BINNENLAND.
ren gedagvaard waaronder de heeren dr.
Brouwer en Van Maas, die als deskundi
gen het lijkje geschouwd en van hunne
bevindingen een uitgebreid rapport had
den opgemaakt. Daaruit vernemen wij dat
het lichaam van den 2Va jarigen knaap
Gerardus Mesman, overal bedekt was met
blauwe plekken en andere sporen van
vroegere mishandelingen, en dat de dood
veroorzaakt was door het beletten van de
lucht om tot de longen toe te treden.
Volgens de verwondingen heeft het geval
zich als volgt toegedragen:
In den avond van 18 Mei heeft Ivo
het kind gehaald uit de woning van zeke
ren M. bij wien het overdag besteed was.
Volgens getuigen liep het kindje pratende
achter hem aan. Toen hij ongeveer 10
minuten in zijne woning had vertoefd
verliet hij die weder, thans het kind dra
gende dat slap over zijn arm hing en toen
reeds dood was. In dien korten tijd heeft
een der buren een gegil van den kleine
gehoord en heeft Ivo volgens het visum
repertum eerst het kind een schop ge
geven, het daarna bij de ooren opgenomen,
bij de armen door elkaar geschud hier of
daar tegen aan, zoodat aan het achter
hoofd eene bloedinstorting was ontstaan
en vervolgens, om het schreeuwen te be
letten met de eene hand mond en neus
dichtgehouden, en met de andere hand in
de keel geknepen.
Alle getuigen bevestigen in hoofdzaak
dat het kind zeer bang voor hem was en
altijd door hem werd mishandeld. De
moeder van de kleine, die ook als getuige
tegenwoordig was, bleef tegenover zulke
daden die aan het aanvallige knaapje het
leven hadden gekost, volgens onze meening,
tamelijk onverschillig. Geene aandoening
was bij haar te bespeuren.
Ook de beklaagde verschool zich bij
groote onverschilligheid herhaaldelijk achter
de woorden, met lij ruige stem uitgebracht
//Het kan wel zoo zijn, ik ontken de feiten
niet, maar hoe het gebeurd is kan ik mij
niet voorstellen".
Het O. M. vroeg 12 jaren gevangenis
straf.
De verdediger, Mr. Enschedé, trachtte
aan te toonen dat het opzet niet bestond.
Uitspraak Woensdag 29 Juni.
Het vervolg der zitting in het volgend nummer
LETTEREN EN KUNST.
Het //U. ~D." verneemt, dat door den
heer J. P. M. Menger, graveur aan 's rijks
munt, de eenige officieele medaille voor
Nederland vervaardigd wordt, ter gelegen
heid van het 50-jarig jubileum van Z. PI.
Leo XIIL
Sarah Bernhardt is te New-York scheep
gegaan om naar Europa terug te keeren.
Naar men zegt, zal zij bij hare aankomst
in Engeland er eenige voorstellingen geven.
De bekende romanschrijfster Marlitt is
Woensdag in den onderdom van 61 jaren
te Thuriugen overleden.
Bij koD. besl. van 21 Juni is aan
Karl Arthur Braune, geb. te Serena,
in Chili, verg. verleend de genees
kunst uit te oefenen op Nederl. zee
schepen met uitz. van oorlogs
vaart., onder voorwaarde dat hij de
wettelijke bepalingen omtrent de
uitoef, der geneesk. in Nederl. stip-
telijk nakome; is, met ing. van
1 Juli, aan J. de Jong. op zijn verz.
eerv. ontsl. verl. als burg. van Oost-
voorne; ie met ing. van 1 Juli,
aan T. A. L. Bee en L. J. van
Rijn, op hun verzoek eervol ontsl.
verl. als tijdel. adsistent aan 's Rijks
Veeartsenijsch. te Utrecht; is,
met ingang van 1 Juli, ben. tot dir.
van het postkantoor te Sneek N. A.
C. Hinlopen, thans commies der
posterijen lste kl.
De offic.-mach. 2de kl. J. A.
Goetz, gepl. in de maritime directie
te Willemsoord, wordt met 1 Juli
a. s. overgeplaatst aan boord van
Zr. Ms. wachtschip te Hellevoet-
sluis.
HH. MM. de Koning en de
Koningin komen niet tegen 1 Juli
in het vaderland terug. Z. M. zal
zijne badkuur te Wildungen nog
eenigen tijd voortzetten.
De officieele viering hier te
lande van het jubileum der 50-jarige
troonsvervulling van H. M. Konin
gin Victoria bestond in een prach
tig gastmaal, door Hr. Ms. verte
genwoordiger bij het Nederlandsche
Hof in het gezantschapshotel te
's-Hage aangeboden. De leden van
de Engelsche legatie, verscheidene
met hunne dames, waren allen te
genwoordig. Evenzoo de predikant
der Anglicaansche kerk, tevens
vice-consul van Engeland, de heer
Brine.
Tot de Nederlandsche gasten be
hoorden, de grootmeester van HH.
MM. graaf Schimmelpenninck, de
minister van Staat en van Binnen-
landsche Zaken, van Buitenlandsche
Zaken, Justitie, Marine, Einantiën
en Oorlog, de vice-president van
den Raad van State, de heer Van
Reenen, de Commissaris des Konings
in Zuid-Holland, de heer Fock, de
burgemeester der residentie, de heer
Patijn.
Van de leden van het corps-diplo-
matique zaten aan den disch aan
de gezanten van Spanje, Duitsch-
land, Portugal, Turkije, België, de
Fransche Republiek, Japan, Italië
en den Kerkelijken Staat en de
zaakgelastigden van Rusland en
Oostenrijk.
Voor het op te richten pensi
oen- en weduwenfonds voor ambte
naren en beambten van politie in
Nederland, is bij het hoofdbestuur
van den algemeenen Nederl. Politie
bond, onder vele andere giften, ont
vangen f 100 van den minister van
Justitie, f25 van den minister van
Binnenlandsche Zaken, en f 20 van
ieder der overige ministers.
In de Woensdag gehouden zit
ting van den gemeenteraad van Am
sterdam was ook ingekomen een adres
van de heeren Hope Co. c. s., om de
beursvoordracht niet in behandeling
te nemen, alvorens de Kamer van
Koophandel en Fabrieken over het
plan gehoord is.
De heer Van Hall stelde voor,
dit adres onmiddellijk te behande
len, omdat dan blijken zou of de
beursvraag nog in deze vergadering
in behandeling zou komen. Hij
aohtte dit minder gewenscht met
het oog op de vele werkzaamheden,
die de leden in deze zitting nog
wachtten.
De voorzitter verzocht echter het
adres bij de voordracht te behan
delen, en gaf te kennen, dat van
B. en W. in geen geval een voor
stel tot verdaging der behandeling
van het beursplan te verwachten is.
Daar het voorstel van den heer
Van Hall niet voldoende ondersteund
werd, kwam het niet in stemming.
Bij de voordracht zelf werd eene
motie van den heer Eeghen aan
genomen, met 25 tegen 11 stemmen,
waardoor nu is besloten dat de voor
dracht met alles wat er bij behoort,
plannen, teekeningen enz., gezonden
zal worden aan de Kamer van Koop
handel om advies uit te brengen.
Da zaak is dus weer uitgesteld.
Op het IJ werd Woensdag
avond eene Féerie a grand, orcheslre
gegeven. Over de donkere water
vlakte gleden een twintigtal groote
stoombooten en een onnoemlijk aan
tal kleinere vaartuigen gedurende
ruim drie uren rond. En alle meer
of minder luisterrijk verlicht. Het
was het waterfeest, aangeboden door
het Amsterdamsch studentenkorps,
aan welks uitnoodiging op breede
schaal gevolg was gegeven. Ver
schillende muziekkorpsen dedenvoort-
durend hunne lustige tonen weer
klinken aan boord der booten
heerschte eene recht feestelijke stem
ming, en de door de duizende lam
pions te weeg gebrachte lichteffec
ten werden nog verhoogd door
bengaalsche vuren en pijlen en
zwermen die men zonder ophouden,
nu hier, dan daar, afstak. Het vuur
werk zelf slaagdedank zij het
kalme weder, even uitstekend. Het
decoratief stuk met de kleuren van
het korps en van Amsterdam vol
deed ook zeer goed. Maar de geest
drift steeg ten top bij het slotnum
mer, een slanke tempel, waarin het
schitterende beeld der Pallas Athene
troonde, een juweel van pyrotech-
niek. Met ongewone warmte stem
den de feestvierenden in met het
Vivat Academiat dat de tempel tot
opschrift voerdeen nimmer wellicht
werd ter eere der Amsterdamsche
universiteit het IS vivat met zooveel
energie aangeheven. Uit honderden
monden klonk het lustige gaudea-
mus igituren het behoeft nauwe
lijks gezegd dat dit koor daarom
zoo welluidend klonk, wijl het voor
een zeer groot deel bezet was door
de Amsterdamsche jufferschap, die
in dit licht en in deze feestelijke
omgeving meer dan ooit schitterde
van schoonheid en den hoogsten
luister bijzette aan het zoo bij uit
stek geslaagde waterfeest der Am
sterdamsche Spes Patriae.
De onder-kapelmeester Zaagmans
van het muziekcorps van het 7de
regiment infanterie, te Amsterdam,
is benoemd tot kapelmeester, in de
plaats van wijlen den heer Sonne-
mann. {HIT).
Evenals verleden jaar bestaat ook
thans het plan vooral met het
oog op de tentoonstelling van voe
dingsmiddelen wederom met de
Rijnspoor uit Rotterdam en Den
Haag naar Amsterdam zoogenaamde
«Panopticum))-treinen te doen loo-
pen.
De N. R. Ct. verneemt dat
het groote werk, den lSen Mei jl.
aanbesteed, met name de verbin
ding van het Merwede-kanaal met
de hoofdstad, blijkens dezer dagen
ontvangen bericht, niet is gegund
aan den laagsten inschrijver, den
heer Fernim, te Scheveningen, maar
aan den volgenden, de Sliedrecht-
sche aannemers-combinatie G. A.
van Hattem, voor de som van
f 1.207.000.
Men schrijft ons uit Hilversum
Bij de aanstaande verkiezingen
voor leden van den gemeenteraad op
Dinsdag 19 Juli a. s. zal het er in
onze gemeente weer geducht spannen.
Wanneer men bedenkt, dat de par
tijen zoo ongeveer gelijk in de sterkte
zijn, dan zal het niemand verwon
deren dat de verkiezingsstrijd hevig
zal zijn.
Aan de beurt van aftreden zijn de
heeren: P. Andriessen, H. Bijland,
A. Buwalda, L. J. v. d. Heijden en
C. v. Lennep.
«We zijn», zegt de L. C. zoo
langzamerhand genaderd, tot den
tijd van 't jaar waarin de mannen
voor een poos de waardigheid van
heeren der schepping moeten neer
leggen en de huisvrouwen de heer
schappij in huis overnemen.Dat zal
wel altijd zoo geweest zijn en daar
over zullen zich sedert de schepping
de mannen wel beklaagd hebben.
Ondankbaar genoeg. «Wanneer we
't vuil laten» zei ons onlangs eene
huisvrouw, die 't goed begreep,
«wanneer we 't vuil laten, zijn onze
mannen boos en wanneer we 't
schoon makenzijn ze óók boos.»
«Die nare mannen; ze willen wel
licht een middenweg. Maar de vrouw
wil van geen schipperen weten; ze
ml niet, omdat 't nog de eenige
weg is, om ten minste een paar
weken in 't jaar met hare helpsters
de heerschappij te voeren met bezems,
dweilen en eene overvloedige hoe
veelheid water, als in een «lied
zonder woorden» den heer gemaal
te beduiden, dat hij nu eens voor
een oortje thuis ligt.
Wat zal de arme man anders doen
dan berusten, waar hij ziet, dat hij
het onderspit zou moeten delven?
Toch heeft een man, die dom
genoeg, volgens de vrouwen, van
den schoonmaak niets geen verstand
heeft, in al die ellende nog den zede
lijken moed de huisvrouwen opmerk
zaam te maken op iets wat toch
wees niet boos lezeressen door de
meeste vrouwen bij hun lievelings
arbeid verwaarloosd wordt. Wanneer
nl. de verschoonde spiegels en schil
derijen weêr worden opgehangen,
overtuigt men zich over 't algemeen
niet voldoende of de koorden, waar
aan die meubelen hingen en weer
hangen moeten, nog in deugdelijken
staat en stevig bevestigd zijn. Het
geval, dat zoo'n ding dan later naar
beneden komt tuimelen, andere voor
werpen met zich meêsleurend, is
niet zeldzaam. Maar meer nog ver
dient aanbeveling het nazien der
bevestiging van petroleum- en zelfs
van gaslampen. Schalmen van de
kettinkjes, waaraan bij gaslampen
de tegenwichten hangen, kunnen
doorslijten; zoo geschiedde nog on
langs, toen de lamp, aldus niet meer
voldoende tegenhouden, naar bene
den zakte en wel nog aan één ge
wicht hing, maar zooveel gas uitliet,
dat slechts door een gelukkig toeval
een ernstige ontploffing voorkomen is.
Elders was door onvoldoende toe
zicht een petroleumhanglamp on
klaar geraakt. Het brandende voor
werp kwam naar beneden, toen de
huisgenooten aan 't avondeten zaten.
Gelukkig werd de vlam bij den val
gebluscht ineen gevaarlijke
schotel pap, die er onder stond.
Zonder nu juist te verwachten, dat
morgenochtend in eens al onze le
zers op stoelen en tafels zullen
staan, om te onderzoeken «of de
lamp nog wel stevig zit», meenen
we toch, met het oog op de moge
lijke ongevallen, onze lezeressen
geen ondienst te hebben gedaan,
door op het gevaar te wijzen.»
Behalve voorstellen tot meer
dere beveiliging tegen brandgevaar
in den schouwburg te 's-Hage, wordt
ook eene reorganisatie van de brand
weer voorbereid op kleiner schaal
dan die onlangs door den gemeente
raad afgestemd werd. Daarbij zou
het verspreide stelsel meer op den
voorgrond staan, doch het denk
beeld van invoering eener brand-
weertelegraaf zijn vastgehouden.
Te Scheveningen overleed
Dinsdag de oud-strijder Arie van
der Toorn, die den tiendaagsche veld
tocht heeft medegemaakt en dan ook
met het Metalen Kruis was versierd.
De Stella Maris van Scheve
ningen, die door de Engelsche au
toriteiten wegens smokkelarij was
in beslag genomen, is tegen beta-
van 5 pd. st. boete onmiddelijk weder
vrijgelaten, waarop de bodem ter
stond weder ter haringvisscherij
van Lerwick is vertrokken.
De pluk der aardbeien is te
Rijnsburg begonnen. Wanneer er
maar eens eene fiksche bui regen
kwam,zou de toevoer van dit artikel
enorm zijn. Door de droogte gaat
er thans veel van verloren.
Niet lang geleden werd door
sommige bladen gemeld, dat er te
lJselstein eene petroleumbron was
ontdekt. Ook wij ontvingen dat be
richt, maar plaatsten het niet omdat
wij aan de juistheid twijfelden. In
middels vond het bericht ook zijnen
weg naar het buitenland, en aldus
verscheen het in de Algem. Oesterr.
Chemiler und Techniker-Zeitung. De
redactie van het tijdschrift Hygiëne
en Industrie heeft naar aanleiding
daarvan het vocht, dat waarschijn
lijk tot dat bericht aanleiding gaf,
onderzocht, en geeft verslag van
hare bevinding.
Op het water was eene laag
lichtgeel vocht aanwezig, hetwelk
een soortelijk gewicht had bij 1°C
van 0.839. Het kookpunt lag tus-
schen 262 en 268°. Bij deze tem
peratuur ontvlamden eerst de dam
pen en brandden met eene sterk
roetgevende vlam.
Het is duidelijk, zegt de redactie,
dat wij hier niet met petroleum te
doen hebben, maar met een ander
mengsel van koolwaterstoffen, zooals
ook elders in Utrecht in den bodem
meermalen werd gevonden.
(N. R. Ct.)
Men schrijft ons uit Renkum
De kruidenier H. L. te Oosterbeek,
die tevens slager is, had een varken
gekocht van den arbeider S. Hierop
werd f 12 uitbetaald, terwijl de rest
werd ingehouden voor winkelschuld.
De vrouw van den arbeider was
hiermee niet tevreden zij ging met
twee van haar zoons naar den slager,
waar het varken reeds op de leer
hing en waar een heftige woorden
wisseling volgde. Toen L. meende,
dat ze weer huiswaarts waren ge
gaan, bleek het hem, dat ze waren
vertrokken met het varken en de leer.
Door de politie werd het daarna in
de woning van den arbeider gevon
den en in beslag genomen.
Zekere v. H uit Helmond was
jl. Zondag met eenige personen te
Mierloo gaan zwemmen. Iu het water
zijnde, werd hij door een hevige
kramp overvallen, zoodat hij den
waterkant niet meer kon bereiken.
Hij verdronk, zonder dat de anderen
den 19jarigen jongeling hulp kon
den verleenen.
Uit Jutfaas wordt ons van 21
Juni gemeldDinsdagmiddag zwier
ven te Jutfaas een tweetal landloo-
pers rond, die eindelijk bedelende
en dreigende de Neereindsche buurt
introkken, van tijd tot tijd eene
jeneverflesch, die zij in het dorp
hadden laten vullen, duchtig toespra
ken, en al spoedig in verregaanden
staat van dronkenschap verkeerden.
In dien toestand kwamen zij op de
hoeve aan van J. v. W., die zich
met al zijn volk kort te voren naar
het melkland had begeven, zoodat
de vrouw alleen met een paar kleine
kinderen te huis was. Hier maakten
zij het spoedig zóó bont, dat een der
kinderen werd uitgezonden om vader
te halen. Ook na diens komst hield
het dreigen met moord en brandstich
ting niet op, zoodat nogmaals een
der kinderen er op uit werd gestuurd
ditmaal naar het dorp om den poli
tieagent Prins. Deze zag zich genood
zaakt geweld te gebruiken; men
kreeg den een, die inmiddels in het
Tot de vroolijkste vensters van het geheele Corso behoort
ongetwijfeld he't kinderraam in het palazzo Vulpini. Zinka
staat te midden van het kleine volkje, dat haar vriendelijk
verzocht heeft aan hun veneter te komen.
Zij lacht en juicht om het hardst met Gabrielle en heeft
te midden*van haar vreugde nog tijd om de schuchtere,
Engelsche goevernante allerlei vriendelijkheden te bewijzen
en haar een mooi bouquetje op het lijf van haar zwartzijden
japon, die sterk naar kamfer riekt, te steken.
De kinderen stellen bijzonder veel belang in het rijtuig
van prins Norina, waarin Truyn, Siegburg en Sempaly die
zij allen kennen, zijn gezeten. Als het met vier paarden
bespannen rijtuig voorbijkomt, springen de kleine Vulpini's
verrukt op en sjilpen door elkander als vogeltjes in een
kooi; de heeren groeten lachend naar boven en werpen handig
een menigte bloemen in de vensters van het palazzo Vulpini.
De schoonste bouquetten worden dien dag Zinka toege
worpen. De grond om haar heen is met anjelieren, rozen
en violen bestrooid. In de hand houdt zij een groot bouquet
rozen van Sempaly. O, o I zegt madame de Gandry,
die het venster een oogenblik verlaat, om van de vermoeie
nissen uit te rusten en een glaasje wijn te gebruiken. Ah,
mademoiselle, roept zij, terwijl zij met afgunstige blik
ken den overvloed van bloemen om Zinka ziet, men
heeft u gevierd als een primadonna!
Zinka nikt. Zij neemt haar hoed op, die haar door de
karnavalsdrukte van het hoofd is gevallen, en zegt met een
medelijdend lachjemijn arme hoed verheugt zich al op
Aschdag1
Heerlijk, Marie een karnaval in Rome is iets
heerlijks - ik zal het nooit vergeten! roept de gravin
Schalingen uit.
Bah! antwoordt vorst Vulpini, sedert de nieuwe
regeering is er alleen nog maar een vreemdelingen- en een
straatjongens-karnaval.
Het gewoel op straat wordt minder. Sempaly, Truyn,
Norina, Siegburg en generaal Von Klinger zijn volgens
afspraak op het palazzo Vulpini gekomen, om met de dames
naar de «Falcone» te gaan.
Men heeft de kinderen gekust en naar hun diner gezon
den. Gabrielle schreide, omdat zij niet met de grootte men-
schen mee mocht, en Truyn had medelijden met haar. Zinka
wilde bij de kinderen blijven, om haar vriendin Gabrielle
te troosten. Dit werd echter niet toegestaan.
Er zijn te veel menschen, die lust hadden je voor
beeld te vojgen, zegt de vorstin Vulpini, wie de wande
ling naar de Falcone volstrekt niet aanlacht, op gedempten toon.
Men wil te voet gaan. Door het lange over- en weer-
praten heeft men het eigenlijke rustuur van het karnaval
voor den moccoli-strijd laten voorbijgaan. Als het kleine ge
zelschap op de straat komt zijn er weer veel menschen op
de been.
De schemering valt in. Van balkons en vensters worden
de bonte draperieën, die licht vlam vatten, weggenomen;
het karnaval trekt zijn balkleed uit. De eerste roode vlam
metjes glinsteren als glimwormen en worden oogenblikke-
lijk door een hagelbui van mazzetti en bosjes groen gebom
bardeerd.
Fuori, fuori, klinkt het eentonig; dan weer:
senza moccolo, vergogna.
De doodstrijd van het karnaval is begonnen.
De Oostenrijksche heeren zijn niet zeer op hun gemak,
daar zij hun dames evenmin kunnen behoeden voor stooten
en duwen als voor de grappen van het gemeen.
Wordt vervolgd