BINNENLAND. gave zullen doen van de op iedere reis ge vangen visch. 7. Voorstel van de afdeeling //de beide Katwijken en OmstrekeD": De Vereeniging dringe bij de ïtegeering aan A. dat liet politietoezicht op de Noord zee verscherpt worde, door toe te zien dat de nummers der schepen duidelijk zicht baar blijven, ook bij het vallen der piek en het geien van het groote zeil; B. dat onze visschersvloot beter be schermd worde. Na afloop der vergadering kunnen de leden deelnemen aan een gemeenschappe- lijken maaltijd, te houden in het Bible- Hotel te Amsterdam, tegen f 3 het couvert. LEGER EN VLOOT. Aan den bij den generalen stat benoem den majoor R. J. van Moock, wordt de betrekking opgedragen van directeur der militaire verkenningen te 's Hage. De majoor van het reg. grenadiers en jagers J. H. Verschoor, die benoemd is tot luit.-kol. bij het 7e reg. inf., zal bij dat regiment het commando op zich nemen over het 3e bataljon in garnizoen te Amsterdam. Op de prijsvraag B, uitgeschreven door de //Vereeniging ter Beoefening der Krijgswetenschap, zijn 2 antwoorden ingekomen. Deze vraag betreft: de approviandcering der ontworpen stelliug van Amsterdam, haar voorbereiding in tijd van vrede en haar uitvoering bij het uitbreken van een oorlog. Door Z. M. is aan den heer L. J. A. Van de Polder, secretaris-tolk bij Zr. Ms. gezantschap, in Japan, vergun ning verleend tot het aannemen der versierselen van ridder der orde van Sant-Olaf, hem door Z. M. den Ko ning van Zweden en Noorwegen geschonken. De gewone audiëntie van den minister van Oorlog op Donderdag 5 Mei a. s. zal niet plaats hebben. Bij koninklijk besluit van 26 April jl. is benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, de luit.-kolonel Rozat de M.andre, sous-chef van den gene ralen staf van het 12de Fransche legerkorps. Op 2 dezer is aan het depar tement van Koloniën ontvangen een telegram van den goeverneur-gene- raal van Nederlandsch-Indië van dien dag, luidende: Vervolg telegram een April. Vol gens laatste berichten goeverneur laat politieke toestand op Celebes niets te wenschen over. Loewoe vol doet aan gestelde eischen. De minister van financiën maakt bekend, dat het saldo van 's Rijks schatkist op 30 dezer bedroeg bij de Nederl. Bank f 16,401,394.94 en bij de betaalm. - 1,653,211.53Va Te zamen - 18,054,606.47'/3 Bovenstaande berichten zijn uit de St. Ct.) H. M. de Koningin heeft aan 17 inspecteurs van politie, die tij dens het jongste verblijf der konink lijke familie in de hoofdstad buiten gewonen dienst hadden, alsden hoofdinspecteur Hazenberg, den oud sten inspecteur der vijf sectiën, den inspecteur van het voerwezen, de inspecteurs-rechercheurs en die bij de waterpolitie, een fraaie doekspeld met diamantjes bezet en met de letters W. en E. ineengestrengeld, en gedekt door een kroon, doen uitreiken, als herinnering aan dat bezoek. De komst van de Zweedsche Kroonprins te Amsterdam is vast gesteld op 4 Mei. Naar men verneemt, bestaat hij het Departement van Marine het voornemen, om in den omtrek van het schietterrein voor vischtorpedo's in zijkanaal F van het Noordzee kanaal, ook eene bergplaats voor schietkatoen te doen aanbouwen. De Prov. Gron. Ct. ontving het bericht, dat de verordening op de heffing van een provinciale in komstenbelasting in de provincie Groningen door den Koning niet is goedgekeurd. De heer P. J. Raaijmakers, voorzitter der Vereeniging «Kiesrecht is Kiesplicht, te Nieuwer-Amstel, zal dat college op de vergadering te 's Hage en 't 's Bosch tot hervor ming van Katholieke Keizersbonden vertegenwoordigen. Door den burgemeester van Delft iB benoemd tot hoofd-inspec- vau politie, de inspecteur van politie F. C. A. Welsink. Naar De Sport verneemt, is de leening vaD f 27,000 voor een eigen ijsbaan voor de IJsclub van Kralingen en omstreken zoo goed als volteekend. Men wanhoopt ten minste niet meer aan een volledig succes. B. en W. van Arnhem zijn door Ged. Staten van Gelderland gemachtigd tot het verleenen van vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein, boven het voor deze gemeente bij de wet vastgestelde maximum, aan het be stuur van het departement Arnhem der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Men schrijft ons uit Hoorn dd. 3 Mei: «Naar van goederhand vernomen wordt, staan de zaken omtrent de overname van materieel en conces sie der liquideerende Westfriesche stoomtram-maatschappij door de op te richten paardentram Hoorn-Enk huizen zeer gunstig. Binnen zeer korten tijd is een definitieve beslis sing te wachten». De postduiven-vereeniging de Ooievaarte 's Gravenhage, zal dit jaar, en wel op 19 Juni, eene nationale postduiven-wed vlucht hou den van Maagdenburg uit. Vereenigingen uit Rotterdam, Haarlem, Osch en Gorichem zullen mede daaraan deelnemen. Reeds had zij het genoegen van enkelen toe- zeggiing van medailles te ontvangen, en heeft de vereeniging het plan voor deze vlucht uit te lovenééne groote gouden medaille, alsmede eenige verguld zilveren, zilveren en bronzen medailles, benevens eenige kunstvoorwerpen. Het welslagen van dezen wedstrijd hangt grootendeels af van de mate van deelneming van zustervereeni- gingen en van den verderen steun der plannen van de Haagsche ver eeniging voor deze hoogst nuttige zaak. De roepstem van hen, die het plan ontworpen hebben, zal onge twijfeld met eene aansluiting, die de kansen op succes verzekert, be antwoord worden. Te Enkhuizen is het volgende bericht ontvangen van den admi nistrateur der Hollandsche IJzeren- Spoorwegmaatschappij Op Woensdag 4 Mei a. s. zal het nieuwe station te Enkhuizen in ge bruik worden gesteld, en de eerste trein op dien dag van dat station vertrekken. Het hulpstation wordt 3 Mei, na aankomst van den laatsten trein, opgeheven. Volgens den regenmeter der rijkslandbouwschool te Wageningen is in de maand April 11. gevallen 121/, m.M. regen, tegen 20 m.M. in April 1886 en 21 m.M. in April 1885. De Zee bevat een artikel over de voorgestelde uitbreiding der ha ven- en sluiswerken te IJmuiden met een gelihografeerde kaart dier werken. Uit Nij megen wordt ons gemeld: Van ontdekking der daders van den moord op zekeren Reintje van Veen, eigenlijk genaamd Reintjes van Veerssen, is te Nijmegen niets be kend. Vermoedelijk heeft dit gerucht zijn ontstaan te danken aan de war taal van een kranzinnige, zekeren P., die dezer dagen naar een krank zinnigengesticht is overgebracht. Wat dus daaromtrent wordt mede gedeeld, is ten eenenmale uit de lucht gegrepen. (IV. R. Cl.) De bewoners van de Neude te Utrecht werden Zaterdagavond om streeks ruim elf uur opgeschrikt door een pistoolschot. De persoon, die deze baldadigheid pleegde, was een sigarenmaker, die het schot moet gelost hebben om zijne broeders, met welke hij in voortdurende on min leeft, angst aan te jagen. Na het plegen dezer kwajongensstreek maakte hij zich onverwijld uit de voeten. Prof. Pierson schrijft aan het Handelsblad «Verstand en hart nopen mij niet langer te wachten met openlijk te verklaren, dat ik kwijtschelding van straf aan Domela Nieuwenhuis een daad acht, die door de billijkheid wordt gevorderd. «Moge de overtuiging hieromtrent algemeen, en de beteekeuis van mijn woord eerlang belangrijk versterkt worden door vele soortgelijke ver klaringen». Van tijd tot tijd blijkt dat bij zeer veel menschen nog niet bekend is, dat gevonden goed niet als eigen dom mag beschouwd worden. Te Leeuwarden werd deze week een 65-jarige sjouwerman uitHarlingen H. K. genaamd, die op straat een bankbiljet van f 25 had gevonden en van dat geld eenige schulden betaald en voor ruim f 16 aan klee deren gekocht had, door de Recht bank veroordeeld tot een maand gevangenisstraf. Den lln Mei wordt uit de strafgevangenis te Leeuwarden ont slagen J. De K.uit Antwerpen; hij is ongeveer 63 jaar oud, en heeft, wegens het plegen van ver schillende diefstallen, ruim 40 jaar in de gevangenis doorgebracht. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. In de Tweede Kamer is Maandag voortgezet het debat over de her ziening van Hoofdstuk V der Grond wet en wel over par. 5 onteigening het amendement - Rooseboom om geen voorafgaande schadeloosstelling toe te kennen wanneerhandhaving der neutraliteit onverwijlde inbezitne ming vordert en een amendt,-Vanden Biesen om voor eerste en tweede alinea van art. 147 te lezen «Nie mand kan van zijn eigendom worden ontzet dan na voorafgaande ver klaring bij de wet, dat het algemeen nut de onteigening vordert en tegen voorafgaande schadeloosstelling vol gens de voorschriften van eene alge- meene wet.» De heer Cremers bekleedt weder den Voorzitterstoel. De Commissie van Rappor teurs omtrent hoofdstuk VIII heeft een amendement voorgesteld om art. b. van 6 te lezen als volgt: «De dienstplichtigen te land mogen niet dan met hunne toestemming naar de koloniën en bezittingen van het Rijk in andere werelddeelen worden gezonden.» RECHTSZAKEN. De rechtbank te 's Hage heeft in hare zitting van Maandag vrijgesproken jhr. D. v. L. te Heemstede, die Maandag jl. had terechtgestaan onder de aanklacht een kind te hebben overreden, toen hij zich door het Alexandersveld te paard in galop door de menigte bewoog, na afloop van de parade op 's Konings 7 Oen verjaardag. De twee tienjarige schoolknaapjes, be klaagd van diefstal van eenig geld ten nadeele van het hoofd der school aan de Kembrandtstraat te 's Hage, werden ont slagen van alle rechtsvervolging, als heb bende gehandeld zonder oordeel des onder scheids. Een huisvader uit Delft stond voor de rechtbank te 's Hage terecht wegens een allertreurigst familiedrama en ernstige mishandeling zijner gehuwde dochter. Deze laatste trad zelve als aanklaagster tegen haren vader op en wilde geen gebruik maken van de haar aangeboden gelegen heid om zich van getuigenis te verschoo- nen, terwijl een harer broeders, om zijn vader te verdedigen, zijne zuster bezwaarde. Den 19en April was de dochter in eene woordenwisseling geraakt op de straat te Delft, in de nabijheid van het huis haars vaders. Dergelijke ruzies bleken meerma len de buurt in opstand te brengen. Dit maal maande de vader zijne dochter tot rust aan en gelastte haar zich in huis te begeven. Toen zij weigerde, duwde hij haar in huis en volgens de dochter moet hij haar toen tot driemalen toe hevig met het hoofd tegeu de trappen gegooid heb ben en haar vervolgens eenige schoppen in de lendenen hebben toegebracht. De vader, van zijnen kant, zeide dat hij zijn dochter niet zoozeer tegen de trap pen had geslingerd dan wel in huis ge duwd, om een einde te maken aan het schandaal op straat, en dat zijne dochter hem bij die gelegenheid de haren uit het hoofd gerukt had, welke beweren hij kracht bijzette door de rechtbank eenige lokken te toonen, hetgeen door de zoon beves tigd werd. Het spreekt van zelf, dat zus ter en broeder slechts buiten eede werden gehoord. De bekl. werd er op gewezen, dat hij in geen geval recht had op zijne gehuwde dochter dwang uit te oefenen, daar het vaderrecht ophoudt als de kinderen ge trouwd zijn. Subst.-oflicier van justitie, mr. Hulshoff, vorderde 1 maand gevangenisstraf. Uitspraak over 8 dagen. LAND- SKI TUINBOUW. In het „U. D." wijst een vriend van tuin- en landbouw er op, dat het verkeerd is, ter beveiliging van het plantsoen kraaien en spreeuwen bijna geheel uit te roeien. Hij weuscht dat van gemeentewege een zoogenaamd kraaien- en spreeuwenpark worde ingericht, d. w. z. een groep hoo rnen aangewezen, waar men deze voor land-, tuin- en boschbouw nuttige vogels vrij en ongestoord laat nestelen. Zoo kan men er de lusten van genieten zonder de lasten te dragen. ARMENZORG. De directeur der weesinrichting te Neer bofch heeft van iemand uit Amsterdam, die onbekend wenscht te blijven, ontvangen eene gift van f 1500, voor genoemd gesticht. Het legaat, dour mej C. van de Kop pel, wed. D. van de Koppel, te Aluikerk aan de diaconie der Ned Herv. gemeente aldaar in landerijen vermaakt, wordt geschat op eene waarde van f 10.000. KOLONIËN. BATAVIA, 2 April. Een denkbeeld, van de vreese- lijke wijze waarop de berri-berri onder de Madureesche barisans op Atjeh woedt, geeft het volgende, ontleend aan een correspond, van den Soerb. Ct'. 4 Maart. Vooreerst dan het meest interessante onder het weinige, nl. dat de berri-berriin hevige mate be gint toe te nemen en wel met zeer acute gevallen. In hoofdzaak be hoorden tot heden de slachtoffers tot de inlanders; de Europeanen ontsnapten nog aan de verscheurende klauwen van deze hydra; doch wat misschien in dit onderhavige geval nog erger isde Madureezen schijnen niet tegen den invloed van deze gevreesde ziekte bestand te zijn. Wij zijn weer in het eerste kwartaal van het jaar en het begint evenals ten vorigen jare. God be hoede ons arme leger voor het ge val dat we weer denzelfden weg opgaan als dien we in het afge- loopen jaar afgewandeld hebben. Dat is geen wandeling op rozen geweest. Professor Pekelharing en zijn gevolg zijn onvermoeid aan het zoeken. Met welk gevolg? Het is overbodig te zeggen dat we het be6te hopen. We zijn nog maar in het begin der periode, en reeds wor den vele Madureesche barissans in het hospitaal opgenomen, en zijn er ook reeds eenige gevallen met doo- delijken afloop. 10 Maart. De berri-berri is met zulk eene kracht begonnen, als we hier ooit gehad hebbenzij telt reeds in de laatste dagen tallooze offers, doch meest allen Inlanders. Doch wat de zaak erger maakt is, dat de Madureesche barissans als sneeuw voor de zon wegkwijnen, en zij het grootste contingent in het hospitaal geven. Op eer dag werden er volgens de meest betrouwbare berichten 37 van de twee compag nieën met berri-berri opgenomen; ter wijl de anderen, die nog niet zoo ver zijn, dat zij naar het pospitaal moeten worden gezonden, bijna al len eveneens door de ziekte zijn aan getast. En die slag is gevallen bin nen den tijd van één week. Alles en allen zijn machteloos om eenige leniging te brengen in dezen droeven toestand. De serie van getuigenverhooren op Tjiomas is weder aangevangen, en tegelijkertijd is de heer Burnahy Lautier weder gedurende eenige dagen op Buitenzorg verschenen. Zijne magnetische inwerking op de inlandsche bevolking is terstond ge bleken uit den in de laatste maan den geheel geweken geest van tijde lijk verzet onder de opgezetenen van Tjiomas. Naar men wil, hebben de thans gevoerde enquêtes in de eerste plaats ten doel die, indertijd inge steld door den officier van justitie, te ontzenuwen. De gemoedelijke plichtsbetrachting en de onbezweken waarheidsliefde van dezen inderdaad hoogst verdienstelijken ambtenaar schenken echter aan zijne processen- verbaal eene ten eenenmale onom- stootelijke kracht van overtuiging. Parallel met het hoofdonderzoek, dat den voor deze zaak naar Bui tenzorg geroepen confroleur Veenstra is opgedragen, omdat hij uitmunt in de kennis van het Sundaneesch, zijn en worden, naar men ver zekert, door den resident van Bata via onder eede gehoord de getuigen door den heer Sol opgegeven; als hebbende zij hunne vroegere voor den landheer bezwarende verklarin gen vrijwillig en uit eigen beweging ingetrokken. Dit onderzoek loopt de regeeringspartij in Nederland niet mede, wijl de getuigen onder eede herhaald hebben wat zij den heer Sol verklaarden. Uit dit alles blijkt, dat met het nieuwe onderzoek niets anders ge wonnen is dan tijd. En zelfs deze vuldig verbannen. Zonder om te zien was zij haar nieuw leven tegemoet gegaan. Nu echter haar vader hare oogen op het verleden had gericht en dergelijke onthullingen had gedaan, nu werd haar dat verleden te machtig en als een geweldige waterstroom dreigde het haar mee te slepen. Ze wierp zich op 't bed, een stroom van tranen vlood langs hare wangen. Adelhert zocht zijne bruid het geheele huis door, maar vond haar nergens. Hij kwam voor de deur van hare ka mer en meende dat hij daar binnen eenig gerucht hoorde, Hij klopte aan en noemde haren naam, eerst zacht, daarna luid en dringend. Clementine schrikte toen zij hem hoorde. Arme man, dacht zij onwillekeurig; maar zij kon hem nu niet ontvan gen, hij mocht haar tot geen prijs zien. Zij stak haren zakdoek in den mond om haar snikken te verbergen. Hoe Adelbert daarbuiten ook riep, zij zweeg hardnekkig. Zij kon en wilde hem niet zien, want daarmede zou ze hem ongelukkig maken. Dat had hij toch niet aan haar verdiend. Eindelijk moest hij na lang kloppen wel denken, dat zij er niet was. Hij ging naar heneden naar de bediendenka mer en vroeg naar haar. Toen men haar in huis niet vond verwees men hem naar den tuin. Clementine zag uit het raam dat de jonge man naar buiten snelde. Zij begreep, dat het geheele feest zonder haar voor hem geene waarde had. Dat speet haar. Nog eens nam zij zich voor het verleden voor goed te begraven en zich niet langer met allerlei phantasiën te kwellen. Wat voorbij is, is voorbij. Verder is daar niets aan te doen. Weg dus met deze kwellende gedachteJa, dat is gemakkelijker gezegd dan uitgevoerd. De gedachten komen en gaan niet op commando. Toch wilde zij niet, dat de furiën van haar verleden haar zouden volgen naar buiten, in de vrije lucht. Hare kleeding was eenigszins in wanorde geraaktze was genoodzaakt ziGh te wasschen, vooral ook om hare rood geweende oogen weer eene eenigszins minder verdachte kleur te geven. Spoedig was ze buiten en zocht naar hem, die ter wille van haar daar ronddwaalde. Ge hebt geschreid, Clementine, zeide von Althaten toen hij haar eindelijk aan hare zijde had. Heb je nooit gehoord dat jonge bruiden roode oogen hebben den avond voor haar huwelijk? vroeg zij glim lachend. Ik meende, dat dit altijd zoo was en vind het ook zeer natuurlijk. Welzeker! antwoordde hij, maar hij vond het toch onaangenaam. Hij meende stellig, dat Clementine straks in de kamer was geweest en zich voor hem had verborgen, wat hem vreemd voorkwam. Indien zij weenen wilde, waar kon zij dat dan beter doen dan aan zijne borst. Hij vreesde, dat haar vader met eene ongepaste uitdruk king het hart van zijn kind had bezwaard. Nu, dat was niet geheel onwaar, maar Adelbert vermoedde niet, op welke manier men het gevoel zijner bruid had gekwetst. Clementine deed echter haar best om uitgelaten vroolijk te schijnen, de andere gasten hielpen haar natuurlijk ge trouw en spoedig werd er geen enkele zucht meer verno men. Waren nu en dan de vrouwen wat stiller dan de man nen en soms het bruidje het stilst van allen nu, dat was immers zeer natuurlijk. Tegen 't einde van 't feest zag het er in 't huis en den hof van Fahiaan vreemd uit. De grond geleek een slag veld: velen waren voor Bacchus bezweken. Von Althaten hield niet veel van drinken, en toen zijne bruid zich terug getrokken had, maakte hij zich ongemerkt uit de voeten. Zijn koetsier was echter te zeer beschonken om hem de paarden te kunnen toevertrouwen. Gelukkig vond de jonge man tusschen al die beschonken lui nog één, die in staat was hem te helpen, anders zon hij genoodzaakt geweest zijn, zelf de paarden voor het rijtu'g te spannen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2