BINNENLAND.
Ook de kerk van Haarlem (zoo
"beweert de Standaard) wierp «het
juk af der synodale hiërarchie» om
weer te keeren tot de kerkenorde
van 1619. Een kerker a adslid gaat
met de reformatie mede. De geloo-
vigen voegden, krachtens hun ambt,
andere ambtdragers hem toe. Op 1.1.
2den Pinksterdag werden deze laatste
bevestigd. Ds. v. Schelven, van
Amsterdam trad op als consulent.
De rechtbank alhier had in haar laatste
zitting te oordeelen over eene mishande
ling van bizonderen aard, in September
des vorigen jaars gepleegd, maar waarvan
de berechting onbepaald moest worden
uitgesteld uithoofde van de ziekte der
eerste beklaagde. De vrouw van zekeren
P., genaamd J. V., 22 Juli 1886 te Hil-
legom gehuwd en met hem gewoond heb
bende te 's-Gravenhage, had reeds van den
aanvang van het huwelijk af een ongeluk
kig leven, daar zij, sooals zij zich uitdrukte,
in zeven weken driemaal met hem de
woning moest ontruimen wegens wanbe
taling van huurpenningen en het schan
daal, dat P. overal maakte. Het schijnt,
dat toen een minnelijke scheiding werd
tot stand gebracht en de meubelen ver
deeld. Zij keerde met een deel tot hare
moeder te Hillegom terug en hij verkocht
//het beste deel". Wat daarvan zij, de echt
genoot vond goed, op 29 Sept. met vier
te Sassenheim gehuurde menschen naar
de woning der schoonmoeder te trekken,
ten einde, zooals hij aan de huurlingen
zeide, in overleg met en bijgestaan door
de politie, zijn inboedel uit de woning
te doen verhuizen. Ter plaatse aangekomen,
liet hij de manschappeu maar vast voor
uitgaan, terwijl de politie zou volgen; hij
trad. de woning binnen, alwaar hij echter
door de beide vrouwen, zijne vrouw, die
haren intrek in de ouderlijke woning had
genomen, en hare moeder, minder lieusch
werd ontvangen. Volgens de getuigen toch,
vielen ze tegelijk op hem aanzij sloegen
en krabden hem en trachtten, al worste
lende en over den grond rollende, hem
den teruchtocht te doen aannemen. De
Schoonmoeder nam zelfs een mes op, zeg
gende tot de dochter: //Hier heb je een
mes, steek hem maar dood". Zij zwaaide
het mes over zijn hoofd, maar raakte hem
niet. Bij het afweren geraakte hij echter
aan de hand verwond. Daarmede eindigde
dit bezoek, waarbij echter van de toege
zegde tegenwoordigheid der politie, die de
helpers had doen besluiten met deu echt
genoot mede te gaan, niets vernomen werd.
De eisch van het O. M. was tegen ieder
der beide vrouwen, wegens mishandeling,wat
de eerste aangaat tegen haren echtgenoot
gepleegd (eene verzwarende omstandigheid
volgens art. 804. no 1, Wetb. van Strafr.),
eene geldboete van f 25, subsidiair 10
dagen gevangenisstraf.
De uitspraak van het vonnis i3 bepaald
op 9 Juni.
Verder stond een zekere Trijntje van
Hesseling terecht, een 16jarige dienstbode
van de 71jarige weduwe Hoogetoorn te
Jisp, die, als getuige gehoord, mededeelde,
dat het in de maanden Januari en Fe
bruari 11. meermalen was gebeurd, dat
Trijntje haar 's avonds vertelde, dat zij
bonzen op de deur hoorde. Zij hoorde
zelve daarvau niets, omdat zij behalve heel
oud ook wat doof is, maar gelastte dan
de meid, eens te gaan kijken. Trijntje
kwam dan terug en vertelde, dat en
vreemde mannen buiten waren, die haar
hadden gedreigd, de oude vrouw kwaad
te zullen doen, als zij niet den volgen der
morgen geld, en wel //groot geld," voor
de deur vonden liggen. De oude vrouw
stelde haar dan //groot geld", bankjes van
f 25, goudgeld en rijksdaalders ter hand
en schoof die zelve onder de buitendeur,
terwijl de meid haar bijlichtte, of zij liet
het deze doen. Trijntje wees haar dan
buiten de menschen aan, maar zij zag ze
niet, en den volgenden morgen was het
geld geregeld verdwenen. Toen dat eenigen
tijd geduurd had en zij op die manier
naar gissing f 150 a 200 in zes keeren
had uitgegeven, kwam haar schoonzoon,
die elders woonde, daarvan iets te weten,
en ze nam op zijn raad iemand in, die
5s nachts waken zou. Zoo werd zij door
drie versohillende personen achtereenvol
gens eene week of drie bewaakt, totdat de
avondbezoeken met gebons ophielden en er
dus ook geen geld meer behoefde neder-
gelegd te worden. De wachtposten werden
dus ingetrokken. Want wat was intusschen
gebleken Dat al dat geld terechtgekomen
was in den zak van de dienstbode, die
bij het nederleggen onder de deur zoo
ijverig behulpzaam was geweest, de eenige,
die het bonzen gehoord en de vreemde
mannen gesproken had. Verschillende per
sonen, met wie zij reisjes naar Amsterdam
en andere uitstapjes had gedaan, hadden
haar in het bezit gezien van nogal veel
gold, daarbij was zij bizonder goed ge
kleed voor een meisje van zoo arme af
komst als zij was, en zij moest ten slotte
ook wel bekennen, dat niemand anders
dan zij dat geld had weggehaald 't welk
zij voor de onbekende bezoekers van hare
zenuwachtige meesteres had weten te ver
krijgen.
De beklaagde, die zich ter zake van
deze feiten voor de rechtbank had te ver
antwoorden, was niet verschenen, zoodat
hare zaak bij verstek werd behandeld.
Het O. M., waargenomen door den
subst.-off. van justitie, mr. von Baum-
hauer, had haar oplichting en subsidiair
verduistering van toevertrouwde gelden te
laste gelegd.
Na de openbare behandeling gold het
slechts de vraag, of hare bekentenis, voor
den heer rechter-commissaris afgelegd,
voldoende was bevestigd door de verkla
ringen van de gehoorde getuigen, en zoo
ja, of de bewezen feiten vallen onder op
lichting dan wel onder verduistering. Daar
hier als bedriegelijke kunstgrepen of sa
menweefsels van verdichtsels (art. 326 Wb.
van Str.) alleen het bonzen op de deur,
dat door niemand is gehoord aan door
de meid zelve, die het deed terwijl zij
buiten de kamer was, zou moeten dienst
doen, ver wiep ZEd. Achtb. deze qualifi-
catie, maar nam hij aan, dat Trijntje
schuldig was aan verduistering van de
gelden, die zij als dienstbode (//uithoofde
van persoonlijke dienstbetrekking", zooals
art. 322 het noemt), van de weduwe H.
onder zich had; hij requireerde hare
schuldigverklaring te dier zake en ver
oordeeling tot een jaar gevangenisstraf.
Uitspraak van het vonnis 9 Juni.
Wegens herstelling zal de Gra-
vesteenenbrug van 7 Juni af gedu
rende acht dagen voor de passage
met rij- en voertuigen gesloten zijn.
Gedurende eenige dagen is de
passage met voertuigen over de
Kleverlaan gestremd en het vaar
water aldaar afgesloten wegens de
herstelling van de brug over de
Delft.
Op Woensdag en Donderdag, 15
en 16 Juni, zal hier ter stede de
verkooping gehouden worden van
de gedurende de eerste maanden
van 1886 beleende panden in de
stadsbank van leening.
Men schrijft ons uit Haarlemmer
meer
Vrijdagavond ten 7 ure is het
dochtertje van Hennink, oud 3 jaar,
alhier, terwijl de moeder bezig was
met melken, in de sloot voor het
huis gevallen en eenige oogenblik-
ken later daar levenloos uitgehaald.
Tot notabel der hervormde ge
meente alhier, is gekozen S. v. d.
Sluijs, landbouwer.
De Schouw volgens besluit
van Dijkgraaf en Heemraden van
den Haarlemmermeerpolder, zal tot
het zuiveren van alle vuilnis en
waterplanten der vaartendwars-
en lengtetochten en slooten in den
Haarlemmermeer gedreven worden,
te beginnen na den 15en Juni a. s.
In de R. K. kerk te Hoofddorp
heeft men de stoelen, welke zeer
hinderlijk waren bij het uitoefenen
der godsdienstige plechtigheden
vervangen door banken. Ze zijn
vervaardigd van Amerikaansch gre
nen hout, munten uit door netheid
en doelmatigheid, en strekken den
ijverigen geestelijke Past. Eldering
tot eer, die na veel werken eindelijk
in staat is gesteld, om zijn lang
beraamd plan ten uitvoer te bren
gen.
Ook de leverancier verdient allen
lof en heeft eer van de prachtige
uitvoering.
KERKN&E0WS.
Ned. Herv. Kerk.
De //Heraut" schrijft het volgende
Woensdag avond ontvingen ds. Barger
en al de kerkeraadsleden op een na, te
Driebergen, den schorsingsbul van het Olas.
Bestuur. Ds. Barger was reeds lang de
vlieg, die de synodale apothekerszalf stin
kende maakte, doordien Z.Eerw. vrij uit
kwam op den kansel en in de gemeente
over hare ongerechtigheden, die hij bij den
waren naam dorst noemen.
De doleerenden te Poortugaal, meestal
arbeiders, houden hunne godsdienstige bij
eenkomsten in eene kolenschuur.'De pre
dikant en de kerkeraad doen met het do-
leeren niet mede.
RECHTSZAKEN.
De le luit. der huzaren, jhr. H. W.
B. de M., is door den Raad van Onder
zoek met op één na algemeene stemmen
vrijgesproken van de beschuldiging, zich
in Oost-Iudiê te hebben schuldig gemaakt
aan handelingen, die hem ongeschikt maak
ten om langer den rang van officier te
blijven bekleeden.
Bij Kou. besluit van 31 Mei 1886,
no. 40, is bepaald:
«Art. 1. Er wordt een dienst in
gesteld ter Terzending van pakket
ten, een gewicht van 5 kilogram
niet te boven gaande, tusschen Ne
derland ter eene en de Ne-
derlandsche koloniën in Oost-Iudiê
ter andere zijde, door middel van
stoomschepen rechtstreeks tusschen
Nederland en Nederlandsch-Indië
varende.
«Art. 2. Het vooruit te betalen
port der pakketten bedraagtf 0.85
voor een pakket tot een gewicht
van één, f 1.35 voor een pakket van
meer dan 1 tot 3, f 1.85 voor een
pakket van meer dan 3 tot 5 kilo
gram, voor de verzending tusschen
alle kantoren in Nederland ter eene
en de aanlegplaatsen in Neder
landsch-Indië der stoomschepen, die
met het vervoer belast zijn, ter an
dere zijde.
«Voor de overige plaatsen in
Nederlandsch-Indië komen de kosten
van vervoer van de bovenbedoelde
aanlegplaatsen naar de plaats van
bestemming voor rekening van den
geadresseerde.
«Overigens zijn op het vervoer
der pakketten van toepassing de
bepalingen omtrent de pakketpost
in het buitenlandsch verkeer gel
dende.»
Bij Zr. Ms. besluit van 3 Juni is be
noemd tot ridder dor Orde van den Ne
der! Leeuw de beer B. S. Berenstein,
opper-rabijn bij de Nederd. Israëlitische
gem. te 's Gravenhage.
Bij kon. besluiten van 3 Juni zijn
benoemd tot burgemeester: der gemeente
Kozenburg, J. WBoers, en der gemeente
Hiudeloopeu, D. Witteveen; is, met
ingang van 1 Augustus, aan jlir. J. K.
Yegeliu van' Claerbergen, op zijn ver
zoek eervol ontslag verleend als burge
meester van Wormervoer; isaanTbeo-
dor Derpmanu, geb. te ïtheinberg, ver
gunning verleend tot bet uitoefenen der
geneesk. op Nederl. Zeeschepen, met uit
zondering van oorlogsvaartuigen, onder'
voorwaarde, dat bij de wettelijke bepalingen
omtrent de uitoefening der geneeskunst in
Nederland stiptelijk nakome.
Bij kon. besluit van 31 Mei is bet
K. besluit van 5 Dec. 18S5, waarbij de
lste luit. F. M. A. Mescb, van het wapen
der inf. van bet leger bier te lande, voor
den tijd van vijf jaren werd gedetacheerd
bij bet wapen der infanterie van bet leger
in N.-Indie, voor zooveel dien officier be
treft, ingetrokken en buiten werking ge
steld.
Bij kon. besluiten van 3 Juni is de
direct, van bet post- en telegraafkant. te
Grouw, J. J. du Saar, met ingang van
16 Juni, teruggebracht tot deu rang van
telegrafist lste kl., met bepaling, dat bij
rang zal nemen na den telegrafist le kl.
G. C. J. Verkerk; is, met ingang van
1 Juli, aan den directeur van bet post
kantoor te Gulpen, D. Snijder, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend als zoo
danig en is bij, met ingang van dienz.
datum, weder benoemd tot comm. rler
posterijen 3de kl; zijn, met ingang
van 1 Juli, benoemd tot klerk bij de
directie der Bijks-Bostspaarbank C. de
Jonge Oudraat, J, Langeveld en W. H. A.
Tollus.
De //St.-Ct." van 5/6 Juni behelst
een kon. besluit van 20 Mei tot nadere
wijziging en aanvulling van het algemeen
reglement voor het vervoer op de spoor
wegen, vastgesteld bij K. besluit van 9
Jan. 1876 („Staatsbl. no. V.)
(Bovenstaande berichten zijn uit de St. Ct.)
Door de departementen van
Oorlog en van Marine zullen zeer
belangrijke bijdragen worden gele
verd tot de tentoonstelling van voe
dingsmiddelen te Amsterdam. De
voeding bij het leger en de voeding
van den zeeman zullen aanschou
welijk worden gemaakt, niet door
statistieke tabellen of dergelijke dorre
opgaven, maar door al wat daarbij
te pas komt, zooveel mogelijk in
natura, en misschien in werking te
doen zien.
Het hoofdgebouw der tentoonstel
ling is zoo goed als voltooid, en het
marktplein met zijne oude huizen
zal wel spoedig gereed wezen. Reeds
nu men nog bezig is met het hard
makeu der wegen en paden en het
stellen van lantaarnpalen, ziet het
er bijzonder gezellig uit. Voor de
muziekuitvoeringen zijn de beste
korpsen geëngageerd. De ochtend-
couceiten beginnen onmiddellijk na
de opening; in de volgende maan
den zullen ook avond -concerten wor
den gegeven. Niet muziekuitvoerin
gen alleen echter zullen op het
marktplein worden gegeven; er ko
men ook andere uitspanningen, die
nader zullen worden bekend ge
maakt.
De kiesvereeniging «Vrijheid
en Orde» te Deventer heeft tot can-
didaat voor de Tweede Kamer geko
zen den heer mr. H. J. Dijckmeester
te Gorinchem, die de caudidatuur
heeft aanvaard.
De heer Brandtsen van de Zijpe
heeft de candidatuur van «Neder
land en Oranje» aaDgenomen.
Het vraagstuk van de stoom
pakketvaart iu Ned.-Iudië wordt we
der ter sprake gebracht in een kort,
maar belangrijk opstel in de Indi
sche Gids vau Juni, dat vooral de
aandacht verdiend, omdat het eene
der zijden van het vraagstuk van
een tot dusver nog niet iu de open
bare gedachtenwisseling, ingenomen
standpunt beschouwt. Het stuk is
onderteekend met de letters A. H. It.,
uit Haarlem.
De schrijver neemt, als algemeen
erkend aau, dat de N.-I. Stoomvaart
maatschappij als monopolist-con
tractante, niet in het belang van
onze koloniën werkzaam is. De N.-I.
Maatschappij van Nijverheid enLand-
bouw en de Soekaboemische Land-
bouw-vereeniging verlangen nu toe
lating van de vreemde vlag tot de
kustvaart en verwachten dat alsdan
schepen van andere natiën, als con
currenten, de N.-I.„Stoomvaartmaat-
schappij zullen dwingen hare vrach
ten te verlagen.
Men zal zich herinneren dat dit
verlangen en deze verwachting ook
van andere zijden uitgesproken zijn
en dat de minister van Koloniën
beloofd heeft naar de mogelijkheid
en wenschelijkheid om beide te ver
wezenlijken een onderzoek te zullen
instellen.
A. H. K. vraagt of het dan zóó
ver gekomen is met onze zwakheid,
dat wij vreemde zeevarenden moe
ten binnenhalen, ten einde ons van
eenen monopolist te verlossen?
Aangaande de redding van twee
iandgenooten, die hij den brand van
de «Opéra Comique» te Parijs tegen
woordig warsn, verneemt het N. v.
d. D. de volgende bijzonderheden.
De heer en mevrouw M. hadden
plaats genomen in de «loges d'avant
scène» en waren alzoo tamelijk ver
van den uitgang verwijderd. Toen
de brand begon, hadden zij tegen
woordigheid vau geest genoeg om zich
niet terstond in het gedraDg te bege
ven en voorloopig op hunne plaatsen
te blijven. Weldra echter werd de
rook in hunne nabijheid zóó hevig,
dat aan langer blijven niet meer
te denken was. Daar de gewone
uitgangen op dat oogenblik geheel
verstopt waren, beproefden zij eenen
anderen uitweg te zoeken.
In de hun volkomen onbekende
gangen van het gebouw in het duister
rondtastend, kwamen zij bij een raam,
hetwelk zij niet zonder moeite wis
ten iu te slaan, en kregen daardoor
toegang tot een balkonnetje, dat op
een zijstraat uitkwam. Ook hier wa
ren zij zoodanig door rookwolken
omringd, dat zij niets konden zien.
Op huu geroep kregen zij echter
gelukkig spoedig antwoord, en tevens
de waarschuwing om in geen geval
naar beneden te springen. Zij volg
den dezen raad op en bleven wach
ten. Na eenige oogeublikken werden
zij met behulp van ladders behou
den op de straat gebracht.
In het «hoofdkwartier» van
het leger des heils, Daniël Stalpert-
straat te Amsterdam, is verschenen
het eerste nommer van eDeHeils-Sol-
daatofficieel orgaan van het Lager
des Heils».
In dit blad komt o. a. voor een
strijdzang op de wijze van <tDie
Wacht am Rheinen eene dank
betuiging aan de politie voo_r hare
goede hulp bij het handhaven der
orde, met eene bede ook voor hare
«verlossing». Verder eenige adver-
tentiën, waarvan de eerste luidt
«Gevraagd 10,000 Hollanders, die
zichzelf op willen geven, om voor
God te leven en Hem te dienen,
Nederland aan Zijn voeten te bren
gen». Eene andere bevat eene op
roeping om aan den staf-kapitein
Tyler, wonende in het hoofdkwar
tier, geld of meubelen te zenden
voor het nieuwe kwartier, dat voor
de officieren in gereedheid gebracht
wordt; een vierde kondigt aan, dat
in het volgende nommer de datum
zal worden bekend gemaakt, waarop
het vaandel aan het eerste «Hol-
landsche korps» zal worden uitge
reikt.
Men schrijft ons uit Zaandam:
Sinds 18 jaren bestaat in deze
gemeente een burger-vereeniging
Je bent een democraat, Sempaly!
In vogelperspectief, zeide Truyn droog. Het libe
ralisme van zijn neef boezemde hem weinig vertrouwen in.
Ik ben altijd democraat, wanneer ik het blad van
mijn waarden neef gelezen heb, zeide Sempaly kalm.
Overigens, alle gekheid op een stokje, ik ben liberaal
maar desalniettemin vind ik toch de toenemende overmacht
der radicalen eenigszins verontrustend. Tiens\ Daar zou ik
nog vergeten een paar nieuwtjes mede te deelen, die je
plezier zullen doen, Eritzi! De rooden hebben te Parijs
overal overwonnen en in Madrid heeft iemand op den
koning geschoten.
Ontzettend! De gravin sidderde.Wij heieven nog
een tweede commune.
'93! spotte Truyn binnensmonds.
Wij zullen waarlijk om de Oostenrijksche monarchie
een touwtje moeten laten spannen, om de besmetting tegen
te gaan van de meer en meer veld winnende democrati
sche pest, merkte Sempaly ernstig op. Ilsenhergh, je
moet dat voorstel in het Heerenhuis te berde brengen.
Dergelijke aardigheden zijn hier misplaatst, zeide
de gravin; de zaak wordt bedenkelijk!
Bij ons nog niet, meende Truyn, ons volk is
veel te 'geduldig.
Het heeft een gezonde kern, viel Ilsenberg hem
met pathos in de rede.
Het zwaard hangt hoven ons hoofd! zuchtte de
gravin, nog steeds in haar zwartgallige phantasieën ver
diept. Dit nieuwe ministeriel Zij schudde het hoofd.
Heeft niet veel te beduiden, behalve een paar verve
lende hoofdartikels in de dagbladen en een groote over
daad van wetten, waarom zich de monarchie in het minst
niet zal bekommeren, - meende Sempaly.
Het Oostenrijksche canaille laat nu ook reeds de tan
den zijn, klaagde de beangstigde gravin.
Bah! Het Oostenrijksche canaille is nog zoo kwaad
niet; het bijt op zijn hoogst, als gij het niet veroorlooft u
de hand te likken, zeide haar neef geruststellend.
Het eene zou mij al even onaangenaam zijn als het
andere, - merkte de gravin op, terwijl zij met behagelij-
ken trots op haar fijne, witte handjes neerzag.
Zeg eens, Nicki, mengde zich Ilsenhergh nu in
het gesprek, heeft het nieuwe ministerie geen schade
gedaan aan je promotie?
Sempaly was Damelijk practizijn in de filiaal te Rome
van de Oostenrijksche fabriek van politieke verwikkelingen.
Natuurlijk, riep Sempaly, ik had gehoopt tot
secretaris te Londen bevorderd te worden. Naar Londen
gaat nu een van de secretarissen van hier en om in diens
plaats te voorzien, zenden de heeren democraten ons een
van hun gunstelingen Mijn chet heeft mij dat vandaag mede
gedeeld.
Wie is de nieuwe secretaris? riep de gravin in
gespannen verwachting; als hij een protégé van die
lieden is, dan moet hij een afschuwelijk mensch zijn.
Een zekere Sterzl, is met kracht aanbevolen,
komt uit Teheran, waar hij zich onderscheiden heeft,
zeide Sempaly.
Sterzl! herhaalde Ilsenhergh ironisch.
Sterzl! riep zijn vrouw ontsteld, ik hoop toch
niet getrouwd dat ontbrak er nog aan
Daaromtrent kan ik u geruststellen, gravin, zeide
de generaal, Sterzl is ongehuwd.
Is hijmisschien een kennis van u? vroeg
zij een weinig verschrikt.
Hij is de zoon van een mijner dierbaarste kameraden,
gaf de generaal ten antwoord, - en als zijn verdere ont
wikkeling beantwoord heeft aan hetgeen zijn aanleg beloofde,
dan is hij een degelijk mensch, een man van karakter
met uitstekende bekwaamheden
Wordt vervolgd