4e Jaarerangr.
Maandag 25 October 1886.
No. 1013.
abonnementsprijs:
Verschijn! Dagelijks uitgenomen Zen- en algemeene Feestdagen.
adyertentiEn-
Humoristisch Zondagsblad.
Roekeloosheid.
FEUILLETON.
Teruggeroepen.
Miim mm
foor Haarlem per maand 40 Cents,
ifraneo door geheel het Rijk p. maand 55
Afzonderlijke Nommer» 5
Brieven, gelden, advertentiën enz. franoo te adresseeren
aan het Bureau, Kleine Houtstraat No. 9.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de rublieite Etrangère ff. L.
DATJBE Co., JOH. F. JOH AA, Suer., Parijs, 31bit Faubourg Montmartre.
Y&n 15 regel» 25 Cent; iedere regel meer 5 cent».
Groote letters naar Plaatsruimte.
Advertentiën worden aangenomen tot middags 12 uurj
MUSEUMS EN ANDERE BEZIENSWAARDIGHEDEN VAN HAARLEM.
Koloniaal musemm van het Paviljoen. IngaBg aan de Dreefzijde 2a dear. Geopend dagelijks van 10 tot 4 nor. Toegang 25 cents por persoon. Donatours en leden dor Ncderlaadsciie Maatschappij ter bevorderiug van Nyverheid hebben
m rïoea van diploma vrijaa toegaug, donateurs met gezelschap, leden met i dame. Museum van kunstnijverheid op het Paviljoen. Ingang l'routzijde van et^Paviljoen op hot term. Geop, dag. v 104 nar. Toegaug 25 ct. p. persoon. Donateure en
"Gander Nederlandsclie Maatochappij ter bevordering vaa Nyverhaid hehban op vertoon van diploma vrijen toegang, donateurs met gezelschap, iedsn mot 1 dame. bisschoppelijk museum voor kerkolijke oudheid, knust en geschiedenis, vooral
yan Nederland on meer byzonder van het Ha&riemsshe Biodom, Krniaweg No. 59. Geopend dagelijks, uitgenomen Zatordag, Zon- on ÜWtdagen, van 105 uur. Toegaug 25 cents per persoon. Doorlooponde toegangskaarten voor een geheel jaar
1 galden. Museum dor stad Haarlem op het Raadhuis. Geopend van 15 April tot 14 October alle werkdagen van 104 uur, vaa 15 October tot 14 April op die dagen van 103 uur tegen betaliug van 25 cents per persoon, alleen op
Kondigen kosteloos vaa 12 4 uur, de overige Christelyke feestdagen tegen betaling van 25 cents por persoon. Kinderen beneden de 8 jaren worden in hot geheel niet toegelaten; kinderen van 8 tot .14 jaren niet dan onder behoorlijk geleid», ««j
SfyUrt museum in de Damstraat. Geopend dagelijks uitgenomen Zaterdag, Zon- en Feestdagen van 113 uur. Teylers bibliotheek. Geopend Woensdag, Donderdag, Vryaag en Zaterdag van 14 uur. Stadsbibliotheek Prinsenhof. Geopenfl
Woensdag oh Zaterdag van 24 nar. Orgoi-bespeling in de Qroote Kerk. Dinsdag van 12 en Donderdag van 28 uur. Toegang (deur OadexroenmarkO vrij.
Bij dit nummer wordt aan de
geabonneerden op het Humoristisch
Zondagsblad No. 13 toegezonden.
Abonnementen op het Zondagsblad
worden ten allen tijde aan ons Bu
reau, Kleine Houtstraat no. 9, aan
genomen.
DE ADMINISTRATIE.
Ongetwijfeld, is het leven ons ge
schonken om het ten nutte van
ons zeiven en van onze medemen-
schen te gebruiken, en de verstan
dige laat dan ook geen enkele mi
nuut, geen enkel oogenblik van dat
leven verloren gaan, maar tracht,
als de trouwe knecht uit de Schrift,
met de talenten te woekeren, met
ieder uur waarover hij meester is.
Telkens toch ziet hij hoe spoedig
soms de levensdraad van den mensch
wordt afgesneden, en dat velen
worden weggerukt, terwijl zij nog
maar ten deeie de plannen konden
volvoeren, die zij zich voorgesteld
hadden te verwezenlijken. Wie dus
in de laatste ure zich zeiven niet
wil verwijten, dat zijn leven on
vruchtbaar was èn voor zich zeiven
èn voor de maatschappij, die mis
schien zoo veel van hem had kun
nen hopen, hij werke zoo lang het
dag is, d. i., met al de krachten,
die in hem zijn, en trachte in alles
dat leven tot heil van anderen te
doen strekken; want al is één mensch
een onbeduidend deel van de gan-
sche bevolking der aarde, al is een
menschenleeftijd nog oneindig veel
minder in vergelijking der eeuwig
heid, toch is soms het streven en
het handelen van een enkelen mensch
voldoende om een geheele hervor
ming in de bestaande toestanden te
DOOR
HUGH GOH WAT.
9)
DERDE HOOFDSTUK.
HET SCHOONSTE DAT TE ZIEN WAS.
Het is leute de schoone lente
van noordelijk Italië. Mijn vriend
ICenyon en ik wandelde wat rond
in de rechthoekige stad Turijn, zoo
gelukkig en zorgeloos als een paar
reismakkers maar met mogelijkheid
zijn kunnen. Wij hebben hier eene
week vertoefd, lang genoeg om alle
verplichte bezichtigingen waar te
nemen. We hebben de San Giovan
ni-kerk en ook de andere gezien. We
hebben onze beenen geplaagd, om
la Saperga op te komenof paarden
weeg te brengen. Zijn de groote man
nen uit de wereldgeschiedenis niet
daar om getuigenis te geven, hoe
godsdienst, zeden, gebruiken, weten
schap, ja bijna alles door hun wil
en door hun arbeid voor eeuwen
gewijzigd werdl
Het leven van eiken mensch heeft
waarde voor hem en in een grooteren
of kleineren kring om hem, ieder
vervult een min of meer gewich
tige taak, heeft plichten te volbren
gen jegens zich zeiven en anderen,
en niemand is er, wiens leven ge
heel doelloos is.
Daarom is het een misdaad, dat
leven door eigen schuld te verkor
ten, hetgeen zij doen, die hun ge
zondheid veronachtzamen of door
het botvieren aan hun hartstochten
die gezondheid ondermijnen en zich
zelve naar het graf sleepen. Nog
misdadiger is het, zooals helaas
dikwijls gebeurt, het leven van an
deren in gevaar te stellen, anderen
te dooden of zelfs de hand aan zich
zeiven te slaan, zoodat menig leven,
dat nog zeer veel beloofde, vernie
tigd wordt.
Toch zijn er menschen, die zon
der ernstig over hun handeling na
te denken, zich als het ware da
gelijks aan het grootste gevaar
blootstellen en ieder oogenblik door
eigen scbuld hun leven kunnen
verliezen; al wordt dit gedaan zon
der misdadig opzet, toch moet men
dezulken minstens van roekeloosheid
beschuldigen. Er zijn verschillende
wettige en onwettige redenen, die
de menschen tot dat gevaarlijk spel
aandrijven; het meest zijn zij te
verontschuldigen, die om den broode
zich hieraan overgeven, en hun
getal is niet gering.
De mannen, die in paardenspel
len halsbrekende toeren ten genoege
van het publiek verrichten, dat ben
of muilezels hebben er hunne bee
nen om moeten plagen. We hebben
daar bet praalgraf van Savoye's vor
stelijke dynastie bezichtigd. We heb
ben het lompgebouwde, oude Pa
lazzo Madama genoegzaam bekeken,
want het gevaarte staat tegenover
ons hotel op de Piazza Castello. We
hebben verwonderd gestaan over
het onbeduidend uitziende Palazzo
Reale, en we hebben ons vroolijk
gemaakt over de koddige versierin
gen in metselwerk aan bet Palazzo
Carignano. We hebben onze critiek
laten gaan over het armoedige mu
seum van schilderijen. Zooals ge
zegd, we hebben Turijn door en
door bekeken, en met de minach
ting, die soms 't gevolg is van groote
gemeenzaamheidbeschouwen we
onszelve niet meer als aardman
netjes, wanneer wij midden op de
verbazend groote pleinen staan, en
ons de nek zeer begint te doen van
't in de hoogte kijken naar de ko-
zoo veel te meer toejuicht, naarmate
zij den dood meer nabij zijn; zij,
die de kooien der wilde dieren bin
nengaan, om aan de toeschouwers
te toonen, wat ongetemde wilskracht
op de halfgetemde woudbewoners
vermag; stroopers en smokkelaars,
die om enkele guldens voor zich
en hun gezin te winnen, hun leven
wagen, daar een herhaalde aanma
ning van boschwachters en grens-
kommiezen om stil te staan, dikwijls
door een welgemikt schot gevolgd
wordt, zij allen leven aanhoudend
in gevaar; maar wie zal den eersten
steen op hen werpen, als hij weet,
dat nood hen tot die roekeloosheid
aandrijft? Zoo is het ook met de
duizenden, die een ambacht uitoefe
nen, waarbij het leven dikwijls op
het spel staat, en bij geen mensch
zal het opkomen, die lieden van
een misdadige handeling te beschul
digen. De arme gemzenjagers, die
op de toppen der Alpen het vlugge
wild vervolgen; de visschers, die
bij nacht en ontijden, bij orkanen
en onweer in bun zwak vaartuig
op de zee ronddrijven, en vele am
bachtslieden, wier werk somtijds op
waaghalzerij gelijkt, zij doen het,
omdat zij het moeten doen; zij lachen
als ge hun van gevaren spreekt,
omdat zij daarmede vertrouwd ge
raakt zijn en ze zelfs durven trot-
seeren, en al komt menigeen op
een ongelukkige wijze om, niemand
hunner zal met opzet zijn leven in
gevaar stellen.
Iets anders is het, waar de nood
zakelijkheid volstrekt niet als be
weegreden in aanmerking komt maar
waar alleen de zucht om schatten
te verdienen of het verlangen naar
eer de menschen aanzet een gewaagd
spel met hun leven te speleD; ge
rust mag men dan van verregaande
roekeloosheid spreken. Een Succi en
lossale bronzen standbeelden van
Marochetti.
Onze taak is afgedaan. We slen
teren nu nog maar wat rond, en
nemen er ons genoegen van, ons
verkneuterende in 't prachtige weer,
en ons kalm en tevreden gemoed
al vast stemmende tot vertrekken,
en tot het kiezen van eene nieuwe
verblijfplaats.
Wij waudelen de breede Via di
Po af, nu en dan stil staande, om
eens een kijkje te nemen in de ver
leidelijke uitstallingen der winkels
onder de schaduwrijke bogeng&n-
gen; we gaan over de ruime Piazza
Vittorio Euaauuele; we passeereu de
brug met bare vijf granieten bogen
over de klassieke Po: tegenover de
koepelkerk slaan we af, en ziju wel
dra op bet schaduwrijke wandel
pad, dat leidt naar het Kapucijner
klooster; op het ruime terras daar
voor vertoeven we gaarne. Op en
neer wandelende hebben we daar
Sarah Bernard, die, tegen de wetten
der menschelijke natuur in, zich
om goud of roem te behalen, een
langdurige onthouding van spijzen
opleggenluchtreizigers, die om
niets anders dan om de hooge en-
tréegelden of uit loutere nieuws
gierigheid opstijgen, terwijl de on
dervinding leert, dat zoovelen hun
ner voorgangers noodlottig omkwa
men en zij zeiven misschien reeds
meermalen den dood onder de oogen
hebben gezien; onverstandigen, die
om een nietige beleediging hun aan
gedaan, hun beleedigers tot een duel
uitdagen, zoo ook die tegenstanders,
welke om het rekbaar begrip van
eer, niet feestelijk voor de eer van
de partij te zijn, bedankenreizigers,
die tot eiken prijs onbekende berg
toppen willen beklimmen, niet om
de wetenschap door die daad te
verrijken, maar uit enkele begeerte
om van zich te doen spreken, en zij,
die om weddenschappen te winnen,
of om te toonen, welke bazen zij
zijn, zich bij het zwemmen te ver
in zee wagen, torens beklimmen,
half bevroren slooten berijden of
andere waagstukken verrichten, zij
handelen uiteerst onvoorzichtig en
hebbed het aan zich zelve te wij
ten, als zij het leven er bij inschie
ten en achterblijvende familieleden
om hun dood moeten treuren.
Toch zijn er vele gevallen, waarbij
het leven op het spel gezet wordt
en toch ieder bewonderend tot de
genen opziet, welke die daad ver
richten het is dan, als het leven
van anderen hun meer waard is dan
hun eigen ea zij met onverschrok
ken zelfopoffering gereed staan hun
leven te geven, als zij dat van an
deren kunnen redden. Heerlijk
schouwspel en toch, hoe veelvuldig
komen zulke daden ook in onze
sceptische en egoïstische eeuw voor;
de rivier beneden ons, met het ge
zicht over de stad langs den oever,
en over de breede vlakte achter de
stad en heel in de verte de prach
tige sneeuwtoppen der Alpen, met
den Monte Rosa, en den Grand-
Paradis boven hunne broeders uit
stekende. 't Is geen wonder, dat ons
dat prachtige vergezicht van dit ter
ras meer aantrekt dan kerken, pa
leizen en schilderijen.
We doeu ons te goed aan dat
schoone vergezicht, en gaan op ons
gemak denzelfden weg terug. Na
eenige oogenblikken in ons hotel
te hebben uitgerust, gaan we om
de eene of andere reden weer dwars
over het groote plein, voorbij het
hooge oude paleis, de Via di Se-
minario op, en we bevinden ons
voor den zooveelsten keer vlak voor
de San-Giovanui. Ik staar nog eens
i naar boven, bewonderende de bouw-
j kundige schoonheden van dien mar-
I meren voorgevel, en terwijl ik daar-
zoo iets in staat is aan den adel
der menschelijke ziel te doen ge-
looven, zoo iets het goddelijke in
den mensch kan staven, dan zeker
die moedige zelfopoffering
Al loochenen de geschiedschrij
vers de bewonderenswaardige daad
van een Van Schaffelaar, al vinden
anderen de daad van Van Speyk
eer laakbaar dan prijzenswaard, het
dagelijksch leven geeft duizenden
voorbeelden van heldhaftige naas
tenliefde: hier zijn het zeelieden, die
onder het bulderen van den orkaan
en niettegenstaande de holle zee en
de felle branding, de reddingboot
bemannen, om ongelukkige schip
breukelingen met gevaar van hun
eigen leven van een wissen dood te
redden; daar toeschouwers, die een
brandend huis binnendringen, of zich
in het water werpen om een hunner
medemensohen aan het dreigend
gevaar te ontrukken; elders lief
hebbende familieleden, geneesheeren,
geestelijken, pleegzusters en liefde
zusters, die zich te midden der ver
schrikkelijkste besmetting ophouden,
om hulpelooze lijders, aan den dood
ten prooi, zooveel mogelijk nog het
lijden te verzachten; ginds zijn het
weer de liefelijke engelen op het
slagveld, die met het kruis op den
schouder onverschrokken te midden
van wapengekletter en kanongebul
der rustig hun gang gaan, onge
lukkige gekwesten, terwijl duizend
kogels hun om de ooren fluiten, in
de stervensure bijstaan en een laat-
sten groet of wensch van hun lip
pen ontvangen!
Neen, zoo te handelen is geen
roekeloosheid, al behoort er ook een
buitengewone moed toe, zich zeiven
om anderen te vergeten; meer dan
de daden der veroveraars verdient
de edele zelfopoffering dier helden
mede bezig ben, hoor ik met ver
wondering, dat mijn vriend Kenyon
voornemens is het gebouw binnen
te gaan. Maar we hebben eene
gelofte gedaan, zeide ik, dat
het inwendige van kerken, mu
seums van childerijen, en andere
knipkooien voor touristen ons niet
meer beet zullen krijgen.
Wat doet de beste menschen
hun gelofte breken?
De omstandigheden, denk ik.
Maar ééue omstandigheid vooral.
Terwijl gij daar stondt te staren
naar torentjes en sluitsteenen, en
een gezicht zettet, alsof gij won-
derknap waart in de bouwkunst,
gaat het schoonste van al wat te
zien is, een prachtig meisje, u vlak
voorbij den neus.
Nu begrijp ik u en schenk u
volkomen vergiffenis.
Dank je. Zij is de kerk inge
gaan. Ik voel ine kerksch, en wil
er ook maar ingaan.
{Wordt vervolgd.)