BUITENLAND. ■worden gebracht om de liefde voor het vaderland ook maar een enkel oogenblik voor andere dingen te vergeten. De oude Romeinen zouden van eene uitdrukking, als boven aan gehaald, vreemd hebben opgezien. D De heer Otto Cohen, student in de medicijnen te Amsterdam, is eenige dagen geleden uit Italië terruggekeerd, waarheen hij de reis per driewieler had ondernomen. Hij vertrok 9 Juli van Amsterdam over Nijmegen, Kleef, Neuss, Keulen. Bonn, Godesberg, Coblenz, Rüdes- heim naar Wiesbaden, alwaar hij 12 Juli aankwam en één dag rust nam. Van Wiesbaden ging het over Cassel, Darmstadt, Heidelberg, Bruch sal naar Boden (aankomst 15 Juli, tweede rustdag.) Van Baden over Of- fenburg, Homberg,Freiburg, Schaff- hausen, Zurich, Zug naar Felsenegg. Nadat de heer Cohen aldaar één dag in den kring zijner familie, die daar elk jaar logeert had uitgerust, nam hij zijn route over Sarganz, Ragatz, Chur, Thusis, Moaschein, Mülhen, Julierberghöhe, Maloga, Chiavenna, Colico, Varena naar Como, alwaar de onvermoeide rei ziger den 27sten Juli behouden aan kwam. Op alle hoofdplaatsen waar de heer Cohen doortrok liet hij zijn pas door de daartoe bevoegde au toriteiten afteekenen. Een soldaat van het Leger des Heils,voormalig kruideniersbediende, liep 's avonds met een colporteur van den Heilssoldaat, op de Laurier gracht te Amsterdam te wandelen, toen een menigte jongens hem met steenen begon te werpen, zoodat hij in een slachterswinkel de vlucht moest nemen. De bende dreigde bij den slachter de glazen in te slaan. Zij heeft aan dit voornemen echter geen gevolg gegeven en raakte allengskens verspreid, waarop de vol geling van kapitein Tyler rustig zijns weegs kon gaan. Toen Woensdagavond een man het logement te Amsterdam waarin hij een kamer gehuurd had, bin nentrad werd hij door den loge menthouder en diens echtgenoote aangevallen. Hij zou beweerden ze, twee peperbussen en een karaf van hen gestolen te hebben en als scha devergoeding eischtenzenuzijn horloge. In zijn angst gaf hij dit af, doch van de schrik bekomen, is hij zoo wijs geweest de politie met de zaak in kennis te stellen. Uit Amsterdam wordt aan de N. R. Ct. medegedeeld: Vrouw Hottentot, de boerin die den gekwetsten luchtreiziger van jl. Zaterdagavond tot Zondagochtend zoo liefderijk verzorgde en verpleegde, bracht hem Woensdag een bezoek in het gasthuis, en was verwonderd, hem nagenoeg hersteld terug te zien. In een gesprek over het ge beurde met den luchtballon deelde de brave vrouw o. a. mede, dat een diaken van Ouderkerk ook was ko men aansnellen, om haar den raad te geven, «den kerel maar voor oud vuil te laten liggen. Wat had hij ook noodig, God door eene luchtreis te verzoeken!» «Ziet u, mijnheer, voegde de boerin er bij, ik geloof dat hij zoo wat dolleert.» Dinsdagmiddag ongeveer te twee uren, dus op klaarlichten dag, zetten zich te Amsterdam drie per sonen op de stoep van perceel no. 26, op de Leidschegracht bij de Keizersgracht, gezellig pratende ne der, gelijk later bleek, om in den pakkelder van het huis in te breken. Al spoedig wisten zij een tralie raampje naast de kelderdeuren naar binnen te drukken, en nu was de weg geopend, om met den arm de binnengrendels te bereiken en die weg te schuiven. Het was alles stil op de gracht en er was niemand te zien, althans voor hen niet. Maar een glazenwasscherdie eenige huizen verder op eene zeer hooge ladder stond, had van dit verheven standpunt alles gezien. Hij klom af, de mannen gingen weder aan het keuvelen, en hij overlegde met twee zijner makkers, die juist uit het huis kwamen, waarvoor hij stond, om kalm en als ware er niets geschied, eene ladder op de schou ders te nemen en te vertrekken. Deze deden dit, maar met snelle schreden, zoodra zij uit het gezicht waren, en riepen toen de hulp der politie van het bureau op het Leid sche Plein in. Deze verscheen dadelijk. Twee rechercheurs spoedden zich naar de plaats van de inbraak, maar vonden er ongelukkig genoeg 6lechts één der inbrekers. De twee anderen wa ren verdwenen. Intusschen hadden zij met den overgeblevene handen vol werk, en niet dan, nadat zoo wel hun als den inbreker zelf de kleeren van het lijf gescheurd wa ren en ook nog een beambte van de stadsreiniging te hulp was ge sneld, werd men den woesten mis dadiger meester. Men heeft nu wel licht ook gelegenheid zijne vrienden te vinden. {Echo.) Men schrijft aan de Amst: Een zonderling tafereel had Dins dag 11. in de Frederikstraat te Nie- wer-Amstel plaats. Toen te ongeveer 12"/s uur des namiddags eenige straatwerkers, vanwege de gemeente met 't opbreken der straat belast, hun werk nauwlijks begonnen wa ren, werd hun de voortzetting van 't werk verboden door den heer G. S., die beweerde als eigenaar niet te dulden, dat deze werd opge graven en dat op zijn eigendoms recht inbreuk werd gemaakt. Toen in weerwil van dit verbod, en nadat op verzoek van den heer G. S. proces-verbaal was opge maakt, toch met het werk werd voortgegaan en allengs een diepe kuil midden in de straat was ge graven, verscheen de eigenaar an dermaal, thans vergezeld van zijn advokaat, mr. Van den Bogaert. Wederom werd de staking van het werk gelast, doch ook ditmaal zon der langdurige uitwerking. Naar wij vernemen is thans de gemeente Nieuwer-Amstel bij deur waarders-exploit tot staking van 't werk gesommeerd en zal eene pro cedure naar aanleiding van 't ge beurde tegen de gemeente worden aanhangig gemaakt. Er zijn te Nieuwer-Amstel meer dere straten, die, hoewel geheel aan beide zijden bebouwd, niet het eigen dom der gemeente, maar dat van particulieren zijn. Dat hierdoor de bewoners niet weinig ongerief on dervinden, ligt voor de hand, en 't is waarlijk te wenschen dat 't voor gevallene op Dinsdag met de ge volgen vau dien, voor de gemeente een spoorslag moge wezen tot 't aanknoopen van onderhandelingen met de eigenaren der straten, ten einde de bewoners van Nieuwer- Amstel uit dezen abnormalen onge zonden toestand te ontslaan. Is de gemeente eenmaal eigenares, dan zal verbetering der verlichting, riolee- ring en bestrating spoedig volgen. Men schrijft ons uit Zaandam: Ter verkiezing van nog één lid van den gemeenteraad zijn Donder dag slechts 245 stembiljetten inge leverd. Van de uitgebrachtte stem men vereenigde Mr. Z. W. Straat man 146 stemmen op zich, zoodat deze is verkozen. Te Zaandam heeft zich eene commissie gevormd, teneinde een gebouw te stichten ter verpleging van oude lieden. De commissie heeft vergunning bekomen tot het houden eener loterij ten behoeve van dat gesticht. Men schrijft ons uit Hilversum De vrees dat den besteller B. van het postkantoor alhier, een ernstig ongeluk zou overkomen zijn, is ge lukkig gebleken ongegrond te zijn. Gisterenavond is de man gezond en wel bij vrouw en kinderen terug gekeerd; 't nu maar te hopen, dat hem de lust om zich te verwijderen niet weer zal bekruipen, te meer, daar het met de «zwaarmoedigheid», waarvan ik in mijn vorig bericht schreef, niet zoo ernstig gesteld is. Men verneemt, dat in verschil lende plaatsen van ons land, de a, s. verjaring van prinses Wilhelmina vooral door kinderen feestelijk zal worden gevierd,maar totnogtoe hoort men van zulk een feestviering hier niets. Dit moet te meer verwonde ring baren, als men bedenkt, dat de Hilversumsche jeugd zoo dikwijl in de gelegenheid is het prinsesje van nabij te zien, en dus zeker haar verjaardag met opgewektheid zou vieren, indien slechts eenige invloedrijke personen de leiding van het feest op zich wilden nemen. De heer D., kapitein der artil lerie uit Utrecht, die met zijn echt genoote in het Kurhaus te Scheve- ningen logeert, heeft aangifte gedaan, dat aan deze dame Woensdag tusschen 9 en 12 uur, tijdens haar afwezig heid, een belangrijke hoeveelheid kostbaarheden een lange gouden ketting met medailjon, een gouden bracelet en een paar juweelen oor knoppen, zijn ontvreemd. De politie heeft Woensdag in het hotel een huiszoeking gedaan en zet haar onderzoek voort. De dader is echter nog niet ontdekt. Woensdagnacht is bij Z. B., aan den Rotterdamschen dijk te Schiedam, diefstal gepleegd door inklimming. Zoodra de politie er kennis van kreeg, heeft zij den dief, die met het gestolene, bestaande in eene pendule,eenen bloempot en twee beeldjes, in de richting van Delfts haven op de vlucht was gegat achternagezet, daarbij gebruik ma kende van een ledig rijtuig, dat van Delftshaven kwam. Bij Delfts haven gekomen, heeft zij de politie aldaar met het feit in kennis ge steld, waarop twee politieagenten van daar naar den Groenendijk zijn gegaan, terwijl door de politie van Schiedam op den Rotterdamschen dijk werd post gevat. Het mocht den Delftshavenschen politieagenten gelukken, op het zoogenaamde Toe pad den dief te vatten, die inmid dels bij het gaan over het plankier was gevallen, waardoor de stolp van de pendule is gebroken, waar van hij de stukken in de sloot heeft geworpen. De dief is daarop aan de Schiedamsche politie overgele verd, die hem naar Schiedam heeft gebracht. De dader, zekere H. v. A., uit Rotterdam, heeft reeds be kend. Hij is gebleken te zijn een oude bekende van de justitie, daar hij reeds 16 jaren gevangenisstraf heeft ondergaan. Te Renkum hebben de slagers den prijs van het vleesch met 10 c. per kilo afgeslagen. De veeprijzen zijn echter in den laatsten tijd zóó belangrijk gedaald, dat de slagers nog ruime winsten behalen. De Boxtelsche vluchtelingen naar Noord-Amerika. Omtrent de Boxtelsche vluchtelingennaarNoord- Amerika lezen wij in een Hol- landsch-Amerikaansch blad het vol gende «De heer Van H. uit Boxtel, in de Nederlandsche provincie Noord- Brabant, wiens vrouw met een ze keren Van D. was weggeioopen, met medeneming van hun kind en f 50,000, heeft geen gras onder zijne voeten laten groeien, maar is het paar terstond nagereisd en heeft ze verleden week te Easton, in Penn- sylvanië, ook achterhaald. Hij eischte zijn kind terug en had daartoe de hulp van den rechter ingeroepen. Na eenig verhoor kwamen de man nen tot een vergelijk, dat allen naar Nederland zouden terugkeeren, waar de heer Van H. een eisch tot echt scheiding tegen zijn vrouw zou instellen en dat zijne vrouw zoolang het meegenomen geld kon behou den, maar het kind aan den heer Van H., moest worden overgegeven, aan welk vergelijk dan ook ter stond uitvoering is gegeven, zoo veel het kind betreft, terwijl alle betrokkenen naar New-York zijn teruggekeerd. Met den terugkeer van mevrouw Van H. naar Neder land schijnt evenwel geen haast ge maakt te zullen worden, want de heer Van D. zegt dat ze te ziek is van droefheid over het gemis van haar kind, om de reis te kunnen aanvaarden. De heer Van D. ont kent ten stelligste alle misdadige verstandhouding met mevrouw Van H. en zegt alleen uit zuivere en belanglooze vriendschap haar te hebben vergezeld. Wereldburger Uit Ter-Neuzen meldt men, dat de aangevaren tjalk van schipper J. Hulstaart aldaar in de haven is gebracht, na zooveel mogelijk het water er uit gepompt te hebben. Aan stuurboordzijde is geheel het achter onder ingeloopen, zoodat het daar aanwezige meublement en kooigoed naar buiten dreef. De vrouw en kin deren van den schipper, aan boord verblijvende en ter ruste liggende, hebben gelukkig geen letsel beko men. Oogenblikkelijk na het onge val is van het stoomschip Bittern eene sloep uitgezet met den loods en 4 man, die bij de tjalk zijn ge bleven tot deze op de slikken was gezet, waarna de Bittern de reis vervolgde. Het vermiste geldbedrag, h f 2300, geborgen in een kistje, is bij laag water teruggevonden, aan gedreven op eene plaat op verren afstand van de plaats, alwaar de aanvaring plaats had. Te Kiewerd is een bok het slachtoffer geworden van eenen ver woeden aanval van wespen, die het arme beest zoovele steken toebrach ten, dat het aan de gevolgen stierf. Op het voor den ontworpen spoorweg Enschede-Oldenzaal be- noodigde kapitaal, ad f150.000 is tot dusver ingeteekend voor f 101.750. De varkensziekte heerscht in de gemeente Achtkarspelen op on rustbarende wijze; dagelijks sterven er een groot getal dieren aan; ge woonlijk zijn ze slechts korten tijd ziek. Een varkenshouder, die 's mor gens aan zijne kudde, 20 stuks in getal, niet de minste ongesteldheid bespeurde, zag ze nog denzelfden dag alle sterven. Een heer uit Groningen heeft, bij een diner te Brussel, champignons gebruikt, die vergiftigd schijnen te zijn geweest. Het overigens krach tige gestel van den man was niet sterk genoeg om het leven te be houden. Echtgenoote en kinderen zijn troosteloos over dit verlies. Dinsdagavond viel te Zeven huizen (Groningen) eene 60-jarige vrouw, weduwe, van den zolder en en was terstond een lijk. Een zoon, die bij haar inwoonde, vond haar met het hoofd tusschen twee krui wagens bekneld. RECHTSZAKEN. De zaak tegen Hendrikje P., vrouw van H. Kuik te Ballo, gemeente Kolde, thans gedetineerd, is bij bevelschrift der recht bank te Assen verwezen naar de open bare terechtzitting. Uit de instructie moet, behalve het haar oorspronkelijke ten laste gelegde, dat zij nl. in het begin van Juli jl. genoemden haarman,K.,met hetdoel om hem te dooden, eene boterham heeft toegediend, welke zij vooraf had besmeerd met arsenicum, ook nog zijn gebleken, dat zij in den loop van April jl., met hetzelfde dool, haar man een bord met brij, vermengd met eene grooto hoeveelheid arsenicum, heeft voor gezet. Beide voornemens hebben echter hun uitwerking gemist, wat do boterham aan gaat, doordat Kuik danrvau slechts een klein stukje, waarop toevallig geen vergif zat, heeft opgegeten, en wat de brij betreft doordien hij een paar lepels opgegeten, maar spoedig weder lieeft uitgebraakt. Beklaagde zal mitsdien terechtstaan wegens poging tot moord, tweemalen ge pleegd. Het moet niet onwaarschijnlijk zijn, dat vrouw K., die met genoemden haren man (in tweede huwelijk) een ongelukkig hu welijksleven leidde, behalve en vóór boven gemelde feiten, herhaalde malen getracht heeft dezen om het leven te brengen door hem een of ander door het eten te men gen. (Asser Crt.) Op 23 Augustus a. s. zal het Ge rechtshof te Amsterdam in liooger beroep behandelen de zaak van den socialist De Koos, beschuldigd en tot 45 dagen cel veroordeeld, wegens mishandeling van een rechercheur van politie, bij de standjes in het koffiehuis van Penning, op 22 Ifebr. jl. 16 getuigen a decharge, waaronder vijf dagbladreporters, zijn gedagvaard. Wat bewijzen deze stukken glas? riep hij met verhef fing van stem. Denkt gij dat met den sterken wind die dezen nacht gewaaid heeft, een openstaand venster niet met geweld heeft toe kunnen slaan en zoodoende een of twee glasruiten verbrijzelen Maar waarom, vroeg Juan de Dios, is het juist deze, die zich aan den kant der venstersluiting bevindt? Men zal ze verbrijzeld hebben om het venster te openen. Wel, wel, signor don Juan de Dios, riepdealcade ongeduldig en van spijt op den gouden knop van zijn wan delstok, het teeken zijner waardigheid bijtend, uit, wie heeft hier het recht te ondervragen? Gij of ik? Caramba! het schijnt alsof ge mij hier voor den gek wilt houden! Hier kwam Cagatinta op bescheiden toon tusschen beiden. Ik zal onzen vriend Canelo antwoorden zeide hij, dat indien deze ruit verbrijzeld was geworden met het doel zooals hij vermeent, dit noodwendig alleen van buiten had kunnen geschieden, de stukken zouden bij gevolg naar binnen gevallen zijn en niettemin liggen ze hier op het balcon. De wind heeft het dus gedaan, zooals mijnheer de alcade vermeent te moeten aannemen, of, voegde hij er met een valschen glimlach bij, het moest een reiskoffer ge weest zijn, die men zonder de noodige voorzichtigheid door het venster heeft doen passeeren; maar de gravin schijnt hare wandeling nog al te zullen rekken, te oordeelen naar het aantal voorwerpen die zij medegenomen heeft, zooals deze ledige laden bewijzen. De oude concierge had voor dit bewijs, dat zijne bewe ring ontzenuwde, het hoofd gebogen en hij hoorde deze laatste bemerking van Cagatinta niet meer. Wat dezen laatste aangaat, hij vroeg zich inwendig af of hij van den alcade nog niet eene grootere belooning, als prijs voor dezen nieuwen dienst, zou eischen, als hem reeds toegezegd was. Terwijl de oude dienaar in diep gepeins verzonken was, naderde de alGade hem zachtjes en zeide: Ik ben een beetje haastig met u geweest; ik heb niet genoegzaam rekening gehouden met de smart die een dienaar zooals gij bij zulk een onvoorzienen slag moet ge voelen. Maar spreken wij nu eens niet over het verdriet dat gij moet gevoelen, en zeg mij eens of de vrees voor de toekomst u niet verontrust? Gii ziit oud, bijgevolg zwak en zonder hulp. Mijn ouderdom verontrust mij niet, maar mijne droef heid, voegde de oude dienaar er met trots bij, is zuiver en ongeveinsd, de edelmoedigheid der heeren de Mediana heeft mij in staat gesteld mijne overige levensdagen onbekom merd te slijten. Maar ik zoude gelukkig zijn, indien ik de echtgenoote van mijn vroegeren meester kon wreken. Ik eerbiedig uwe gevoelens, hernam de alcade. Ge zijt een man, dubbel achtenswaardig èn door uw verdriet.... Engeland. In de Donderdag ge houden zitting van het Lagerhuis, zeide Sir Henry Holland, minister van koloniën, dat, zoodra het wets ontwerp tot regeling der wetgeving in Queensland is aangenomen, de Koningin het oppergezag zal aan vaarden over het deel van Nieuw- Guinea, dat thans ouder Britsch beschermheerschap staat. De koningin van Tongoland heeft herhaaldelijk de Britsche bescher ming of annexatie verzocht, en bij de regeering is de kwestie der toekom stige betrekkingen nog in overwe ging, doch zij heeft inmiddels een vriendschapsverbond met genoemde koningin gesloten, waarbij deze de verplichting aanvaardt, geen verdrag met eene andere vreemde mogend heid te sluiten of gebied af te staan, zonder Eogeland's toestemming. Sir James Fergusson verklaarde, dat over de wederzijdsche belangen van Engeland en Frankrijk ten opzichte van Gambier onderhande lingen worden gevoerd. Het doel is eene bevredigende regeling der be staande geschillen en handhaving èn door uwe spaarpenningen, signor Cauelo. Daarna plotseling van toon veranderde zeide hij Griffier, neem in 't proces-verbaal op dat de heer don Juan de Dios de Canelo y Nabos, hier aanwezig, zich civiele partij stelt tegen de ontvoerders zijner meesteres, want er valt niet meer aan te twijfelen, mijne heeren, er is hier eene misdaad gepleegd, en wij zijn het aan ons zeiven, wij zijn het aan dezen eerbiedwaardigen grijsaard verschuldigd alle middelen in 't werk te stellen om de daders op te sporen en te straffen. Maar, mijnheer de rechter, riep de onstelde grijsaard uit, ik heb volstrekt de bedoeling niet mij civiele partij in deze zaak te stellen. (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2