NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De Eenzame. 4e Jaargang1. Dinsdag 10 Mei 1887. No. 1179. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: BERICHT. STADSNIEUWS. HANS HOPFEN. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Adverteutiëu worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. BAJJBE if Co., JOH. F. JONES, Sucr., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. -Gedurende eenige dagen wordt dit blad gratis toegezonden aan onze Stadge- nooten, die nog niet zijn ge abonneerd. Zijdie zich wenschen te abonneeren, gelieven hiervan kennis te geven aan onze cou rant rondbrengers of aan ons bureau, Kleine Houtstraat 9. Hetzelfde kan ook geschie den door middel vandeintee- kenbiljetten, welke binnen en kele dagen zullen worden aan geboden. De Directie. Haarlem, 7 Mei. In de Woensdag a. s. te houden zitting van den gemeenteraad zullen aan de orde worden gesteldVoor stel van B. en W. tot benoeming van een lid van het Burgerlijk Arm bestuur; aanbevolen de heer J. H. Droste. Zitting met gesloten deu- reu. Voorstel van B. en W. tot het verleenen van eene bijdrage van f1000 voor de restauratie van de Groote Kerk. Id. id. tot verhuur van grond voor opslag van schelpen aan W. Bekkers, B. van der Putten en E. Koning, met goedgekeurd rapport der commissie van Financiën. Id. id. tot verhuur van kelders onder de Vleeschhal aan J. G. A. KocV, voor den tijd van drie ja en de co-omis sie van Financiën stelt voor, den termijn tot één jaar in te korten. Id. id. om aan J. Giebels en Jb. van Sarvellen grond te verhuren in de Barrevoetesteeg tot berging van steigerhont enz. Id. id. tot verhu ring aan mr. F. R. Crommelin van grond, liggende achter zijn perceel aan den Jansweg. Id. id. tot ver koop van een gedeelte van de Es- sehildersloot aan G. J. Kok, ad fl per M2. Id. id. om aan D. van Sta veren een gedeelte grond ten zuiden van zijne woning opnieuw te ver huren; commissie van Financiën ad viseerde ook omtrent de laatste voor stellen, in hoofdzaak goedkeurend te besluiten. Rapport der commissie van Financiën met goedkeuring der rekening van de goederen der voor malige corporatiën van nering en ambachten en bedrijven. Id. id. tot goedkeuring eener af- en overschrij ving op de begrooting van den schuttersraad. Verslag van den gas- opzichter, van het Burgerlijk Arm bestuur, van het eind-examen der Burgeravondschool en van den op zichter over de gemeente-reiniging. Evenals zeker «oud-Haarlemmer», die daarvoor per advertentie waar schuwt, maken wij er onze lezers opmerkzaam op, om vergissingen te voorkomen, dat tot candidaat van de R. K. en der Anti-revolutionaire Kiesvereenigingeu is gekozen de heer D. A. Graaf van Limburg Stirum, niet zijn naamgenoot, de heer S. J. Graaf van Limburg Stirum. Met primo September a.s. zijn benoemd aan de meisjesschool van den heer L. van der Wilk alhier, tot onderwijzeres in het Fransch mej. C. E. Kisslig uit Bazel en tot idem in het Duitsch en handwerken mej. H. Lang uit Milnche De toelatingsexamens voor alle klassen van het gymnasium hier ter stede zullen in de maand Juli worden afgenomen. De dagen zullen nader worden hekend ge maakt. Tot deelneming aan het examen wende men zich vóór 1 Juli e. k. schriftelijk tot den Rector Dr. B. W. HoffmannWilhelminastraat 64 met opgave van naam, ouderdom en woonplaats der kandidaten, als mede van naam en woonplaats van ouders en verzorgers en van de klassevoor welke men examen wenscht af te leggen. EEN EEUWFEEST. Zondag wapperden van verschil lende huizen in de Kruisstraat de vlaggen, ter eere van het eeuwfeest dat gevierd werd in het huis No. 12 vau genoemde straat, en bewoond door den heer Frans Erdtsieck Sr., huisschilder en glazenmaker hier ter stede. Door officiëele bescheiden als koopbrieven,bewijzen van eigendoms overdracht en andere oude stukken, thans nog in het bezit van den tegenwoordigen eigenaar van het huis en de zaak tevens, kan on- omstootelijk worden bewezen dat juist 100 jaar geleden de zaak in hetzelfde huis werd begonnen. Zoowel als curiosa maar ook om het vrij zeldzame feit dat zich deze zaak eene eeuw lang van vader op zoon heeft voortgezet, in hetzelfde ge bouw gevestigd bleef en voortdurend in bloei steeg, nemen wij hier de volgende stukken letterlijk over Vooreerst de inhoud van het be wijs van poorterschap van den stichter: (Zege 1.) (Stadswapen). Op huyden heeft Johan Gerhard E r t z i k geboortig van Zwol de be hoorlijken Eed als Poorter der stad Haar lem afgelegt, en is voor desselfs getrou- wigheid Borge gebleven: (w. g.) Hermann van H u n s e 1. Actum ter Kamere den 7den December 1785. Ter ordonnantie ran d« heeren Burgeraeesteren en Regeerders der stad Haarlem. (w. gC. van Schuylenburch. Aan dit stuk is gehecht een: Formulier van den poor terseed binnen Haerlem. Ik beloove ende zwere dat ik als Poor ter der stad Haerlem de Heeren Staaten van Holland ende West-Vriesland mijne Hooge ende sonvereyne overigheid ende Stad van Haerlem gebouw ende getrouw te zijn; dat ik dezelve ende yder poorter in het bijzonder zal helpen styven en sterken in haar Rechtende dat ik de Heeren Burgemeesteren in alles zal obe- dieeren ende gehoorzaam zijn. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! Ook heelt men nog het bewijs van het St. Lucasgilde, met de daarbij behoorende keuren en or donnantiën, waarbij de stichter als gildebroeder werd aangenomen en zijn vak mocht beoefenen. Dit stuk luidt als volgt: Johan Gerard Erdtsiek schilder. Alhier ter steede naar onderzoek ende Bevinding van behoorlijke qualiteyten bij onze algemeene Keure veroyscht ende ge- requireerd, betaalt hebbende volgens de Keure voorschr. aan het St.-Lucas ofte het Schilders-Gild binnen Haerlem, voor het inkomen ende Vrijheid tot dan als vreemdeling eens 29 schellingen werd mits dien bij dezen toegelaten en aan genomen als schilder ende gildebroe der van St. Lucas-Gilde. Sullende hij naar dezen de selve hanteeringen ende de neeriuge van dien in alle manieren, vol gens onze Keure voorschreven, vrij ende opentlijk mogen doen en exercecreu, sonder tegenseggen ofte bekeuren van iemant. Gedaan in Haarlem, ter vergaderinge van de Vinderen van St. Lucas-Gilde, desen 8 Mei 1787. (w. g.) G. Smits. Hermanns Wijers. Zooals men weet moesten de ge zellen tijdens het gildewezen een praefstuk afleggen. Welnu, dat be wijs van bekwaamheid van den in de stukken genoemden Erdtsieck, de grootvader van den tegenwoor digen eigenaar, Frans Erdtsieck Se nior, het is nog bewaard gebleven, 'tls een kunstig glazen raam, be staande uit kleine stukjes glas naar ouden trant in lood gezet. Zondagmiddag kwamen de knechts van den heer Erdtsieck, (die in 1869 zijn vader opvolgde als hoofd van de zaak) hnn beminden patroon geluk- wenschen en de oudste sprak hem namens allen hartelijk toe. Het huis zelf had een feestelijk aanzien en binnen waren eenige gekleurde kartons aangebracht, waarop de jaartallen: 1787 8 Mei 1887 het met een lauwerkrans om hangen portret in olieverf van den oprichter. Des avonds vierde men in een kleinen kring van familie en ken nissen een huiselijk feest. De heer Erdtsieck en zijn gezin ontvingen tal van bewijzen van be langstelling op dezen voor hen zoo heuchelijken dag, zoowel van hun personeel als van vrienden en be gunstigers. De Londensche correspondent van de N. R. Ct. schrijft van Vrijdag nacht De heer Mees, predikant te Haar lem, tijdelijk hier vertoevend, ver gastte de leden der Ned. Vereeniging van avond op eene belangrijke voor dracht over Hamerling's «Danton und Robespierre.» Na de pauze droeg hij nog eenige ernstige en luimige gedichten voor, die even eens veel bijval vonden. De geachte president onzer Ver eeniging dankte den geëerden 6preker in allerhartelijkste bewoordingen. Aanstaanden Vrijdag avond wordt eene buitengewone vergadering ge houden ter overweging van de be langen der vereeniging. Nu het Verlossingsleger ook in Nederland een landing heeft gedaan, zal Let onze lezers interesseeren wat daarover wordt geschreven door een stadgenoot, Ds. Mees. In de N. R. Ct. van Zondag lezen wij het vol gende ingezonden stuk Londen 6 Mei 87. Ho 'gg each te Redactie] Diasdagavond 3 Mei heb ik de groote verga dering van het leger in de Exeter Hall bijge woond, bijeen geroepen om den officieren, die naar verschillende landen werden uitgezonden, vaarwel te zeggen. De toegang was vrij, met ge- re erveerde plaatsen voor één shilling. De zaal, die duizenden kan bevatten, was zóó vol, dat tegen de muren sommigen op de schouders ston den van anderen Op de tribune, voor ruim 400 personen, zaten de generaal Booth, zijne vrouw, honderden officieren en vrouwelijke zendelingen, en op de voorste rij gehurkt, bekeerden uit ver schillende hemelstreken, Brahmanen (door mr. Booth HalleluAh-Bralimanen genoemd), Chinee- zen, Japanners, enz. in hunne eigenaardige, kleu renrijke kleederdrachten. Ik was er heengegaan in het vertrouwen dat ik, bij groot verschil van opvattiug omtrent de midelen, de goede bedoelingen zou kunnen op prijs stellen. Ik beu geheel ontgoocheld. Een dergelijk schandelijk tooneel heb ik nim mer bijgewoond. Van ernst was geen sprake. Het onafgebroken lachen en gillen, waarin de gene raal en dc dames-zendelingen voorgingen, was zoo groot, dat een der oudste officieren, een man van naar ik schat 70 of S0 jaren, gedurig van zijnen stoel dreigde te vallen, van steeds klim mende pret. Indien de groote zwarte hoeden van de dames en de stemmige kleeding (mi». Booth zeide, dat de menscben reeds schrikken, wanneer zij haren hoed zagen) in lichte toiletten waren veranderd, zou men hebben kunnen denken dat men in een de.' gemeenste cafés cluintants was, waar men er pleizier iu had het heiligste op de schandelijkste wijze te bespotten. Toen de Hal- lclujah-Brahmaan een oogenblik dreigde eenen meer erustigeu toon aan te slaan, werd hij door mrs. Booth, die trouwens naar niets luisterde, maar met een der officieren een vroolijk gesprek hield, naar zijne plaats verwezen. Wanneer mrs. Booth op een fluitje blies, viel het koor tot groot vermaak van de jongens en meisjes in met vroolijk gezang, begeleid door trom en blaasin strumenten, ouder vroolijk gebuppel cn dans. En wat hebben wij iu dat uur (van 8 tot 9 heb ik de vergadering bijgewoond) gehoord? Eene zeer droge optelling van de bekeerden in de ver schillende landen door mr. Booth, wiens stem zeer eeutonig is, eenige zeer vermakelijke (ook voorde bekeerden zeiven, die bij dc mcdedeeling erg veel plezier hadden) bekeeringsgeschiedenis- seu. De generaal veitelde dat men nu ook in Amsterdam zou beginnen, en dat bijna alle Hol- laudscke bladen ongunstig over het Verlossings leger spraken; cn ik dacht: goddank. In de zaal werd het "luister, luister' en «dank God" ieder oogenblik vernomen, ook bij de me- dedeeliug van den Brahmaan, dat ieder officier van bet leger aan boord van een schip zeker eene mijl goede zeereis waarborgde. Wij hebben de zaal verlaten, toen mevrouw Booth beweerde dat een soldaat van het leger geboren werd door de werking des geestes, eu wij wareu dankbaar na wat wij gehoord en gezien hadden, dat ons dit geluk niet is te beurt gevallen. Ja, ook ge- FBUILLBTO N. 61) ACHTSTE HOOFDSTUK. Zoo martelde de dwaze man zich zelf. Honderd maal vernam hij eene stem in zijn binnenstehet kan niet waar zijn, het is zoo niet. Wek haar, vraag haar, laat haar zwee- ren en wisch dan met uwe kussen het verleden uit! Hij kon echter zoover niet komen. Zijne trotschheid hield hem van een onderhoud terug. Hij had door een ellendig toeval zijn geluk verspeeld; welnu wat verloren is, dat is verloren. Wat zou hij verder doen, dan zorgen dat niemand er iets van bemerkte. Of.... zou hij eene streep onder de rekening halen, dat wil zeggen zich een kogel door 't hoofd jagen? Zijne pistolen hingen in schilderachtige wanorde aan den ■wand. Neen, dat was eene onzinnige gedachte. Wat zou de wereld wel bazelen, als hij zich in den bruidsnacht voor 't hoofd schoot. Wat hij zag eu invloed op zijne gedachten uitoefende hinderde en ergerde hem. Hij wilde niets zien zijne sla pende vrouw wel het allerminst. De nog altijd brandende lamp deed hij uit en hij ging aan 't geopende venster s'aan. Hij keek naar buiten in de schemering. De koelte van den morgen deed hem rillen. In de hoornen was nog alles stil; geen vogel verroerde zich. De morgennevels zweefden als eene bewegelijke duisternis langs de stammen. Maar dat was geen nevel alleen, wat zich daar be woog. Eene menschelijke gedaante sloop voorzichtig tus- schen de hoornen door. Adelbert keek opmerkzaam. Hij zag een man, die eene muts droeg, een valies op den rug had en eene bijl in de hand hield. Het was duidelijk het was Hubert, die geen tweede gesprek met zijn heer wilde afwachten, doch stilletje vertrok. Adelbert balde de vuist. Een oogenblik stond hij op het punt den vluchtenden knecht te roepen; maar hij haalde slechts verachtelijk de schouders op en keek hem niet eens na. Hij mocht gaan waarheen hij wilde. Mocht hij spoedig zijn veelgeprezen land, Amerika, bereiken. AmerikaDe gedachten zijner vrouw reisden zekerlijk ook dikwijls daar heen.... Vervloekt!.... Weder naderde hij haar bed. Hij had haar kunnen wor gen in haren verraderlijken slaap; maar neen, zij was hem nu de zonde niet meer waard. Het werd langzamerhand licht. Clementine ontwaakte, en zag vol verbazing en schaamte haren echtgenoot voor zich staan in dezelfde kleeding, waarin hij haar kort voor 't naar bed gaan had verlaten. Adelbert! riep zij, nauwelijks hare oogen geloovend. Het sneed hem door de ziel, toen hij hare stem weder hoorde. Het was dezelfde stem, die nu Adelbert riep en voor een paar uur Roger had gelispeld. Dat was hem onuitstaanbaar. Goeden morgen, Cle mentine! zeide hij onverschillig en ging de kamer uit. De jonge vrouw werd hoogst onaangenaam getroffen door dien onverschilligen toon. Was was dat? Wat hal zij dan toch gedaan? Wat kon hem gekrenkt hebben? Zij ondersteunde haar hoofd met de hand en liet zich langzaam achterover zinken. Waarom was hij van haar ge gaan? Toen hij ook in 't geheel niet terugkwam gevoelde zij zich zeer eenzaam en schreide bittere tranen. Intusschen ging haar echtgenoot doelloos op den hof heen en weer evenals een spook, dat voor het hanengekraai geene rust kan vinden. Hij keek naar de paarden, naar de stallen, naar allerlei gereedschap, maar nieis kon zijne onaange name gedachten verdrijven. Wie hem had voorspeld, dat zijn huwelijksleven zoo zou beginnen, zou weinig geloof bij hem gevonden hebben. Hoewel hij het lang vermeed, toch kon hij den omgang" met zijne vrouw niet geheel ontgaan. Clementine smeekte met vochtige oogen om opheldering over zijn vreemd ge drag. Hij wa9 echter niet bijzonder spraakznam gestemd en maakte zich zoo spoedig mogelijk van haar af. Zij liet het daarbij echter niet blijven en voor nog de dag ten einde was, wist Clementine welk gesprek haar echt genoot met den knecht had gehad.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 1