BINNENLAND. zien; want de jeugdige leden die achter ons zaten, kenbaar de jongens aan een rooden borstrok, en de meisjes aan eene S. van zilver op den kraag, ®aven bitter weinig den indruk van ernst en vroomheid. En wat mijn doel is niet dit schrijven? Te waarschuwen tegen menschen, over wier streven cu optreden ernstige en vertrouwbare personen hier zeer ongunstig oordeelen. Het is mij onmo gelijk te gelooven dat bevordering van het chris tendom, in welken vorm dan ook, het doel kan wezen. Voor iedere oprechte overtuiging op gods dienstig gebied heb ik eerbied. Deze vertooning echter wekt alleen walging en afkeer. Ik meende eerst dat liet christendom van het Verlossingsleger in dezelfde verhouding tot Jezus heerlijk Evangelie stond als de tulpen en hya- cinthen, die hier verlept en zonder geuren in de straten verkocht worden, tot de bloemen zooals ik ze in Haarlem mag bewonderen. Maar zelfs deze vergelijking gaat niet op; de bemorste en geurlooze bloemen, in de straten weggeworpen, zijn schoon en liefelijk bij wat ons hier wordt geboden. Het zou mij niet verwonderen of men zal in Amsterdam, rekening houdende met den aard van ons volk, kalmer optreden. Daarom zij men dubbel gewaarschuwd, en leze, voor men zich laat beetnemen, wat ik in Londen heb bij gewoond. Maar waarschuwen zal niet noodig zijn. De ernstige mannen uit alle richtingen moeten en zullen dit afkeuren en denken aan wat de groote meester gezegd heeft: «het koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk vertoon." Voor wat ik heb meegedeeld, sta ik u borg en ben ik gaarne verantwoordelijk, en noem mij daarom Uw dienstw. dienaar, M. J. MEES, Predikant te Haarlem. Zondagmorg:H had na denHoog- dienst iu de kerk van O. L. V. van de Rozenkrans aan het Spaarne, de plechtige installatie plaats van den nieuwbenoemden pastoor, den WelEerw. Heer P. J. Tbiinnissen. Na het «Veni Creator», begonnen de gebruikelijke ceremoniënwelke door Monseigneur A. van den Akker. Deken van Haarlem en Kamerheer van Z. H. den Paus, werden geleid. Na de installatie nam Mgr.Van den Akker het woord en schetste in het kort wat de vorige pastoor voor de pa rochie was geweest. De eerw. spr. drukte de hoop uit dat de nieuwe pastoor, evenals zijn voorganger, den WelEerw. HeerFrankemölle, zich de liefde en toegenegenheid der paro chianen zou verwerven. Spr. twij felde daar trouwens niet aan, want door de groote opofferingen die de WelEerw. Heer Tbünnissen zich had getroost voor het schoone kerkge bouw op bet Spaarne, had Z.Eerw. reeds vele blijken van liefde onder vonden. Zondag aanstaande hoopt de Eerw. Heer Tbünnissen als pastoor zijne eerste Hoogmis te doen, waarbij op verzoek door het zangkoor de mis van Piel, voor 3 stemmig mannen koor, zal worden gezongen, geheel zonder orgelbegeleiding. Men meldt uit Utrecht aan de Avondpost dat een uit Haarlem her komstig persoon daar ter stede de hulp der openbare macht inriep, ten einde in het bezit te worden ge steld van eene belangrijke som gelds, die door hem aan een notaris zou zijn afgestaan. Bij onderzoek bleek hij echter lijdende te zijn aan krank zinnigheid en werd dientengevolge in het gesticht voor krankzinnigen opgenomen. Zaterdag werd in het postkantoor hier ter stede eene zeer goede ver betering aangebracht. De eerste deur, rechts in de gang, is thans bestemd voor «uitgang», zooals een opschrift in zwarte kapitalen aanduidt. Ons stukje, dat een bestaande toe stand weergeeft, is thans geworden «eene bijdrage tot de geschiedenis van Haarlem». Met eenige kennis van grammatica zal men het thans wel in den onvolmaakt verleden tijd willen lezen. De gezelligheid is ge lukkig blijven -bestaan en, speelde men tot dusverre kruip-door-sluip- door, thans wordt er in ons post kantoor krijgertje gespeeld, de eene deur in, de andere uit. In de Stuiveraspaarbank van de afdeeling Haarlem van den «Volks bond» is gedurende de maand April in 473 posten ingebracht f696.67 in 60 terugbetaald - 822.43 terwijl 13. nieuwe boekjes zijn af gegeven. Zondagmorgen heeft een hevige brand de hoeve van Dirk Mesman, te Zuid Schalkwijk in de Haarlem mermeer, geheel en al in de asch gelegd. Man en vrouw waren naar de kerk toen de brand uitsloeg, die ont staan moet zijn door onvoorzichtig heid van kinderen welke met lucifers gespeeld hadden. De dienstbode maakte de achttien koeien los, die alle werden gered. Behalve juist de levende have was alles verzekerd. Men schrijft ons uit Haarlemmer meer: Zaterdag 7 Mei viel in de Ring vaart alhier, een 12-jarig meisje door bet overslaan van de giek over boord. M. v. H., van Bnrgerveen, verleende dadelijk hulp en had de voldoening het kind uit de vrij diepe Ringvaart te redden. Als een bewijs dat de finan- cieele toestand in de Haarlemmer meer niet ongunstig is, kan dienen, dat in eene onlangs gehouden raads vergadering besloten is, de gemeente- opcenten te verminderen met 27, in te gaan 1 Mei 1887. 't Zal wel tot het ongewone be- hooren, dat de belasting verminderd wordt. Ook de hoofdelijke omslag, in vergelijking van andere gemeenten, is zeer laag. RECHTSZAKEN. "Vrijdag werd voor liet kantongerecht t.e Goes eene ongewone zaak behandeld. De heer B. Quist, manufacturier, stond als beklaagde terecht wegens het onbevoegd en zonder noodzaak uitoefenen der ge neeskunst. De beklaagde is een groot voorstander der homoeopathie en offert daarvoor tijd en geld en moeite met groote philanthropic. Zeven getuigen waren door het Openbaar Ministerie gedagvaard, die allen verklaarden, geneesmiddelen, (zij wisten niet welke) in drogen en natten vorm van beklaagde ontvangen te hebben, met opgave hoe ze moesten worden ge bruikt. Het O. M. eischte schuldigverkla ring en veroordeeling, met inroeping van art. 436 van het wetb. van strafrecht juncto art. 1 der wet van 1 Juni 1865 („Stbl." no. 60), tot tien gulden boete, subsidiair drie dagen hechtenig, en in de kosten, desnoods te verhalen bij lijfsdwang, door vijf dagen gijzeling. De heer mr. C. Lucasse, advocaat te Middelburg, trad als raadsman voor beklaagde op, bestreed de qualificatie van het O. M. en verzocht vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging, vooral op grond, dat beklaagde geen be looning gevorderd had. Het O. M. bleef bij zijn requisitoir. Vrijdag a. s. uitspraak. De rechtbank te Maastricht heeft een zekeren P. D. aldaar, die een stier herhaaldelijk met een stok op den kop had geslagen, ten gevolge waarvan het beest uit den neus begon te bloeden, ver oordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf en in de kosten, zoo noodig bij lijfsdwang te verhalen. LEGER EN VLOOT. In het begin van Juni zal de tegen woordige chef van het personeel hij het departement van Marine van Ned.-Indic, de kapt. ter zee E. C. Uhlenbeck, repa- trieeren en waarschijnlijk vervangen wor den door den kapt.-luit. ter zee P. Zegers Veeckens. De dezer dagen tot luit.-kolonel bevorderde majoor J. C. Wilbrenninck blijtt in garnizoen te 's-Hage, terwijl de majoor L. B. Loeff zal worden ingedeeld bij de escadrons te Yenloo. De tot ritmeester benoemde kapitein Wuppermann van den gen. staf blijft voor- loopig gedetacheerd te 's-Hage, alsleeraar aan de 2e afd. der krijgsschool. Naar men verneemt, wordt de rit meester J. van der Wedden, van bet le reg. huzaren, belast met bet commando over bet escadron ordonnancen te Amers foort. Naar wij vernemen heeft demi- nister van Justitie besloten de cel lulaire gevangenis te Alkmaar met gas te verlichteD. Bij het Departement vao Ko loniën is een voorstel in overweging tot benoeming van een commissie voor het geneeskundig onderzoek van militaire en civiele Indische ambtenaren, welke commissie uit officieren van gezondheid van het Oost-Indische en het Ned. leger zou saamgesteld worden. Thans is dit onderzoek aan de officieren van gezondheid in de Ne- derlandsche garnizoenen opgenomen. Tegenover het voorstel der Museum-commissie te Leiden om in het nieuwe park op de Ruïne, ter herinnering aan het springen van het kruitschip, het looden tegen wicht van den mast van dit laatste op een voetstuk op te stelien, wordt door B. en W. hun vroeger voor stel gehandhaafd, namelijk tot plaat sing van een gedenksteen met in scriptie in ien vestwal, ter hoogte waar het betrokken schip lag. - Dinsdag jl. werd door den kapt. luit. ter zee W. M. E. Ber- voets, commandant van Zr. Ms. stoomschip Arubaop de hoogte van Egmond een Eugelsch visschers- vaartuig opgemerkt, visschende op twee Eugelsche mijlen afstand van den wal en dus binnen de terri toriale wateren. Tegen den schipper werd door den commandant proces verbaal opgemaakt, en tevens bevel gegeven onmiddellijk de kor te lich ten. Het vaartuig was gemerkt R. 437. Het plaatselijk comité teUtrecht, voor de nationale tentoonstelling van oude en nieuwe kunstnijverheid in 1888 te 's-Hage te houden, heeft zich geconstituteerd als volgt: mr. W. R. Boer, 6erevoorzitter: J. C. Van Eelde, W. Mengelberg, N. I. Nijland en mr. J. F. E. Claring- bould secretaris. De administratie der Duitsche Rijkspost heeft aan de Belgische regeeriug haar besluit medegedeeld om, te beginnen met 1 Juni a. s. de mail naar Engeland, die tot dus ver over Ostende verzonden werd, over de lijn Vli.-singen-Queensbo- rough te verzenden. R. v. A. meldt, dat de ge zondheidstoestand van den heer Domela Nieuwenhuis tegenwoordig vrij bevredigend is, tengevolge van het genietbare voedsel, dat hem totdusver bleef verstrekt. Door het hoofdcomité voor de voedingstentoonstelling te Amster dam is in eene Vrijdag avond ge houden vergadering beslotende tentoonstelling op Woensdag 15 Juni a. s. te openen Het onderwijs aan de kookschool werd opgedragen aan mevrouw H. Altink Mees, thans te Londen woon achtig; dat aan den damescursus aan mej. O. A. Oorver, te Amsterdam. Verder zijn de bureaux der ten toonstelling overgebracht naar het gebouw achter het Rijksmuseum. Zaterdag overleed te Amster dam de heer E. W. Cramerus, op 80-jarigen leeftijd. De heer Crame rus was vele jaren president-bestuur der van «Artis». Door B. en W. van Amster dam is tot onder-directeur (hoofd- kenrmeester) aan het abattoir be noemd de Ueer D. van der Sluis, gemeente-veearts te Utrecht. In de volkszaal Emanuüel te Amsterdam trad Zondag in de Ge rard Doustraat voor het eerst een brigade van het Leger des Heils op. Er werden een viertal godsdienstige oefeningen getiouden, telkens bij gewoond door een paar honderd personen, doch niet uit die klasse der maatschappij, tot welke het le ger zich bij voorkeur wendt. Ge lukkig kennen wij trouwens hier te lande niet de armzalige buurten, die bijv. het East-End van Londen zulk een treurige vermaardheid geven. De zaal was telkens gevuld met nieuwsgierigen. De samenkomsten werden geopend met eene korte toespraak en een gebed, alles in het Nederlandsch. Onder begeleiding van de viool werden vervolgens stich telijke liederen gezongen op een voudige en aangename wijze, zoo dat de geheele vergadering heel spoedig althans het refrein kon meezingen. De liederen zelf werden in een klein, net gedrukt tekstboekje tegen 5 cents te koop aangeboden. De volkszaal, uitwendig met het wapen van het leger des heils voor zien, was van binnen behangen met rood doek, waarop in duidelijke witte letters stichtelijke spreuken stonden. De kleeding van de leiders der oefeningen bestaat, gelijk men weet, uit een blauwe broek en jas met rood vest. Op de kraag staat een of ander teeken als S(aved) S(inner): gered zondaar. Hbl Naar aanleiding van den be kenden dubbelen zelfmoord van de weduwe en dochter van een rijks ambtenaar schrijft de Amstelbode: Wij vragen, wanneer zal de Neder- landsche Regeeriug er eindelijk toe be sluiten rockt te doen aan de Ambtenaren Wanneer zul zij gevolg geven aan het billijk verlangen der ambtenaren om het burgerlijk pensioenfonds, dat reeds meer dan 20 millioen bedraagt, te vervormen in een pensioen- en wednwenfonds? met andere woorden, wanneer zal zij aan de millioeuen, bijeengebracht door ambtenaren en hun wettig eigendom, de bestemming geven door de eigenaren verlangd P Het burgerlijk pensioenfonds is bet eigendom der ambtenaren of het is dat niet! In 't eerste geval niemand beweert het tegendeel is de vraag gewettigd, waar om bet pensioenverbond, dat onder de leden de hoogste ambtenaren der Rech terlijke Macht telt, geen krasser maat regelen neemt dan bet zenden van adressen waarom bet den Nederlandscben Staat niet voor den Nederlandscben rechter daagt Omtrent dezelfde zaak schrijft het Soc. Weekblad: „Sedert jaren wordt bet mede dienst baar maken van het pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren aan bet welzijD hunner weduwe en weezen door de be langhebbenden bepleit. Zij storten jaarlijks meer dan voor de uitkeeringen aan de gepensioneerde ambtenaren zelven noodig isen de instelling bezit een kapitaal, buiten verhouding grooter dan baar ver plichtingen. Eenstaatscommissie, ten onder zoek aangewezen, beeft dan ook de moge lijkheid en raadzaamheid van de uitbrei ding harer werkzaamheid tot weduwe- en weezen-verzorging onbewimpeld uitgespro ken. Aan het ministerie van Financiën is een ontwerp tot wettelijke regeling van die uitbreiding in bewerking. Maar tot de daad kwam het nog niet. Waarschijnlijk zou de dubbele zelfmoord niet zijn gepleegd, indien het recht op weduwenpensioen der ongelukkige vrouw verzekerd was geweest. Zal dit voorval dan nu misschien drijven tot verhaast hande len? Een droevige drijfveer, zeker. Doch voor duizenden een zegen, indien zij slechts ten doel leidt. De voorgenomen wimpeltocht der vereeniging «Het Y» heeft Zon dag, onder begunstiging van het prachtigste weder, plaats gehad. De vloot, bestaande uit een groote me nigte vaartuigen, zeilde naar Zaan- dam.Onderweg ontmoette men eenige getooide hoeiers der Zaanlandsche vereeniging, die met saluutschoten werden begroet. Na een korte lan ding in Zaandam ging men om streeks 4 uur weder onder zeil naar Amsterdam. Omtrent den diefstal tePur- merend wordt thans nog gemeld: In den nacht van 3 op 4 Meijl. zijn uit den winkel ten nadeele van G. Smid, door middel van buiten- braak ontvreemd: 1 gouden en 10 zilveren horlogee. Vermoedelijk zijn zij ontvreemd door twee Duitschers, waarvan een is aangehoudenzich noemende Heinrich Wilhelm Raudenberg, in het bezit van het gouden en vier der zilveren horloges, terwijl nog twee op straat zijn terruggevonden. Volgens zijne opgave is zijn mede plichtige August Geraborosky, 24 jaar, die in het bezit kan zijn van de vier zilveren eavonet-horloges, vuil van kleur. Men schrijft on6 uit Enkhuizen De spoorstoomboot Frieslandtus scheu Stavoren en Enkhuizen bracht Vrijdag alhier 126 landverhuizers aau, op hun doordocht naar de Vereenigde Staten van Noord- Ame rika. De meeste hunner, platteland bewoners uit Friesland en Gronin gen, waren jonge manneD; eenige kinderen, maar ook grijsaards, zag men er onder. Wanneer men de ellende ziet, waaraan zij op reis blootstaan, die vergeleken bij de ODgemakhen, welke zij als tusschen- dekspassagiers hebben te verdureD, en de moeilijkheden die zij in 't nieuwe werelddeel, waarvan taal en zeden hun vreemd zijn, hebben te overwinnen, dan moet men wel overtuigd zijn, dat zij veel armoede hebben geleden. Den 24n April jl. heeft Kaatje Kat, 47 jaren, huisvrouw van Albert Schouten, wonende te Edam, de echtelijke woning verlaten en is vermoedelijk vertrokken naar Am sterdam. Zij is niet groot, aange zicht bleek, haar zwart; twee stijve vingers aan de linkerhandkleeding grijs kleedje, doorgewerkte gele omslagdoek, driehoog geplooide witte muts en stoffe rijglaarsjes. Zij droeg om den hals crie snoeren roode koralen met gouden slot en waar schijnlijk dito oorbellen. Vermoede lijk is haar een ongeluk overkomen. Do burgemeester van Edam verzoekt, namens haar echtgenoot, opsporing en bericht. Men Echrijft ons uit Hilver sum: Door de vleeschhouwers alhier is de prijs van het rundvleesch met 10 cent per kilo verlaagden a'.zoo gebracht op 80 cent. Als tegen- Zij verwonderde er zich terecht over, dat haar echtge noot, die tot dusver een alles behalve ingetogen leven had geleid, het haar tot eene misdaad aanrekende, dat zij iets voor een ander had gevoeld vóór zij hem kende. Dat zij onbewust in haren slaap voedsel had gegeven aan zijne overdenking, openbaarde hij haar niet. Adelbert was in 't praten niet tegen Clementine opge wassen en zij wist het dan ook in den loop van den dag zoover te brengen, dat hij in stilte zijn grootste en zwaarste verwijten weer introk. Hier voor 't eerst beproefde zij op eene interessante manier hare levensgeschiedenis te verhalen en daardoor tevens het gemoed van haren hoorder ten haren gunste te stemmen. Wel gelukte haar dat niet geheel, maar toch grootendeels. Von Althaten en zijne jonge vrouw deden van beide kan ten zeer veel moeite om zich in elkanders omgang te schik ken en de bezoekers, welke hen nu en dan opzochten, meenden dat alles rozegeur en maneschijn was. De oude veronderstelling, dat het geluk van een paar echtgenooten in de eerste vier en twintig uren van hun samenzijn gegrondvest wordt, werd hier bewaarheid. Het akkoord door de beide echtgenooten in het eerste etmaal aangeslagen, bevatte den grondtoon, waarin, met allerlei variatiën natuurlijk, het geheele stuk werd afgespeeld. Von Althaten moest toestemmen dat hij een aardig, hui selijk vrouwtje had getrouwd, maar tevens moest hij be kennen, dat hij niets buitengewoons had verkregen en mis schien menige partij had afgeslagen, die veel beter was, in alle opzichten, dan deze. Iets als een heilige, als een wonder, had Adelbert in zijne bruid gezien, maar nu was de stralenkrans totaal verdwe nen. Een wraakgierige knecht had dien met wreede baud vernield. Clementine had den beweeggrond van Hubert gemakkelijk doorgrond en daardoor haren echtgenoot over tuigd, dat het geheele verhaal laster was, dat was alles goed en wel maar de stralenkrans was verdwenen. Cle mentine, wie zooiets niet ontging, ontdekte en gevoelde dit met smart. Dit alles bracht haar tot de ontdekking, dat het huwe lijk niet slechts rozen baart, zooals zij in hare jeugd had gedroomd. Al deze teleurstellingen wreekten zich op haar lichaam: zij werd mager, hare oogen werden dof en haar trekken scherp. Zij scheen vóór haren tijd te verouderen. Adelbert zag haar nu en dan onderzoekend aan. De gedachte kwam bij hem op, dat hij haar, in weerwil van wervers en een opdringenden, grootsprekenden vader, nooit zou geno men hebben, indien zii eruit had gezien als nu. Zijne liefde voor zijDe zaken namen niet toe; zijne schul den vermeerderden, zijn crediet verliep. Wel droegen zijne verbeteringen goede vruchten, maar het is niet aangenaam te moeten werken voor schuldeischers. Van vader Fabiaan was niets te verwachten. Hij kwam zelden en het verdroot hem in 't bijzonder, dat hun huwelijk kinderloos bleef. Misschien zou hij bij de geboorte van een kleinzoon waarin hij het evenbeeld van den grootvader van moederszijde hoopte te aanschouwen, wel vrijgevig geworden zijn, maar die kleinzoon liet zich steeds wachten. Von Althaten, die meer dan eens over zijn lot diep na dacht, haatte zijn schoonvader uit den grond vau zijn hart en vermeed eiken omgang met hem zooveel mogelijk. Over 't algemeen zocht hij weinig omgang, waarom men hem in de buurt een weinig toegankelijk, onvriendelijk en gierig man noemde. Hij had het pleizier in zijn landgoed, de vreugde over zijne vrouw en voor een goed deel het genoe gen des levens verloren. Hij moest zich zelf bekennen, dat hij over 't geheel een verkeerden weg was ingeslagen, maar tevens dat terugkeeren onmogelijk was. Wanneer het hem echter al te ondragelijk werd, nam hij voor een tijdlang afscheid van zijne vrouw en begaf zich naar Polen, waar hij ach, zoo iang reeds geleden zoovele genoegelijke dagen had doorgebracht. Daar jubel den zijne oude kameraden daar schudde hij de zorgen nog eens van zich af. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2