NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
4e Jaargang.
Zaterdag 4 Juni 1887.
No. 1199.
DE MAN DER GEDAANTEWISSELINGEN.
HAARLEM'S DAGBLAD
ABOHKEMEHTSPEIJS:
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door liet geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem.
ADVERTENTIES:
van 1—5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentie»! worden aangenomen door onze agenten
en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Hoofdagenten voor het Buitenland,: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. VA UB li Co., JOH. F. JONESSttcr., Parijs, 'ill is Faubourg Montmartre.
Dezer dagen zal in ons
blad een begin worden
gemaakt met de opname als
Feuilleton van een boeienden
roman van OSSIP SCHUBIN.
De romans van Schubin wor
den zeer gunstig beoordeeld
door de Tijdspiegel, de Por
tefeuille, de Indische Mercuur
e. a. tijdschriften.
BERECHT.
-Gedurende eenige dagen
wordt dit blad gratis
toegezonden aan onze Stadge-
nooten, die nog niet zijn ge
abonneerd.
Zijdie zich wensehen te
abonneeren, gelieven hiervan
kennis te geven aan onze cou
rant rondbrengers of aan ons
bureau, Kleine Houtstraat 9.
Hetzelfde kan ook geschie
den door middel van de intee-
kenbiljett.en, welke binnen en
kele dagen zullen worden aan
geboden. De Dikectie.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 3 Juni.
Door liet gemeente bestuur alhier
is geweigerd de door J. Drieduiten
gevraagde vergunning tot het op
richten van eeiie slachterij aan de
Noorderschoolsteeg.
Aan H. H. J. Heinsbergen is ver
gunning verleend tot oprichtiüg van
eene smederij in het perceel aan
hetZuider-Buitenspaarne,get.No. 10.
In gezelligen kriüg werd gisteren
door het bekende kwartet «Loreley»,
staande onder leiding van den heer
W. N. C. Schmölling zijn eenjarig
bestaan herdacht. Gelijk men weet
is dit kwartet in de laatste maanden
eenige malen in het openhaar op
getreden en gunstig ontvangen, het
geen tot aansporing zal strekken
om ook in 't vervolg te trachten
op muzikaal gebied meer en meer
voorwaarts te streven.
Gedurende de afgeloopen maand
zijn door de politie alhier 40 per
sonen vervolgd wegens dronken
schap op straat. In de maand Mei
van het vorig jaar was dit getal
33, dus 7 minder.
De Remonstranten te Haarlem.
I.
Aldus luidt de titel van een boekwerk
bevattende //herinnering en wenken
bij het verlaten der oude en het
betrekkon van de nieuwe kerk
der Remonstranten te Haar
lem," door dr. B. Tideman Jzu. Het
verscheeu hij de heeren de Haan en Zoon.
hier ter stede, en is versierd met twee
fotografieën van het oude gebouw en een
kaart, en bevat een paar afdrukken van
oude brieven.
Na een bondig overzicht van de geschie
denis der Remonstrantie uit het be
gin der zeventiende eeuw, behandelt de
schrijver de woelingen te Haarlem tot het
jaar 1640. In de eerste plaats was het
hier altijd de vraag ot de overheid invloed
zou uitoefenen op de regeling van de ker
kelijke belangen. Verdraagzaamheid was
toenmaals onbekend. In liet jaar 1615
wilde de Haarlemsche overheid de kerk
orde van 1591 invoeren, hetgeen tot
groote verdeeldheid aanleiding gaf. De
Haarlemsche pensionaris Johan de Haen
was het slachtoffer; hij werd op 20 Maart
1619 zonder vorm van proces afgezet en
verliet op raad van vrienden het land.
Te vergeefs verdedigde hij zich in ge
schriften, en heriep zich op zijn rechten
van Haarlemseh burger. Hij was veroor
deeld tot eene verbanning van 15 jaar en
verbeurdverklaring zijner halve bezitting.
Ook de andere helft hield men echter in
beslag, verbood hem als Haarlemseh bur
ger zijne goederen te verkoopen, en hield
zijne echtgenoote, Isabella Cros, in gijze-
ling.
Herman Montanns was de eerste predi
kant die de kleine Remonstrantsche ge
meente te Haarlem in stilte bediende.
Op 24 Juli 1621 werd door den schout
eene vergadering verstoord waarin Mon-
tanus was voorgegaan. Met den gevlochten
en afgezetten Leidschen predikant Bernar-
dus Dwinglo, die in de Kleine Houtstraat
een woning had betrokken, zorgde Mon-
tanus voor de aangelegenheden der ge
meente. Men had echter met veel moei
lijkheden te kampen. In het voorjaar van
1623 werden twee directeuren, te Haarlem
overgekomen, op last van den schout van
Haarlem, Cornelis van Teylingen, opge
licht en gevangen gezet. Na een scherp
verhoor werden de bedoelden, Poppius en
Niëllius, op 10 Mei 1628 veroordeeld tot
levenslange opsluiting op Loevestein.
Eduard Poppius overleed in den kerker
in 1624. Niëllius wist te ontkomen, maar
eerst in Juli 1639.
De eerste predikant in vaste bediening
te Haarlem, was Nicolaas Johannes Lach-
terop, in 1633, en werd in hetzelfde jaar
nog opgevolgd door den beroemden Pa-
schier deEijne, over wien wijlen Dr.
van Vloten een uitvoerige monografie het
licht deed zien. Zijn leven was veelbewogen,
en ook te Haarlem heeft hij veel onder
vonden. In Eebruari 1637 verbood de
overheid van Haarlem de godsdienst
oefeningen, de heeren waren niet van plan
z/eenige Arminiaense leeraars of hunne
conventikelen te gedoogen."
Paschier de Fijne werd opgeroepen en
verhoord. De gemeente had telkens een
nieuwe vergaderplaats en verhuisde van
de Begijnestraat naar het Klein Heiligland,
van daar naar de Wijde Appelaarsteeg.
Daar ging de tegenpartij tot dadelijkheden
over, predikstoelen en banken werden uit
de vergaderplaats gehaald en op het kerk
hof bij de Groote Kerk verbrand.
Tusschen de Helmbreker- en Gravinne-
stegen, die de Kleine Houtstraat met het
Spaarne verbinden, stond in 1617 eene
mouterij, toebehoorende aan Henrich van
Brienen. De toegang tot dit perceel was
onder de huizen door. Op 9 Nov. 1640
werd het verkocht aan Jan van der Sluijs,
die zulks deed op verzoek van de Remon
strantsche gemeente. In 1647 was alles
afbetaald aan dezen tusschenpersoon. Op
23 Dec. 1640 hield Paschier er de eerste
preek.
De burgemeesters vernamen spoedig van
de samenkomsten. In Februari 1641 wer
den de //bancken ende het gestoelte
uytte de Arminiaense Kercke ge-
haelt ende de deuren toegespyekert."
Paschier de Fijne, eene hoogst belang
wekkende persoonlijkheid dier dagen, en
wiens lotgevallen geheel samenhangen met
die der Remonstrantsche gemeente te Haar
lem, stierf in 1667, en werd op 27 Oct.
van dat jaar begraven in de Groote Kerk
te Haarlem, in de grafstede No. 29 in den
Noordertrans.
Omtrent de andere bizonderheden uit
zijn leven moeten we naar het werk van
dr. Tideman verwijzen, waarin ook zijn let
terkundige verdiensten in het licht zijn
gesteld.
Ons bestek laat geeu uitvoeriger be
schrijving toe. In het volgend nummer
zullen wij nog eenige punten aanstippen
uit de nieuwere geschiedenis der gemeente,
die zich gevoegelijk in twee tijdvakken
laat verdeelen, van 1660 of daaromtrent
tot 1827, en van dat tijdstip tot onze
dagen.
In de maand April van dit jaar
werden met de Haarl.-Zandvoort
Spoorweg* Mij. 8237 reizigers ver
voerd.
De opbrengst van dit vervoer
bedroeg f1215.88
dat van goederen - 185.49
en aan diversen - 181.148
Aan bet nationaal concours op de
wapenen, te Kralingen op 4 en 5
Juni a. s. te houden, zullen deelne
men uit Rotterdam de Marine,
«Eendracht maakt Macht», «Oranje»
en «Arena»uit den Haag «Excel
sior», «Hercules», de jagers, de ond.-
offic.-vereeniging «D. E. B.» en
«Hellas»; uit Haarlem «Sparta.
Dit concours is uitsluitend voor
meesters op degen en sabel bestemd.
Men schrijft ons uit Aalsmeer:
Woensdag werd onze nieuwe bur
gemeester, de heer J. G. Heydanus,
met zijQe echtgenoote feestelijk inge
haald. Aan de grens der gemeente,
bij Amstelveen, werden zij verwel
komd. Geleid door eeue eerewacht
van ongeveer 60 ruiters, benevens
de leden van dei: Raad, trokken zij
de gemeente door. Op den weg wa
ren overal eerepoorten opgericht en
wapperden honderden vlaggen. De
kinderen der vier openbare scholen
zongen welkomstliederen, terwijl de
stoet voorbijtrok. Op het raadhuis
werd door den heer Ledeboer, no
taris, de eerewijn aangeboden. Het
schoone weder lokte een aantal
toeschouwers, 's Avonds onthaalde
de burgemeester de eerewacht en
de feestcommissie.
LETTEREN EN KUNST.
Het Fransche opera-gezelschap uit Den
Haag, thans te Straatsburg, heeft Donder
dagavond eene groote voorstelling gegeven
ten voordeele der slachtoffers bij den brand
van de Opéra-Comiqoe.
//Vorstengunst," de bekende roman
van A. S. C. Wallis, is door eene Stock-
holmsche dame, mej. Matilda Langlet,
vertaald in het Zweedsch.
Aan de //Avondpost" wordt uit
Amsterdam gemeld dat men voor de
Hollandsche opera-voorstelling, ter gele
genheid van het letterkundig congres, hot
oog heeft op eene compositie van den
heer Daniël De Lange, op woorden van
den heer H. de Veer. De componist zou
de voorwaarde gesteld hebben, dat o. a.
mevrouw Fides de Vries worde geën
gageerd om zijne opera te helpen uit
voeren.
Te Weenen is door den Keizer op
plechtige wijze een buste van den compo
nist Iiaydn onthuld.
Totaal f 1582.516
zijnde per dag-kilometer f 6.20.
BINNENLAND.
Bij kon. besl. van 31 Mei zijn benoemd
tot lid en voorzitter der commissie, die
gedurende een jaar, met ing. van 1 Aug.,
belast zal zijn met het afnemen van de
practische examens van apotheker, ver
meld in art. 11 der wet van 25 Dec.
1878 (//Staatsblad" no. 222), dr. J. W.
Gunning, hoogl. te Amsterdam; tot lid en
secretaris, W. Stoeder, buitengew. hoogl.
te Amsterdam; tot leden, dr. C. A. J. A.
Oudemans, hoogl. te Amsterdam, en J.
Polak, apotheker te Amsterdamtot plaats-
verv. leden, dr. E. A. van der Burg,
hoogl. te Leiden; dr. H. Wefers Bettink,
hoogl. te Utrecht; dr. D. J. Coster te
Amsterdam, en F. C. E. van Embden,
apothekor te Utrecht.
Bij kon. besl. van 31 Mei zijn be
noemd: tot lid en voorzitter der commis
sie aan welke in 1887 wordt opgedragen
het afnemen van het examen, bedoeld in
art. 1.2 der wet tot regeling van het hoo-
ger onderwijs, dr. J. G. van Eyken, insp.
der gymnasia; tot leden dier commissie:
dr. E. Mehler, rector van het gymnasium
te Zwolle; dr. K. G. P. Schartz, conrector
van het gymn. te Doetichem; dr. J. S.
Spever, leeraar aan het gym. te Amster
dam; C. J. J. Wilde, directeur van het
gymn. te Katwijk; E. J. L. Kramer, leeraar
aan het gymnasium te Utrecht; dr. Th.
P. H. van Aalst, leeraar aan het gymn.
te 's-GravenhageW. Everts, dir. der
eerste afd. van het Seminarium van Roer
mond, gevestigd te Rolduc, gemeente Kerk-
rade; dr. C. Mensinga, leeraar aan het
gymn. te Zwolle; en dr K. D. Schönfeld,
leeraar aan het gymn. te Groningen.
Bij kon. besl. van 31 Mei zijn be
noemd tot lid en voorzitter der commis
sie, die gedurende een jaar, met ing. van
1 Aug., belast zal zijn met het afnemen
van de wis- en letterk. examens, vermeld
in art. 2 van Zr. Ms. besluit van 12
Febr. 1879 (//Staatsblad no. 35), dr. D.
de Loos, directeur der Hoogere Burger
school te Leiden; tot lid en secretaris,
dr. Th. B. van Wettum, leeraar aan de
Hoogere Burgerschool te Leidentot leden:
R. W. Zuidema, leeraar aan de Hoogere
Burgerschool te Haarlem; P. Werkman,
leeraar aan de Hoogere Burgerschool te
Leiden; H. H. Brenning, leeraar aan het
Gymnasium te Leiden; dr. N. M. Kam,
leeraar aan bet Gymnasium te Schiedam,
en C. van der Waals, leeraar aan de
Kweekschool voor Onderwijzers te Leiden
en tot plaats ver v. ledenW. P. Wolters,
leeraar aan de Hoogere Burgerschool te
Leiden; E. A. W. Pauw, leeraar aan de
Hoogere Burgerschool te HaarlemE. A.
H. Seipgens, leeraar aan de Hoogere
Burgersehool te Leiden; dr. H. A. J.
Valkema Blouw, leeraar aan het Gym
nasium te Haarlem, en dr. A. W. Kroon Jr.,
leeraar aan de Hoogere Burgerschool te
Leiden.
Bij kon. besl. van 31 Mei is aan
den surnumer. der poster. E. C. Ellerman,
op verz. eerv. ontsl. verl. als zoodanig;
FEUILLETO KT.
{Schets uit de achterbuurten van New- York.)
{Slot.)
Wat heeft die hinkende, smerige kerel met dat meisje
voor? vraagde ik mijn begeleider, en deze antwoordde met
een gehemzinnig lachje
Laat dat meisje maar met hem medegaanzij zal dien
man nog wel dankbaar wezen en is bij hem heter bezorgd
dan hier.
Spoedig daarop stonden wij op en nadat wij nog eenige
andere spelonken bezocht hadden, vingen wij den terug
weg aan.
Nadat wij weer ons toilet gemaakt en ons gerestaureerd
hadden, zetteden wij ons in een tramwagen om in de vijfde
avenue te komen, waar mijn begeleider mij het uitzicht
had geopend op een bezoek in eene der elegantste, maar
tevens ook gevaarlijkste speelzalen.
Welk een heerlijk tooneel levert de rijkste straat van
New-York op. Paleis op paleis en op de prachtig breede
trottoirs verdringt zich een rijk gekleede voorname menigte.
Een aantal prachtvolle rijtuigen, bestuurd door met goud
en zilvertressen overladen koetsiers en lakeien, rijdt en
rost door elkaar, terwijl duizende wandelaars naar het
dichtbij gelegen centraalpark trekken.
Weldra traden wij een der schitterendste speelhuizen bin
nen. Strikt in den vorm aangediend en voorgesteld, krijgt
ook de niet-speler welwillend toegaDg.
We stegen de breede, kostbare marmeren trappen op en
traden de rijk gemeubileerde, met vorstelijke weelde be-
kleede speelkamer binnen.
Welk een «aantrekkelijk» gezelschap! Jonge gekken en
oude dwazen, opgedirkte avonturiers, lieden die deftige be
trekkingen bekleeden, allen houden het oog gericht op den
beteekenisvollen worp van dobbelsteen of kogeltje en luis
teren naar de scherp klinkende stem van den croupier, die
hun geluk of ongeluk aankondigt.
Het spel is meest zoo geregeld, dat de laagste inzet tien,
de hoogste daarentegen vijf honderd dollars bedraagt.
Hoe schitterend nu ook alles hier zij, hoe- voornaam een
houding men ook aanneme, men komt toch spoedig tot de
overtuiging, dat men niet in het beste gezelschap is, of
schoon men er zeker van kan zijn, dat zich hier lieden uit
de hoogste kringen bevinden.
Doch wie zie ik daar? Bedriegt mijn oog mij niet? Als
die man met den kreupelen voet, die daar in rijke kleeding
staat, niet dezelfde ie, dien ik eenige uren geleden als Ier-
schen arbeider heb gezien, dan moet het Mephisto zelf zijn
Met welk een fijne, bijtende scherts spreekt hij tot de
croupiers, zoowel als tot de eigenaars van het huis! Met
welk een honende ironie troost hij de ongelukkigen, die
verliezen! Ja, hij gaat zelf mee aan de speeltafel zitten,
waar hij fortuinlijk en met toenemende kloekmoedigheid
speelt. Maar weldra staat hij ondanks zijn groote winst op
en gaat, als ware er niets gebeurd, rustig den Herald, zit
ten lezen.
Mijn begeleider, wien ik op deze verschijning opmerk
zaam maakte, lachte als vroeger, terwijl hij antwoordde:
Gij vergist u niet, het is de Iersohe arbeider, en het
zou mij volstrekt niet verwonderen, zoo gij hem heden
avond nog in de balzaal zaagt, waarheen wij ons nu be
geven willen.
De afstand tusschen de vijfde avenue en de Broadway
is niet groot en weldra waren wij aan het doei. Heerlijke
muziek ruischte ons tegen, duizend welriekende geuren
vermengden zich met de betooverende tonen; aan de wan
den hingen groote spiegels, die den glans der rijke ver
lichting verduizendvoudigden.
Wij liepen de zaal door en gingen voorbij de rijen der
jeugdige schoone gestalten, die het sieraad der schoonheid)
dat haar in zoo ruime mate geschonken was, verhoogd