NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De Goudvallei. 5 e Jaargang. Zaterdag 13 Augustus 1887. No. 1259. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: STADSNIEUWS. DE KERMIS. BINNENLAND. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicite Etrangére G. L. BATJBE 8f Co., JOH. F. JONES, Sucr., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. Haarlem, 12 Augustus. Met 1 October e. k. zal als direc teur der militaire school alhier op treden de kapitein L. de Vlaming van het 4e reg. infanterie, terwijl als leeraren daarbij worden werk zaam gesteldde le luit. M. H. Spruyt, van den staf der inf. de le luit. adj. B. W. Mensing, die eer vol wordt ontheven van zijn be trekking als adjudant, de le luits. J. H. de Wildt en A. A. van Scbilfgaarde, beiden van bet 4de reg. infanterie. - Bij het 4e regiment infanterie wor den op 1 Sept. a. s. overgeplaatst en ingedeeld bij het 3e baialjon te Haarlem, de le luitenant C. F. Van den Hoff, van bet 3e regiment inf., en de 2e luit. J. W. Van Alphen van het 5e reg. inf. De le luiteDaut Van den Hoff wordt belast met de militaire opleiding der volontairs, die dit jaar op de militaire school te Haarlem zullen worden geplaatst. Zou men het gelooven dat er nog altijd mensclicn zijn, die den neus ophalen wan neer men spreekt van een Hollandsche opera? De taal leent er zich niet toe, het wordt ruw en plat wanneer men aan het vertalen gaat, zooslaan ze door; let nu eens op of men dergelijk oordeel niet juist hoort van hen, die halstarrig volhielden de uit voeringen van het gezelschap uit den Park schouwburg te negeeren. Intusschen gaat datzelfde gezelschap voort met zijn uitvoe ringen en bekeert eiken avond een nieuwe sectie tegenstanders. Nu is het niet precies uit te maken of er Donderdagavond in den aardigen schouwburg op den Jansweg veel obstructionnisten van dat soort aanwezig waren, in elk geval had de Vledermuts veel succes. Een operette waarbij de spelers in huis gewaad optreden kan bezwaarlijk onmid dellijk //pakken". Wanneer nu de zangers eens in plaats van het zuiver Hollandsch dat men verwacht allen „iok" zeggen voor z/ik", en//jou" voor //U" dan is dat almede geen aanleiding om het publiek reeds in de eerste tooneelen geheel te veroveren. Zoo was het n. 1. in het eerste bedrijf van de Yledermuis, maar daarmede hebben we dan ook het ergste gezegd. Het is slechts een toevalligheid in de rol verdeeling dat het Ylaamsche element juist in den beginne zoozeer den boventoon voerde, en wat het négligé betreft, dat komt voor rekening der heereu Meilhac en Halévy, de libret tisten. We mogen billijkheidshalve dezen aan- vankelijken indruk niet verzwijgen, en we geven die met gerustheid weer omdat hij door het vervolg geheel werd weggenomen. Wanneer men nu in aanmerking neemt dat deze operette eerst voor weinige dagen te Amsterdam voor het eerst werd opge voerd, dan kan men alleen met grooten lof getuigenis afleggen van de volledigheid en het uitstekend samenspel dat reeds in deze enkele voorstellingen werd verkregen. De koren, men weet het reeds, zijn inderdaad bizonder goed, dank zij den heer de la Euente; ook nu voldeden zij geheel aan de verwachting. Mevrouw van Zant (Rosa- linde) en mej. Jahn (het kamermeisje) zongen en speelden geheel naar den eisch. Wat spel betreft, in deze operette vooral van veel gewicht, muntte it) het bizonder de heer Albers uit onder de hoofdpersonen. De heeren van den Kerckhoven (van Eisensteiu), Pauwels (Alfred) en Derickx (Dr. Ealke), wij zouden hen de nieuwe leden kunnen noemen in dezen troep, wisten door hun zang te vergoeden wat hen bijwijlen aan spel ontbrak. De heer Leeuwendal was niet zeer ge lukkig in de vervulling zijner rol van den stotterenden advokaat. Van de overige medespelers verdient de cipier in de fi- deele gevangenis nog een afzonderlijk woord van lof voor zijn dronkemansspel. Het geheel is uitstekend geslaagd, waar voor ook vooral hulde dient gebracht aan het orkest dat op zoo uitnemende wijze recht liet wedervaren aan de vroolijke, opwekkende muziek van den walskoning Strauss. Heden avond gaat nogmaals Donna .Yuanita, welke operette de vorige maal zoo druk werd bezocht. Met genoegen kunnen we nog aankon digen dat Meneer Troetelman Zater dag en Zondag den schouwburg weder zal doen dreunen van een hartelijk gelach. Amsterdam, je bent eenigt is voor den heer Yan Lier het kermisstuk bij uitnemendheid. Het bevalt zoo goed dat het nog de heele kermisweek zal ge geven worden. In de tent op de Groenmarkt speelt men hedenavond het groote drama Ben Leil, de 5Eoon van den Nacht. Zaterdagavond speelt meu Be oude Korporaal, en Zondagavond het bekende maar steeds gewilde stuk de TT wee Wee zen. Van Lier weet uitstekend voor afwis seling te zorgen en aan den smaak van het publiek te voldoen. In de jaarvergadering der «Ver- eeniging t/b. van de belangen van den Boekhandel» werd medegedeeld dat van de vjer antwoorden, inge komen op de prijsvraag voor een «handleiding tot het boekhouden voor den boekhandelaar» bekroond is het handschrift onder de ken spreuk «Uebung macht den Meis ter», inzender de heer Van der Loö te Haarlem. Bij de examens voor hoofdonder wijzeres te Amsterdam, gehouden op 10 en 11 Augustus, werden ge ëxamineerd 15 candidaten. Geslaagd 8, waarvan de dames: M. A. v. d. Griend, van Rotterdam; B. Buijsing Damsté, A. G. Withof, B. Graue, C. M. Sipkens, M. L. Hofmann,M. J. C. C.Schokker, allen van Haarlem. Arrondissements-Kechtbank TE HAARLEM, zitting van Donderdag, 11 Aug. De rechtbank heeft uitspraak gedaan in de volgende zaken, welke de vorige week werden behandeld: De Koster wegens, diefstal van een flesch zuur 1 maand gevangenisstraf; te gen Bakker wegens diefstal van eene overjas 6 maanden gevangenisstraf en 5 dagen hechtenis zonder opzending wegens bedelarij; tégen C. Westendorp wegens diefstal van horloges één jaar gevangenis straf en wegens landlooperij 1 dag hech tenis en opzending voor den tijd van 1 jaar naar eene Rijkswerkinrichting. De visscher Jukes te Spaarndam is met ver nietiging van het vonnis des kantonrech ters, van rechtsvervolging ontslagen. De rechtbank had kennis te nemen van het geval van iemand, die trachtte, daar hij geen werk en geen eten had, door brand te stichten in eene Rijkswerkinrich ting te worden verpleegd. Jacob Zwemmer van Zand voort, die in dezen tijd van wer keloosheid de hulp zijner kinderen (echter te vergeefs) had ingeroepen om hem van het noodige te voorzien, en die zelfs al eens een paar nachten had doorgebracht in de loods, waar te Zandvoort van ge meentewege het straatvuil enz. wordt ge borgen, had 15 Juli 11. eenig hooi met een lucifer aangestoken, dat dicht bij de wanden van de houten schuur zoo geplaatst was, dat deze er door aan het branden geraakte. Ten minste, zoo bekende Zwem mer aan den officier van justitie en bij den rechter-commissaris. Maar toen bij nu in de preventieve hechtenis van anderen, die daar insgelijks voorloopig waren ge detineerd, vernam, dat hem dit misdrijr wel in de gevangenis, maar niet in eene Rijks-werkinrichting zou brengen, kwam hij van zijne bekentenis terug en beweerde nu, dat hij slechts zijn pijpje had willen opsteken, en ziende, dat er brand door ontstaan was, hard was weggeloopen. De blussching was nogal spoedig gedaan, maar daar er iu de onmiddelijke nabijheid van de loods eene groote hoeveelheid met helm dichtbeplante en destijds zeer droge duinen zijn, werd er geacht aanwezig te zijn hetgeen art. 157 1° Wetboek van Strafrecht noemt //gemeen gevaar voor goederen". Indien er zoodanig gevaar te duchten is, wordt brandstichtiug gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 12 jaren. Het O. M. eischt wegens landlooperij eene hechtenis van 1 dag en opzending near eene Rijks-werkinrichting voor den tijd van 1 jaar, en wegens brandstichting eene gevangenisstraf voor den tijd van 6 maanden. Mr. S. J. H. van Walchren, adv. en proe. te Haarlem, die voor mr. Z. W. Straatman als toegevoegd verdediger op trad, pleitte verzachtende omstandigheden, en wel wegens de geringheid van het toe gebrachte nadeel en wegens de gemakke lijkheid van de ontdekking, daar het feit overdag was gepleegd. Op die gronden vroeg spr. eene geringere straf. Vervolgeus stond terecht A. J. Boogaard vroeger kleerbleeker, thans los werkman te Haarlem, aan wien werd ten laste ge legd, dat hij twee zijner kinderen uit het eerste huwelijk, het eene bijna 7, het andere bijna 8 jaar oud, in April dezes jaars op de openbare straat te Haarlem in geheel hulpeloozen toestand heeft achter gelaten. Door de verklaringen der getuigen bleek, dat beklaagde een jaar of zes gele den eene flinke bleekerij had aan den Scheepmakersdijk, maar dat hij door mis bruik van sterken drank, vooral na den dood zijner vrouw, die hem verscheidene kinderen naliet, gaaudeweg is achteruit gegaan, zoodat er nu in plaats van betrek kelijke welvaart groote armoede heerschte. Boogaard is opnieuw gehuwd met eene vrouw, die uit werken gaat. Daar hij zelf ook meestal niet tehuis is, worden de kin deren met een stuk brood een geheelen dag in huis op den zolder opgesloten en er wordt niet naar hen omgezien. Toen B. een der laatste dagen van April bij de moeder van eene vorige dienstbode van hem, zekere vrouw Honschoten in de Vla mingstraat, met twee kinderen kwam aanloopen van circa 7 en circa 8 jaar vragende, of zij ze ook hebben wilde en se naar het Buitenhuis (Stads-Bestedelin- genhuis) brengen, daar een derde in het Gasthuis was en hij geen brood voor hen had, er bijvoegende, dat hij geen raad meer met de kinderen wist, werden de kinderen van eten en van schoone onderkleederen voorzien. De kleinen waren geheel vermagerd en nog meer vervuild en met wonden en ongedierte als bedekt. Hij is toen weggeloopen en heeft ook in het geheel niet meer naar die kinderen gevraagd. Deze zijn den volgenden dag door de zorg van het Burgerlijk Armbe stuur in het Buitenhuis opgenomen, waar zij vroeger reeds een paar maanden door brachten. Toen konden ze daar echter niet blijven en werden zo aan hun vader terug gegeven. Ditmaal echter, omdat bij onder zoek gebleken was, dat die vader hen op straat had achtergelaten en in plaats van hen te verzorgen hen schromelijk verwaar loosde, werden ze voor goed ingenomen. Artikel 266 van het Strafwetboek be dreigt eene gevangenisstraf van ten hoogste 2 jaren of geldboete van ten hoogste f 300 tegen dengeue, die opzettelijk iemand tot wiens onderhoud, verpleging, verzorging hij krachtens wet of overeenkomst ver plicht isin een hulpeloozen toestand brengt of laat, en het volgende artikel eene gevangenisstraf van ten hoogste 4 jaar en 6 maanden tegen hem, die een kind beneden den leeftijd van 7 jaren te vondeling legt of, met het oogmerk om er zich van te ontdoen, verlaat; terwijl in dit laatste geval de straf nog met een derde kan worden verhoogd, als de schul dige de vader of de moeder is. Nu achtte het O. M. niet zoozeer art. 255 a's wel art. 256 van toepassing, omdat op het oogenblik van het verlaten de kinderen niet in een hulpeloozen toestand werden gebracht of gelatenwel daarentegen achtte mr. v. Baurahauer bewezen, dat Boogaard de kinderen had verlaten om er zich van te ontdoen, eD daar het jongste den leef tijd van 7 jaar nog niet had bereikt, requi- reerde ZEd.-Achtb. eene gevangenisstraf van 9 maanden. De beklaagde gaf tot zijne verdediging niets anders op dan dat hij ook werkelijk niet langer voor die kinderen kon zorgen, en dat de stiefmoeder, die eerst nogal goed voor de kinderen was geweest, zich had laten //opwarmen" om ze te verwaarloozen, zoodat het er volgens verklaring van een der getuigen veel van had, alsof het er op toegelegd werd om hen van gebrek en ellende te doen omkomen. Uitspraak over 8 dagen. Bij kon. besluit van 9 Aug. is dr. W. B. J. van Eyk, inspect, van het middel baar onderwijs, aangewezen als afgevaar digde van de Nederl. Regeeriag op het Congres, te Brussel te houden op 4, 5 en 6 September 1887, door de //Eédéra- tion de la gymuastique scolaire de Bel- jique", en waar onder anderen de midde len zullen worden besproken, die de mo gelijke nadeelen, waaraan scholieren in geval van overlading op intellectueel ge bied eventueel zijn blootgesteld, kunnen wegnemen. Bij kon. besluit van 10 Aug. is, buiten bezwaar van 's Rijks schatkist, mr. L. Serrurier, dir. van 's Rijks Ethnogra- pkisch Museum te Leiden, benoemd tot FEUILLETO HST. INLEIDING. 1) I. PEPE DE SLAPER. Het is voorwaar een schilderachtig en indrukwekkend panorama, dat de haven van Elanchovi op de kust van Biscaye aanbiedt. Door een dier toevallen van een avontuur lijk leven ontscheepte ik op zekeren dag, bij mijn terug keer uit Amerika, te Elanchovi, doch het was niet het omringende landschap dat mijne opmerkzaamheid trok. Het was een oud kasteel, zooals er misschien geen tweede in Spanje te vinden was en gelegen op het hoogste gedeelte van de steile kust. Ik herkende in dat oude vervallen kas teel de plaats, waar eene dramatische geschiedenis aange vangen was, die mij in de bosschen van den Staat Sonora eenige jaren voor mijn terugkeer uit Mexico, verhaald was geworden. De keten van rotsen, waarop zich dit kasteel verheft, omgordt de kleine haven van Elanchovi, die door een dam van gehouwen steen beschermd wordt. Ter plaatse waar dit havenhoofd zich met den beganen grond vereenigt, be gint men de steile kusten te beklimmen, waarop zich de huizen amphiteatersgewijze verheffen. Eene enkele straat, die op een reusaehtigen trap gelijkt, maakt het dorp Elan chovi uit. Daar de meeste bewoners het beroep van visscher uit oefenen en overdag afwezig zijn, schijnt Elanchovi bij den eersten aanblik onbewoond; maar uit de daken der huizen, waarop zich geen schoorsteen verheft, stijgen lichte rook wolkjes naar boven ten bewijze dat de huismoeders bezig zijn met de bereiding van den avondmaaltijd; van tijd tot tijd verschijnt eene bekommerde echtgenoote op den drem pel harer woning en werpt eenen onderzoekenden blik op de onmetelijke zee; eene andere, gekleed in een rok van schreeuwende kleuren en met een dubbelen haarvlecht die tot op de heupen valt, gewent haar zoon aan den zouten reuk van het door de zee aangespoelde wier en aan de scherpte van den wind. Beiden luisteren naar het gesuis van den wind, die, terwijl hij het stilstaande water in de haven nauwelijks rimpelt, op deze van alle groen beroofde hoogten, loeit, de rookwolken opneemt eu verspreidt en de lompen die aan den ingang der hutten te drogen hangen, door elkander doet dwarrelen. Zoo vertoont zich thans het dorp Elanchovi, waar de stilte en de eenzaamheid op den top en het geklots der golven tegen den voet der steile kust, tegelijkertijd een gevoel van schrik en van zwaarmoedigheid inboezemen. In de maand November 1808 was Elanchovi nog treu riger. De nabijheid van het Fransche leger had een gedeelte der inwoners op de vlucht gejaagd, die, alhoewel hunne armoede, hen voor elk verlies vrijwaarde, zich in hunne visscherssehuiten aan den gevreesden inval der vijanden onttrokken. De geschiedenis van het kasteel van Elanchovi hangt nauw samen met de geschiedenis die wij gaan verhalen. Dit kasteel behoorde aan de familie de Mediana en maakte een deel uit van het aanzienlijke majoraat van dit aloude geslacht. Sedert jaren hadden de graven de Mediana deze eenzame en afgelegen streek niet meer bezocht, totdat in het begin van 1808 het hoofd der familie, de oudste zoon van den laatsten graaf van dien naam, met zijne jonge vrouw en haar kind op het kasteel zijn intrek nam. Daar don Juan de Mediana een hoogen post in het Spaansche leger bekleedde, had hij dit kasteel als een veilig toevluchts oord voor zijne vrouwe, dona Luisa, die hij hartstochtelijk beminde, uitgekozen. Ook een andere beweegreden had hem daartoe gebracht: de alcade van Elanchovi was een oud ambtenaar en de graaf rekende op zijne toewijding aan eene familie, aan welke hij zijne verheffing tot den rang, dien hij bekleedde, te danken had. Don Ramon Co- hecho was de naam van den eersten magistraat van Elanchovi. Op den vooravond eener scheiding, waartoe zijn plicht als militair hem riep, kwam dit eenzaam en treurig ver blijf beter overeen met de eerste tijden van een huwelijk, dat onder treurige voorteekens gesloten was geworden. De Dorpsrechter iu Spanje.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 1