gestaan, nog eenige uren handen
vol werks zou hebben.
Persoonlijke ongelukken zijn niet
voorgevallen. De oorzaak van den
brand is onbekend.
In geene enkele plaats van
Nederland zal zich bij de gemeen
teraadsverkiezing zulk een vreemd
geval hebben voorgedaan als in
Nieuwer-Amstel. Er moesten 5 raads
leden gekozen worden voor de peri
odieke aftreding en twee voor tus-
schentijdsche. Een der aftredende
leden werd door de vereeniging
nKiesrecht is kiesplicht», candidaat
geBteld voor de tusschentijdsche
vacature en door «Nederland en
Oranje» voor de periodieke; deze
candidaat ia nu tweemaal in her
stemming gekomen, zoodat het geval
zich kan voordoen, dat hij tweemaal
gekozen wordt voor dezelfde ver
kiezing.
Men meldt ons uit Naarden
Eene ongekende drukte heerschte
Dinsdagavond in onze anders zoo
stille veste. Van twee zijden name
lijk was eene vergadering uitge
schreven voor ingezetenen van de
gemeente, die wenschen mede te
werken tot het bereiden van eene
feestelijke ontvangst aan den nieuw
benoemden burgemeester, de heer
H. M. Wesseling.
De eene vergadering zou plaats
hebben in het logement van den
heer van Laar; de andere in dat
van den heer Streefkerk. Beide ver
gaderingen waren druk bezocht en
juist dit gaf aanleiding om te ver
moeden dat de zaak niet tot stand
zou komen, daar te voorzien was
dat de zoo noodige overeenstemming
tusschen beide partijen niet zou
kunnen worden verkregen.
Er daagde echter hulp op van
eene zijne waarvan men die waar
schijnlijk niet zou hebben verwacht.
Als eene bizonderheid mag worden
vermeld, dat het hier een man van het
zwaard, een in deze gemeente alge
meen geacht en bemind onderoffi
cier was, die zich de moeite gaf de eene
partij tot samenwerking met de an
dere te bewegen met het voor hem
streelende gevolg, dat nadat de ver
gadering in het eerstgenoemde loge
ment met de vergaderden in het
tweede logement was vermeerderd,
eene commissie werd gekozen om de
zaak nader te regelen. Deze com
missie bestaat uit de heeren J. W.
Streefkerk, 6. Voorbergen, D. Wit-
tensleger, J. W. Thuring, G. Brou
wer, C. v. Dillewijn, J. D. Hufen,
Hk. Stein, A. W. C. Wijtung, A.
Keijer Jz., W. de Rijk, A. H. van
Schieveen en G. Keijzer, welke com
missie eenparig den straks bedoel
den onderofficier tot haren eere-voor-
zitter benoemde.
(iften schrijft ons uit Hilversum:
Na ettelijke weken van een alles
verdorrende droogte valt op 't oogen-
blik (Maandagmiddag één uur) een
heerlijke, verkwikkende regen neer.
Zelden was ons een regenbui zóó
welkom als deze.
Wie in een lage landstreek woont
zal zich bezwaarlijk kunnen voor
stellen, welke droogte hier in 't
Gooiland heeft geheerscht. En al
hadden we gelukkig geen gebrek
aan drinkwater, onze veldvruchten
smachten zoo veel te meer naar een
weinig vocht. Vooral de teedere
boekweitplant had het zóó niet lang
meer kunnen volhouden, zoodat deze
oogst binnen enkele dagen geheel
mislukt zou geweeBt zijn.
't Is nu maar te hopen, dat het
niet bij één buitje blijft, want er
moet heel wat water vallen, eer
onze schrale uitgedroogde bodem
voldpënde bevochtigd is.
■A- Andermaal gaf Zondagavond
het muziekkorps van de Haarlem-
sche dienstdoende schutterij een con
cert op het paviljoen van den Trom
penberg alhier.
Alhoewel de opkomst niet zeer
talrijk mocht heeten, waren er toch
nog velen, die, onder het genot van
de een of ander verversching, met
onverdeelde aandacht luisterden naar
de muziek, die in den stillen avond
over de grauwe heide langzaam in
de verte wegstierf.
Zulk een avondconcert, onder zulk
een schoone omgeving, werkt wel
dadig op iemands gemoedsstemming
en is zelfs in staat den ergsteu pes
simist voor een wijle de zorgen des
levens te doen vergeten.
Nr— Te Hilversum stalen 4 jeug-
digfe knapen eenige bijenkorven en
namen er de honing uit. Hun snoep-
zucht werd evenwel geducht gestraft
doordat de bijen hen duchtig toe
takelden. Van den diefstal is proces
verbaal opgemaakt.
Men schrijft ons uit West-Graft-
dijk:
Door de langdurige droogte is
het watergebrek te West-Graftdijk
hoog geklommen, dat men op de
plaats zelf niet meer in aller be
hoeften kan voorzien. Nu wordt met
eene ijzeren vlet water aangevoerd
uit de duinen bij Schoorldam, dat
tegen twee cent de emmer van de
hand gedaan wordt.
Te Leiden is besloten tot het
oprichten eener vereeniging: wiel
rijders-club «De Albatros». Het doel
zal zijn het wielrijden en den lust
tot toeren in de gemeente Leiden
en omstreken te bevorderen, welk
doel zij zal trachten te bereiken
door het uitschrijven van clubtochten
en het houden van vriendschappelijke
bijeenkomsten van wielrijders. Met
algemeene stemmen werd besloten
de club te doen toetreden tot den
«Aigemeenen Nederlaudschen Wiel
rijders-bond.»
Naar aanleiding van een adres
van de bewoners van het «Vrou
wenkamp» te Leiden, om die straat
een anderen naam te geven, stellen
B. en W. den raad voor het «Kamp»
te herdoopen in «Caeciliastraat».
De commissaris van politie te
Leiden waarschuwt vooral de kas
teleins, dat zich in die gemeente
de zoogenaamde kwartjesvinders op
houden.
De van verduistering verdachte
boekhouder in een magazijn van
kunstvoorwerpen te 's-Hage, die
zich na zijne ontvluchting naar het
buitenlaud jl. Vrijdag vrijwillig bij
de politie aldaar aanmeldde, had
aanvankelijk de wijk genomen naar
Parijs, vanwaar hij nog eenen brief
aan zijnen patroon geschreven heeft.
Men kon hem daar niet aanhou
den, omdat Frankrijk voor het feit
niet uitlevert. Van Parijs ging de
voortvluchtige naar EDgeland, tot
op den dag van zijnen terugkeer
naar het vaderland te Londen ver
toevende.
Tot dusver is gebleken, dat de
boekhouder door tal van verduiste
ringen zich een bedrag van f 600 b.
f700 heeft toegeëigend. De meeste
dier feiten zouden gepleegd zijn kort
vóórdat hij eenige maanden geleden
in het huwelijk trad.
Een arbeider te Utrecht wan
delde Zondag in het plantsoen al
daar, toen eensklaps zijn hoed in
het water waaide. Om zijn hoofd
deksel terug te bekomen, begaf hij
zich gekleed in den Singel, doch
verdween bijna onmiddelijk in de
diepte en werd daarna levenloos
opgehaald. De ongelukkige laat eene
weduwe met eenige kinderen achter.
Te Rhenen zijn 2 personen
gearresteerd en geboeid naar Arn
hem vervoerd, wegens het schrijven
van brandbrieven aan den burge
meester van Arnhem.
Een viertal scharenslijpers, die
blijkbaar veel sterken drank hadden
gebru:kt, begaven zich te Remmer
den, onder Reenen, Zondagnamiddag
in het water. Een hunner zwom tot
nabij een voorbijstoomende Duitsche
boot en verdween door den zwaren
golfslag in de diepte.
Het overige drietal begaf zich
ijlings naar den oever, om ten spoe
digsteeen halve flesch jenever
op te eischen, die zij wisten, dat
hun overleden kameraad in den zak
van zijn jas had. In kennelijken staat
kwamen zij te Eist aan, waar zij
bijnaonder den stoomtramgeraakten.
Gelukkig wist de machinist nog tij
dig te stoppen.
Juist zou te Olst de gewone
exercitie met de brandspuiten Za
terdagmiddag plaats hebben, toen
aan de overzijde der rivier te Wel-
sum een felle brand uitbrak in de
boerderij «DeStoltenberg», bewoond
door van de Flekkert, die in korten
tijd alles verloor wat hij bezat. Tien
varkens en een paard kwamen om.
De inboedel was niet verzekerd. Bij
eene poging om iets te redden, werd
een turfschipper aan het hoofd ge
wond.
Zekere J. F., uit St. Odiliën-
berg kreeg onder de gemeente Echt
twist met den landbouwer J. G.,
wonende aldaar. J. F. trok eene
revolver en loste op J. G. een schot,
gelukkig zonder te treffendaar
laatstgenoemde zich bij tijds bukte
en het schot hem over het hoofd
ging. De zaak is in handen der
justitie.
Gelijk men weet, heeft het
departement Maastricht derMaatsch.
tot Nut van 'tAlg. aan het hoofd
bestuur voorgesteld, bij bet opma
ken van een drietal voor het aecre-
taritaat den heer Kerdijk bovenaan
te plaatsen. In eene circulaire aau
de overige departementen heeft het
thar.s de gelijkgezinden uitgenoo-
digd daarvan te doen blijken bij het
hoofdbestuur.
Het bestuur van het dept. Am
sterdam wijst in eene circulaire op
het verschijnsel, dat in de laatste
algemeene vergaderingen der Maat
schappij de besprekingen dikwijls
geheel onvruchtbaar en zonder eenig
resultaat waren, tengevolge van
't imperatief' mandaat der afgevaar
digden. Men geeft daarom in over
weging den afgevaardigden de vrij
heid te laten om een zelfstandig
votum uit te brengen over vraag
stukken, waarvan in de departe
mentsvergadering het beginsel is
behandeld en de richting aangege
ven, waarin men wenscht werkzaam
te zijn.
Mon schrijft ons uit de Veenkoloniën:
Van tijd tot tijd komen in verschillende
bladen berichten uit Dreutö voor, die nog
al karakteristiek zijn. Het is dan ook
waar, dat er nog al vrij zonderlinge be
grippen dikwijls heersclieu, die er voor
pleiten, dat dit gewest minstens een eeuw
in beschaving achter is. Men geloove dit
echter niet letterlijk. Wel heeft de Drent-
sche boer nog een vooroordeel tegen veel
wat //nieuw" is zoo noemt hij oa nog
de spoorwegen en de vele practise'..c v.r-
betëriugen op het gebied van landbouw
maar zijn begrip is in den laatsten tijd
aanzienlijk gewijzigd, dank zij de meer
gemakkelijke communicatie waardoor het
gemeenschapsleven meer en meer toeneemt.
De provincie is rijk aan aardige plekjes
de vele Hollanders die hier des zomers
een uitstapje maken, zijn liefhebbers van
het landelijk schoon; want natuurschoon
bezit Drente slechts voor den liefhebber,
wiens oog de schoone korenvelden, zeer
schilderachtig afgewisseld door ruime wei
landen en lieflijke bosehies van kreupel
hout, zoekt. En dan de heide! Dikwijls
uren ver uitgestrektde vreemde bezoeker
waant zich hier geheel van de wereld af
gesloten, niets verbreekt de ernstige stilte
dan het eentonig geluid der schapenklok
jes in de verteDit is de Drentsche
poëzie.
Zonder overdrijving mag gezegd worden
dat vele dorpjes zeer aardig en schilder
achtig gelegen zijn, een bezoek overwaard.
De niet oppervlakkige beschouwer zal eene
kennismaking met de eenvoudige bevol
king zeer meevallen. De over 't algemeen
liberale bewoners zijn goedig tot zelfs bij
de stembus. Invloedrijke boeren kunnen
door den sollicitant voor de eene of an
dere betrekking dikwijls door het alge
meene //Haartje» in elke richting gestuurd
wordeu. Dit is duurder geworden, want
vroeger kon men met een kop koffie vol
staan.
Wilt go een kijkje in vele boerenwo
ningen nemen, dan zal (1e verrassing in
derdaad dikwijls groot zijn.üijdenantiquaire
zal het hart opengaan, wanneer hij (le
verzameling antiquiteiten bewondert, die
(1e eigenaar hem met rechtmatigen trots
vertoont. In de meeste woningen toch,
treft men eenige voorwerpen uit vroegereu
tijd aau. Maar denk niet, dat de boer u
die zal verkoopen; ook al boodt gij eene
aanzienlijke som. //Die olde dingen zijn
altied in ons huis west, en nou zol 'k ze
oe verkoopen? Nee maan; 't liokt er nijt
naor. De kienders kriegen ze weer van
de vaor, en (laormet i.s 't uut».
En ge kunt verzekerd zijn, dat het
daarmede uit is; vol wantrouwen zal de
eigenaar spoedig zijn heiligdom voor uwe
nieuwsgierige blikken verbergen. Persoon
lijk kan ik u bevestigen, dat iemand die
in zeer kommervolle omstandigheden leefde,
voor een gewoon kopje, reeds gebarsten,
vijf gulden werd geboden, maar het ant
woord was//Wie wollen 't nijt misten,
voor geen tiene...."
We mogen echter verwachten, dat de
tijdgeest, die overal weet in te dringen,
ook hier zulke veroveringen zal maken,
dat de kleingeestigheid, nog te veel een
kenmerk der dorpsbewoners, zal moeten
plaats maken voor het gezond verstand,
als kenmerk van ware ontwikkeling.
Dat kleine oorzaken soms groote
gevolgen kunnen hebben, werd gisteren
alhier opnieuw bewezen. Bij den arbeider
v. O., te Vledderveld, was een zwerm
bijen komen aanvliegen, toebehoorende aan
zijn buurman v. H. Deze vermeende zijn
eigendom te kunnen terugkrijgen; eerst
door vriendelijk praten, maar al spoedig
door geweld. De nieuwe eigenaar, kort
aangemeten, verzette zich tegen deze we
derrechtelijke handeling. In de nu ontstane
worsteling werden v. H., en ook diens
vrouw tamelijk ernstige verwondingen met
eene spade toegebracht. Van het gebeurde
is proces-verbaal gemaakt.
Bij Leeuwarden had Zondag
het volgende ongeluk plaats. Onder
het groote aantal rijtuigen dat van
de kermis tegen den avond huis
waarts keerden, waren drie welke
tegen elkaar harddraafden. Ofschoon
de Stienser straatweg, waarop het
plaats vond, eene aanmerkelijke
breedte heeft, werden de bermen nu
ook nog door de dravende partijen
in beslag genomen. Een er van, be
spannen met twee paarden, reed een
meisje, dat ter zijde van den weg
liep,omver.De wielengingen het kind
over den rug en eene der knieën, ter
wijl de scheenheenen wonden vertoo-
nen, veroorzaakt door de paardehoe-
vec.Bewusteloos werd zij opgenomen
c o r eenen daarlangs komenden voer-
m:r, die haar naar de verschrikte
ouders bracht. Geneeskundige hulp
werd dadelijk ontboden, doch het
valt nog niet met zekerheid te voor
spellen of de kneuzingen ook zoo
belangrijk zijn, dat de patient er
geen letsel van zal houden.
De eigenaar van het rijtuig heeft
de kosten der geneeskundige be
handeling voor zijne rekening ge
nomen.
KOLONIËN.
BATAVIA, 17 Juni.
Uit Kota-Radja wordt dd. 8 Juni aan
de Sumatra-Ct. geschreven
Het getal zieke militairen en andere
personen op den lsten Mei in het hospi
taal verpleegd, bedroeg 386.
Gedurende de maand Mei werden ter
verpleging opgenomen 677, werden geë
vacueerd of als genezen uit het hospitaal
ontslagen 694, terwijl daarin overleden
veertien.
Op den lsten Juni bleven aldus onder
behandeling 305.
Deze cijfers spreken duidelijker dan eene
geheele kolom schrift zou kuunen doen.
Ook blijkt er uit, dat de diensten voor
do in de compagnieën achterblijvende
dienstdoende manschappen zeer zwaar
moeten zijn. De geest is goed en gewil
lig, maar het vleesch is zwak.
Te Lamreng werd den 25en Mei jl.
bijna den geheelen dag gevuurd. Bij deze
gelegenheid sneuvelde één dwangarbeider,
terwijl twee inlandsehe fuseliers gewond
werden.
Het beschieten van den trein schijnt
meer en meer in den smaak der Atjehers
te vallen. Den 30steu Mei werd deze tus
schen Lamreng en Ketapan-Doea weer vrij
hevig beschoten, bij welke gelegenheid eene
der pijpen van de machine werd stuk ge
schoten, zoodat de trein slechts zeer lang
zaam vooruit kon komen om de halte te
Lamreng te bereiken. Gelukkig bevond
zich eene dekking van eenen sergeant en
een vijftiental manschappen in eenen der
gepantserde waggons en werd daardoor de
vijand belet naderbij te komen.
Toekoe Mohamad heeft voor 800 dollars
aangenomen, het begroeide terrein in de
nabijheid van Lampeneroet open te kappen
en schoon te maken.
Dit schijnt echter zijnen landgenooten
niet te bevallen. Zoodra genoemde Toekoe
met zijn volgelingen het werk aanvangt,
wordt hij uit de in de nabijheid gelegen
bosschen beschoten, en dan begint een ge
vecht tusschen de bevriende en de niet-
bevriende Atjehers.
Dezelfde Toekoe- begaf zich onlangs naar
de beating om tegen verrekening rijst te
ontvangen, doch toen hij met zijne man
nen uit de beating kwam, werd hij door
zijne niet-bevriende landgenooten zoodanig
beschoten, dat hij verplicht was de vlucht
te uemen naar en in de benting, welke
hij met zijn dapperen eerst in het holle
van den nacht durfde verlaten.
Van Samarang schrijft men aan het
//Bat. Hbl."
Alle pennen van de commaudeerende
officieren van korpsen, staven en diensten
zijn in beweging, om de eerstdaags inge
wacht wordende rapporten over de nieuwe
proefkleeding samen te stellen. Een elk
heeft omtrent deze voor het leger gewich
tige kwestie zijne eigen denkbeelden, doch
in sommige opzichten kloppen de meeningen
van de adviseurs al heel mooi.
Zoo zijn zij het er allen over eens, dat
de jongst uitgereikte in Holland aange
maakte helmhoeden oneindig veel beter
zijn, dan de Belgische; dat de serge pan
talons veel mooier en veel doelmatiger dan
de vroegere broeken zijn, doch in solidi
teit bij deze verre ten achter staan; dat
de vorm van de attilla's goed, doch de
uitmonstering en de wijze van toeknoopen
minder behoorlijk te noemen zijn, terwijl
eene gedurende de proef opgedane onder
vinding heeft geleerd, dat de laatstbedoelde
kleedingstukken minstens drie a vierma
len 's jaars voor rekening van het goeverne-
Zinka schrikte niet voor hem terug, zij ging hem voorbii,
zij zag hem niet!
DRIE-EN-VEERTIGSTE HOOFDSTUK.
Dank zij het overleg van Sieghurg, wist weldra geheel
Rome, dat de vorst den avond voor het duel zijn toestem
ming tot het huwelijk van zijn broeder met mejuffrouw
Sterzl gegeven had. Men kende Sterzl's opvliegend karak
ter en betreurde het dat hij voor deze fout zóó zwaar had
moeten boeten. De trouwe, geen oogenblik wankelende vriend
schap, waarmede vorstin Vulpini Zinka in deze dagen ter
zijde stond, legde de booze tongen aan boeien en redde
Zinka's goeden naam.
Een onbegrijpelijke ommekeer ten gunste van de Sterzl's
had in het oordeel van de club plaats. Men vond het wel
dra zeer ongepast, kleingeestig, zelfs mauvais genre om
Zinka te verdenken; Zinka en Cécil waren nu «des gens
tout h fait exceptionnels
De overledene had gewenscht, in zijn geboorteplaats he
graven te worden. Het lijk werd gebalsemd en in een
groote, holle zaal, waarin de barones eens een hal had
willen geven, op een haar gezet. Bloemen bedekten de
muren, den grond en de katafalk. De vensters waren ge
sloten honderde lange waskaarsen flikkerden in de
groote ruimte.
Gravin Ilsenbergh en de Jatinsky's verschenen bij de wij
ding. Het wemelde om de katafalk van voorname lieden,
plechtstatig in het zwart gekleed. Nog nooit was op een
ajour» van de barones zulk een schitterend bezoek ge
weest! Men kon het haar aan zien, dat dit haar, eene on
der deze omstandigheden afschuwwekkendevoldoening
schonk.
Daar stond zij, in een sleepend, met krib bezet, in ruime
plooien afhangend gewaad, een zwart geborduurden zak
doek in de hand, twee gelegenheidstranen op de wangen,
naast de doodkist en.... ontving. Men drukte haar de hand,
sprak haar woorden van deelneming toe en zij fluisterde:
dat doet zoo goed
En nadat men de moeder had toegesproken, zocht men
met de oogen de zustermen zou het haar werkelijk gaarne
bewezen, ten minste getoond hebben, hoe oprecht men in
haar zwaar verlies deelde.
Men kon haar niet vinden en toen eindelijk een der da
mes zacht, half verschrikt fluisterde: daar is zij,
toen staarden allen naar een donkeren hoek, waar vorstin
Vulpini zich met bijna moederlijke teederheid over een
doodsbleek, sidderend, bijna machteloos schepseltje heen-
boog; maar niemand had den moed haar te naderen.
Gravin Nini alleen, die er bijna even wanhopig uitzag
als Zinka zelf, liep naar haar toe, sloot haar in de armen
en kuste haar.
{Wordt vervolgd.)