In de maand Mei van dit jaar werden met de Haarl.-Zandvoort Spoorweg Mij. 22.776 reizigers ver voerd. De opbrengst van dit vervoer bedroeg f3500.935 dat van goederen - 309.67s en aan diversen - 428.76 Totaal f 4239.37 zijnde per dag-kilometer f 16.09. Op de aardappelen- en botermarkt en te Haarlem zijn in de afgeloo- pen maand aangev. verlc. laagste pr. lioogste pr. Aardapp. 1400HL. 1400HL. f 2.— f 7-50. Boter 1756 KG.1626KG. 0.90 1.05. Biggen 397 St. 329 St. 5.— 20.—. De kapt. vau het 4e reg. inf. Prins, die na zijn op verzoek eervol beko men ontslag als regiments-adjudant, eerst was ingedeeld bij het 3e bat. te Haarlem is nu op zijn verzoek geplaatst bij het le bat. van het reg. te Delft. Ia verband hiermede wordt de van het 3e bij het 4e reg. inf. overge plaatste kap. Wenniger, aanvanke lijk bestemd voor Delft, ingedeeld te Haarlem. De jaarvergadering van de Grustaaf Adolf-vereeniging zal dit jaar in de maand October te Tiel plaats vinden. Als sprekers zijn door het hoofdbestuur uitganoodigd de hh.: B. J. Swaan, pred. te Gouda, professor Offerhaus van Leiden, en M. J. Mees, pred. te Haarlem, die deze uitnoodiging hebben aange nomen. In de afgeloopen maand zijn door de politie alhier 41 personen ver volgd wegens dronkenschap op straat In de maand Jnni van het vorig jaar was dit getal 59, dus 18 meer. LETTEREN EN KUNST. De regelingscommissie van liet //XX Nederlandscke Taal- en Letterkundig Con gres" lieeft besloten, dat de voor de bijeenkomst te Amsterdam vastgestelde datum, naar aanleiding van uit België gekomen bezwaren, zal worden vervroegd. Het congres zal thans worden gehouden op 15, 16 en 17 September, terwijl men licnpt dat de ontvangst der gasten ten raadhuize op 14 September zal kunnen plaats hebben. De opening van het congres zal plaats hebben op Donderdagmorgen te half tien. De afdeoliugeu zullen op dien dag en op den volgenden in den voor middag vergaderen, terwijl de algemeene vergaderingen des namiddags worden ge houden. De avonden zijn besterad voor twee uitvoeringen in den Stadsschouwburg. Op een daarvan zal waarschijnlijk worden opgevoerd Schakespeare's //Macbeth" in de vertaling van dr. Burgersdijk, op de an dere zullen de rijen uit Vondel's //Lucifer" voor koor eu orkest worden ten gehoore gebracht, terwijl voor liet letterkundige gedeelte wordt gerekend op de medewer king van oenige uitnemende sprekers uit Nood en Zuid. Zaterdagmorgen heeft de laatste alge meene vergadering plants tot sluiting van het congres. Daarna zullen de leden den dag wijden aan gezellige bijeenkomsten. Ongeveer driehonderd personen hebben zich als beschermers, begunstigers en leden van het congres laten inschrijven. LEGER EN VLOOT. Eenige schutters te 's Hage hebben het plan gevormd een //Nederl. Schuttersbond" te vestigen. BINNENLAND. Bij kon. besl. van 3 Juli zijn ben. tot not. binnen het arrond. Groningen, stanrlpl. Groningen, jhr. R. A. Quintus, cand.-not. te Haren, en jhr. C. W. Rengers Hora Siccama, thans not. te Yries. Bij kon. besl. van 2 dezer is, met ing. van 11 Juli a. s., de heer J. van der Kolk, arts, benoemd tot officier van ge zondheid 2de klasse hij de zeemacht; zijn ben. tot ontv. van den accijns op het geslacht te Amsterdam, 11. C. van der Feen, ontv. der dir. bel. en ace. te Geer- truidenberg c. a.; tot ontvanger der dir. belastingen en accijnzen te Wijchen c. a. G. W. Martens, ontvanger derzelfde mid delen te Amstenrade c. a. Bij kou. besl. van 1 Juli is een eer vol ontslag verl. uit hunne tegenw. betr. tot de landmacht: 1° met ing. van 1 Juli aan den reserve-off. van gez. Je kl. dr. G. Luchtmails, arts te Utrecht, en zulks op zijue aanvrage en ter zake van lichaams gebreken, hem ongeschikt makende voor den milit. dienst, 2° met ing. van 14 Juli aan de reserve-offic. van gez. 2e kl. dr. A. Huysman en J. A. Guldenarm, artsen, beiden te Utrecht, eerstgen. op zijne aanvrage, laatstgen. in verband met de omstandigheid, dat hij zich niet heeft aangemeld om voor eene herben, in bed. betrekking iu aanmerking te komen. Bij kon. besl. van 3 Juli ziju: 1° bij het wapen der iuf. beu.bij het 4e reg., tot ln luit., de 2e luit. D. M. E. de Ridder, van het korpsbij het 6e reg., tot kapt., de le luit. J. Terlaak, van het reg. gren. en jag.; bij het 7e reg. tot kapt. de le luit. J. J. L. Geel, van het 8e reg. inf.; bij het 8e reg. tot ln luit. de 2e luit. J. A. J. Smit, van het korps; eu is: 2° de kapt. C. J". B. Sprengers, van het 7e reg. inf., gerekend van de dagt. van het tegenw. besluit, krachtens punt 4° van art. 38 der wet van 28 Aug. 1851, op nou-activ. gesteld, in afwachting dat omtrent hem nader zal worden beschikt. Bij kon. besl. van 1 Juli zijn met ing. van 1 Juli benoemd: tot directeur van het postkantoor te Gulpen, J. D. Vissering, thans commies der posterijen 4e kl. C. J. Beelenkamp en mejuffrouw M. W. C. de Koning, thans surnum. der posterijen, en zijn met ingang van dien datum bevorderd tot commies der poste rijen 3e kl. J. F. Domste en F. M. van de Velde, thans commiezen der posterijen 4e klasse. Bij kon. besl. van 1 Juli zijn met ing. van 1 Juli beu. tot telegr. der 2e kl. bij deu Rijkstelegraaf P. Colmjon, H. van 't Hof, N. H. Degens, J. J. Steen- kuisen, P. Witsen Elias, allen thans leer- lingen-tolegr., en W. Brauckmann, J. Molendijk en II. Vertregt, allen thans telegr. 3e kl. Bij kon. besl. van 2 Juli is ben. tot waterschout te Rotterdam jhr. S. B. Ortt, ten einde die betrekking gelijkt, te bekleeden met die van den len Rijks havenmeester voor de vaart in de Nieuwe Maas en de Koningshaven te Rotterdam. Bij kou. besl. van 3 Juli is, met ing. van 1 Oct., aan de koofdingen. le kl. van 's Rijks Waterstaat, J. de Kruyff en L. J. du Celliée Muller, op hun daartoe gedaan verzoek, een eervol ontslag verb als zoodanig, onder dankbet. voor de goede diensten, door hen aan den lande bewezen. Bij kon. besl. van 2 Juli is de heer A. J. Salra arts, beu. en aangesteld tot off. van gez. 2e kl. bij het pers. van den geneesk. dienst van het leger in Ned.- Indië; is de heer M. Rétliy, tijdelijk, namelijk voor den tijd van vijf jaren, ben. en aangesteld tot offic. van gez. der 2e kl. bij het leger in Nederl.-Indië. Bij kon. besl. van 3 Juli is aan den fuselier bij het leger iu Nederl.-Indië J. H. Huguenin-Bergenat, verg. verl. tot het dragen van de Eransche Herinnerings- medaille voor de expeditie naar Mexico. De gewone audiëntie van den minis ter van Waterstaat, Handel en Nijverheid a. i. op Donderdag 7 dezerzal niet plaats hebben. Bovenstaande berichten sijn uit de St.Ct.) Uit Bad Wildungen wordt ge meld aan het L. Dagbl. De Koning en den Koningin der Nederlanden zijn den 30sten Juli met prinses Wilhelmiua en hun ge volg, na een verblijf van zes weken alhier vertrokken. Het gevolg der kuur is, naar door den Vorst zelf wordt verzekerd, zeer bevredigend, daar niet alleen de pijn, waarvoor Z. M. de kuur onderging aanmer kelijk bedaard is, maar ook zijn geheele gezondheidstoestand uitste kend is geworden. Op in het oog vallende wijze behelzen tal van couranten in de laatste dagen eene reeks van mede- deelingen betreffende 'sKoniDgs ge zondheid, welke van allen grond zijn ontbloot. Volgens die berichten toch zou de hooge gast tijdens zijn verblijf op deze badplaats eene kwaal hebben opgedaan, welke tot ernstige bedenkelijkheden aanleiding gege ven zou hebben en oorzaak was van een vertrek naar Den Haag. Dit moet evenwel geheel als uit de lncht gegrepen opgevat worden. De tijd van de kuur was wel degelijk van te voren op zes weken bepaald en zooals boven reeds gezegd is, heeft deze den gewenschte uitslag gehad, waardoor de Koning zich dan ook in blakenden welstand naar zijn lustslot te Soestdijk kon bege ven en in het volgende jaar met het oog op den besten uitslag stel lig denkt hier weder eenigen tijd te zullen doorbrengen Ook de hertog van Nassau, die zich hier bevond om zijue booge familiebetrekkingen te ontmoeten, is weer vertrokken. Z. K. H. prins Albert met gevolg beeft Zondag een langdurig bezoek gebracht aan de tentoon stelling vau moderne kunst in de academie van beeldende kunsten te 's Gravenhage. Z. K. H. werd rond geleid door den secretaris der com missie, den heer Joh. Gram. De minister van Dinnenland- sche zaken de heer Heemskerk, be vind zich thans te Aken. - De vice-admiraal jhr. Van der Cappellen, adjudant-generaal des Konings, die Z. M. vertegenwoordigd heeft bij de feesten ter gelegenheid van het regeeringsjubileum van H. M. de Koningin van Engeland, is Zaterdag uit Londen vau zijue zen ding teruggekeerd. Da Duitsche gezant iu den Haag, baron Von Saurma Jeltsch, gebruikte Zondag het middagmaal bij Prins Albert vau Pruisen in het «Oranje-Hotel» te Scheveningen. De Provinciale van Staten Zuid- Holland zullen heden toch in hunne gewone vergaderzaal, nl. van de Eerste Kamer bijeenkomen, en niet in het gebouw der Tweede Kamer gelijk aanvankelijk bepaald was. Maandag, de gedenkdag van de onafhaukelijK-verklaring der Ver- eenigde Staten van Noord-Amerika, was de Unie-vlag uitgestoken aan het gebouw der Amerikaansche le gatie te 's Hage, en wapperde dit dundoek naast de Hollandsche drie kleur vau het «Hotel de Bellevue» ter eere vau de Amerikaansche ko lonie, die iu deze inrichting verblijf houdt. Thans wordt gemeld, dat de heer Bastert, voor de tweede maal daartoe aangezocht, zich bereid heeft verklaard, de portefeuille vau Water staat, Handel en Nijverheid te aan vaarden. Men meldt uit Amsterdam aan de N. R. Cl.: Wie van de nieuwe veemarkt en het abattoir geen slecht idee wilde krijgen, bad het hedenmorgen in de tramwagens: Dam-Prins Hen- drikkade-Czaarpeterstraat (de lijn, die naar de nieuwe veemarkt voert) hard te verantwoorden. Gezeten te midden van vleesch- houwers, veekoopers en veehouders, hoorde hij niets dan woorden van afkeuring en verzet tegen de nieuwe instelling. «Het abattoir ligt te ver» -— «het vleesch zal gesmolten zijD, eer bet thuis is» «het vleesch- vervoer zal te kostbaar zijn» enz. enz. Nu treft het slecht met de warmte van daag, doch aan den aan den anderen kant is het mis schien goed, dat de koelkamers maar dadelijk eene zware proef hebben te doorstaan. Evenwel bleek het al spoedig, dat de heeren zonder ken nis van zaken oordeelden ten minste toen ik eenigen hunner op den terugweg weder in den tram ontmoette, schenen de hekken ver hangen. Men had nog wel bezwa ren en aanmerkingen; de een vond de markt te Deptford beter inge richt, omdat die geheel overkapt is; een ander vond de overkapping hier verkieslijk om de doorstrooming der lucht; een derde achtte de wa gens voor het vleesehvervoer te zwaar, een vierde de inrichting van het geheel te omslachtig, een vijfde vond de Berlijnsche veemarkt veel mooier, enz. Doch in het algemeen keerde men vrij voldaan huiswaarts. Op de markt zelf was alles vol leven en beweging. Onder de zinken bekappingen stond het vee in de schaduw, eu had stellig minder reden tot klagen dan de miliciens, die be laden met pak en zak op het nabij- zijnd exercitieveld in de smoorheete zon gedrild werden. Ook voor het kleinvee, de schapen en varkens, zijn uitnemend ingerichte hokken, eveneens overdekt. Bovendien wordt het terrein gedurig besproeid. Uit de koelkamers van de slachthuizen kwam de frissche luchtstroom u te gemoet, en de wijze van slachting droeg algemeen de goedkeuriug weg. Het spreekt vanzelf dat de praktijk een eu ander aan het licht zal brengen, dat voor verbetering vat baar is, doch over het algemeen mag men beweren, dat Amsterdam met zijn abattoir enz. eene inrich ting rijk is geworden, waarvan de ingebruikstelling eene dagteekening zal blijven in de geschiedenis hirer ontwikkeling als groote stad. Het verzet van sommige belang hebbenden tegen het abattoir is een gewoon verschijnsel van echt- Nederlaudsch conservatisme. Wie aan het slechte gewoon is, moet men eenigen tijd laten aau het betere te gewennen. Dat er ook vleescbhouwers zijn, die het nut der nieuwe instelling zeer goed inzien, kan blijken uit de omstan digheid, dat zij reeds nu d. i. vier maanden vóór den verplichten datum hunne beesten aan het abattoir slachten en dit met dikke letters op hunne prijscouranten aan kondigen. In het Zaterdag te Amsterdam verschenen nr. van de Nederlandsche Slachters-Courant komt de volgende annonce voor: «HH. vlesschhouwers worden in hun belang verzocht geen vee aan de nieuwe Veemarkt te koopen, daar er reeds een honderdtal slagers zich vereenigd hebben, die niet ge dwongen willen zijn zich aan de reglementen der Veemarkt te onder werpen. «De tijd is te beperkt tot nadere bespreking, maar heeren vleesch- houwers zullen worden uitgenoodigd tot eene te beleggen vergadering.» Van 5 tot 8 dezer zal er op het terrein der tentoonstelling van voedingsmiddelen te Amsterdam eene tentoonstelling van boter worden gehouden, en mede op 5 Ju[i zal er eene van vrnchten aan vangen. Deze duurt echter slechts twee dagen. Van de tweede expositie van brood, die veel belangrijker dan de eerste, vau 18—21 Juni gehouden, belooft te worden, zullen de datums binnen enkele dagen worden opgegeven. Zij zal weder vier dagen duren. De tentoonstelling der inzendingen op de prijsvraag voor het meest vol doende voiksbrood, waarvoor de grooten gouden medaille werd uit geloofd, zal op een nader te bepalen tijd plaats hebben. Elk exposant der brood-, koek-, en beschuit-ten toonstelling heeft het recht aan dezen wedstrijd deel te nemen. De veldkeuken en de broodbak kerij vanwege het ministerie van oorlog op het terrein gebouwd, zullen heden beproefd en Woensdag in gebruik gesteld worden. Aan het nieuwe Centraal-sta- tiou te Amsterdam worden thans de voorbereidende maatregelen geno men om binnen weinige dagen te beginnen met het heien vau palen van 25 meter lengte, als fundeering voor een pijler der bekapping. Van de bestaande pijlers zijn, gelijk men weet, een aantal gezakt, voorname lijk op de plaats waar het Amstel- water via het Damrak vroeger uit stroomde in het IJ. Msn heeft zulk een pijler weggebroken, om die te herstellen op de nieuwe fundeering. Blijkt dit afdoende en de technici meenen dat dit wel het geval zal zijn dan wordt de fundeericg van alle pijlers, waar dit noodzakelijk blijkt, op dezelfde wijze veranderd. Evenwel met dieu verstande, dat het bestaande deel der bekappiug niet wordt afgebroken, daar dit door den toestand der pijlers op dit gedeelte niet wordt geboden. De heipalen te Amsterdam in ge bruik ziju 18 a 19 meter; om dus palen van 25 meter te heien zijn speciale inrichtingen noodig en met het plaatsen eu stellen daarvan is men nu druk in de weer. Men schrijfï ons uit Zaandam HedenMaandagmiddag, viel het zesjarig zoontje van den Heer W. al spelende in de Zaan in de on- middelijke nabijheid der sluis. Het kind zonk terstond iu de diepte weg, en werd eerst eenige minuten later levenloos opgehaald. In de raadzaal te Edam is een zeer groot portret geplaatst van den minister van Bianenlandsche Zaken. Te Oegstgeest heeft Zondag avond een opstootje plaats gehad. De veldwachter D. Moolhuyzen aldaar deed naar zijne gewoonte de ronde en antwoordde een herbergier, die voor de deur zijner woning stond, op diens vraag hoe laat het was, dat het weldra elf uren zou slaan, het uur vau sluiting voor de koffiehuizen. Daarbinnen waren echter A. v. Z. en H. De W. nog onder gelag en hun scheen het ant woord van den veldwachter, hoe juist ook, niet te bevallen. Eenige oogenblikken later toch, toen hij huiswaarts ging, kwam men hem achterop en weldra klonken hem minder vleiende woorden in de ooren, ja, duidelijk was het dat men hem voor alles wat leelijk was, uitschold. Ware het nu laarbij gebleven, de zaak zou niet zoo ernstig geworden zijn: men ging eebter tot handtas telijkheden over en één vau hen greep den veldwachter bij de borst, met de minder aangename mededeeÜDg dat hij hem zou verz.Gelukkig sociale vooroordeelen. Daar hij zeer welopgevoed was en vau de jeugd af aan gewend aan de finesses van den goe den toon, konden zijn manieren nooit geheel slecht worden, maar zij werden zoo slecht, als het eenigszins kon. Hij werd eigenzinnig, prikkelbaar en onvriendelijk, en kwam daardoor dikwijls in allerlei onaangenaamheden. Ook in huis was hij niet meer zooals vroeger. Zijn trots leed er ontzettend onder, dat Zinka haar smart zoo slecht wist te verbergen; hij kon het niet verdragen, dat hij zoo machteloos was tegenover haar verdriet. Eerst trachtte hij haar afleiding te bezorgen, bracht haar concert- en schouwburgbiljetten en schonk haar de fijnste, kostbaarste sieraden of oude, kunstige rariteiten, in ivoor gesneden snuisterijen en duizend dergelijke dingen, waaraan vroeger haar hart had gehangen. Vroeger had zij van vreugde gejuicht over dergelijke prettige verrassingen nu glimlachte zij met de dankbaarheid van een zieke, wie men een spijs voorzet, die zij niet meer kan gebruikeu. Men kon haar altijd aanzien, hoeveel moeite zij deed om haar vreugde te tooneuen dan stonden de tranen haar in de oogen. Dit maakte Sterzl wanhopend. Eerst had hij het streng vermeden, ook maar met een enkel woord over Sempaiy te epreken. Toen er echter dagen en weken verliepen, zon der dat er eenige verandering kwam iu haar gedrukten toestand, werd hij ongeduldig. Nu wilde hij Zinka de oogen openen omtrent Ssmpaly. Hij had altijd in eigen teleur stellingen berust, hoe zwaar zij hem ook hadden getroffen, en «laten vallen, wat niet wilde staan» en het was hem dan ook altijd weer gelukt zich een nieuwe wereld te scheppen. Helder zien was voor hem altijd de hoofdzaak geweest, de waarheid was zijn godsdienst. Hij begreep niet, dat voor een persoonlijkheid als Zinka illusies noodzaak zijn; be greep niet, dat Zinka de oorzaak van Sempaly's verande ring in den dwang der omstandigheden en in haar eigen onbeduidendheid zocht, kortom in alles behalve in hemzelf; dat zij de behoefte gevoelde, hem nog te kunnen liefheb beu, zelfs wanneer hij voor eeuwig was verloren. Hij, met ziju stijve, streuge natuur kou Zinka's zacht en dwepend gemoed niet doorgronden. Zinka antwoordde nooit op de minachtende woorden, waarmee hij bij elke gelegenheid over Sempaiy sprak, maar luisterde stil en zag er met haar schuwe, verschrikte oogen en bleeke wangen uit als een stervende martelares, wien men wil bewijzen, dat er geen God is. Het schitterend resultaat, dat Cécil door zijn goedge meende hardheid bereikte, was een tijdelijke vervreemding tusschen hem en zijn zuster, een vervreemding, die bij hem alleen uiterlijk was, maar bij haar dieper ging. Dit vermeerderde natuurlijk Sterzl's haat tegen Sempaiy. Hij moest Sempaiy dagelijks ontmoeten en het kwam meermalen tusschen hen tot kleine botsingen. Sterzl maakte de onaangenaamste opmerkingen over een kleine fout iu Sempaly's werkhij spotte over de onkunde van een jongen neef van Sempaiy, die sedert kort aan het gezantschap was toegevoegd. Meu schijnt bij ons in Oostenrijk er meer waarde aan te hechten, dat een attaché van goede familie is, dan dat hij zonder fouten kan schrij ven, was het slot van zijn uitval. Zonder zijn kalmte te verliezen, keek Sempaiy lachend voor zich en antwoordde: Je hebt gelijk; men heeft bij ons nog wonderlijke vooroordeelen. Hm! wij moesten een voorbeeld nemen aan het Fransche corps diplomatique; vindt ge ook niet? Daags tevoren had er namelijk in de Figaro een artikel gestaan over de plaatsing van een man uit het volk, als gezant der republiek bij het een of ander hot. Sempaiy had zeker nog wel een veel trotscher antwoord kunnen geven; maar hoe fijner zijn ironie was des te meer trof zij Sterzl. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2