De „Lutine". tieven en een personenwagen vrij wat j beschadigd, werden en eenige reizigers lichte verwondingen kre gen.^ Overigens liep alles gelukkig af en was de dienstregeling spoedig hersteld. Een 16 jarige jongen te St. Ni- colaasga (Fr.) kreeg een zwaren steen, die van den in aanbouw zijn- den toren viel, op den schedel en was binnen weinige oogenblikken een lijk. Te Sneek is een jongmensch met de volle zuster zijner moeder ge trouwd. Art. 88 2de lid van het Burgerlijk Wetboek verbied dit. De Koning kan echter om gewichtige rederen, zoo zegt de laatste alinea, dispensatie verleenen en het verbod opheffen. De gewichtigste reden is, dunkt ons, dat de tante van den neef en de neef van de tante zóóveel houdt, dat zij met elkander willen trouwen. {Ami. Gt.) Nog nimmer zoo schrijft men hebben zich in de Westerwold- sche Aa zooveel vischotters vertoond als tegenwoordig. Op sommige plaat sen zijn ze des morgens duidelijk te bespeuren en ziet men meerma len drie a vier tegelijk zwemmen. Voor de binnenlandsche vischvangst zou het zeer wenschelijk zijn, dat er wat meer jacht op deze dieren werd gemaakt. Men schrijft uit Groningen: Niettegenstaande den lagen wa terstand is de afscheping van turf in de kolonie Erica buitengewoon groot. Jammer is het intusschen, dat de drijvende turfstrooiselfabriek tusschen Erica en Nieuw-Amster- dam, wederom den arbeid gestaakt heeft, waardoor het graven van grauwe turf, voor die fabriek be- noodigd, en waardoor velen in den winter arbeid vonden, wellicht niet zal plaats vinden. Ook de iokfa- briek blijft nog steeds buiten wer- king. Uit Huissen wordt van 14 dezer gemeld Gisterenavond, circa 11 uur, werd de familie P. uit den slaap gewekt door zekeren A. Démond, arbeider te Stierum (Pruisen), die haar kwam mededeelen, dat hun schoonzoon, H. Neijenhuis, mede werkzaam in ge noemde plaats, door drie Huissen- sche arbeiders, en wel de drie ge broeders S., met een steen op het hoofd was geslagen. Voorts hadden zij hem met een snijdend voorwerp in den arm eD daarna in de borst gestoken, zoodat hij onmiddellijk een lijk was. De verslagene had 100 mark bij zich en laat eene we duwe met 7 kinderen na. De daders zijn gevat. GEMENGD NIEUWS. Zondagnamiddag omstreeks 1 uur heeft bij het station Haine Saint-Paul, in Henegouwen, een treurig spoorwegongeluk plaats ge had, waarbij drie personen terstond gedood en een aantal gekwetst zijn. Waaraan deze ramp is toe te schrij ven, wist men niet te verklaren. Op het spoor, liggende naast dat waar op een personentrein kwam aanrij den, manoeuvreerde een goederen trein, die den personentrein pas seerde op het oogenblik dat hij over een wissel reed, die blijkbaar in den juisten stand stond, daar de loco motief en de eerste wagen op het goede spoor doorreden, en welke ook na de ramp nog ongedeerd was. Hoe het mogelijk was, be grijpt men niet, maar een feit is het dat de tweede waggon van den goederentrein met de volgende wa gens over den wissel gleed en dien tengevolge schuin in den weg kwam te staan van den rijdenden perso nentrein. De locomotief van dezen werd weinig beschadigd, maar van alle volgende wagens werd de ge- heele linkerzijde vernield en letter lijk afgesneden. Wie aan die zijde in de wagens zat, is dientengevolge min of meer gewond geraakt, ter wijl één reiziger doodeïijk getroffen werd. De beide andere dooden zijn de conducteurs, die zich in den goede renwagen bevonden. Behalve de persoonlijke ongelukken is ook de schade aan het materieel buitenge woon groot. Een knaap van 17 en een meisje van 14 jaren hebben zich Maandag tusschen Chagny en Meur- sault (Frankrijk) op de rails van de spoorbaan geworpen, vlak voor de wielen van den :n vollen vaart zijnden expres-trein. Van de beide ongelukkigen, die elkander stevig omarmd hielden, is slechts een vor- melooze massa teruggevonden. Voor de viering van den 75en verjaardag van de Keizerin van Duitschland, op 30 September a. s., worden te Berlijn groote toebereid selen gemaakt. De schipper van den Holland- schen drijvenden drankwinkel (coo per), die den 4en dezer door een douane-kotter ter hoogte van Hart lepool werd opgebracht; is gestraft met eene boete van 45 pd. stl. en met inbeslagneming van alle zich aan boord bevindende waren, tot eene waarde van 350 pd. stl. Radna, een stadje in het co- mitaat Arad (Hongarije) dat elk jaar door vele bedevaartgangers wordt bezocht, is het tooneel geweest eener verschrikkelijke ramp. Toen voor eenige dagen in de klooster kerk des morgens te 6 uur op een der aliaren, waar eenige waskaarsen brandden, de vroegmis werd gele zen, vatte een kleed vuur, dat on middellijk de kleederen eener na- bijstaande vrouw aantastte. Op dit oogenblik riep iemand «de kerk staat in brand», waardoor in het volgepropte gebouw eene onbe schrijfelijke paniek ontstond. De menscken, die op de galerij zaten, sprongen naar beneden op de hoofden der menigte, welke naar buiten drong, doch onmogelijk door de enge deur kon ontsnappen. Zes vrouwen werden doodgedrukt en alom was de grond met gekwetsten bedekt. Hoevele personen het leven verloren, is nog niet zeker bekend, doch meer dan honderd personen werden min of meer gewond weg gedragen. Sedert het jaar 1799 ligt op de Hollandsche kust, tusschen de eilan den Vlieland en Terschelling, een schip gezonken, dat door geheel Nederland bekend is om de fabel achtige rijkdommen, die bet in zijn binnenste moet verbergen. Dit 6chip is de Lutine. In de laatste dagen maken de dagbladen de herinnerin gen omtrent dit goudschip weder levendig, door het geven van be richten over het vinden van ver schillende voorwerpen, tot het wrak behoorende. De meesten onzer lezers zullen de bijzonderheden omtrent de Lutine niet kennen of tenminste zich harer niet meer herinneren. Wij vermeenen daarom hun geen ondienst te doen met de bijzonder heden, welke wij in de Zierikzeesche Nieuwsbode vinden, mede te deelen. La Lutine was oorspronkelijk een Fransch schip; het werd echter in een zeeslag door lord Duncan voor de Engelsche marine veroverd. Het schip was eene goede buit, want het was toen ter tijde het vlugste en best bemande vaartuig der Fran- sche vloot. In het jaar 1793 was het daarom door den admiraal ter beschikking gestelvan de Treasury en diende tot het overbrengen van groote hoeveelheden geld, gelds waarde en brieven naar den mond van de Elbe. Engeland was in oorlog met de Nederlanden en de nieuwsbladen van dien tijd meldden, dat het on- lunt metaal, welke lading met schip ten gronde ging, bestemd was voor de betaling der Engelsche troepen in Holland. Een zorgvul dig onderzoek heeft echter bewezen, dat dit bericht op eene dwaling be rustte en er is niet aan te twijfelen, dat het goud en zilver door Lon- densche kooplieden was afgezonden naar Hamburg, alleen voor handels doeleinden. De geheele fabelachtige waarde der Lutine was verzekerd door bemiddeling van Lloyd's So ciëteit. Uit zorgvuldige berekenin gen van den heer Eschauzier (be neden wordt zijn naam meer ge noemd), gecontröleerd door Lloyd's Agentschap te Amsterdam, is uit gemaakt, dat die waarde beliep de som van f14,100,000. Ds commandant van de Lutine kapitein Skynner, was bekend om zijne uitstekende hoedanigheden als zeeman en zijne groote kennis van de Noordzee. Bij het krieken van den morgen van den 9en October 1799 zeilde het fregat van Yar mouth uit, met beslemming naar de Elbe. Nog vóórdat de tijding van het uitzeilen Londen bereikte, was het prachtige vaartuig wrak geworden bij den ingang van de Zuiderzee. Van de tweehonderd personen, die de bemanning uitmaakten, bracht er slechts één het leven af. En die één was door den golfslag zóó uit geput, dat hij stierf vóór dat hij Engeland bereikte. Hij had slechts weinige, onvolledige inlichtingen omtrent de ramp kunnen geven. De assuradeurs kwamen overeen alles, het geheele verlies te betalen, en te beproeven van den grooten schat nog te bergen wat er te ber gen viel. Agenten werden gezonden naar de plaats des onheils, doch het gelukte hen niet, iets te veroveren, daar de Nederlanders, omdat het oorlog was. het schip als hun recht matig eigendom beschouwden. Gedurende de onderhandelingen, die daarop werden aangeknoopt, werd de aandacht der Hollandsche visschers op het schip gevestigd. Zij gingen visschen naar de baren goud en zilver, en het gelukte hen voor een waarde van f906,000 te bergen. Twee derden van dien oogst viel ten deel aan de Nederlandsche schatkist, bet derde ontvingen de schippers, als het gewone bergloon. Ongeveer een jaar na het vergaan van het schip schijnen de visschers hunne nasporingen te hebben ge staakt, gedeeltelijk omdat zij den schat als uitgeput vermoedden, doch voornamelijk omdat de getijden en de stroomingen de Lutineonder een dek van zand hadden begraven. Twaalf jaren gingen voorbij, voor dat de aandacht weer op de Lutine gevestigd werd. De heer Pierre Eschauzier (bovenvermeldeen rijks ambtenaar, wonende op Terschel ling, had zich veel moeite gegeven de verspreide berichten omtrent de Lutine te verzamelen. Daardoor was hij tot de overtuiging gekomen, dat onder het zand nog een onmetelijke schat bedolven was en het dus de moeite waard was om een kapitaal bijeen te brengen tot het exploitee- ren van dien schat. Hij vroeg aan de Hollandsche Regeering concessie en verkreeg die, ja zelfs de noodige middelen om de eerste uitgaven te bestrijden. Van af het jaar 1814 tot 1822 werden met echt Holland sche volharding de pogingen voort gezet. Meer dan f 60.000 werden verbruikt; doch men vond slechts zeventien staven, negen van goud en acht van zilver. De assuradeurs hadden den groo ten schat echter ook niet uit het oog verloren. Zij knoopten onder handelingen aan met het Holland sche goevernement, doch de onder handelingen hebben lang gesleept en eerst in de lente van 1830 wa ren zij ten einde. De visscherij op de Tjutine, de maatschappij door den heer Eschauzier opgericht en de assuradeurs, waren besloten toen weer eene poging te doen om het dikke zandkleed te doordringen. Vóór die poging echter beproefd was, kwam de belangrijke staat kundige crisis, en België werd van Holland afgescheiden. Door de on zekerheid van de toekomstige han delingen der Hollandsche Regeering, waren de banden der Hollandsche maatschappij gebonden; bovendien stierf haar ziel, de heer Eschauzier, zoodat het wrak der Lutine in ver getelheid scheen gedompeld te zullen worden. Zestien jaren later echter gingen twee Engelsche duikers naar Ne derland om te beproeven het ver loren wrak te ontdekken. Zij vroegen der Nederlandsche regeering con cessie tot het doen van nasporingen en verkregen die, buiten verwach ting, gemakkelijk. De eenige voor waarde, die gemaakt werd, was, dat de helft van het gevondene ten goede der assuradeurs zou komen. Van die twee ondernemende dui kers werd later niets meer gehoord hun optreden had echter dit nut, dat de aandacht van het publiek weer op de Lutine gevestigd werd. De Nederlandsche maatschappij werd uit haar slaap gewekt en zij trad in nieuwe onderhandelingen met Lloyd's. Het gevolg daarvan was, dat in 1857, onder het beheer van een nieuw bestuurwaarvan de heer J. P. B. Eschauzier, zoon van den stichter der maatschappij, een der leden was, de werkzaamheden werden hervat. Op onverwachte wijze werden de nieuwe ondernemers in hunne pogingen begunstigd. Water en zand schenen den hardnekkigen strijd tegen de menschen op te geven en na een harden storm uit het Noord oosten lag de Lutine bijna bloot. Bij het bekend worden van dit heugelijk bericht deed Lloyd's agent te Amsterdam, de heer Hill, ge steund door het Nederl. goeverne ment onmiddellijk pogingen om de schuit te vinden. Een kanonneerboot werd ter bewaking ter plaatse van het wrak gestationeerd. In de helft van het jaar 1858 brachten de duikers de bel en het roer der Lutine aan de oppervlakte van het water. De bel en het roer, waaruit een stoel en een tafel ge maakt zijn, worden nog in de kan toren van Lloyd's Sociëteit als merk waardigheid bewaard. Aan waarde werd toen niet veel meer opgevischt. Lloyd's gedeelte bedroeg toen slechts f 500,000. Vol gens de berekeningen van de heeren Eschauzier en Hill bleef er echter nog in het wrak een waarde van ongeveer f12,912,000 over; waar lijk wel een som, welker bezit eenige opofferingen waard is! Men vorderde echter slecht met het visschen. De voortdurende ver anderingen der dikte van de zand laag boven het wrak waren zeer hinderlijk. Le toestellen, die men had, waren toen bovendien zeer onvol doende, zoodat er niet meer aan het licht werd gebracht. Men moest nieuwe middelen zoeken om het doel te bereiken. Die middelen werden later verschaft door den heer Ter Meulen. Hij kwam op het denk beeld om te duiken in het zand. De zandlaag op het wrak was dus geen hinderpaal, wanneer zij maar niet te dik was. De heer Ter Meulen kreeg con cessie om te visschen en richtte toen met de oude maatschappij «Vis scherij op de Lutineeene nieuwe onderneming, de «Wacht en Vis scherij op de Lutineop, die zich hetzelfde ten doel stelde als de oude. In den tijd echter, die zoek ging met het nemen van de noodige maatregelen en het gereedmaken en aanschaffen der noodige werk tuigen, was de toestand weer on gunstiger geworden. Het gelukte een duiker tot 25 voeten in het zand der zee te laten neerdalen, doch de bank op het schip was aangegroeid tot eene hoogte van 40 voeten. Be halve dat de duiker het schip niet kon bereiken, was er nog eene moeielijkheid en wel deze, dat door het weinig water, dat boven de bank stond, geen schip in de na bijheid der Lutine ankeren kon. Hierdoor was het voortdurend on derzoek ter plaatse zeer moeilijk. Later wisselde die hoogte van het zand zich voortdurend af, zoodat zij in 1867 slechts 12 voeten was. De omstandigheden gedoogden echter toen nog niet, dat er gedoken werd. Het duiken in het zand alleen bleek niet voldoende, men moest de natuur te hulp komen om de zandbank, die zich boven de Lutine bevond, spoediger te doen verleg gen. In de jaren 1874 en '75 zijn daartoe pogingen aangewend, die een goed succès hadden. Met den zoogenaamden geulketting verkreeg men werkelijk boven de Lutine een geul. De zandbank bleef afnemen, doch slechts langzaam. Men kreeg toen een zandlaag boven het schip van 10 meters en de zandduiker kon slechts tot 7 meters afdalen in den bodem der zee. Door het versterken der ver schillende deelen van den duiker toestel beproefde men ook in dit bezwaar tegemoet te komen. De zee laat echter niet met zich spelen. Men naderde het doel, doch berei ken deed men het nog niet. Nu de ondernemers echter lang zamerhand zich goed op de hoogte hadden gesteld van den aard der bezwaren, nu men de middelen kende om die bezwaren te boven te komen, nu mocht het beste ver wacht worden. En waarlijk, de hernieuwde be richten van de laatste weken, dat men aan het duiken was op het wrak, mogen met grond doen ver moeden, dat nu eindelijk het doel zal bereikt zijn en men zal beginnen met het naar boven halen der schat ten. Voor de aandeelhouders in de maatschappij de «Wacht en Vis scherij op de Lutineeene blijde tijding! 8I0HT8ZMEÏJ. Voor het gerechtshof te Amsterdam stond gisteren terecht J. H. Geel, oud 28 jaren, beschuldigd van den bekenden aanslag op den politie commissaris Stork,den 4n Juli 11. te Amsterdam gepleegd. Eentalrijke menigte woonde deze zit ting bij. Er werden acht getuigen gehoord en wel de heer Stork, een tweetal rechercheurs, een inspecteur, de winkelier Tripels, de geweer maker Egmond, de Boer, concierge in het Volkspark en Mater, penningmeester van den S.-D. bond. De deskundige getuigen verklaarden dat een schot met de revolver, waarmede Geel den aanslag pleegde, doodeïijk was. De getuigen de Boer en Mater, verklaar den, dat de besch. iemand ie, die, meestal kalm zijnde, zich somtijds opwond. Besch. beweerde, tegen de verklaring in door hem op het politie-bureau op 4 Juli 11. afgelegd, dat hij niet weet, of hij den heer Stork heeft willen dooden, daar hij in opge wonden toestand het schot heeft gelost. Het O. M., waargenomen door den adv.- gen. mr. Jolles, concludeerde uit de feiten dat hier wel met voorbedachten rade was gehandeld. Zalf woonae de heer Jolles een deel van het verhoor op 4 Juli bij en het was merkwaardig hoe kalm Geel toen was, zoodat van opgewondenheid geen sprtke kon zijn. De eisch van spr. was: tien jaren ge vangenisstraf. De advocaat mr. W. Boot, ambtshalve als verdediger van besch. optredende, trok den voorbedachten rade in twijfel. Door de ge ruchten die besch van het volk, dat met de politie was slaags geweest, ter oore kwam, geraakte hij in opgewondenheid en schoot hij in dien toestand zonder te trachten ten tweedenmale te vuren of de vlucht te nemen. BovenGien leed Geel aan epilepsie, eene ziekte, die personen tot drift vervoert en gedeeltelijk ontoerekenbaar voor in dien toe stand gepleegde daden maakt. Daarbij was Geel nooit voor de justitie geweest en deed bij den aanslag niet uit eigenbelang, maar doordat het volk en zijne partij tegen de politie is. Spreker besloot met de woorden tot de rechters: .Weeft sterk in uwe woorden, maar zacht in uw vonnis en beval zijn cliënt in de genade van het Hof aan. Dinsdag 21 dezer uitspraak. LETTEREN EN KUNST. Binnenkort zal te Berlijn in het nieuwe VerkooplokBal van Sachse eene verzameling van oude schilderijen onder den hamer ko men. Het zijn stukken, die door onzen land genoot Grietmans, dee's in Nederland, deels in Denemarken bijeengebracht zijn. In den catalogus worden onder anderen vermeld drie stukken van Rubens, evenveel van M Hob- bema, vier van Jacob en twee van Salomon Ruysdael, twee van Van Dijck, twee van Goya en een van Murillo. Voorts staat op Rembrandt's naam een landschap en behelst de catalogus de namen van J. en A. Cuyp, Frans Hals, C. Net- scher, Ravesteijn, Brouwer, Ph. Wouwerman, G. Schalcken, A. Boonen. Mouch'ron, Kalf, SeghersBerch<-mPieter Potter, Vinck- boons, Jan Steen, J. Both, Rachel Ruysch, Yan Loo, Van Balen, De Momper, Jesaias van der Velde, Van der Does, Bouts, Bou- dewijns, Nic. Poussin, C. Lorrain, Tisch- bein enz. asamsiiigra, 4M8TERDAM, 16 Sept. D# nrijzen der Aardappekn waran aia volgt: Friesche Franeker f 1.80 a 2.—; dito Ham burger f 1.40 a 1,60; Geld. Blauwe f 1.90 a 2.— dito Kralen f 0.a 0.Katwijker Zand f 1.50 a 3 30; Noordwijker do. f 1.30 a 2.80; Hillegommer dito f2.— a 3.50, Haar lemmer do. f 0.— a 0.—, Friesche Engelsche fl. - a 1 10; Zeeuwsche spuische Jammen f2.40 a 2.70; dito Flakkeesche f2.—a 2.20- dito Blauwe fl 80 a 1.90. Aangevoerd 0 versche ladingen. Suiker. Biet en Geraffineerd prijshoudend, met weinig aanbod. Katoen zeer vast, a s/8 c. hooger, met goeden handel. Tin zeer v»Rt en onveranderd. Afgeleverd alhier en te Rotterdam sedert lo dezer 4600 blokken Banka en 24 0 blokken Billiton. Petroleum. Loco f 7.65; E. Nov./Dec. f 7,75 E. Consuratie f 8.75. Tarwe in loco zonder noteering op levering onveranderd. Nov. f213, Mei f220. Rogge in loco zonder noteering. Noteoriug van de Commissie voor den ^raanhandöi Roggs op levering iets hooger, Oct. f123, 122. Maart f130, 129. Noteoring van M-une Tholo. Koolzaad op 800 K. G, Olie stil. Lijnzaad onveranderd. Raapolie flauw; vliegend per 100 KG. f21, 20Va, in de stad f 203/<.lo. Oot. f 207/8, 203/8. lo. Nov. f21. lo. Dec. f 211/*- lo. Mei f2222, 28»/8. Lijnolie traag: vliegend per 100 KG. f 28»L 23. lo. Oct. f223 4. lo Nov, Dec. f22.1o. Jan, Mei 1887 f217/e, 213/4. lo. Juni/Dec. 1887 f22»/s. Raapkoeken f70. a 83 per 1040 stuks, Lijnkoeken f9.— a 12.50 per 104 stris. Op de gisteren gehouden Veemarkt waren aangevoerd169 vette kalveren, le kwal. 0.65 2e kwal. f 0.55 per kg. 18 Gras- f IS 36; 16 nuchtere dito f7 a 16.1 schapen en lammeren f 0 a 0 0 Ham- urger Varkens a ets. per kg. 167 vette varkens 38 a 42 ct. per kilogram; Obiggen a 0 paarden fa runderen, Lö kwal. f 0.2e kwal. f 0.—, 3e kwal. f 0. - per kg. - melk- en kalf koeien f a p. st. 'v

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1886 | | pagina 3