/oevig waas. De lijkkoets verkondigde het reeds dat de hon derden die waren toegestroomd wa ren opgekomen voor een treurige plechtigheid. Het stoffelijk overschot van mr. S. Wijbenga zoude op de begraafplaats hier ter stede aan de aarde worden toevertrouwd. Te tien uur kwam de extra tram uit Har- lingen aan. De kist met twee prach tige bloemkransen getooid werd dadelijk in de lijkkoets geplaatst en nabestaande corporatiën en vrien den volgden te voet. Op het kerk hof was eene dichte menechenmas- sa bijeen. In allen eenvoud had de teraardebestelling plaats. Namens de vele kiesvereenigingen die hare afgevaardigden gezonden hadden, herdacht de heer H. Pijttersen Tzn. in treffende bewoordingen, den waar- digen volksvertegenwoordiger, waar na de heer F. Harmens, schoonzoon van den overledene, een woord van dank spiak. Heerlijk schoon schoot de najaarszon door het statig ge boomte hare stralen op de rustplaats van den man, die geheel zijn leven allen alles had willen zijn en diep geroerd verlieten de aanwezigen den doodenakker. De beide ballons, die Zaterdag uit den tuin van den Parkschouw burg te Amsterdam opstegen «Eclaireur» en «Météore», bewogen zich weldra in oostelijke richting en hadden reeds een groot deel der Zuiderzee afgelegd, toen aan beide het gas begon te ontbreken. Bijna gelijktijdig daalden zij in zee neder op een afstand van ruim een uur van Kampereiland. Toen de manden de watervlakte bereikten, vermin derde het te dragen gewicht, zoo dat de ballons bleven staan en, als groote zeilen dienst doende, met den westenwind de luchtschippers lang zaam naar den oever sleepten. Bijna gelijktijdig landde de «Eclaireur» met den heer Juhles (de heer Mangot kon niet medegaan) en den passagier, de heer L. N. de Bruyne, en de «Météore» met den heer L'Hoste aan den oever van het Kampereiland. De reizigers hadden ruim een uur halverwege in het water gestaan, met de pijnlijke on zekerheid of de draagkracht der ballons voldoende zou zijn om hen aan wal te brengen. Zij overnacht ten te Kampen. Uit Kampen schrijft men: «De luchtballon «Météore» van den heer L'Hoste met nog een on bezorgdheid nam toe; hij bonsde onstuimig op de deur; het bleef daar buiten even stil als te voren. Was hij wezenlijk een gevangen man? Was het plan, dat hij met Tom gemaakt had, verraden? Had Tom zelf hem in de val gelokt? Al deze vragen rezen bij hem op, maar hij vond er geen antwoord op. Weer riep en klopte hij, onstui miger dan te voren. Al mocht zijn plan ook in duigen vallen, als hij zelf maar vrij was! Hij wilde bij de politie aangifte doen van de me- dedeelingen, die hij van Tom ont vangen had; hij zou niet rusten, vóór dat er nog eenmaal een on derzoek ingesteld werd en dan zou er geen plekje ondoorzocht blijven. Eindelijk, na een uur, lieten zware voetstappen zich hooren; de deur werd geopend en dokter Janin trad met twee oppassers de cel 'binnen. Wat beteekent dat leven vroeg Janin op strengen toon. deren, Zaterdagavond 5.30 te Am sterdam opgestegen, waren reeds te Aait 7 te Kampen in het gezicht. Ze dreven langs de stad en door verandering' van wind weer naar zee. Met het oog op de invallende duisternis lieten de reizigers zich dalen op een uur afstands van Kampen. Een bleef met het anker achter een der ketelkribben, terwijl de an dere in zee daalde. De landbouwer üoppess was zoo spoedig* mog*eliik met een punter in zee en bracht de reizigers met den ballon behouden aan wal. Domela Nieuwenhuis trad gis teren weder in het Volkspark te Amsterdam voor eene talrijke me nigte als spreker op. Het onderwerp zijner rede was de strijd tusschen het volk en de regeering, waarin hij uitvoerig de belastingen behan delde en trachtte aan te toonen, dat alle belastingpenningen der rijken eigenlijk door de arbeiders in 's lands kas worden gestort. Aan het slot wekte hij de aan wezigen op om geen sterken drank te drinken, omdat de belasting* op de alkohol een der voornaamste staats-mkomsten was. De strijd (aldus eindigde hij) zou geen einde nemen vóór het volk zelf de regeering bad aanvaard, en zóólang moest gestreden worden, dat er geen enkele burger meer werd onderdrukt. Ditn eerst zoude internationale roode vlag door de witte vlag des vredes kunnen wor den vervangen. De menigte ging kalm uiteen. Domela Nieuwenhuis had zich dit maal niet door partijgenooten van het spoor laten afhalen. Politie was er maar weinig op het terrein. Gisteren wedden te Amsterdam eenige beschonken opgeschoten jongens dat een van hen in den O. Z. Voorburgwal van de O. Z. Armsteeg tot den Langen Niezel zou zwemmen, en begaf deze zich ook te water. Dadelijk begon hij echter te zinken, maar werd nog door een melkboer, die hem zijn juk toestak gered, doch nauwelijks op het droge, sprong hij weder in de gracht. Nu werd hij door een agent van politie met een dreg er uit gehaald, maar tevens in hechtenis genomen. Hij verzette zich echter zoo hevig, dat hij geboeid naar het bureau moest worden overgebracht. Allen Young, de beroem de Noordpool-vaarder, op wiens schip, de Pandora, Koolemans-Bey- nen twee tochten naar de IJszee deed, is met zijn jacht Stella in Amsterdam. Hij komt van de kust van Afrika, waar hij Soedan be zocht. Tijdens de pogingen om Gor don te ontzetten, bracht hij in zijn jacht levensmiddelen, ijs en allerlei goede gaven aan de Engelsche sol daten, die te Soeakim en elders in de Roode zee niet alleen met de Soedaneezen, maar met den nog veel gevaarlijker vijand, de hitte, te kampen hadden. Sir Allen blijft een paar dagen in Amsterdam. Op den Zeedijk te Amsterdam werd Zondagnacht een der matro zen van het onder Engelsche vlag varende stoomschip Raleigh, aldaar liggende in het Oosterdok, door een zestal personen op den openbaren weg verraderlijk aangevallen, onder den voet getrapt en zoo gruwzaam mishandeld, dat de man met ge broken been naar het binnengast huis moest vervoerd worden. Op Dokter, zijt gij dol? ant woordde Alfred overbluft. Uw oppasser heeft mij hier opgesloten, maar ik wil aannemen, dat het eene vergissing is geweest. Volstrekt niet! viel de dok ter hem in de rede. In mijn huis kan zulk een vergissing niet plaats hebben. Dus is het op uw bevel ge schied Zeker. Een kreet van woede ontsnapte aan Alfred's lippen; het was hem niet mogelijk, zich te beheerschen; hij wierp zich op den kleinen, ma- geren heer en gaf hem zulk een geduchten stoot tegen de borst, dat hij achterover tuimelde; maar in het volgende oogenblik hadden de gespierde vuisten der oppassers hem reeds aangegrepen. Waanzin! zeide Janin. Wij zullen de douche moeten aan wenden. twee belhamels, een kellner en een kastenmaker, heeft de politie de hand gelegd, en beiden zijn wegens mishandeling met zwaar lichamelijk letsel gepaard gaande, naar de cel gebracht. Een heer, die zijn kantoor houdt op de Leidschegracnt te Am sterdam, is door den bewoner van dat pereel met wien hij in twist geraakte, de deur uitgezet, maar zoodanig, dat bij het dichtwerpen van de deur een zijner vingertop pen was afgekneld. Hij is in het Binnengasthuis geneeskundig be handeld geworden. Van het wrak der Lutine werden Zaterdag geborgen 29 Spaansche matten, 1 halve en 1 kwart mat. Het 28 cM. achterlaadkanon door den ijzeren stoomlichter uit de Schor pioen gelicht, heeft weinig of niet door het water geleden. Zaterdag hebben acht centrifu- gaalpompen gewerkt bij het aftap pen van het natte dok. Tusschen burgers en huzaren heeft Zondagavond omstreeks halftien op de Heerengracht te 's Hage een vrij ernstige vechtpartij plaats gehad. Een burger ontving daarbij een sabelhouw achter het oor en een der huzaren werd gewond naar het hospitaal gebracht; de patrouille maakte aan het schandaal een einde. De dienstbode van den heer v. G. te 's Hage had Zondagavond haar vrijer op bezoek in de keuken. Al minnekoozende vervloog het eene uur na het andere totdat, o schrik, de sleutel in het slot werd omge draaid en de heer des huizes de trappen opkwam. Het was 2 uren. Goede raad was duur. Aan ontsnap pen langs de trap viel niet te den ken. De zoo plotseling opgeschrikte minnaar ziet slechts één uitweg het venster. Met achterlating van zijn hoofddeksel springt de jonge ling uit het raam der tweede ver dieping; ernstig gewond wordt hij door de nachtwacht opgenomen en het huis binnengedragen dat hij zoo even verlaten had. Nadat een ge neesheer den gekwetste verhonden had, is hij naar zijne woning ver voerd. Men was voornemens gisteren middag te Scheveningen een stuk muur van het afgebrande Kurhaus aan de zeezijde om te trekken. De toestellen van de Zuid-Hollandsche reddingmaatschappij om lijnen te schieten, waren reeds op het grasperk aan de landzijde opgesteld. Daar echter eene groote menigte in de stoelen aan het strand van het heer lijk weder genoot en het moeite kostte het publiek van de plek te verwijderen, heeft men den maat regel tot een gunstiger oogenblik moeten uitstellen. Zondag is bepaaldelijk gebleken dat de brand in het Kurhaus te Scheveningen niet is ontstaan door het omvallen van een spirituslamp- je. Ziet hier de oorsprong van den brand De familie Heineken van Am sterdam, bewoonde drie kamers. In een dier kamers waarin een uithoek voor de lift was, werd in een zin ken bak van een nachttafel pap voor een kind dier familie gekookt. In de nabijheid in dienzelfden bak, stond een spirituslampje te branden. Door tocht ging een gordijn of wel- Schurk! riep Alfred uit, over zijn geheele lichaam bevend. Wie heeft u voor deze nieuwe misdaad omgekocht? Trek zijn kleerenuit! beval Janin. Te vergeefs spartelde de jonge man tegen; de oppassers hadden ge leerd zulk een tegenstand het hoofd te bieden. Mijn vader hebt gij vermoord, satan! knarsetandde Alfred, nu moet ook ik vermoord worden, zoo luidt zeker het bevel van uw medeplichtige Dat is zijn idee fixe, zeide de dokter, terwijl hij met een spot tend gelaat toekeek, hoe zijne hand langers zijn slachtoffer ontkleedden, waarbij zij verre van zacht te werk gingen. Hij meent vervolgd te worden en ziet iedereen voor zijn moordenaar aan. Weer deed Alfred eene poging om zich te bevrijden; maar de ge licht een franje in brand en wat verder volgde is van algemeene be kendheid. (Avondp.) In de branderij van den heer Scholtes, te Delft, geraakte bij het afslaan van den helm op een der ketels deze onverwacht los, met het gevolg dat de werkman van Munster een golf kokende spoeling over het lichaam kreeg, en daardoor vrij ernstige brandwonden aan hals, rug en armen bekwam. Hij werd ter stond door zijne kameraden gehol pen en van zijne kleederen ontdaan, naar zijne in de nabijheid gelegen woning overgebracht, alwaar dr. Thomée hem de eerste heelkundige hulp verleende. Zijn toestand is re delijk. Gisterennamiddag te 4 uren is te Delft de laatste hand gelegd aan de plaatsing van het monument voor Hugo de Groot op het granieten voetstuk. Het standbeeld, ontwor pen door den heer Stracké Jansz. en vervaardigd in de fabriek van Merkelbach, van Enkhuizen en Co. te Breda, was Zaterdag per stoom boot aangekomen. Zoowel voetstuk als monument zijn ongeschonden aangebracht en gestelddoor de goede leiding van den bouwkundige J. den Braanker. Op de Aelbrechtskade (Oud-Delfts haven) hadden zich gisterenavond honderden personen verzameld voor een aan den wal liggend Rijnschip, waarin het, naar men zeide, spookte. De bijgeloovigste praatjes werden gehouden en reeds waren er enkelen, die handtastelijk wilden bewijzen dat spoken en dergelijken daar niet zeer welkom zijn, toen de politie de menigte verspreidde. Verleden week vertrok van Rot terdam naar Harderwijk om dienst te nemen als koloniaal een jonk man, die in twee of drie jaren tijds niet minder dan eene ton gouds verkwist heeft. Zondag avond omstreeks negen uren vervoegde zich een persoon in den winkel van den heer C. goud-en zilversmid, aan de Gedempte Boter- sloot te Rotterdam voorgevende een horloge te willen koopen. Nadat men het over den prijs was eens geworden, nam de kooper het op en liep zonder betaling den winkel uit. Op het geroep van«houdt den dief!» zette een bewoner van de overzijde der straat hem achter na, wien het gelukte, hem nabij de Nieuwemarkt te pakken en met hulp van nog een voorbijganger aan de politie over te leveren. Dezer dagen kwam te Rotterdam een zeevaarder aan, die eene lange reis achter den rug had. Hij was nauwelijks -eenige dagen thuis, of hij zond zijne vrouw naar Schiedam teneinde zijn handgeld af te halen; hij had zich daar volgens zijn be weren, voor een nieuwe reis laten aanmonsteren. De vrouw kwam te Schiedam tot de ontdekking, dat haar man haar bedrogen had en ging knorrig naar huis terug. Toen zij de kamer binnentrad, was er geen enkel meubelstuk of huisgerief meer te ziende liefhebbende echt genoot had alles door eenopkooper laten weghalen. Op den kalen grond lag een groot stuk papier met de woorden: Welkom binnen. Op de kermis te Berkenwoude heeft Zaterdag avond tusschen eeni- spierde vuisten hielden hem nu nog steviger vast, zoodat hij het uit schreeuwde van pijn. Eerst de douche en dan het dwangbuis, ging Janin voort, en als dan die aanval van waan zin niet ophoudtmoet hij door zweepslagen tot bedaren worden ge bracht. Het is onzin met zulke men- schen medelijden te willen hebben; het is een misplaatst medelijden, waardoor men hen zeiven slechts schade doet. Het dier, dat even goed gevoel heeft als zij, wordt ook met de zweep in toom gehouden en een waanzinnig mensch is niet veel meer dan eene dol geworden stier. Klaar? Ja, antwoordde de oppasser, die nu Tom's plaatsvervanger was. Dan naar beneden met hem in de badkamer. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1886 | | pagina 2