de handelsconventie met Frankrijk
aangenomen en de regeering ge
machtigd, voorloopig met andere
staten te onderhandelen. De zitting
is heden gesloten.
Uit Constantinopel wordt gemeld,
dd. 12 April: Men verzekert dat
Rusland beloofd heeft binnenkort
de twee kandidaten voor het vorsten
dom Bulgarije aan te wijzen, geza
menlijk met den prins van Mingre-
lië. Men gelooft dat deze kandidaten
zullen zijn de prins van Oldenburg,
commandant der Russische garde en
de prins van Leuchtenberg. Met
uitzondering van den prins van Min-
grelië, schijnen deze prinsen door
de Bulgaren te worden aangenomen,
die overigens wel de eersten zullen
zijn om eene spoedige oplossing
van het vraagstuk te verlangen.
Te Rustschuck is weder een
aanslag gepleegd tegen den presi
dent van het militair gerechtshof,
die de deelnemers aan het jongste
oproer heeft gevonnisd. Een persoon
is het bureau van den president
binnengedrongen en heeft hem zwaar
gewond.
Uit Weenen wordt aan het
Journ. des Débats gemeld dat het
gerucht loopt als zouden twee com
pagnieën van het regiment dat te
Kustendjé in garnizoen ligt, zijn ge
deserteerd met 4 officieren en naar
den Balkan zijn gevlucht. De deser
tie neemt in verscheiden Bulgaar-
sche regimenten toe.
Een te Londen ontvangen tele
gram uit Teheran meldt dat groote
voorbereidselen worden gemaakt
voor de ontvangst van prins Dolgo-
rouki, den nieuwen Russischen mi
nister. De feesten zullen schitterend
zijn. Totdusver is de komst van den
prins te Teheran vertraagd door
overstroomingen.
De Standard verneemt uit Shan
ghai, dat de Chineesche regeering
voornemens is die stad tot hoofd-
wapenplaats van het Chineesche rijk
te maken, door het aanleggen van
een ontzaglijk groot arsenaal.
De Times verneemt uit Durban,
dat de Boeren in Swaziland aan
spraak maken op eene mijn, bewe
rende dat de hun bewilligde con-
cessiën van land die mijn insluiten.
De Boeren bedreigden den Koning
der Swazis; doch deze weigerde toe
te geven, zeggende dat de mijnrech
ten aan de Engelschen behooren.
Hij wil desnoods Engeland's hulp
inroepen.
Een deputatie van Ieren heeft zich
naar den president der Vereen.
Staten van N.-A. begeven, om
hem te smeeken aan de meeting deel
te nemen, welke te Washington
moet plaats hebben om te protes
teeren tegen de Iersche dwangwet.
De heer Cleveland heeft geantwoord,
dat, welke ook zijne gevoelens wa
ren ten opzichte van de «bill#, hij
eene inbreuk zou maken op de con-
stitutioneele gewoonten door officieel
eene meeling van dit karakter bij
te wonen.
De deputatie kon daartegen niets
aanvoeren en trok zich terug.
Daar de heer Green, de de
mocratische goeverneur van den Staat
New-Yersey, had geweigerd een
meeting te presideeren tegen de ler-
sche dwangwet, hebben de Iersche
kiezers te Trenton tegen den de-
mocratischen kandidaat in de ver
kiezingen voor de betrekking van
feesten en vond er afleiding en ge
zelligheid. Clementine nam zoo wei
nig mogelijk aan alles deelze zette
even den beker der vreugde aan de
lippen, waar zij niet anders kon.
Haar vader echter ging met opge
heven hoofd tusschen de gasten rond
om den man te vinden, die genegen
was hem in zijne eerzuchtige plan
nen te steunen.
Clementine's ongerustheid nam
van dag tot dag, van uur tot uur
toe. De scheiding van Walcott, de
onbegrijpelijke stemming haars va
ders en bovendien nog dit familie
feest, dat haar koud ea onverschil
lig liet, maar haar toch noodzaakte
belangstelling te huichelen zij
wist niet hoe zij dit alles langer
verduren zou; eiken morgen en
eiken avond verwonderde zij er zich
over, dat ze niet van verdriet krank
zinnig was geworden; het liefst zou
ze weggeloopen zijn.
Waarheen? De wijde wereld in
burgemeester dier stad gestemd.
Diensvolgens heeft de republikein-
scbe kandidaat eene meerderheid
behaald van 250 stemmen, in eene
stad waar de democraten tot dusver
steeds in de meerderheid waren ge
weest.
UltéNKNUND.
Haarlem, 14 April 1887.
De heer P. Dyserinck alhier heeft
te kennen gegeven, dat hij zich bij
de a. s. herkiezing niet als kandi
daat voor den Gemeenteraad be
schikbaar stelt. De rede daarvan
is naar hij mededeelt de par
tijstrijd, welke de verkiezing voor
het lidmaatschap van genoemd col
lege is geworden.
Omtrent den gezondheids
toestand van Z. D. H. den bis
schop van Haarlem vernemen wij
dat de gunstige voorteekenen van
de verwachte genezing zich beves
tigen.
De heer Bottemanne kon sedert
eenige dagen gedurende enkele uren
het bed verlaten.
Gisteren zijn alleen van hier
ruim 8000 personen naar Amsterdam
vervoerd.
Betreffende den gezondheids
toestand dezer gemeente in de af-
geloopen maand Maart kan het
volgende worden medegedeeld Ter
gemeente-secretarie werden van de
in de wet genoemde besmettelijke
ziekten aangegeven6 gevallen van
roodvonk, 6 van angina diphtherina
en 2 van mazelen, terwijl 2 lijders
aan angina diphtherina bezweken.
Het totaal der overledenen, daaron
der begrepen 5 levenloos aangege-
venen, bedraagt: 106. Verhouding
der overledenen tot 1000 inwoners
per jaar, voor deze maand berekend
25.54. Aan lichaamszwakte stierven
12, aan kanker 2, aan aanhoudende
koorts 3, aan stuipen 3, aan apoplexie
7, aan hersenziekten 4, aan croup
8, aan ziekten der ademhalingsor
ganen 42 (waarvan 16 aan keel- en
longtering of bloedspuwing) aan
ziekten der spijsverteringswerktui
gen 7, aan andere oorzaken 6, aan
onbekende oorzaken 5 personen.
Naar de leeftijden was de sterfte
als volgt: beneden 1 jaar 29, van
15 jaren 19, van 5-14 jaren 7,
van 14-20 jaren 1, van 20—50
jaren 13, van 50—65 jaren 9, van
6580 jaren 18, boven 80 jaren 5.
Geboren zijn: 87 jongens en 70
meisjes.
Het Huis ten Bosch wordt tegen
woordig meer en meer beschouwd
als het paleis van het Prinsesje.
Gedurende haar verblijf in de resi
dentie ging zij er bijna dagelijks
heen om naar hare vogels te kijken
en wat in den tuin te spelen. Voor
een paar dagen was zij er met de
Koningin aangereden. Na een be
zoek aan de vogels had men zich
in een der zalen een oogenblik ne
dergezet en hoorde men in zuiver
Hollandsch«Mijn schatje, hoe vindt
ge het hier nu wel?» «Wel, Moe
der, de kamers zijn erg ongezellig,
maar prettige gangen om te hoe
pelen
Of 's Konings verblijf in de
hoofdstad nog aanleiding zal geven
tot toekenning van bijzondere eer
bewijzen, weten wij op het oogen
blik niet; maar wanneer dat ook
niet het geval mocht zijn, heeft de
„verdienste" reeds haar „kroon" ge
vonden in de benoeming tot ridder
of.... in den dood.... Neen, o neen,
tot hem, altijd tot hem. Maar hij
was zoo ver weg!
Een onaangenaam gevoel, iets
alsof zij zich langzamerhand los
maakte van de haren, sloop den boe
zem van het jonge meisje binnen en
stemde haar bitter. Nog altijd voedle
zij de hoop, dat al die ellende niet
van langen duur zou zijn, eene hoop
als van een droomende, die te mid
den der kwellende fantasieën nog
altijd de gedachte koestert: het is
slechts een droom en spoedig zult
gij er uit ontwaken!
Haar goede vader moest toch ein
delijk aan haar smeeken gehoor
geven. Zijn toorn kon toch niet voort
duren, vooral niet als hare moeder
haar hielp, en deze scheen dat wel
te willen.
Hielp deze niet en bleef haar va
der verstokt welnu, zij twijfelde
er nog geen oogenblik aan, dat zij
de vrouw van Walcott zou worden.
der orde van den Nêderl. Leeuw
van jhr. H. C. J. M. van Nispen
tot Sevenaer, centraal-president der
St. Jozefsgezellenvereeniging in Ne
derland, gevestigd te Amsterdam.
Ditmaal laat de vermelding van
den titel geen twijfel omtrent de
bedoeling, die ten onzent anders niet
duidelijk spreekt uit de motieven
van dergelijke besluiten. En wie dan
de tot dusver gepubliceerde verhoo-
ren van de Enquête-commissie heeft
nagegaan, zal met diepen eerbied en
ongeveinsde bewondering vervuld
zijn geworden over den ijver en de
geestkracht, waarmee jhr. Van Nis
pen tot Sevenaer zich aan de zede
lijke en stoffelijke belangen van een
hoogst uitgebreiden kring van jeug
dige werklieden Iaat gelegen liggen.
In Van Niapen het krachtige
kloeke, gezonde beginsel van het
arbeiders-vraagstuk te eeren en die
gedachte te vereenigen met het eer
betoon aan een der machthebbers,
op wien de taak rust om in tijden
van spanning de orde in de hoofd
stad te bewaren, mogen wij het niet
een hoogst gelukkige gedachte van
de Regeering noemen, op die wijze
Ti. M. een voordracht te doen ter
onderteekening op den dag zijner
„blijde incomste" in het trouwe
Amsterdam?
De namen van Yan Nispen tot
Sevenaer, centraal-president van de
St. Jozefsgezellen-vereeniging, en
van mr. J. F. Wertheim, den luit.-
kolonel der Amsterdamsche schut
terij, heeft niet één schoone gedachte
ze ditmaal saamgestrengeld?
Het voornemen bestaat in de
Tweede Kamer Donderdag 21 dezer
in de afdeelingen te onderzoeken
de Marinebegrooting, waarvan de
indiening wordt tegemoetgezien en
het wetsontwerp tot den aanleg
van een spoorweg op Sumatra's
Westkust.
De definitieve marine-be
grooting is gisteren ingediend ad
f12,351,000. Vervallen zijn de bouw
van een ramtorenschip en een ko-
lenmagazijn. Voorgesteld wordt de
bouw van 4 torpedobooten, twee op
de rijkswerf te Amsterdam, en twee
bij particulieren. Tevens wordt voor
gesteld de bouw van drie lichters
voor munitietransport. Gelden wor
den aangevraagd voor de voltooiing
van Friso, Batok en Mercimr en
voor het verleenen van gratificatiën
aan oude werklieden der rijkswer
ven in afwachting van de voor te
dragen pensioenwet. De rijkslijnbaan
wordt 1 Juli opgeheven
- Bij de gisteren gehouden ver
kiezing voor een lid der Tweede
Kamer iu het hoofdkiésdistrict Delft
waren 1202 geldige stemmen uit
gebracht. Gekozen is de heer J. C.
Fabius (aftredend lid) met 1185
stemmen.
Ten bureeie van den Raad van
Toezicht op de spoorwegdiensten te
's Hage, zal den 23sten dezer, onder
leiding van dien Raad, eene bijeen
komst plaats hebben van afgevaar
digden der Nederlandsche Spoorweg
maatschappijen, ter bespreking der
aanstaande zomerdienstregeling.
Naar het Dbl. verneemt, heeft
de Fransche Kamer van koophandel
in Nederland tot een onderwerp
van haar besprekingen gemaakt de
bekende zaak van de Iudische fa
brieksmerken, ten einde de aandacht
der Frausche regeering te vestigen
op de benadeeling welke aan den
Franschen handel wordt en nog kan
worden toegebracht door de mis-
Zij was met hem verloofd, geene
macht ter wereld kon of mocht
haar van den geliefden man scheiden.
Zij schreef hem dat alles. Ze
schreef hem dagelijks en zoo dik
wijle, als zij zich uit het gezelschap
onopgemerkt verwijderen kon. Zij
schreef hem met de innigste woor
den, die ooit in een verliefd meis-
jeshart zijn opgekomen. Opnieuw
verzekerde zij hem van hare liefde
en smeekte om wederliefde.
De dagen vielen haar ontzettend
lang: het feest scheen geen einde
te zullen nemen. Dit onuitstaanbare
drinken, toasten en dansen, was
haar een walg. Was ze toch maar
weer tehuis in haar vreedzaam ka
mertje, waar ze ongestoord aan
Roger kon denken, in den tuin, waar
zij zoo dikwijls met hem had ge
wandeld.
Het was niet gemakkelijk zich aan
het gewoel dezer vroolijke menschen
te onttrekkenzij hield er altijd van
bruiken, waartoe de Indische ver
ordening op de fabrieks- en handels
merken aanleiding geeft.
r~ Volgens het verslag omtrent
de opleiding van militaire genees
kundigen, werd de cursus voor
militaire artsen te Amsterdam in
1885/86 door 7 off. v. gez. gevolgd.
Daarvan hadden 4 als militair-stu
dent hunne opleiding genoten, ter
wijl 2 van de universiteit te Leiden
en 1 te Amsterdam waren opgeleid,
ingevolge de bepalingen der wet
van 2 Aug. 1880 (Stil. no. 145.)
Daarvan werden na volbrachte stu
die 5 officieren bij de garnizoenen
geplaatst.
Het aantal militaire studenten be
droeg bij den aanvang van den
cursus 25, nadat 2 wegens achter
lijkheid in de studie waren verwij
derd geworden. Van dezen behoor
den 14 tot de landmacht, 9 tot het
O.-Ind. leger en 4 tot de marine.
In 1886 legden 14 hunner met
goed gevolg arts-examen af, waar
van 7 voor de landmacht, 6 voor
het leger in Oost-Indië en 1 voor
de marine. Na afgelegd aanvullings
examen werden zij tot off. v. gez.
2de klasse bevorderd.
Het eerste gedeelte van het arts
examen werd met goed gevolg af
gelegd door 8 militaire studenten,
het theoretisch geneeskundig exa
men door 4 en het doctoraal-examen
door 2.
Bij den aanvang van den cursus
1886/87 waren 11 militaire-studen-
ten aanwezig, waarvan 5 semi-artsen.
Er moet helaas zegt het
DU. v. ZH. weer bitter gevoch
ten zijn binnen onze kleine linie in
Groot-Atjeh. Wanneer de Goever-
neur-Generaal zich de moeite geeft,
er drie dagen achtereen telegram
men over te zenden, dan moet het
wel iets van groote beteekenis wezen
daar wij ten opzichten van zg. klei
nere feiten, maar die heel wat be
duiden, ons aanhoudend moeten te
vreden stellen met hetgeen de In
dische pers ons brengt.
Op 10, 11 en 12 dezer telegra
feerde de Goeverneur-Generaal wat
8 dagen vroeger in Groot-Atjeh was
voorgevallen. Wij nemen aan, dat
die tijdruimte van 8 dagen noodig
was om de juiste feiten te recapi-
tuleeren. Op de feiten zelf komt
't helaas! aan en daaruit blijkt maar
al te zeer de ongeëvenaarde driest
heid van den vijand, met wien wij
reeds zoolanggeleden «vrede# sloten
in onze verbeelding, om ons op ons
eigen en afgepaald gebied te komen
bestoken.
De vijand bleek ten slotte ge
vlucht te zijn, maar bloedige sporen
liet hij achter ook in onze gele
deren. Een dankbaar gevoel van
smart overmeestert onsmet hun
bloed hebben onze dapperen weer
den aanval gewroken, maar zul
len wij voortgaan, ons op die wijze
aan de moreele vernedering door
den Atjeher te blijven blootstellen?
Naar wij vernemen zijn de
cadets B. en d. J. van het 4e stu
diejaar, die verleden jaar, tengevolge
van hun terechtstelling voor den
krijgsraad, niet tot officier werden
benoemd, nu in afwachting van hun
aanstelling met verlof vertrokken,
daar zij na een proeftijd van eenige
maanden bij de Kon. Milit. Acade
mie blijken hebben gegeven, daar
voor in aanmerking te mogen wor
den gebracht. (Dbl. v. ZH.)
zich te beheerschen, zich anders
voor te doen dan ze was, maar ze
wilde niet vroolijk schijnen na be-
leedigingen als die zij van haren
eigen vader ondervonden had, zij
wilde dezen niet in den waan bren
gen, dat zij nog vroolijk, dat er
zelfs nog vreugde voor haar denk
baar was, indien zij die niet met Ro
ger Walcott kon deelen.
Fabiaan had geheel andere zorgen
aan 't hoofd, alsof met zijne Tine
alles in 't reine was. Hij had met
zijn zwager en broeder gesproken
om ze gunstig voor zijne plannen
te stemmen, maar noch de een noch
de ander gevoelde lust om voor de
zucht naar grootheid van hunnen
bloedverwant hun vermogen te wa
gen bij eene speculatie in een vreemd
land. Wat de overige gasten betreft,
dezen waren in de oogen van onzen
plannensmid of niet bevoegd, of hij
bemerkte reeds bij 't eerste voor
zichtig aankloppen, dat ze niet te
De Vorstelijke Familie in
de Hooidstad.
Z. M. verleende gisteren van 9
uur af audiëntie aan talrijke hoog
geplaatste militaire autoriteiten en
verdere officieren, die uit alle gar
nizoenen naar Amsterdam waren
gestroomd.
Ook aan de leden van de rech
terlijke macht, de leden van den
Raad, enz. enz.
Gisterenmorgen reed het Prinsesje
met twee hofdames te half elf uit.
Eenige oogenblikken later H. M.
de Koningin, vergezeld van de dame
du palais baronesse van Insinger,
twee hofdames en verder gevolg.
De volgende weg werd genomen:
Van het paleis naar de Damstraat,
Hoogstraat, Jodenbreestraat, V alken-
burgerstraat, Rapenburg, Rapenbur
gerstraat, J. D. Meijerplein, Wees-
perstraat, Kerkstraat, Amstel, Hoo-
gesluis Westeinde, Stadhouderskade
en P. C. Hooftstraat.
Langs den geheelen weg stonden
dichte drommen menschengeschaard.
De geestdrift was overal kolossaal.
Voor de poort van de Valken-
burgerstraat stond de liedertafel «On
derlinge Oefening», die het «Wien
Neêrlandsch bloed» zong.
In de Hoogd. Synagoge werd
H. M. begroet met psalmen door
de liedertafêl «Harpe Davids».
De tocht werd meestal stapvoets
volbracht. Het gedrang was in de
nauwe straten soms zeer hinderlijk.
Overal stonden commissiën ge
schaard.
Verschillende bouquetten werden
H. M. aangeboden.
Achter het Rijks-Museum waar
de volksspelen iu vollen gang waren,
werd H. M. ontvangen door de
heeren Mr. B. J. A. Stork, Jhr. Mr.
C. J. den Tex en verdere leden van
de regelingscommissie. Bij de ver
schillende afdeelingen hield H. M.
zich een wijle op. De Koningin
schepte blijkbaar veel vermaak in
het tobbesteken, mastklimmen, zak-
loopen enz. De muziek speelde, de
jongens wuifden en riepen luidkeels
hoerah waar H. M. met gevolg
voorbijkwam en een oogenblik ver
toefde. Ook de prijzen werden door
de Koningin bezichtigd.
De terugtocht naar het Paleis
geschiedde door de P. C. Hooftstraat,
Leidschestraat, langs de Keizers
gracht, Hartenstraat, Gasthuismo-
lensteeg en Paleisstraat. Ook daar
heerschte overal veel geestdrift. Te
12 uur was men op het Paleis
terug.
Des middags te kwart over tweeën
reed H. M. weder uit.
Te 4 u. 15 m. werd H. M. op
het paleis terug verwacht.
De wacht werd gisteren betrok
ken door de dd. schutterij.
Aan 't diner ten Hove namen o.
a. gisteren namiddag deel de leden
der Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland, de Burgemeester van Am
sterdam en de inspecteur der directe
belastingen in Noord-Holland en
Utrecht.
Omtrent de feestelijkheden ge
durende den avond en den nacht
wordt het volgende gemeld:
De illimunatie is over het alge
meen uitstekend geslaagd. De Ko
ningin heeft met het Prinsesje, ge
volgd door een vijftal rijtuigen met
gevolg, van acht tot tien ure in
eene open landauer door de stad
gereden, overal met hartelijke toe
juichingen en het zingen der volks
liederen begroet.
De gansche bevolking scheen op
bewegen zouden zijn hem te helpen.
Hij verlangde daarom naar het
einde der week, doch liet zich in-
tusschen de Poolsche keuken goed
smaken, als eenig remedie tegen
zijne gemelijkheid. Clementine ver
meed hem.
Nog één dag, dan zouden de kof
fers gepakt worden. Met't oog hier
op werd de feestvreugde nog luid
ruchtiger.
Clementine was het te moede als
of haar het hart zou breken. In den
vreemde scheen haar het ondrage
lijke nog ondragelijker, alsof smart
en verdriet haar waanzinnig zouden
maken. Zii dwong zich zelf om
rond te zien en te luisteren, opdat
de een of andere indruk haar mis
schien een weinig verstrooiing mocht
brengen.
Wordt vervolgd.)