neemt, heeft de commissie uit de Tweede Kamer, in wier handen de stukken betreffende de Tjiomaszaak zijn gesteld, meer inlichtingen van de regeering gevraagd, en wordt daarover nu met het Indisch bestuur gecorrespondeerd. Deze zaak zal daarom wel niet in de eerste maan den aan de orde komen. Uit 's Hage wordt aan de N. Gron. Cl. geschrevenZonder moeie- lijkheden is de maatregel ingevoerd dat alle koffiehuizen 's nachts te 1 uur moeten sluiten. Er zijn echter in een week tijds, naar ik hoor, wel tien quasi sociëteiten verrezen, die van den maatregel zijn uitgesloten. De direct iur-generaal der Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen heeft bepaald, dat voor het personeel werkzaam aan het centraalbureau, Zaterdag den 19en dezer, als hulde aan de nationale feestviering van den zeventigsten verjaardag van Z. M. den Koning, zal worden beschouwd als een Zon dag, zoodat het personeel dien dag vrij van dienst zal zijn. Het Haagsche Dagblad, ont vangt uit Indië het bericht, dat de heer Van Rees geen plan heeft om uit Indië te vertrekken. Daarente gen schrijft men uit 's-Hage aan de Midi. Ctdat de Minister van Ko loniën door particuliere tijdingen uit Indië is op de hoogte gesteld van het voornemen des goeverneurs- generaal om af te treden. In een paar nommers van de Ned. Sport is een pikante gedach- tenwisseling gevoerd over het ver- 1 sen en van eene champion-medail- le aan den kunstschaatsenrijder Carl Werner door de «Sportclub,» zoozeer dat er sprake geweest is van een strijd om de medaille. De medaille is nu eenmaal ver leend en blijft natuurlijk verleend, maar meer beteekenis dat eene daad van hoflijkheid tegenover den kunst vaardigen Noor kan zij na de pro testen wel niet hebben. Uit een antwoord van den heer Da Salis blijkt echter, dat het Championaat den volgenden winter door de be roemdste kunstschaatsenrijders zal betwist worden. Naar men verzekert, zullen er in het aanstaanden voorjaar geen examens plaats hebben voor sur numerair de posterijen. Gewoonlijk heeft men die examens in ieder voor- en najaar, doch nu zullen de adspir anten moeten wachten tot October. De reden dezer wijziging is niet bekend. Men schrijft aan de L. Ct.'. Zeer waarschijnlijk begint het weer te winteren. De wind is in den ech ten vrieshoek, de lucht helder, en de barometer staat zeer hoog. Velen hadden niet meer op winter gere kend, en men begon dan ook al toebereidselen te maken tot tuinar- beid. Dat kon tegenvallen, en de wind, die zoolaug aan den zuidelij ken kant heeft gehangen, kon nu wel geruimen tijd in het noordoos ten blijven. Een hoogst eigenaardig feestje werd Zaterdagavond in het lokaal «D'Geelvinck» te Amsterdam ge vierd, waar de doofstommenvereeni- ging «Guyot» voor de derde maal den dag harer geboorte herdacht. Na eene openingsrede in geba renspraak van den doofstommen voorzitter, den heer M. van IJzer, werd een gebarenspel vertoond, «Anna de vrouw van den Matroos», dat blijkbaar grooten bijval vond. Alle medewerkenden (waaronder en matrassen, welke op den vloer waren neergelegd, lagen uitgestrekt; twee geneesheeren en verscheidene verplegers gingen af en aan, en aan alle zijden hoorde men de kre ten en het gekerm der gekwetsten. De kapitein hield aan den ingang stil, zijn blikkeu naar alle zijden heenwendend, om zijn officier te zoeken, toen hij eenklaps eene zwak ke nauw hoorbare stem hoorde roepen Mijnheer de kapitein! Eu zich omwendend zag hij den kleiuen tamboer. De knaap lag op een veldbed, tot aan de borst met een rood geruit gordijn bedekt. Zijt gij hier? vroeg de ka pitein verbaasd doch kortaf. Bravo. Gij hebt uw plicht gedaan! Ik heb gedaan wat ik kon, antwoordde de knaap. één die keel en oor tot hare be schikking heeft) kweten zich bij zonder wel. De vervaardiger van het opgevoerde toeneelspel is de heer J. Salomons, een leerling van den heer D. Hirsch, directeur der inrichting te Rotterdam. Ook van dr. Aling, te Groningen, waren verscheidene leerlingen tegenwoor dig. Het doel van de vereeniging «Guyot» is, naast het bevorderen van gezellig verkeer onder doof stommen, in hoofdzaak het vormen van een fonds, ten einde aan de te wachten feestvieringen bij het 100- jarig bestaan der Groningsche en Rotterdamsche inrichtingen een werkzaam aandeel te kunnen ne men. Opmerking verdient, dat uit een huwelijk van twee doofstommen geheel normale kinderen zijn ge sproten, «die spreken en hooren, net zoo goed als u», zooals de ge lukkige vader het neerschreef. De avond werd besloten met een bal, dat door wedstrijden van aller lei aard voor dames en voor heeren werd opgeluisterd. Hblad -Er heeft zich te Amsterdam eene commissie gevormd, die op den 19den Februari zorgeu zal voor een buitengewone gift aan bedeelden. 1-Iet Handelsblad ontving voor dit doel f 1522.50. Uit Amsterdam wordt van gis teren gemeld: In het Volkspark heerschte heden rust. Er waren maar weinig werk- loozen. Van wege de vrouwenver- eeniging had er eene uitdeeling plaats; 300 vrouwen ontvingen elk een lang brood. Van de zijde der burgerlijke en kerkelijke armbesturen daarentegen schijnt de bedeeling thans ernstig ter hand genomen te zullen worden. Althans in het Volkspark werd door velen met lof en waardeering ge sproken over de ruime giften in geld en eetwaren van die besturen. De aandacht wordt gevestigd op een persoon, die zich bij verschil lende ingezetenen te 's-Hage heeft aangemeld met verzoek om reis geld naar Frankrijk. Hij zeide reeds bij de legatie vau dat Rijk daar ter stede te zijn geweest, doch door deze niet te zijn geholpen, hetgeen is gebleken onwaar te zijn. Hij vertoonde visitekaartjes met den naam Comte Theophile Hedwin de Thoury. Te Amersfoort bleek bij het hou den eener inspectie, dat van een vijftigtal paarden derhlauwehuzaren, daar in garnizoen, de staarten aan de benedenzijde waren afgesneden. Onderofficieren en manschappen zijn in arrest genomen tot de dader ont dekt zal zijn. In den nacht van Zaterdag op Zon dag is brand ontstaan in de stijfselfa- briek van den heer Duyvis, aan den Jutfaaschen weg te Utrecht, welke door den waker, die daar steeds 's nacht i aanwezig is, en eenige anderen, eerst werd gebluscht nadat eene dubbele droogkamer ge heel was uitgebrand; terwijl de vlam door de constructie niet tot eene andere kamer kon overslaan. Alarm werd niet gemaakt. Uit Winschoten wordt gemeld, dat het onlangs gekozen sociaal democratische lid van den gemeen teraad, de heer E. Brader Bzn., met eenige andere ingezetenen voor Zijt gij gewond?vroeg de kapitein onierwijlmet zijne blikken de naast bijzijnde legers onderzoe kende. Wat zal ik zeggen! ant woordde de jongen, wien de vol doening voor de eerste maal gewond te zijn moed tot spreken verleende daar hij het anders niet zou hebben ?ewaagd in tegenwoordigheid van zijn kapitein te spreken; het baatte mij niet veel of ik krom liep, zij zagen mij terstond. Ik zou er twin tig minuten eerder zijn geweest, indien zij mij niet hadden gezien. Gelukkig, dat ik dadelijk een kapi tein van den stat aantrof, wien ik het briefje kon overhandigen. Doch het was een kwade tocht na die liefkozing. Maar ik heb gedaan wat ik kon en ben tevreden. Doch met uw verlof, kapitein, uwe hand bloedt! Werkelijk druppelde het bloed den rechter-commissaris zijn opge roepen, daar er vermoeden bestaat, dat er bij de jongste gemeente- raads-verkiezing aan eenige kiezers beloften zijn gedaan. Intusschen, zijn in de Zaterdag te Winschoten gehouden raadsver gadering de geloofsbrieven van het nieuw benoemde lid goedgekeurd. In de fabriek van de heeren Re- gout te Maastricht zijn thans in de ovens thermometers aangebracht en is verordend, dat alleen tot het ledigen van die ovens mag wor den overgegaan, wanneer de tem peratuur tot eene zekere laagte is gedaald. Dit onderwerp is bij de verhoorea voor de enquête-commis sie herhaaldelijk ter sprake geko men. De in den loop der vooraf gaande week door eene gas-ont- ploffing in de fabrieken van de heeren Regout te Maastricht om gekomen fabrieksarbeider Meutjens, van het dorp Bande, blijkt tot eene zwaar beproefde familie te behooreD. Zen zijner broeders vond den dood in een kiezelgroeve, door het bij- schieten van de griend. Een tweede werd op den spoorweg overreden, terwijl eene zuster door verdrinking haar einde vond. GELENGD NIEUWS. Het bestuur der Darmstadter afdeeling van het internationale vredes- en vrijheidsbond heeft alle betrekkingen met de Engelsche af- deelingen afgebroken, op grond dat de Engelsche hoofdafdeeling door haren voorzitter een manifest heeft doen uitvaardigen, ten doel hebbende neutralisatie van Elzas-Lotharingen, hetgeen niets anders kan beteeke- nen dan verzwakking van Duitsch- lands macht. Het gerucht loopt te Berlijn, dat de Czaar eene langdurige reis in het buitenland zal gaan maken. Op dien tocht zouden achtereen volgens Beieren, Wurtemberg, Zwit serland, Italië en Oostenrijk bezocht worden, 's Keizers intendant, baron Staude, zou reeds op weg zijn om in de verschillende Staten het Vor stelijk bezoek voor te bereiden. Te Toulon is Zaterdag te wa ter gelaten het pantserschip Pelayo. Het prachtige vaartuig kost aan de Spaansche Regeering, voor wier rekening het gebouwd is, 141/, millioen franc. Wat er al op de post verloren gaat. Op 't einde van Januari wordt te Washington altijd publieke verkooping gehouden van de pak jes, die per post verzonden worden en onbestellaar zijn, omdat de ge adresseerden niet gevonden kunnen worden of de adressen niet volledig of onduidelijk zijn. 't Is verwonder lijk wat al zoo in die rubriek valt. De lijst omvatte dezer dagen bijna van alles, o. a. tallooze corsetten, echoeneD, kieederen, zakdoeken, halskragen, lokken haar en verlo vingsringen. Er waren haarvlechten en zelfs een paar kousebanden bij. In een pakje zijn een paar vuile Lachtjaponneo, in een ander een stuk pruimtabak, in een derde een pakje haarspelden en uitgekamd baar gevonden. Een valsch gebit had geen eigenaar en een paar kunstoogen evenmin. O. a. is er ook een vliegennet voor paarden, een damesmantel en een zwarte rok. Sigaren en sigarettes,kurkentrekkers, nachtmutsen, grijze haarvlechten, een oud mes, een bos verward ga ren, eenige oude tinnen lepels, een hondendeken enz. uit de slecht verbonden palm van den kapitein langs de vingers op den grond. Zal ik het verband wat beter leggen, mijnheer de kapitein? waagde hij 't een oogenblik later te zeggen. De kapitein stak hem de linker hand toe en strekte de rechter uit om den knaap behulpzaam te zijn bij het los en in orde maken van 't verband. Nauwelijks echter had de jongen 't hoofd van 't kussen opgelicht, of hij verbleekte en zonk weder achterover. Genoeg, genoeg, zeide de ka pitein, hem aanziende en de ver bonden hand terugtrekkendLet maar op uzelf in plaats aan ande ren te denkeu, want kleinigheden kunnen een ernstigen keer nemen, wanneer zij verwaarloosd worden. De tamboer schudde het hoofd. Maar, zeide de kapitein, gij Hoe men in Frankrijk over den oorlog denkt. Terwijl geheel Europa in span ning gehouden wordt over den drei genden oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk, i6 het zeer belang wekkend, den toon der Fransche pers na te gaan. De ongewone en bijna ongeloo- felijke kalmte, die het meerendeel der organen kenmerkt, wordt ge constateerd in de Rèpublique fran- gaise, waar Spuller schrijft: «Is er iets nieuws, een min of meer ernstig feit, een maatregel, die Europa's zichtbaar toenemende ongerustheid kan verklaren, zoo niet rechtvaardigen? Neen, er is niets. Wij zijn nog geheel op het zelfde standpunt als gisteren. Hoog stens zon men kunnen doen opmer ken, dat iedere dag, die ons nader bij de Duitsche verkiezingen brengt, ons dichter bij het punt brengt, dat men algemeen als het hoogste punt der crisis beschouwt. Wij zijn dus nog niet aan het einde? Neen, daar wij nog zestien of zeventien dagen vóór ons hebben, en als men be denkt wat er in zulk een tijdsruimte nog gebeuren kan, blijft men ten prooi aan den nijpendsten angst. Onze natie behoeft daarvoor koel bloedigheid, geduld, een met iederen dag hooger bewustzijn van haar oude, waardige fierheid. Niets van dit alles heeft ons tot heden ont broken. Europa is terecht getroffen door Frankrijks waardige houding. Er is in die houding zulk een con trast met het denkbeeld, dat men gewoon is, zich van ons te maken, dat men zich overal afvraagt, of er niet werkelijk nu reeds een nieuw Frankrijk is, welks zedelijke veer kracht niet minder buitengewoon is, dan vroeger, maar zich door geheel andere verschijnselen open baart». Spuller ziet een bewijs van deze stemming in Europa ten opzichte van Frankrijk, in de houding der Duitsche pers tegenover het ge ruchtmakende artikel der Post; in dien de Fransche pers op scherpen toon geantwoord had, zou de ge- heele Duitsche pers weder over «de ongeneeslijke en onuitstaanbare ver waandheid der Franschen» gespro ken hebben, terwijl nu menig blad het artikel der Post gedesavoueerd heeft. «Wij hebben er dus alles bij te winnen», zegt Spuller, «als wij deze houding bewaren. Hoe meer men in Europa de zekerheid heeft, dat die kalmte niet voorgewend en voorbijgaand is, maar wel een uit vloeisel van onzen goeddoordachten wil, een ondubbelzinnig blijk van Frankrijks nieuw moreel tempera ment, sedert onverdiende rampen verkregen, des te meer zal men ge neigd zijn, ons te beschouwen als eene natie, vast besloten om haar recht te doen eerbiedigen, juist om dat zij niets gedaan heeft wat dat recht in twijfel kon doen trekken. Zoo zullen wij onze zedelijke kracht, die reeds zeer groot is, nog doen toenemen, en wij zouden zoowel zedelijke als stoffelijke kracht noo- dig hebben, als de treurige omstan digheden ons dwongen, niet enkel voor onze eer, maar ook voor ons volksbestaan te strijden.» Dit is de toon der meeste bladen; in sommige gevallen is de kalmte zelfs wel wat overdreven. Ranc was uitgenoodigd om deel te nemen aan een banket van het repuhlikeiusch comité van het negende arrondisse ment. Hij schrijft in zijn brief vau moet veel bloed verloren hebben om zoo bleek te zijn. Veel bloed verloren? herhaalde de knaap glimlachend. Ik heb meer dan dat verloren, zie zeide hij, de deken wegslaande. De kapitein deinsde ontzet terug. De jongen had nog slechts een been het linker was boven de knie af gezet en de stomp met bloedige doeken omwonden. Juist ging een militair genees heer voorbij. Ah! kapitein zeide deze, op den knaap wijzend dat is een ongelukkig geval! een been dat met een kleinigheid te redden ware geweest indien hij het niet op die dwaze wijze had geforceerd; eene vervloekte ontsteking, het moest worden afgezet. Maar een dappere jongen, dat verzeker ik; hij heeft geen geluid, geen kreet doen hoo- verontschuldiging«Ik behoor niet tot degenen, die alles en noir zien ik geloof niet aan het gevaar van een naderenden Europeeschen oor log. Men moest zich wel de ooren dichtstoppen om niet de bedreigin gen, die van het Oosten tot ons ko men, te hooren. Nu, het eenige middel, om die bedreigingen ijdel te maken, en diegenen welke hen uitbrengen, te verhinderen, van het woord tot de daad over te gaan, is dit: sterk te zijn. En men is niet sterk, wanneer men alleen vele sol daten, snelvurende geweren en goede kanonnen heeft. Men heeft iets meer noodig: een dracht, concentreering van alle levende krachten der natie, de ziel van een geheel volk vereenigd in eene gemeenschappelijke gedachte van toewijding aan het vaderland. Laat ons toch eindelijk onze treu rige twisten eens doen ophouden en wij kunnen de toekomst met rust en vertrouwen tegemoet zien, opdat onder ons allen een «devies» dat van Gambetta, heersche «Alles, door de Republiek, voor het vader land Toch doen zich ook andere klan ken hooren. Eene stem, op welke zeker te Berlijn wel gerekend is, klinkt in V Autorité', het is die van Paul de Cassagnac. Hij dringt aan op het ontslag van generaal Bou- 1 anger «Wat te doen in dezen vreese- lijken toestand? Te doen wat reeds gedaan moest zijn, wat een ministerie reeds ten uitvoer had moeten brengen, als het niet op weinige uitzonderingen na, was samengesteld uit echte schooi ers, werkelijke boosdoeners, verra ders jegens Frankrijk. In één woord het onmiddellijk ontslag van generaal Boulanger ve 'krijgen. Dit is het eenige middel tegen het kwaad, althans als men aan neemt, dat er nog een middel is, en dat het nog niet reeds te laat is! Indien het ministerie zich om zijn plicht bekommerde, indien het nog om iets anders gaf, dan om zoolang mogelijk aan het bewind te blijven, indien Goblet en Dauphin en de anderen niet met de kinnebakken aan de volle staatsruif vastgeklemd waren, dan zouden zij immers reeds honderdmaal generaal Boulanger hebben toegeschreeuwd«Ga heen! Ga dan toch heenOf wij gaan allen heen!» Maar zij denken niet aan heen gaan. Wat raakt het hun, of de oorlog losbreekt over ons rampzalig land, wat raakt hun de inval, wat raakt hun de uiterste vernedering! Zij zijn ministers en blijven het! Moeten dan de grootste natiën, Rome of Byzantium, of Frankrijk, veroordeeld zijn, bij haar verval bij de grootste gevareD, bij het doodsgevaar, wanneer de barbaren voor de deur staan, niets aan hun hoofd hebben dan potsenmakers, narren, en moet, tot haar straf, baar laatste snik zich oplossen in een hik en een grijnslach?» Paul de Cassagnac richt ten slotte tot Boulanger het woord, en zegt, aan het eind eener lange rede: «Generaal, een laatste woord. Wij hebben zonder een woord, zonder een gebaar, de be 3 rooting van oorlog toegestemd. En toch, hoeveel gewettigden wrok hadt ge opgestapeld door die schandelijke wetten, die de Zonen van Frank rijk buiten het gebied sloten, de Zonen van Frankrijk, die thans ren terwijl ik hem onder handen had. Hij is van goed ras, daar geef ik u mijn woord op! En voort snelde hij weder op zijne ronde. De kapitein fronste de groote, witte wenkbrauwen, en den knaap doordringend aanziende en den deken weder over hem heen spreidend, bracht hij langzaam, bijDa zonder het te weten, de hand aan zijn schako en ontblootte hij het hoofd. Kapitein! riep de jongen vol verbazing uit, wat doet u, kapitein Voor mij! En de ruwe soldaat, die nimmer een vriendelijk woord tot zijne min deren richtte, antwoordde op zach- ten, gevoelvollen toon - Ik ben slechts een kapitein, doch gij zijt een held! Eu dit zeg gende omhelsde hij den knaap en drukte hem drie kussen op het hart! Z.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2