ningin verschillende lokalen dier in
stelling van liefdadigheid en betuigde
meermalen Haar ingenomenheid met
de doelmatige inrichting, de net
heid en stille orde, die overal heersch-
ten en deze fundatie tot een sieraad
der residentie doen zijn.
H. IC. H. Prinses Wilhelmina
zal a. s. Maandag, den tweeden
Paaschdag, Haar eerste kinder-
soiréè geven, waarop een 18 tal
kinderen van verschillende hoog-
geplaatsten te 's Hage genoodigd
zijn.
Bij het kinderfeest, dat in de Witte
Zaal zal plaats hebben, worden
fraai beschilderde paascheieren op
verschillende plaatsen verstopt. Het
vinden daarvan wordt met kleine
surprises beloond.
Prinses Wilhelmina is dezer
dagen gefotograieerdzittende in
haar rijtuigjemet twee Shet-
landsche ponies bespannen. Het had
plaats op de binnenplaats der ko
ninklijke stallen.
Met een extra-trein van de
Nederlandsche Rijnspoorwegmaat
schappij zullen a. s. Maandag naar
Amsterdam worden overgebracht de
paarden, rijtuigen en het verdere
materiaal ten dienste van het stal
departement des Konings, gedurende
het verblijf van het Hof aldaar.
De Staatscommissie, bij Kon.
besluit van 18 Sept. 1886 benoemd
tot onderzoek naar de middelen om
den landbouw uit den gedrukten
toestand op te heffen en deswege
aan de Regeering voorstellen te
doen of adviezen te geveo, was, ge
lijk reeds gemeld is, deze week te
's-llage bijeen. De Maandag aan
gevangen zittingen zijn Donderdag
voorloopig geëindigd, om over vier
of vijf weken te worden hervat.
Te zijner tijd zullen de rapporten
der Commissie zeker worden gepu
bliceerd, doch voorloopig is omtrent
de resultaten der werkzaamheid van
de Commissie aan de leden het
stilzwijgen opgelegd.
Men bericht uit Londen aan
het Haagsche Dagblad dat de com
missie indertijd door den «Board of
trade» benoemd, om een onderzoek
in te stellen naar de klachten van
de Engelsche drijfnetviaschers in de
Noordzee, bij haar enquête tot de
slotsom is gekomen, dat de Bel
g:sche visschers zich aan de meeste
overtredingen van de Noordzee-vis-
scherij-Conventie schuldig maken.
Zij stelt der Regeering voor, dat
aan alle Britsche en Belgische vis
schers een visch-akte zal worden
uitgereikt, die in geval van een
overtreding der bepalingen van de
conventie kan worden ingetrokken.
Voorts zal in gevallen van boos
opzet schadevergoeding worden ge-
eischt voor speciale rechtbanken.
De commissie spreekt de verwach
ting uit, dat de Belgische Regee
ring het niet aan medewerking zal
laten ontbreken.
Door den heer Van Kesteren
is aan het Dagblad van Z.-H. ge
schreven, dat generaal Van Swieten
wel is waar Loewoe fop Celebes)
niet tot een bindend contract kon
overhalen, doch dat ongeveer een
jaar later wel degelijk een contract
met dit Rijkje is gesloten. Dat con
tract is in de Staten-Generaal mede
gedeeld onder nummer XXI 6 van
de stukken der zitting 18641865
en is in Sept. 1868 plechtig in Loe-
moe uitgereiktzocals in het Kolo
niaal Verslag over 1862 te lezen
staat.
Uit den staat van dienst van
Hare moeder keek nog eens van
haar werk op en zag het onstui
mige meisje aan. Ik weet het
niet, zeide zij langzaam maar ge
streng. Ik heb er mij ook niet
om bekommerd. Na eene korte
pauze, waarin zij al hare opmerk
zaamheid weder op haar werk scheen
te vestigen, zeide zij
Wat hebt gij den geheelen
tijd buiten gedaan in de schemering?
Ik heb met den heerWalcott
gepraat. zeide Clementine trotsch
en uitdagend. Bij het noemen van
zijn naam sloop eene heerlijke her
innering haar hart binnen en weldra
was zij verzonken in de gedachten
aan het laatste met hem doorge
brachte uur.
Ook hare moeder zweeg. Zij
wachtte er op, of haar kind niet
eindelijk het oogenblik gekomen
achtte om hare moeder hare hartsge
heimen te openbaren.
Daardoor ontstond er eene zonder-
Eduard Douwes Dekker (Multatuli),
door het Batav. Hbl. medegedeeld,
blijkt dat «Max Ha velaar» adsistent-
resident van Lebak is geweest van
4 Januari 23 tot Maart 1856, bij de
ontheffing van die betrekking ern
stig werd terechtgewezen wegens
zijn onvoorzichtige handelingen, en
den 4n April d. a. v. op zijn ver
zoek eervol uit den dienst is ont
slagen.
Naar aanleiding van het be
richt in de bladen, dat door den
goeverneur-generaal acht ambtena
ren voor den burgerlijken stand in
Indië werden gevraagd, had iemand
uit Zeeland zich per adres tot den
minister van koloniën gewend. Hier
op kreeg hij ten antwoord, dat het
bericht onjuist was en waarschijn
lijk doelt op een aanvrage van amb
tenaren vcor den burgerlijken dienst.
(Midd. Ct.)
Mevrouw Hansen, wier naam
aan ieder, die de Hok Cantonkwestie
gevolgd heeft, welbekend is, woont
thans in Denemarken. Zooals men
zich herinneren zal, werd, voorna
melijk op initiatief van onzen consul-
generaal te Penang, den heer J. A.
Kruyt, een collecte op touw gezet
om 'de zwaar beproefde vrouw stof
felijk eenigszins tegemoet te komen.
Die collecte is goed geslaagd.
Naar in de Penang Gazette gemeld
wordt is voor haar te Singapore,
Penang en Deli bijeengebracht een
som van ruim 5680 dollars (onge
veer f 14,220). Alleen door de Deli-
sche planters werd ruim f 5,350 aan
mevrouw Hansen geschonken. De
Penang Gazette brengt vooral hulde
aan het edelmoedig optreden van
den heer Kruyt.
Het is van vrij algemeene be
kendheid, dat het meerendeel der
van de Nederlandsche bureaucratie
uitgaande stukken niet uitmunt in
losheid van stijl, fraaiheid van woor
den of helderheid van gedachten-
gang. Dezer dagen bleek ons, dat
ze ook in de titulatuur haar eigen
aardige uitdrukkingen heeft. Het
adres aan een geneesheer luidde
iZeer bekwame heer», terwijl men
een apotheker aansprak met den
titel: mei ervaren».
Zelfs zonder zich van de echtheid
te overtuigen, door het groote zegel
lak en het stempel van het Mini
sterie, dat den omslag versierde,
voelt men als bij instinct, dat der
gelijke titels alleen in het brein
van een bureaucraat geboren kun
nen zijn. (Arnh. Ct.)
Op het oogenblik dat de Tjio-
mas zaak weldra de pers zal gaan
bezig houden, brengen particuliere
mededeelingen van Java on6 het
bericht, dat de verklaringen, door
den heer E. P. C. Sol bij zijn rekest
aan de Tweede Kamer overgelegd,
naar Indië gezonden zijn en is
zoo schrijft men ons verder
het onderzoek naar de echtheid of
juistheid dier verklaringen niet op
gedragen aan den officier van ju
stitie van Batavia, maar alweer
aan denzelfden adsistent-resident
Von Czernicky, die met Raden
Penna het zoo eigenaardig onder
zoek hield, dat tot de verbanning
van de heeren Sol en De Sturler Jr.
leidde. Dien adsistent-resident is een
in de Soendaneesche taal extra-
kundige controleur uit Pekalon-
gan, de heer V., ter zijde gesteld.
Dat ontbieden van zulk een per
soon is hier een onnoodige comedie-
vertooning; maar die controleur
V. is een extra-Javanenvriend en
onlangs uit de Preanger overge-
linge pauze. Het werd stil in de
kamer, zoo stil, dat men de vogels
in hunne kooien kon hooren heen
en weer trippelen en de klok luider
scheen te tikken.
Clementine bemerkte niet, hoe
welsprekend dit zwijgen was, tot
hare moeder verdrietig een luide
zucht slaakte. Toen liep zij plotseling
vuurrood de kamer uit.
Toen zij op hare kamer kwam
was hare eerste bezigheid niet het
inpakken van hare benoodigdheden
voor de reis, maar het schrijven
van een brief aan Roger Walcott,
opdat de bode, die daar 's avonds
voorbij kwam, dadelijk het bericht
van hunre vervroegde reis kon mee
nemen.
Daarop riep zij haar kamermeisje
en liet zich hare kleederen en sie
raden geven, waarmede zij zich op
het feest van haren oom zou tooien.
Bij elk stuk dat zij aanraakte,
dacht zijWat helpt mij al die
plaatst geworden om onder den
zelfden adsistent-resident S. te worde
gesteld, over wien hij zich in de
Preanger ongunstig had uitgelaten,
hetgeen een onderzoek na zich
sleepte, bij welk onderzoek zou zijn
gebleken: dat de uitlatingen ten
laste van den adsistent-resident S.
onjuist waren. Deze controleur V.
is bijgevolg op zeer eigenaardige
wijze bijzonder afhankelijk van den
Goeverneur-Generaal en die ambte
naar zit bovendien op zware lasten.
Dat die vrijwillig op zich genomen
lasten voor hem pleiten, ontneemt
niets aan de waarheid dat hij hier
door dubbel afhankelijk is in zijn
loopbaan en van den Goeverneur-
Generaal.
Wat dat onderzoek zal uitmaken
of zoogenaamd aan den dag brengen,
moet de toekomst leeren.
Met klem wordt gevraagdwaar
om dat onderzoek niet den officier
van justitie te Batavia opgedragen?
Dagblv. Z.-H.)
De Ariist. Ct. meldt het volgende
als historisch
Dierenbescherming wordt dikwijls
overdreven en dan wordt die deugd
bespottelijk; het volgende staaltje
moge daarvan het bewijs geven.
In Amsterdam woont een echt
paar, Jantje en Netje; beiden zijn
reeds twintig jaar in den echt ver
bonden doch ongelukkig is die echt
niet gezegend met kindereude toe
vlucht werd dus van af de eerste
jaren genomen tot honden en katten.
Zoo leefden ze gelukkig met Mie
netje, de poes, en Bello en Lietje, de
beide honden. Wanneer de beestjes
maar gezond waren was moeder
gelukkig; zij beschouwde de dieren
als hare kinderen, en behandelde
ze met een bijzondere zorg. Doch
in het leven vol geluk en zaligheid
kwam een treurig oogenblik, een
donkere wolk aan den helderen
hemel. Lietje verkeerde in gezegende
omstandigheden en klein en zwak
als het diertje was, was moeder be
angst, dat ze er dat niet goed zou
afbrengen.
De blijde of wel de angstige dag
brak aan, en Lietje werd ziek. Op
raad van Jan' werd de dokter ge
haald en deze was van oordeel dat
wanneer de verlossing kunstmatig
geschieden zou Lietje het leven zou
behouden.
De dokter vertrok en des nachts
waakten Jan en Netje bij het arme
diertje, dat den volgenden dag he
vige pijnen[zou ondergaan en beiden
hoopten dat men hun niet zoo zwaar
zou beproeven dat Lietje zou komen
te sterven Op eens roept Jan uit:
«Netje, ziet eens ik geloof het met
Lietje afloopt; een stuipje denk ik,
och ziet hij legt het hoofdje neer!»
En stil en kalm ging de hond heen,
zich weinig bekommerende over de
treurigheid van hen die zich als
zijne ouders beschouwden.
Thans was Holland in last: Netje
kreeg een flauwte, Jan was geheel
van streek.
De menschendokter werd gehaald
en schreef iets kalmeerends voor.
Den volgenden dag werd een
haarfijn kistje besteld en op een zil
veren naamplaat stond: Onze lie
veling Lietje, overleden 25 Mrt. '87,
geboren.
Zes Amsterdamsche kruiers wer
den verzocht zich in gala te kleeden
en tegenwoordig te zijn bij de ter
aarde bestelling.
Voorop liep Jan een psalm zin
gende; daarachter droegen de zes
opschik, indien Walcott mij er niet
in ziet?
Lagen de kleeren in den koffer,
dan streek zij er met hare hand over
en zeide in zich zelf: Spoedig zijn
er andere kleeren voor mij, als ik
maar eerst zijne vrouw ben!
Bij al deze gedachten was zij zoo
gelukkig en tevreden, als zij nog
nooit was geweest. In deze stem
ming kwam zij later ook beneden,
toen hare ouders reeds aan de thee
tafel zaten.
Was het een toeval of was het
moederlijk beleid, dat den heer des
huizes op dit thema gebracht had
Fabiaan was, toen Clementine bin
nen trad, druk bezig met het ver
kondigen van den lof van Roger
Walcott. Hij was des namiddagsin
de stad geweest en had de voltooide
brug met de kennersblikken van
een praktisch man in oogenschouw
genomen. Uren en uren ver in het
ronde was geene brug te vinden,
mannen de baar treurig weg.
De tuinman had een graf gedol
ven en na een korte doch krachtige
aanspraak van Netje verdween de
kist in de groeve, en met Jan roe
pen ook wij: «Zijn asch ruste in
Vrede!»
Een juffrouw werd in de Bo-
nifaciuskerk te Amsterdam een por-
tem'onnaie met ruim zeven gulden
uit haar mantelzak ontvreemd.
Over de versiering van Am
sterdam zegt het Hbl.: Haast zon
der eenige uitzondering zijn de denk
beelden der ontwerpers verwezen
lijkt, dank zij de offervaardigheid
van duizenden. Er is dan ook ner
gens een poging gedaan om door
bijzonder rijke versieringen van
particuliere woningen de aandacht
van hetgeen gemeenschappelijk tot
stand is gebracht, af te trekken;
ook in aanzienlijke wijken heeft men
door samenwerking op enkele mid
delpunten een schitterend geheel
weten te verkrijgen, en wie op den
Dam of op het Frederiksplein de
werkzaamheden gadeslaat, zal zien
hoe ook daar 't meeste wordt ge
daan om in vereeniging fee6t te
vieren. Men kan zich een denkbeeld
maken van den aanblik, dien de
stad zal opleveren, wanneer men
door de Vijzelstraat wandelt, de
straat die 't eerst in vollen feestdos
prijkt; van de Munt en van de
Prinsengracht uit heeft men een
aardig gezicht op de werkelijk
schoone eerebogen, die er opgericht
zijn. Honderden smalle straatjes en
stegen zijn geheel veranderd in
groene lanen en feestpriëelen of aan
de ingangen prijken bogen of poort
jes van groen; overal wordt getui
genis afgelegd van den geest die
het volk bezielt. Op de eilanden,
ten westen en ten oosten, wordt men
niet minder aan het feest herinnerd.
De Amst. Ct. deelt mede dat,
na ingewonnen informatie, niets be
kend is, als zouden de bewoners
der Willemstraat van plan zijn aan
Z. M. den Koning bij zijn komst
aldaar, een gouden beker aan te
bieden.
- Een kelderbewoner uit den
Haarlemmerdijk, bij de Oranjestraat
te Amsterdam, wilde zijn geluk eens
beproeven in de Staatsloterij. Hij
nam met zijn zoon een 20ste lot
enbij de eerste trekking viel er
de f20,000 op.
Het geld was spoedig gehaald en
gedeeld. De man, bang voor stelen,
verstopte zijn aandeel in het fornuis,
om het den volgenden dag bij de
spaarbank te bezorgen. Wie schetst
echter zijn schrik, toen hij den an
deren dag zijn schat miste, die spoor
loos verdwenen was.
Alle nasporiDgen door de politie
zijn tot heden vergeefsch.
Door den jager C. Koeman te
Oudorp is, achter zijne woning,
een prachtige otter geschoten, die
de zeldzame lengte van 1.50 Neder
landsche el had.
Sedert het begin dezes jaars ver
trekken elke week familiën van
Texel naar Noord-Amerika. De zucht
tot landverhuizen was nooit zoo
groot als thans.
Men schrijft aan de L. C.:
Jl. Maandag woei het uit het
zuidwesten; 's namiddags stond er
een krans om de zon en 's avonds
een rad om de maan. Een krans om
de zon daar schreien vrouw en kin
deren om, zeiden reeds oudtijds de
die in soliditeit en schoonheid bij
dit werk kon vergeleken worden.
Den ingenieur zou de hem daarvoor
toekomende eer bewezen worden,
daarvoor stond hij, Koert Kasper
Fabiaan, hem borg.
Clementine zag vol verbazing
haren vader aan. Zij vouwde de
handen saam en wachtte zich wel den
stroom van zulke heerlijke woorden
te stuiten. Het kwam haar voor
alsof goede geesten haar omzweef
den en reeds voor de helft het goede
werk verrichtten, dat zij zich had
voorgesteld te doen. Zij wilde deze
betoovering niet verbreken, dezen
zegen niet storen. Wat zij zeggen
wilde, als haar vader aan 't einde
van zijne lofrede was, dat wist zij
zeer goed; ze wachtte slechts een
gunstig oogenblik af.
Vóór echter de woordenvloed van
den heer Fabiaan was uitgeput
kwam er een nieuw berieht van
Boppel, een brief, dien haar vader
zeelieden, bij ondervinding wetende
wat er te wachten stond. De Dins
dag volgde met doodstil, somber
weer en eene aschgrauwe lucht.
Maar Woensdagnacht was het uit
't Noordoosten gaan waaien met
regen en sneeuw, en weldra brak
de storm los. Donderdag vooral
was de wind zeer hevig, met nood
weer soms op de hoogst onstuimige
zee. Toch was de barometer gerezen
en New-York had niet eens storm
aangekondigd. Nu is het gisteren,
de derde dag dat de Oostenwind,
hoewel iets minder hevig, waait, en
daar een oud spreekwoord zegt
De Oostenwind, is een konings
kind, hij waait maar drie dagen,
hopen zee- en landlieden dan ook
dat hij nu zijn rolletje zal hebben
laten afloopen.
Nu heeft de wind uit twee voor
name stormhoeken geslingerd, maar
waar blijven met al dat lenteachtig
gevoel en de groeizaamheid?Omdat
de crocus bloeit en de koekoek bo
ven het bosch zweeft om een nest
te zoeken, is daarom nog het wei
land niet groen, maar dor voor
Grasmaand. Omdat voor twee ge
vonden kievitseieren, misschien voor
eerstelingen nog wel sterk van
smaak, f 15 werd betaald (een gek,
die 't er voor geven wil, merkt een
koopman in oud porselein aan)daarom
is de kievit nog niet zoo geneigd
het eierenleggen voort te zetten
met de overtuiging dat het weer
daartoe gekomen is.
Men schrijft uit Leiden d. d.
7 April:
Toen de Burgemeester onzer stad
heden de zitting van den gemeente
raad opende wees hij op het heuglijk
feit, door een der wethouders eenige
dagen geleden beleefd. De heer
P. I. de Frémery toch had op 29
Maart jl. den dag gevierd, waarop
hij vijfentwintig jaren lang als wet
houder de stad zijner inwoning van
dienst was geweest.
De burgemeester wenschte den
heer de Frémery geluk en verklaarde
dat het hem genoegen deed de
krachten van den jubilaris nog zoo
onverminderd, zijn hoofd nog voort
durend zoo helder te zien.
De heer de Frémery bedankte
voor de hartelijke woorden, doch
meende eerlang de vervulling zijner
betrekking aan jeugdiger krachten
te zullen moeten overlaten.
Te Oosterbeek slak zich iemand
voor ongeveer zes weken bij onge
luk met een beitel in een zijner
handen. Thans is zijne hand in het
ziekenhuis te Arnhem afgezet.
In de vergadering der coöperatieve
broodbakkerij «de Volharding», den
6n dezer in «Walhalla» te 's-Hage
gehouden, werd door een der leden
een sociaal-democraat ter
sprake gebracht het adres in zake
kwijtschelding van straf aan Domela
Nieuwenhuis.
Dat lid wenschte, dat de «Vol
harding» tot steun van dat verzoek
krachtig zou medewerken. Door een
ander lid, niet behoorende tot de
sociaal-democratische partij, werd
in overweging gegevendaaraan
niet meê te doen, omdat het naar
zijne overtuiging verkeerd was op
die wijze tweedracht te zaaien tus-
schen de leden onderling, waarvan
slechts 1/7 gedeelte aanhangers zijn
der socialistische partij en verreweg
het grootste gedeelte zich met die
richting niet wenscht in te laten.
De spreker, die deze overtuiging
uitsprak, was hierop het voorwerp
van allerlei beleedigingen van de
zijde der sociaal-democratenen
daarop ontstond een tooneeltje
waarbij het zoo heftig toeging,
haastig openbrak, en met eene ru we
uitdrukking van misnoegen op de
tafel wierp.
Met groote stappen ging hij de
kamer op en neer. Zijne vrouw zag
bezorgd van haar werk op. Het was
Clementine, die niets van baars va
ders luim in verband met dien brief
begreep, te moede, alsof het plotse
ling nacht om haar heen werd.
Oude slaapmuts, die tot geen
besluit kan komen! zeide Fa
biaan, na een oogenblik gezwegen
te hebben. Ter wille van hem
besluit ik om acht en veertig uur
eerder te vertrekken en twee dagen
in de hoofdstad te blijven, om aan
zijn wensch te voldoen en tus-
schen het middag- en avondeten
is hij weer tot andere gedachten
gekomen. Wordt vervolgd.)