Het Geestelijk Concert, Maandag
middag in de Groote Kerk gegeven
door den lieer W. Ezerman, met
medewerking van mej. Willielmina
Gips (sopraan), uit Dordrecht, en
mej. Gerda Reinders, (alt) uit Am
sterdam, had een groot publiek naar
de St. Bavo doen opgaan. De beide
zangeressen gaven blijken van on
verzwakt talent; 't moet ons echter
van het hart dat het weeke altge
luid van mej. Reinders sympathie
ker was dan het somwijlen ietwat
schrille van de sopraan, waarmede
mej. Gips zooveel welverdiende lau
weren heeft geoogst.
De heer Ezermau heeft den naam
dien hij zich gedurende den korten
duur zijner werkkring ook hier
heeft verworvenop meesterlijke
wijze weten te handhaven.
Door den Hoogen Raad werd Maandag
uitspraak gedaan in de zaak van den Proc.-
Gen. bij het Gerechtshof te Amsterdam
en A. H. v. W. C., landbouwer te Heem
stede, tegeu een arrest van genoemd Ge
rechtshof, waarbij bekrachtigd is een vonnis
der Rechtbank te Haarlem, houdende ver-
oordeeling van den tweeden requiraut in
eene boete van 200, ter zake van het
niet voldoen aau een bevel of vordering
krachtens wettelijk voorschrift gedaan. De
Raad heeft het arrest van het Hof en het
vonnis der Rechtbank vernietigd en den
tweeden requiraut van alle rechtsvervol
ging ontslagen.
Een zonderling geval meldt men
aan hetAT. V. d. D. ni. dat de deur
waarder bij de Rechtbank van Haar
lem, de heer K., te Monnikendam,
sinds eenige dagen door de veld
wachters uit Monnikendam in het
oog gehouden wordt. Zelfs als hij in
omliggende plaatsen zijn ambtsbezig
heden uitoefent, volgt hem een poli
tieambtenaar. Keert de heer IC. dan
met deboot huiswaarts, de veldwach
ter volgt hem aan boord.
Vrijdagmorgen kwamen te Lobit
van Pruisen per stoomboot binnen
twee ossen, welke bestemd waren
voor deu Heer Carré om hij eene
voorstelling te Haarlem te dienen.
Op hevel vau de politie werden de
dieren echter gelost, wegens het
ontbraken van de dispensatie van den
Commissaris des Konings voor den
in- en doorvoer van vee uit vreemde
landen afkomstig.
LEGER EN VLOOT.
De cnvalerie-oefeniugsreis, die ouder
leiding van generaal-majoor WK. L. van
Helden heeft plaats gehad, is afgeloopen.
Aan deze oefeningsreis hebben deelgeno
men de commandanten der drie regimen
ten huzareu, alsmede eeu viertal hoofd
officieren, die allen weder naar hunne
garnizoenen zijn teruggekeerd.
BINNENLAND.
Bij kon. besluit van 24 Juni is
aan R. P. van de ICasteele, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend,
als lid van het College van Regen
ten over de Rijks-werkinrichting
en het Huis van Bewaring te Hoorn,
onder dankbetuiging voor de in die
betrekking bewezen diensten, en is
benoemd tot lid van gemeld Col
lege van Regenten, dr. A. L. Vee-
nenbos, geDees heel- en verlosk.
te Hoorn; is aan de na te noemen
personen verlof verleend tot het
aannemen en dragen der onder
scheidingsteekenen achter hunne na
men vermeld: H. W. -J. E. baron
Taets van Amerongen, te Wildun-
gen (tijdelijk), kamerheer van Z. M.
den Koning, commandeurskruis der
Orde vau Verdiensten van Wald
eck en Pyrmont, J. G. Gerritsen,
te Groede, burgem. van Breskens,
Groede en Nieuwviiet, ridder der
Leopoldsorde van België; J. W. M.
J. Kolkman, te Dordrecht, koop
man, ridder der Orde van den Hei
ligen Gregorius den Groote, waar
toe hij door Z. H. den Paus is be
noemd.
Bij Kon. besl. van 24 Juni
is aan de vier hieronder vermelde
officieren vau het leger op non-ac
tiviteit, met ingang van 1 Juli,
pensioen toegekend: J. P. Kraak,
le luit. der infanterie.; L. Roelants,
idem; J. H. Leedegang, idem; A.
P. J. van Duuren, le luit. der ca-
val.; eerstgenoemde oDder toeken
ning van den rang van kapitein;
is aan den officier van gez. 2e kl.,
op non-act., dr. J. A. van Weel,
van het personeel van dengeneesk.
dienst der landmacht, met ingang
van Juli, tijdelijk pensioen toegek.-
is de luit.-kolonel W. Vleysman,
van het 4e. reg. inf., krachtens art.
42 sub 2c der wet van 28 Aug.
1851 op pensioen gesteld, en hem
de rang verleend van kolonel.
Bij kon. besl. van 24Jun.zijn
benoemd bij het wapen der inf.: bij
het 3e regiment, tot kapitein de
le luit. L. Ballintijn. van het 8e
reg.; hij het 4e reg., tot luit.-kol.,
de maj." J. A. K. H. W. Vogel, van
het 8e reg.; hij het 7e reg., tot le
luit., de 2e luit. jhr. J. H, Ram,
van het korps; bij het 8e reg., tot
majoor, de kapt. B. H. Hilvers, van
het 4e reg.
Bij kon. besluiten van 24 Juni
zijn benoemd tot ontv. der dir. bel.
en acc. te Heeg c. a. (residentie
Ijlst) J. C. Bekker, thans te Vee-
nendaal c. a.; tot ontvanger der dir.
bel. en acc. te Hilversum c. a. F.
F. C. Steinmetz, thans te Dieren
c. a.; is benoemd tot hooldveri-
ficateur voor den actieven dienst
der dir. bel., invoerr. en acc. te
Amsterdam J. T. Hagen, thans ve-
rificat. le categorie te Rotterdam.
Bovenstaande berichten- zijn uit de St. Ct.)
De koninklijke familie wordt
1 Juli, des namiddags te ruim 4
uren, uit Wildungen op het lust
slot Soestdijk verwacht.
Het verslag met de beschou
wingen der Commissie van enquête
uit de Tweede Kamer, naar den toe
stand van fabrieken en werkplaat
sen, alsmede naar de werking der
wet op den kinderarbeid, zal bin
nenkort verschijnen.
Naar wordt medegedeeld aan
de N. R. Ct. heeft de minister van
Waterstaat afwijzend beschikt op
een verzoek van eenige particulieren
te Amsterdam, om kosteloos alle
benoodigde graaf- en baggerwerken
aan de geprojecteerde visschershaven
en de toeleidingskanalen voor de
nieuwe sluiswerken te IJmuiden uit
te voeren.
De weigering is gegrond op den
wensch der regeering om ook de
bedoelde werken waarvan alleen
de uitvoering verscheiden tonnen
kosten zal «tonder beheer van het
rijk» tot stand te brengen.
Wanneer men weet, dat in en
nabij Amsterdam 'oaggerzand veel
waarde heeft als ballast voor de
schepen, dan schijnt het verzoek der
Amsterdamsche ondernemersdie
natuurlijk de beschikking over den
uitgegraven grond zouden wen-
schen, niet zoo zonderling, als men
oppervlakkig meenen zou; in elk
geval minder zonderling dan de
weigering des ministers.
Door eenige notabelen, waar
onder hoogleeraren in de rechts-'
geleerdheid, is dezer dagen opnieuw
een adres aan den Koning gericht,
met overlegging van een rechtskun
dig advies, waarin op gronden van
billijkheid en wet werd aangedron
gen op het verleenen van gratie
aan den heer Domela Nienwenhuis.
Ook hierop is, zonder opgave van
redenen, van den minister van Jus
titie een afwijzende beschikking
ontvarigen. (D. t>. N.)
De Commissaris des Konings
in de provincie Noorholland heeft
ter kennis gebracht:
1°. dat de jacht op waterwild, in
den kring begrepen binnen den West-
frieechen omringdijk en in de ge
meenten Petten en Callantsoog zal
worden geopend op Vrijdag 15 Juli
1887 en in de overige deelen der
provincie op Maandag 1 Augus
tus 1887.
2°. dat de kooilieden, met uitzon
dering van die op Tessel, op wie deze
bepaling niet van toepassing is,hunne
kooieenden opgesloten ot gehokt
moeien houden van het tijdstip der
opening van de jacht op waterwild
tot 1 September 1887.
Door Gedeputeerde Staten van
Noordtiolland zijn benoemd tot plaats
vervangend lid van de commissie
tot herziening van de belastbare op
brengst der ongebouwde eigendom
men in het schattingsdistrict Haar
lem, voor het onderdeel Alkmaar
jhr. P. van Foreest te Heiloo, voor
het onderdeel Beemster de heer
W. Schermerhorn te Akersloot.
De heer D. Dreese, scherm
meester te Amsterdam, heelt het
voornemen, bij genoegzame deelne
ming eenen nationalen champion-
wedatrijd op den degen te Amster
dam te doen plaats hebben.
De wedstrijd zal bestaan in 3
seriën en wel op Zaterdag en Zon
dag 16 en 17 Juli.
De seriën-wedstrijd vangt aan
Zaterdag te 11 uren, de champion-
wedatrijd Zondag te 12 uren.
Voor elke serie zijn beschikbaar
2 verguld zilveren medailles, voor
den grooten champion-wedstrijd eene
zeer prachtige groote gouden me
daille.
De Diamant deelt mede, dat
door eene vereeniging van Amster
damsche en buitenlandsche juweliers
te Amsterdam, eene fabriek met dui
zend molens zal worden gebouwd,
naar het ontwerp van den architect
C. A. Bombach.
Tevens zal een aanzienlijk kapi
taal worden bijeengebracht ter be
vordering van den Amsterdamschen
diamanthandel en nijverheid.
Men schrijft ons uit Zaandam:
Maandag avond vergaderde de
«Burger kiesvereeniging» tot het
stellen van candidaten voor de be
noeming van vijf leden van den
Gemeenteraad, in de plaats van de
heeren H. J. Versteeg, Burgemees
ter, Jobs. Ebmeijer, Wethouder, N.
Francken Az. Wethouder, Ar. de
Lange en A. F. G. Avis, die naar
orde moesten aftreden.
Als zoodanig werden geprocla
meerd, bij eerste vrije stemming, de
bh. A. H. Oostmeijer met 44, A.
F. G. Avis met 40, W. Pekelharing
met 36 stemmen, en bij de tweede
vrije stemming Mr. Z. W. Straatman
met 34 en Corn. Bon met 31 stem
men.
Bij de eerste vrije stemming ver-
eenigden de hh. Versteeg 14, Eb
meijer en Franken 15, en hij de
tweede vrije stemming Versteeg 2,
Ebmeijer 8 en Franken 7 stemmen
op zich.
Dinsdag avond vergadert de andere
Kiesvereeniging tot hetzelfde doel
als hare jongere zuster.
De ramp te Oostzaan.
Nadere bijzonderheden, ter aan
vulling van het in ons vorig num
mer medegedeelde, zijn de volgende
De visselier, Gerrit Hottentot genaamd
was een kloek gebouwde, forsck gespierde
man, die men bet niet zou hebben aan
gezien dat hij reeds een zeventiger was.
Hoewel liij 't voor den broode niet meer
behoefde te doen, was visschen nog steeds
een van zijn meest geliefde bezigheden en
liefst visschen met verboden tuig. Nog
maar kort geleden door den kantonrechter
te Zaandam voor dergelijke overtreding
veroordeeld, had hij echter dezer dagen
weder fuiken met te kleine mazen te water
gezet. Dat was aan de politie niet ontgaan.
Nadat zij reeds Vrijdag 24 Juni eene
vergeefsehe poging gedaan had, om Hot
tentot bij 't lichten der fuiken te betrap
pen, gelukte het den Rijksveldwachter bri
gadier-titulair J. L. Smits en den gemeen
teveldwachter A. A. Heinhuis, Hottentot
in den morgen van Zaterdag, te omstreeks
half zeven uur, op heeterdaad te betrappen,
terwijl bij zijne fuiken lichtte.
Na te vergeefs eene poging te hebben
aangewend, om zich aan eene bekeuring te
onttrekken, deed Hottentot, die, terwijl de
veldwachters bezig waren de mazen der
fuiken te meten, met zijne zwaar gebouwde
vischboot naast 't zeer ranke bootje der
politie was gaan liggen, onverhoeds eene
poging om het lichte vaartuig der politie
te doen kantelen; ft gelukte hem bijna, ft
bootje schepte water.
De beide beambten sprongen echter over
Ln de boot van Hottentot. De rijksveld
wachter Smits viel bij ft overspringen en
werd onmiddellijk door Hottentot bij de
keel gegrepen en voordat hij zich kon
oprichten, door Hottentot op den bodem
der schuit geduwd; tegelijkertijd greep
Hottentot, over Smits heen reikende, met
zijne nog vrije hand den gemeenteveld
wachter Heinhuis, die nog slechts met één
been in de schuit stond en wierp hem
achterover op eeu bank. Heinhuis ver
weerde zich zooveel hij kon, maar in de
houding, waarin de ijzeren vuist van Hot
tentot hem hield, kon hij zich niet los
werken. Terwijl het hulpgeroep der be
ambten op de eenzame plek waar zij zich
bevonden, niemand deed opdagen, greep
Heinhuis ten laatste naar zijn revolver,
waaruit hij volgens zijn verklaring, zonder
zijn wapen te kannen zien, veel minder te
kunnen richten, achtereenvolgens twee
schoten loste, terwijl bij het dorde het
wapen weigerde.
Aanvankelijk schenen die schoten geen
doel getroffen te hebben en bleven de drie
mannen in het bootje worstelen. Al spoe
dig echter ontzonken de krachten aan
Hottentot, waardoor de beambten zich
eindelijk konden oprichten, ft Bleek hun
toen dat Hottentot gewond was.
Dadelijk wendden zij don steven naar
land, droegen den verwonde uit de schuit
en terwijl de een hem zooveel mogelijk
hulp verschafte, ging de ander den go-
neesheer halen.
Eer deze echter ter plaatse was, had
Hottentot den laatstou adem uitgeblazen.
Zonder verwijl gaf de burgemeester G. A.
Swart kennis van het gebeurde aan de
justitie.
Reeds te twaalf uur was dientengevolge
de officier van Justitie uit Haarlem jhr.
mr. Rethaan Maearé ter plaatse, spoedig
gevolgd door de rechter-commissaris mr.
L. E. A. baron Sloet.
Bij de lijkschouwing, die door de heeren
J. H. de Brouwer en .J. A. Lodewijks,
beiden geneeskundigen uit Haarlem, ver
richt werd, bleek, dat Hottentot door een
revolverkogel was getroffen in de rechter
borst tusschen de tweede en derde rib,
het kogeltje was tot diep in tie borstholte
doorgedrongen, had een der longen door
boord en eene inwendige verbloeding doen
ontstaan, die den dood tengevolge moest
hebben.
De richting van het wondkanaal beves
tigde de waarheid der verklaringen van
de beide veldwachters.
De mare van het overlijden van den in
zijn dorp populairen Hottentot deed in
Oostzaan niet alleen groote verslagenheid
maar ook ernstige verbittering ontstaan,
eene verbittering, die zich uitte in bedrei
gingen tegen den als moordenaar nage
roepen veldwachter.
's Avonds werd het rumoerig en hoewel
burgemeester, predikant en geneesheer de
gemoederen tot kalmte trachtten te brengen,
konden dezen niet beletten dat er nu en
dan ruiten van het gemeentehuis ingewor
pen werden.
De stemming der bevolking was zoo
dreigend, dat, hoewel de politie èn uit
Zaandamèn uit Amsterdam versterking ont
vangen had, men het geraden achtte den
bedreigden gemeenteveldwachter tijdelijk
het dorp te doen verlaten.
De toestand blijft intusschen zeer ge
spannen, zoodat men niet zonder eenige
zorg den dag van de begrafenis tegemoet
ziet.
Men schrijft ons uit Hoorn:
Maandag 27 Juni had hier ter
stede de uitgeschreven vergadering
plaats van crediteuren der vennoot
schap «de Westfriesche crediet- en
depositobank in liquidatie», ter be
handeling van een voorstel, gedaan
door liquidateuren dier bank, om
door crediteuren te doen goedvinden,
ter beëindiging der liquidatie dat
aan hen met 15 Juli a. s. de restee-
rende 30 pCt. hunner vorderingen
zou worden uitbetaald, terwijl verder
de firmanten zich zedelijk gebon
den zullen achten tot betaling der
verschuldigde renten, zoodra en in
dien zij daartoe in staat zullen zijn
gesteld door ontvangsten en incas-
seeringen uit de haten der vennoot
schap.
Door den heer A. P. de Lange
van Alkmaar werdt namens zijne
mede-liquidateuren het voorstel na
der toegelicht. Nog staande de
vergadering verklaarden tal van
crediteuren hunne instemming met
de voorgestelde schikking.
Wat een opeenstapeling van na
righeden! Sedert eenige dagen wordt
hier een geacht burger, de heer B,
vermist. De zaak schijnt nu bij de
politie te zijn aangegeven en wij
hopen dat het haar gelukken mag
spoedig eenig licht over deze zaak
te doen opgaan Waren Hoorn's in
woners hiervan vervuld, Maandag
morgen ontvingen zij nieuwe stof,
tot vragen en vertellen. In het kof
fiehuis van de wed. Steur op de
Nieuwstraat, waren in den laten
avond van Zondag een 30 tal glas
ruiten ingeslagen. Dit schijnt het
baldadige werk te zijn van eenige
polder-jongens, die vertoornd waren
dat hun niet meer na gazetten tijd
werd getapt. Een dichte menigte
verdrong zich reeds in de vroegte
voor genoemde tapperij. Nauwelijks
was de Maandagmorgen begonnen
of een turfrondbrengerviel eensklaps
dood achter zijne wagen. Als het
in deze week zoo voortgaat kan er
nog heel wat gebeuren; we zullen
het tegendeel maar hopen.
Men schrijft ons uit Purmerend:
Bij een op Zaterdag en Zondag jl.
te Leeuwarden gehouden concours
van gymnastiek-vereenigingen, uit
geschreven door de Leeuwarder gym-
nastiek-vereeniging, had «Volhar
ding» van Purmerend (directeur
G. Ypmaj het genoegen een zilveren
medaille en een eere-dipoma met f 25
te behalen.
De wedstrijd bestond uit: 1». «ver
plichte oefeningen,» door de vereeni
ging te Leeuwarden aangegeven, en
uit 2°. «oefeningen naar eigen keuze.»
muisvale handschoenen zijn zeer kort en zeer nauw en de
knoopsgaten ingescheurd.
Slawa draagt iets driekleurigs en zeer veel ouderwetsche
sieraden, die zij onderweg bij een oudheidkooper in Verona
heeft opgedaan. Zij is antiek gekapt en draait voortdurend
het hoofd naar den linkerschouder, om zooveel mogelijk op
den Apollo te gelijken, daarbij zet zij een gezicht als iemand,
die zich op zijn voordeeligst wil laten photografeeren.
Wladimir Matuschowsky's slanke samenzweerdersgestalte
is in een rok met tressen gestoken, hij houdt een lagen
hoed met kwasten in de hand en beschouwt de zwarte
jassen van de heeren als eene persoonlijke heleediging.
Mijnheer Wladimir de Matuschowsky, stelt me
vrouw Wolnitzky hem voor, een... een... un ami de la
familie. Als barones Wolnitzky verlegen wordt, begint
zij gewoonlijk Fransch te spreken.
Bij mama Sterzl, die langzaam van den schrik bekomen
mtwaakt nu weer de lust om voor haar zuster te
en.
raaf Sempaly, zoo stelt zij den attaché voor,
id van onze familie... mijn zuster, barones Wol-
Ge hebt zeker wel eens hooren spreken van Wol
den grooten aanvoerder der Slaven, waarde Sempaly,
ano 248 zooveel opzien heeft gebaard,
wly maakt een stomme buiging; barones Wolnitzky
staat van haar stoel op en reikt hem vriendelijk de hand.
Het doet mij veel genoegen u te leeren kennen, mijn
heer de graaf. Ik heb al veel van u gehoord; mijn zuster
Clothilde heeft mij bijna in eiken brief over u geschreven,
ik hen geheel au courant.
Sempaly maakt nogmaals een stomme buiging en be
geeft zich dan een weinig op den achtergrond; terwijl
Slawa nu ook aan het gesprek met de vrouw des huizes
deelneemt, fluistert hij Sterzl in: ik zal ongemerkt heen
gaan; bij zulke familie-ontmoetingen is een vreemde door
gaans te veel. Zijn houding is eensklaps zeer stijf, zijn
toon onverdragelijk trotsch geworden. Sterzl knikt; ga
maar, zegt hij zacht.
Barones Sterzl bemerkt echter zijn voornemen en roept:
Neen, neen, neen. Sempaly, ge behoeft niet te vluchten
ge stoort ons volstrekt niet, en een vreemde zijt gij
töch waarlijk allerminst.
Het zou anders den schijn hebben dat wij u verjaag
den, en dat wil ik toch niet hopen, zegt barones Wol
nitzky schalks, en Sempaly blijft.
Beheersch je toch wat, Zini, vermaant Sterzl zijn
zusje op gedempten toon, de stoornis is niet heel pret
tig, maar je moet je ergernis niet zoo laten blijken.
DRIE-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
De thee is binnengebracht. Sterzl wijdt zich met waren
heldenmoed aan zijn nicht Slawa, om zijn verwend zusje
zooveel vrijheid te geven als mogelijk is. Slawa behandelt
hem uit de hoogte en ziet over haar grooten, Japanschen
waaier naar Sempaly, die stilzwijgend en verdrietig op een
kleine canapé naast Zinka zit en haar bij het theeschenken
behulpzaam is. Barones Wolnitzky drinkt slurpend het eene
kopje na het andere, eet bijna al het theebanket op en praat
onophoudelijk over allerlei zaken. Wladimir von Matu
schowsky staart somber voor zich heen, weigert stelselmatig
alle levensmiddelen en zegt geen woord. Met over de borst
gekruiste armen en opgeheven hoofd zit hij als het beeld
van menschelijke waardigheid.
Wordt venolgd.)