daarvoor bestemd, doch welks ge
meentebestuur door omstandigheden
de ontvangst niet kon op zich nemen.
De heer Krelage, die wegenB on
gesteldheid niet ter vergadering had
kunnen komen, had schriftelijk zijn
gevoelen aan den Raad doen toe
komen en zich verzet tegen het
voorstel, om rede hij meende dat de
tijd tot behoorlijke voorbereiding
tot het congres zou ontbreken en het
dus beter zou zijn, dit jaar daarvoor
geen subsidie te verleenenook
twijfelde hij aan de wetenschappe
lijke uitkomsten van dit congres.
Na langdurige gedachten wisseling
en voorlezing van des heeren Krela-
ge's betoog besloot de Raad echter
met 13 tegen 6 stemmen om het
voorstel van B. en W. aan te nemen,
waardoor dus aan het congres een
subsidie wordt verstrekt van 1500
en een crediet van f 700 wordt ge
opend voor de feestelijkheden enz.
Overeenkomstig het uitgebracht ad
vies van curatoren van het Gym-
nasum werd besloten het onderwijs
in de geschiedenis aan die inrich
ting wederom voor een jaar op te
dragen aan den leeraar flecker.
Bij de meeste overige aan de orde
gestelde punten werd overeenkom
stig de ingediende voorstellen en
rapporten besloten.
Aau B. en W. werd opgedragen
aan den heer S. Roog te vragen of
hij den grond naast de opleidings
school voor meisjes, hem voor een
jaar geleden geweigerd, alsnog van
de gemeente wil koopen.
Uitgesteld werd een verzoek van
den heer H. Scholten, om op eene
beslissing in eene vorige vergade
ring, omtrent verkoop van grond
aan hem, terug te komen, in af
wachting dat een der leden in dien
zin een voorstel zou wenschen in
te dienen.
Hetzelfde geschiedde met het re
kest van 77 burgers aan en nabij
de Ged. Oude Gracht, die gaarne
de kermis, in tegenstelling met de
indieners van het vroegere rekest,
aldaar hadden willen houden en
daarom het besluit van den Raad
betreurden. Zij vreezen dat hunne
belangen door deze regeling groo-
telijks zullen worden geschaad en
drukken de hoop uit dat de Raad
alsnog van zijn besluit zal terug
komen.
Nog werd besloten om het saldo
van de Bank van Leening ad
f4029.61, dat uit de goedgekeurde
rekening en verantwoording bleek,'
over te brengen Daar de gemeentekas.
Aan mej. C. W. Franse werd
eervol ontslag verleend als onder
wijzeres aan school B.
Naar wij vernemen is de toe
stand van Z. D. H. den R. K. Bis
schop alhier vrij gunstig. De chirur
gische operatie, die Zaterdag plaats
had, is goed geslaagd; maar daar
mede is alle bezorgdheid voor den
toestand van den hoogen lijder nog
niet weggenomen. Naar omstandig
heden is msgr. thans redelijk wel
en is de koorts weggebleven.
Voor de verkiezing van een
lid der Provinciale Staten van Noord-
Holland zijn, bij herstemming, inge
leverd 1268 briefjes, waarbij 6 van
onwaarde, dus geldige stemmen
1262. De volstrekte meerderheid
was 632. De heer mr. W. S. J. van
Waterschoot van der Gracht (kand.
der R. K.) verkreeg 635 en de heer
mr. J. de Clercq van Weel (kand.
der liberalen) 627 stemmen, zoodat
eerstgenoemde is verkozen.
ren, veel duidelijker vernam hij het
geruisch van water, dat niet ver
van hem zich schuimend naar het
dal stortte.
Hij wist niet bepaald te zeggen,
wat hem dreef om naar de beek te
gaan zien. Het werd hem onder de
hoornen te benauwd; hij wa3 ver
drietig over dezen onnoodigen tocht
in 't woud, ja, hij moest zich zelf
bekennen, dat hij in eene allerver
drietigste luim was, dat hij zijne
reis, dit gebergte, de geheele we
reld met zich zelf er bij zou kun
nen verwenschen. Hij verlangde dit
oord te verlaten, weg te komen uit
dit gezelschap, weg uit dit ellendig
bestaan hij de gelukkige, de
beminde, de deftige man en hij
wist niet waarom.
Hij keek naar de plaats waar hij
het ruischen hoorde en waar het
woud minder dicht scheen te zijn.
In zijn ongeduld ging hij er regel
recht op aan, worstelde door door
nen en struiken, tot hij plotseling
In April van het vorige jaar
is te dezer stede eene afdeeling van
den Ijzer- en Metaalbewerkersbond
opgericht, die thans ongeveer hon
derd en twintig leden telt.
Het doel dezer vereeniging is om
elkander bij ziekte of ongevallen te
steunen en te helpen, de stoffelijke
en zedelijke belangen te bevorderen
en aantekweeken, terwijl zij er met
alle wettige middelen naar streeft,
een normalen arbeidsdag en alge
meen stemrecht te verkrijgen.
Hij die lid wenscht te worden
van deze vereeniging, moet zijD van
onbesproken en zedelijk gedrag en
den leeftijd van 18 jaren hebben
bereikt.
Bij onderzoek is het ons geble
ken, dat het bericht nopens den
gezondheids-toestand van Z. M., uit
de Midd. Ct. overgenomen, te sterk
gekleurd is. Wij kunnen er bijvoe
gen dat de toestand van Z. M.
niet de minste zorg behoeft te baren.
(Avondp.)
Op verzoek van Hare Majes
teit de Koningin zullen voortaan,
wanneer Zij of prinses Wilhelmina,
te voet of per rijtuig, het Malieveld
te 's Hage passeert, door het aldaar
exerceerende regiment, of gedeelten
daarvan, geen militaire eerbewijzen
worden gegeven.
De minister van Binnenland-
sche Zaken brengt ter algemeene
kennis, dat het examen om als leer
ling aan 's Rijks Veeartsenijschool
te' Utrecht te worden opgenomen,
zal plaats hebben in de eerste helft
der maand Juli e. k., en dat be
langhebbenden zich schriftelijk, mits
postvrij, vóór 1 Juni e. k., bij den
directeur der school moeten aan
melden.
De over te leggen stukken, de
vereischten voor het examen enz.
zijn vermeld in de Staatscourant
van 9 Maart.
In de Staatscourant No. 55 is
opgenomen een rapport van den
Nederlandschen consul te Brussel,
den heer Ph. Everts, omtrent den
toestand der werkende klasse in
België, omtrent de instellingen door
de Regeering en particulieren in het
leven geroepen om dien te verbe
teren, en omtrent de werking
De 1ste luit. der art. I. G.
Fabius, lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, jhr. W. I. P.
Van den Bosch, ordonnance-ofEcier
van Z. M., worden tot kapitein be
vorderd. Er zal dus spoedig te Delft
eene nieuwe verkiezing voor de
Tweede Kamer plaats hebben.
Tot leden van het Genealo-
gisch-Heraldiek Genootschap «de
Nederlandsche Leeuw», zijn benoemd
de heerenB. J. Bervoets te Haar
lem; mr. C. S. Buijs Ballot te Ba
tavia; W. G. Van Oijen te's-Hage;
W. G. De Knokke v. d. Meulen te
Utrecht en mr. R. E. O. Versveld
te Kaapstad.
Iu het onlangs verschenen no.
2 der Verzameling van voorschriften
betreffende den Post- en Telegraaf
dienstis o. a. eene Ministerieele
beschikking opgenomenwaarbij
bepaald is dat aan inleggers aan de
Rijkspostspaarbank, die door eenig
lichaamsgebrek niet in staat zijn
zich naar het post- of hulpkantoor
te begeven, en die geen gebruik kun
nen maken van het formulier-machti
ging, voorkomende zoowel op het
formulier-kwitantie, als op formu
lieren-aanvrage o»», of order tot te
rugbetaling omdat zij niet kunnen
voor eene kloof bleet staan.
Deze onverwachte aanblik deed
hem terugdeinzen en hij keek naar
rechts en links, alsof hij zekerheid
zocht te erlangen, dat niemand zijne
verlegenheid had gezien. Hij was
alleen. De boomen zagen onverschil
lig op hem neder; bij de kloof was
niets dan naakt gesteente te vinden,
hier en daar tusschen de spleten be
zet met hard, taai mos.
Aan gene zijde van de kloof lag
eene hellende weide en daar achter
weer bosch en altijd bosch tot aan de
toppen der bergen.
Feodoor staarde in gedachten
verzonken in den afgrond en naar
de groene weide tegenover hem. Hij
hoorde geene andere stem dan die
van zijn eigen bloed, dat hem met
kracht naar het hoofd steeg. Eene
kinderachtige verstoordheid, dat hij
hier niet naar welgevallen verder
kon gaan, maakte zich van hem
meester.
Hij bukte zich en tastte naar een
schrijven o. a. op ten hunnen Dame
staande boekjes terugbetalling kan
geschieden door middel van du post
boden.
Het Weekblad van het Recht
de uiting van den heer Keuchenius
in de Kamer over de veroordeeling
van Domela Nieuwenhuis bespre
kende, schrijft:
«Wij hopen, dat dit staaltje van
critiek van strafrechterlijke macht
door een lid der wetgevende macht
in onze parlementaire geschiedenis
éénig zal blijven. Wat zou er wel
gebeurd zijn, indien een ander af
gevaardigde, die het met den heer
Keuchenius niet eens was, diens
verderfelijk voorbeeld was gevolgd
en ook over de waarde der rech
terlijke uitspraken in zake Domela
Nieuwenhuis was in debat getre
den? Wat zou er op die wijze ge
worden zijn van de zelfstandigheid
der rechterlijke macht en de
waardigheid der wetgevende?»
Het Dll. v. Z.-H. en 's-Gr.
heeft in zake de redding van onze
koningin en het prinspsje getuigen
opgeroepen en feiten gevraagd en
maakt nu in haar jongste nummer
de resultaten daarvan openbaar. Uit
een schrijven van den luitenant
ingenieur J. M. Van Hoogstraten,
die met de zijnen, uit het raam
zijner woning, Noordeinde 98, het
gebeurde zag, moet opgemaakt wor
den dat het in aanraking komen
van het vorstelijk met een ander
rijtuig de hoofdfactor werd voor het
tot staan brengen der paarden.
Mej. C. E. Lelyvelt en mej. H.
J. Bomhoff die in het rijtuig zaten,
bestuurd door Kabelaar, verklaren
dat zij gezien hebben dat Kabelaar
van den bok sprong en de hollende
paarden, na een door hem toege-
dienden zweepslag, greep en tot
staan bracht.
De heer Tromp, commies bij het
departement van financiën, die een
tijd lang aan 't kattebakje hing en
't dus weten kan, schrijft«Op de
hoogte van «Arbeid Adelt» reed
het rijtuig tegen dat van eene dame
uit Voorburg. Die schok was het
middel in Gods hand om de paarden
het rennen te doen staken».
De heer P. Amiabel jr. schreef
o. a.: «maar de flinke zweepslag,
welke een koetsier aan de beide
paarden voor den kop toediende, was
in hoofdzaak de reden voor het tot
stand komen der hollende paarden».
Een hoofdambtenaar, die liever
ongenoemd wenscht te blijven, ver
klaart dat het rijtuig, ook na de
botsing met het andere, in vaart
bleef, doch dat de zweepslag van
Kabelaar, ook volgens andere oog
getuigen, alleen de oorzaak was tot
het tot staan brengen der paarden.
Een ander ooggetuige schrijft o.m.:
«Maar daadzaak is het: dat zij (de
paarden) stonden door het optreden
van Anton Kabelaar».
De heer C. J. M. Wegman ver
klaart zelf een der paarden gegre
pen te hebben, nadat Kabelaar door
zijn zweepslag de paarden tot staan
gebracht en een der paarden ge
grepen had. Ook volgeus dezen heer
bleven de paarden doorhollen, ook
na de botsing met het Voorburgsche
rijtuig.
Het D. v. Z.-H. en 's Gr. eindigt
de opsomming der verklaringen met
de verklaring van de redactie zelve
dat ze de zaak voldoende toegelicht
acht en het debat er over sluit, 't Is
dan ook nu voldoende.
De heer Maurits Snellen be-
steeD, waarvan er daar vele ver
strooid lagen. Wilde hij lucht geven
aan zijn verdriet of wilde hij de
breedte van den afgrond meten
hij wist het zelf niet nauwkeurig
hij slingerde het stuk rots met
kracht tegen den anderen kant,
zoodat het rondom luid weerklonk.
Een angstige gil klonk tusschen
het ruischen van het water en het
rollen van den steenhet was eene
vrouwenstem.
Feodoor boog zich over den rand
der kloof. De diepte was niet bij
zonder groot, maar de wand brok
kelig en steil. Op eene uitstekende
punt hield zich eene vrouw staande,
die zich met handen en voeten
scheen te verdedigen tegen hare
eigene zwaarte. Toen de steen tegen
den kant sloeg had zij zeker de
hand als beschermend voor de oogen
gehouden en daardoor bijna het
evenwicht verloren, zij deed ten
minste nu alle mogelijke moeite om
niet naar beneden te vallen. Haar
toogt, in het jongste nummer van
het «Album der Natuur» nog eens
de noodzakelijkheid, om voorzorgs
maatregelen te nemen tegen het
«bliksemgevaar bij telefoonleidin
gen».
Men schrijft aan de Leidsche Ct.
«Op 8 December en eenige vol
gende dagen heeft het zwaar ge
stormd, met een barometerstand zoo
laag als zelden wordt waargeno
men. In Januari is er veel sneeuw
gevallen met vorst, grootendeels uit
het Zuiden. Februari heeft zich ge
kenmerkt door veel zonneschijn, geen
regen en windstilte. Dit laatste ie
voor de anders zoo winderige Sprok
kelmaand, die het dorre hout uit de
boomen schudt, wel opmerkelijk.
Kunnen er dan geen stormen en
Maartsche buien verwacht worden?
Zonder twijfel, en vroeg of laat
niet gering. Op zooveel kalmte volgt
ruw weer, gelijk op droogte nattig
heid, op een helderen hemel don
kerheid volgt. Nu is de lucht grauw,
griezelig sneeuwkoud, met noord
oostenwind, die in het voorjaar lan
ger stand houdt dan menigeen lief
is en waarbij veler verwachting
nogal getemperd wordt.
Voor eenige dagen toch gaf men,
blijkbaar gestreeld door zooveel
zonnewarmte, hoog op van de vel
den met crocussen en hyacinthen,
waarvan de bedekking kon worden
weggenomen. De crosus zou haast
bloeien en «de koningin des velds»
(in het plantenrijk zijn er vele ko
ninginnen), de hyacinth, begon ook
al eenig denkbeeld te geven van
de kleurenpracht, die over eene
maand te wachten stond. In gewone
taal vermeld, draagt zich de zaak
aldus toe. Van de hybriden-crocus-
sen bloeit er nog niet een, en half
April kunnen de hyacinthen in bloei
komen, maar dan moet het weêr
bijzonder meeloopen. Hoe zou dat
dan ook vroeger kunnen? De Hel-
léborushet zoogenaamde nieskruid,
bloeit nog; anders éen van de eerste
tanonkels in Januari. Nu treft men
nog eene andere ranonkel aan, die
pas begint te bloeien: Eranthis
hyemalis winter-lentebloem, en voor
weinige dagen slechts kwam het
sneeuwklokje of vastenavondzotje
boven den grond. Dat is laat en
men kan het dan ook wel aan de
dorre weilanden afmeten dat het
lang koud is geweest, de groei
zaamheid nog komen moet en de
boterbloem nog ver in het verschiet
ligt.»
«Daar is in vele steden van
Europa zegt het Vademecum der
Bouwvakken «eene en dezelfde
neiging. Zij is deze. De verschil
lende gemeenteraden gaan over tot
herziening der verordeningen, ver-
eischt tot het bouwen. Berlijn heeft
in de maand Januari die gereed
gekregen en daarmede veel grooter
vrijgevigheid getoond dan onze Hol-
landsche steden mogen genieten.
Was Amsterdam het eerst aan
de beurt, toen volgde Rotterdam
hare zuster in de stedenrij spoedig
op. Het euvel is bij beiden gelijk.
Ook Utrecht is in dit opzicht aan
het werk. De verordeningen leveren
het bewijs van gemis aan zaakken
nis, aan ervaring, die alleen bekend
is aan hen, geroepen dagelijks in
het bouwvak op te treden.
Evenals het ontleedmes van den
geneesheer, of de toga van den
rechter in de hand of aan den per
soon van den bouwkundige een
verkeerden indruk maakt, is het
groene sluier had zich hier en daar
aan de uitstekende punten vastge
haakt en wees kronkelend de plaats
aan, waar zij tusschen hemel en
aarde schier zweefde.
Om Godswil, mevrouw, hoe
komt gij daar?.... zijt gij uitgegle
den?.... hebt gij u bezeerd?.... hoe zal
ik u helpen?
Feodoor kreeg geen antwoord.
Slechts zacht bewoog zij hare
ellebogen en knieën en het was dui
delijk, dat zij den toestand ver-
wenschte, die even onaangenaam als
doelloos en bovendien eigenlijk zeer
belachelijk was.
Feodoor begreep, dat op dit oogen-
blik overleggen en bezinnen dwaas
heid was. Tot zijne eigene verbazing
maakte zich een gevoel van woeste,
vreugde, van lachende tevredenheid
van hem meester.
Zonder zich verder met nuttelooze
vragen te vermoeien liet hij zich
langs het mos en de steenen naar
beneden glijden. Hier en daar moest
met de wetten, vastgesteld door hen,
die eigenlijk geheel buiten het bouw
vak staan en door het hooren zeg
gen of ontvangen van mededeelin-
geD, hun oordeel moeten maken.
Dan geschiedt er veel, dat niet juist
is. In die positie bevinden zich onze
hoofdsteden, en geen wonder wan
neer daartegen eene ernstige en
waarschuwende stem zich verheft.
Eenmaal opgelegde verplichtingen
vinden gewoonlijk moeilijk veran
dering in toepassing. Daarom is het
noodig, dat ieder wake, voor het te
laat is. Het zij den mannen die de
samenstelling vormden der verschil
lende artikelen, niet tot grief ge
maakt, dat zij hun oordeel verkeerd
hebben gegrondvest, «waar men
niet te huis is verdwaalt men ge
makkelijk», doch op den goeden
weg geholpen, waardeere men heD,
die zich daartoe hebben aangebo
den.»
De heeren gebr. Boas te Amster
dam zijn door het bestuur belast
met den verkoop der Fransche
kroondiamauten, aangewezen voor
de verspreiding van den catalo
gus zorg te dragen en inlichtingen
te geven.
Vau dien catalogus, die een waar
kunststuk belooft te zullen worden,
zal slechts een beperkt aantal exem
plaren worden gedrukt.
In het lokaal «Krasnapolsky»
te Amsterdam werd Zaterdag jl.
eene vergadering van afgevaardig
den van verschillende Nederlandsche
zeil- en roeivereenigingeu gehou
den. O.a. werd de Kon. Ned. Zeil
en Roeivereeniging gemachtigd, bij
alle spoorwegmaatscbappijen op het
verlagen van tarieven bij wedstrij
den aan te dringen, en werd be
sloten tot het uitschrijven van 2 -jaars-
prijzen. Tot het uitschrijven van
wedstrijden in het schoonroeien
(voorstel 4 der genoemde vereeni
ging) is nog niet overgegaan, ter
wijl voorstel 3 derzelfde vereeniging
betreffende de wenschelijkheid van
wedstrijden in 2-, 4- en 6-riems
seullinggieken en wherries nader
zal worden besproken.
Bij de afdeeling publieke wer
ken te Amsterdam is thans eene
oeursvoordracht in bewerking. De
strekking daarvan moet zijn het
bekroonde ontwerp-Cordonnier zóó
te wijzigen, dat het voor twee milli-
oen kan worden uitgevoerd, en niet
af te wijken van de raadsbesluiten,
waarbij het gedempte Damrak als
plaats voor het beursgebouw wordt
aangewezen.
Met ingang van 1 Maart jl.
werd op enkele scheepstimmerwer
ven te Amsterdam het loon van de
werklieden teruggebracht van 22
tot 20 cents per uur. Dit kon te
eerder geschieden, omdat het ge
middeld peil van verdiensten aldaar
iets hooger was dan elders, en zeer
bekwame werklieden toch 22 cents
konden blijven verdienen. Buiten
dien maakte de concurrentie het
noodzakelijk. Niet alle werklieden
namen met deze regeling echter
genoegen. Een klein getal staakte
op verschillende werven den arbeid,
doch daar hun voorbeeld geen na
volging vond, zullen zij wel spoedig
het werk hervatten.
Het bericht, volgens hetwelk
de diamant-handelaar te Amsterdam,
die een belangrijk bedrag vermist,
zou zijn gevangen genomen, berust
op een misverstand. Bedoelde heer
is, naar ons van goede zijde wordt
geschreven, op vrije voeten, en er
hij zich vast houden zijne han
den bloedden, zijne kleereu scheur
den.... plotseling gleed hij Clemen
tine voorbij. Nog eens gai mevrouw
van Althahn een luiden kreet. In
eens stond Feodoor beneden op zijne
beenen, wel een weinig geschrampt,
maar zonder zich noemenswaardig
bezeerd te hebben en zoo verkwikt
naar lichaam en geest, als hij voor
een half uur niet had durven
droomen.
Zoo nabij, dat hij den zoom van
haar kleed zou hebben kunnen aan
raken, hing Clementine boven hem.
Zij steunde zich op een uitstekend
stuk rots en hield zich met hare
vingers in den wand vast. Nu en
dan sidderde hare geheele gestalte.
Als de kracht haar begaf' of de
steen onder hare voeten los liet,
moest zij vallen en dan kon zij zich
aanmerkelijk bezeeren.
Wordt vervolgd.)