NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 4e Jaargang. Maandag O Juni 1887. No. 1200. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: STADSNIEUWS, ZINK A. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. - 1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt degelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicitê Etrangère G. L. HATJBE 8f Co., JOH. F. JONES, Stier., Farijs, 31bis Faubourg Montmartre. BERICHT. Gedurende eenige dagen wordt dit blad gratis toegezonden aan onze Stadge- üooten, die nog niet zijn ge abonneerd. Zijdie zich wensehen te abonneeren, gelieven hiervan kennis te geven aan onze cou rant rondbrengers of aan ons bureau, Kleine Houtstraat 9. Hetzelfde kan ook geschie den door middel vandeintee- kenbiljetten, welke binnen en kele dagen zullen worden aaae- geboden. Dl! Directie. Haarlem, 4 Juni. V Naast den reeds bestaanden Dames- Cursus, die er hoofdzakelijk op in gericht is om de damesleerliiigen gelegenheid te geven zich voor te bereiden tot de toelatingsexamens der Rijksschool voor Kunstnijverheid, der normaalschool voor teekenon derwijzers, der academie voor beel dende kunsten en tot voortgezette teekenstudiën van stillevens, busten, rompen en beelden naar pleister, het natuurteekenen en boetseeren, zal de commissie der teekenschool voor kunstnijverheid hier ter stede, met het begin vau het schooljaar 1887 1888, op 1 September eenen tweeden cursus openen, die voornamelijk ten doel heeft de damesleerlingen in de gelegenheid te stellen zich te be kwamen in het kunstindustrieele teekenen en tot praktische oefenin gen in het kunstnaaldwerk, ten einde de hoogere ontwikkeling in ver schillendekunstvakken te bevorderen. De leerlingen zullen in twee groe pen zijn ingedeeld, namelijk zij die den geheelen dagcursus volgen, en zij die alleen den Woensdag- en Zaterdagcursus wensehen bij te wonen. Voor de eerste zal het schoolgeld f50 per jaar bedragen. Voor de tweede groep is het schoolgeld be paald op f25 per jaar. Zij, die als leerlingen wensehen toegelaten te worden, moeten den leeftijd van 15 jaar bereikt hebben, en melden zich schriftelijk aan bij den directeur der teekenschool met overleggirg van vaccinebewijs. Vóór dat de leerlingen de prak tische oefeningen in het kunstnaald werk kunnen volgen, moeten zij den leeftijd van 16 jaar bereikt hebben eenvoudig geometriek eu vlak orne ment kunnen teekenen en vaardig zijn in breien, haken, knoopen en «filet guipure.» De volledige dagcursus duurt 4 jaar. De cursus voor kuustaaaldwerk duurt 3 jaar; deze is tevens inge richt ter opleiding vau die leerlin gen, welke examen in fraaie hand werken wensehen af te leggen. De gemeenteraad te 's-Hage heeft Vrijdag benoemd tot leer aar in de Hebreeuwsche taal aau het gym nasium dr. A. C. Düker, leeraar te Haarlem. De Remonstranten te Haarlem. II. Uit eeu hoofdstuk omtrent den //toe stand der gemeente" blijkt dat liet ledental der Remonstrantsche gemeente in vroeger tijd uiterst kieiu bleef eu zelden het getal van 100 leden overschreed; iu het jaar 1830 slonk zij zelfs tot 80 leden. Het bestuur der gemeente bestond uit ouderlingen en diakenen, belast met liet kerkelijk bestuur en de armenzorg. De naam ouderlingen, ging langzamerhand in oud-diakenen over, zoodat liet verschil van betrekking weinig of in het geheel niet merkbaar was. De kerkeraad bestond uit niet meer dan vijf leden, van wie om de twee jaar de dienst door twee anderen werd waarge nomen. De boekhouding was steeds in handen van mannen, wier ervaring, be schaving en karakter het grootste ver trouwen verdiende, als Dr. Akersloot, Abraham des Amorie en David van der Poorteu. In de laatste helft der vorige eeuw onderging het kerkgebouw eenige veran deringen. In de balustrade der galerij werd in 1710 een uurwerk geplaatst, een geschenk van Abraham des Amorie. In 1778 werdon de looden ramen door hou ten vervangen, die het dan ook nauwlijks eeue eeuw hebben kunnen uithouden. Met verlof van de buren werden in de Helm- brekersteeg lantarens gehangen om den gang naaar de avondbeurten, die ook des Dinsdagavonds gehouden werden, gemak kelijker te maken, waartoe burgemeesters verlof gaven in 1777. De eeredienst werd eerst op liet laatst van dit tijdvak begeleid met een orgel; tot 1759 zong men de psalmen naar de bevrijding van Petrus Dathenus. Het orgel werd in 1790 geschonken door David van der Poorten; het was ver vaardigd door Peter Muller te Amsterdam in 1772, moest onophoudelijk hersteld worden, en reeds in 1806 bleek dat de pijpen verkeerd gesteld waren. De geldmiddelen der gemeente waren vooral in de eerste helft der 18e eeuw voldoende voor de behoefte. Maar in den aanvang dezer eeuw trof haar de tiërcee- ring en het verval der volkswelvaart. In de 19e eeuw heeft zij zich echter kunnen herstellen. De armenzorg stelde bestuurders in 1801 voor do vraag wat te doen aan de weezen. Men trof cene overeenkomst met regenten van het Luthersche weeshuis alhier, waarin de Komonstiuntsche weezen tegen billijke vergoeding uitnemend werden verzorgd. In dit tijdvak werd door de leden veel bijgedragen voor de behoeften, i:i het bi zonder door de stichting van Justus eu Isabella van Leeuwaarden, die f 25.000 vermaakten, voor een hofje en een fonds tot voorkoming van armoede bij de leden der Remonstrantsche gemeente te Haar lem. Yoor het bouwen van het hofje werd aangekocht een gedeelte van het oude St. Ursulaklooster, in die dagen het eigendom van den heer Nico laas Tyster- man, siuds 1731 medebestuurslid der ge meente. Het hofje, dat in Maart 1774 werd ingewijd, bestaat uit zes wouiugeu. Het kleine fonds is in de 19e eeuw vooral van veel nut geweest, in den Fnuischen tijd heeft het kapitaaltje echter zeer ge leden. Na eene uiteenzetting van de verhouding der gemeente tot de Remonstaiitsche Broe derschap, welke verhouding niet altijd rooskleurig was, beschrijft het boek den nieuwsten tijd, en noemt de verschillende predikanten sedert 1827. De eerste hunner was Arnoldus Abraham Stuart, thans over leden. In 1836 volgde de heer C. W. van der Pot, op dezen in 1839 Dr. H. Heems kerk, die in 1848 weder werd gevolgd door Ds. W. van Oorde, onze geachte stadgenoot, die in Oct. 1877 emeritus werd verklaard en sedert in de gemeente bleef wonen. In ons verslag van do inwij ding deden wij dezen waardigen grijsaard onrecht aan door zijn naam, op den klank af, verkeerd te schrijven en te spreken van een Ds. van der Noorden. De heer Van Oorde werd in '78 opgevolgd als voorganger door Dr. B. Tideman Jzn. uit Hoorn, den tegenwoordigen predikant. Sedert 1827 is de gemeente voortdurend in bloei toegenomen. Ook het godsdienst onderwijs breidde zich zeer uit, vooral in den laatsten tijd; het aantal leerlingen, iu 1878 nog slechts 73 bedragende, steeg in 1885 tot 176. Verbeteringen in het oude kerkgebouw hadden plaats in 1846, toen de gevel werd vernieuwd; in 1879, toen een nieuw orgel werd aangeschaft. Ook het godsdien stig lied was een onderwerp vau voort durende zorg, totdat men eindelijk het volledige zangkoor had gevormd, bestaande uit 106 personen. In 1879 heeft de Rem. Broederschap het algemeene reglement harer ver- eeniging herzien, hetgeen ook van invloed werd voor de Haarlemsche gemeente. Door zuinig beheer verbeterdeu de geldmiddelen zeer. Iu 1883 werd de armenzorg zeer gewijzigd. Iu dat jaar werden in de Brouwerstraat op een terrein, aangekocht van den heer Prévinaire, vijf nette woningen gebouwd voor tekening van het kleine fonds, door den architect A. van der Steur Jr. Bij verhuring genieten de leden der gemeente de voorkeur. Ook het hofje werd zeer verbeterd. Na deze en andere mededeelingen wordt in het boek eene uitvoerige beschrij ving gegeven van de nieuwe kerk, waar aan wij ons ook reeds hebben gewaagd, (zie //H's. Dgbl." van Zaterdag 30 Mei), terwijl het werk wordt besloten met de inwijdingsrede, door den schrijver op den eersten Pinksterdag gehouden, waarvan wij beknopt verslag gaven iu het nummer van Woensdag 11. Voor de uitvoerige geschiedenis der Re- monstrantsche gemeente hier ter stede zullen belangstellenden iu het werk een uit stekende hulpbron vinden. Eene Tulpententoonstelling. In de uitgestrekte kweeleerijen van den lieeren E. 11. Krelage en Zoon, aan den Kleinen Houtweg, is in de laatste dagen voor het publiek een prachtige tentoon stelling opengesteld van late tulpen, die een bezoek overwaard zijn. Onder een ruime tent heeft men voor eerst een fraaie collectie ond-Hollandsche tulpen, van de soorten die iu den tijd der tulpenmanie dikwijls voor fabelachtige prijzen werden verhandeld. Met de uiterste zorg in twee groote pronkbakkeu gerang schikt, hellen deze slanke gewassen op hunne lange stengels de veelkleurige bloemkelken omhoog, en vormen een ge heel vol kleurenmengeling. Het gelieele spectrum is aanwezig, en alle denkbare kleurscliakeeringen. Men behoeft waarlijk geen tulipomaan te zijn om gevoel te hebben voor het schoone dezer prachtige verzameling, al doet men als leek, zelfs in onze dagen, verstandig de beoordeeling aan de ware kenners over te laten die, b.v. wanneer wij het beproefden, wellicht zouden zeggen dat we spraken als een blinde over de kleuren, welke voor heu meer positieve waarde hebben. Diezelfde overtuiging brengt ons tot de eigenaardige slotsom dat een kleurenblinde nooit iu den tulpenhandel moet gaan. De bezoeker, zelfs al is hij met kleu renblindheid geslagen, kan hier opmer ken, en hij doet het met meer gemak, wanneer men hem er van deskundige zijde welwillend op attent maakt dat deze Hollandsche variëteiten gekenmerkt zijn door een meer gestreepte, gevederde teekeniug. De drie voornaamste typen zijn de zoogenaamde bizarden, die een gelen grond hebben, beladen met ver schillende nevenkleuren;de violette tulpen, waarin het paars den grondtoon heeft, en de roze tulp en, waarin het rood de hoofd klour is. De tent, waarin al deze kleurenpracht is opgehoopt, prijkt met een schoone groep van groene en bloeiende planten, gevormd uit heerlijke azalea's, laurieren, palmen en coniferen. Daarachter bevindt zich een tweede tent, wel kleiner maar niet minder rijk. Zij bevat de beroemde Ylaamsche tulpen, in tegenstelling van de Hollandsche soorten meer gevlekt of geblokt dan gevederd. De liefhebberij voor fijue late tulpen, die in het begin der zeventiende eeuw aanleiding gaf tot den windhandel iu tul pen, is ook in latere tijden, op meer bescheiden wijze, hier en daar in stand gebleven. In het bizonder was dit het geval in sommige plaatsen van België en het noorden van Frankrijk. De stad Rijssel (Lille) kon toeu als het middenpunt dier beweging op tuinbouwgebied beschouwd worden. Men kweekte er vooral de late tulpen met witten grond, de zoogenaamde Violettes en Roses, eu maakte er bizon der zijn werk van tulpen te zaa ien om uit de gewonnen E e n k 1 e n r e n of B a- g u e 11 e s door verandering nieuwe verschei denheden te verkrijgen. Die liefhebberij bloeide in de eerste helft dezer eeuw. Van het jaar 1830 af werd van wege de Tuinbonwmaatschappij van het noor delijk departement van Frankrijk jaarlijks door eene commissie een bezoek gebracht aan de tulpen-pronkbakken der verschil lende liefhebbers en daaromtrent in het tijdschrift der maatschappij verslag gedaan Gedurende een reeks van jaren is men daarmede voortgegaan totdat de liefhebberij voor deze bloemen ook ginds minder werd en vele der beste verzamelingen openlijk verkocht en verspreid werden. In de dagen van den bloei dier liefhebberij werden er de minste dier tulpen verkocht voor 10 a 20 frs. per stuk, terwijl de prijzen voor de beste soorten tot 100 en 150 fr. het stuk klommen. Tot de beste verzamelingen van dien tijd behoorde die van den heer Tripier, die op het onderling concours der lief hebbers vaak de overwinning behaalde. Deze verzameling werd later het eigendom van den schoonzoon van den heer Tripier, den heer Jules Lenglart, die ze met zijne eigene uitmuntende verzameling vereenigde. Deze tulpeniiefhebber heeft de weten schappelijke kweeking dier late fijne tulpen FBUILLBTO 3NT- Roman van OSSIP SCHUBIN. 1) EERSTE HOOFDSTUK. Wij verplaatsen ons naar Rome in het jaar 187*. De bevolking had zich toen reeds in de «monde noir« en in de «monde blanc» verdeeld en scheen niet de minste aan stalten te maken, om zich in een «monde gris» te vereeni gen. De koning was begonnen in het Quirinaal hof te houden. Tot de aanzienlijkste Oostenrijkers, die den winter te Rome doorbrachten, behoorden de Ilsenberghs. Otto Ilsenbergh, een der toongevers van de Oostenrijksche aristocratie, was officieel om redenen van gezondheid, maar inderdaad slechts naar Rome getrokken om de bronnen van het Vaticaan te bestudeeren, ten behoeve van de «Geschiedenis der Won deren», die onlangs onder een zeer wonderlijken pseudoniem in druk verschenen is. Hij woonde met zijn vrouw en een schare kleinere en grootere roodharige Ilsenberghs op het Corso in het Pa lazzo***, een uitgestrekt historisch gebouw met koude stee- neu trappen, en ruime zalen, die veeleer voor samenzwerin gen dan wel voor vreedzame recepties en soirées-dansantes schenen gemaakt te zijn. De gravin ontving eiken avond bezoek als zij geen andere afspraken had. Zij was een prinses Auersteinvan de Auerstein-ZolliDg'sche linie, wier vrouwen zich kenmerken door witte wenkbrauwen en strenge zedelijkheid. Het paleis van de Ilsenberghs was zeer gezocht. De toon, welke er heerschte, was in het minst niet stijf, men rookte in het salon de gravin rookte zelve en nog wel regalias. Het was in het begin van December. Buiten regende het, dat de dikke droppels tegen de ruiten kletterden. In een ongezellig groot, met fresco's beschilderd salon zat graaf Ilsenbergh over een schrijftafeltje gebogen, dat blijkbaar slechts voor het schrijven van minnebriefjes gemaakt was en krabbelde een artikel voor «Uusre Zeit». Zoo heette namelijk een aristocratisch blad, dat onder de bescherming stond van den graaf, door zijn partij uit aristocratische ijdelkeid genomen, maar door niemand gelezen werd, be halve door liberale journalisten, als zij op jacht waren naar reactionnaire verkeerdheden. Graaf Ilsenbergh was alles behalve in zijn nopjes. De Oostenrijksche staatkunde had de kroon gezet op haar groot- sche daden, door voor de vierde maal binnen drie jaren een nieuw tijdperk aan te kondigen, en, met alle vooroor- deeleu brekend, een uitsluitend liberaal ministerie samen te flansen, dat misschien wel bestemd was om het geluk van het Oostenrijksche volk duurzaam te bevestigen, maar in ieder geval om de salons van de «Ringstrasse» met nog een half dozijn excellenties te verrijken. Graaf Ilsenbergh voorspelde den ondergang der wereld. De gravin leunde achtereser in een causeuse, die aaast een marmeren, in renaissance-stijl gehouwen schoorsteen mantel siond. De kostbaarste uitgaven der werken van Mommsen en Ampère lagen hier en daar in het salon ver spreid. Zij hield echter een versleten boekdeel uit een lees bibliotheek iu de hand. Zij was een groote, blonde vrouw, met een ahrikooskleurig teint, een zwaar lichaam, kleine hauden en voeten, en onbeduidende gelaatstrekken. Zij sprak Duitsch en Fransch met een Weener accent, kleedde zich ouderwetsch en bewoog zich zeer onbeholpen, en toch kon ieder nauwlettend opmerker terstond in haar de aristocra tische dame herkennen. Op de hoffeesten was zij steeds een indrukwekkende verschij ning; zij struikelde nooit over haar sleep en verstond de kunst haar overvloed van familie-brillanten met waardige onverschilligheid te dragen. De portière werd weggeschoven en «Generaal Von Klin- ger» aangediend. Generaal Von Klinger was een oule Oostenrijker, die het geluk had gehad, zich met zijn cavalerie-regiment bij Sa- dowa te onderscheiden, maar toen, in woede ontstoken over den nederlaagde wapenen neerlegde en zich met den hem verleenden generaals-titel geheel aan de schilder kunst had gewijd. Reeds bij zijn regiment had men hem voor een schilder-genie gehouden en had hij zich veel roem verworven door de wijze, waarop hij galoppeerende paar den, door jockeys bereden, met een gouden po tloodje op de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 1